Zelfdoding in Nederland

advertisement
A.A. Berger, Durkheim is dead! Sherlock Holmes is introduced to
sociological theory. Walnut Creek, 2003
Durkheim is dead, but does his theory still yield new predictions?
Wout Ultee 18 september 2007
Durkheim, Le suicide, 1897, p. 222
Durkheims eerste statistische regelmatigheid:
Aan het eind van de negentiende eeuw hebben in
de deelstaten van Duitsland protestanten een
hoger zelfdodingcijfer dan katholieken
Voor Nederland bestonden dergelijke cijfers toen niet.
Ze kwamen in 1936 voor het eerst beschikbaar.
Wat leren deze cijfers?
Ging Durkheims regelmatigheid ook in Nederland op?
In Nederland zijn er twee soorten protestanten:
Nederlands-hervormden en gereformeerden.
Daarnaast zijn er onkerkelijken.
Wat laat zich met Durkheims integratiehypothese
over deze groepen voorspellen?
De onkerkelijken vormen geen groep met normen en riten;
hun zelfdodingcijfer zal het hoogst zijn.
Gereformeerden gaan vaker naar kerk dan hervormden; en
zelfs vaker dan katholieken, wat op meer integratie duidt.
Zie Ultee, Arts & Flap blz. 589
Gereformeerden hebben in deze redeneergang het
laagste zelfdodingcijfer; dan komen de katholieken,
daarna de hervormden; het hoogste zelfdodingcijfer
hebben de onkerkelijken.
In schema:
(2) Hoe sterker personen in een godsdienstige groepering
zijn geïntegreerd, hoe kleiner is hun kans op zelfdoding
(xx) Gereformeerden zijn sterker geïntegreerd dan
katholieken, katholieken sterker dan hervormden en
hervormden sterker dan onkerkelijken
-----------------------------------------------------------------(yy) Gereformeerden hebben het laagste
zelfdodingcijfer, dan komen katholieken, daarna
hervormden en tenslotte onkerkelijken
Zelfdoding in Nederland naar kerkelijke
gezindte; aantallen zelfdodingen per 100.000
Jaar
Geref
RK
NH
Onk
1937-1939
1954-1956
1959-1961
1964-1966
1969-1971
1974-1976
4,2
3,7
4,0
4,6
4,8
5,4
5,5
4,0
5,0
6,0
8,0
9,6
13,2
10,1
10,8
10,9
10,5
10,0
6,1
6,6
6,9
5,7
8,3
7,3
Bron: UAF blz. 599
De cijfers voor onkerkelijken zijn lager dan voorspeld.
Komt dat omdat leeftijd een storende factor is?
Nog een schema:
(2) Hoe sterker personen in een godsdienstige groepering
zijn geïntegreerd, des te kleiner hun kans op zelfdoding.
(xx) Tussen 1930 en 1980, vooral sinds het begin van
de jaren zestig, werden de katholieken een minder
hechte groepering, terwijl er bij de hervormden en
gereformeerden weinig veranderde.
---------------------------------------------------------------------
(yy) Tussen 1930 en 1980 steeg het zelfdodingcijfer
voor katholieken, terwijl dat voor hervormden en
gereformeerden min of meer hetzelfde bleef.
Voor de toetsing van de
bijkomende veronderstelling:
UAF blz. 589
Voor de toetsing van de voorspelling:
niet de rijen in de zonet gepresenteerde tabel vergelijken, maar
de kolommen.
Zelfdoding in Nederland naar kerkelijke
gezindte; aantallen zelfdodingen per 100.000
Jaar
Geref
RK
NH
Onk
1937-1939
1954-1956
1959-1961
1964-1966
1969-1971
1974-1976
4,2
3,7
4,0
4,6
4,8
5,4
5,5
4,0
5,0
6,0
8,0
9,6
13,2
10,1
10,8
10,9
10,5
10,0
6,1
6,6
6,9
5,7
8,3
7,3
Bron: UAF blz. 599
Het zelfdodingcijfer voor katholieken steeg sterk,
dat voor hervormden daalde iets,
dat voor gereformeerden steeg iets.
Voorspelling bevestigd.
Les: met Durkheims theorie kunnen veranderingen in de
tijd worden verklaard door bijkomende veronderstellingen
te wijzingen.
De jonge Durkheim houdt de hand van zijn moeder vast
Durkheim, zijn vrouw en hun dochter Marie en zoon André
in Bordeaux rond 1905
Durkheim vond voor Frankrijk en andere landen
aan het einde van de negentiende eeuw
dat het zelfdodingcijfer
voor ongehuwden hoger was dan voor gehuwden;
voor weduwen en weduwnaren nog hoger
en voor gescheidenen het hoogst.
Hoe is dat in Nederland aan het einde van
de twintigste eeuw, gaat Durkheims tweede
statistische regelmatigheid hier op?
Zelfdoding in Nederland naar burgerlijke staat;
aantallen zelfdodingen per 100.000
Jaar
geh
ong
wed
ges
1984
1985
1986
11,7
9,9
10,0
9,5
9,6
9,0
33,2
28,1
26,2
50,8
48,4
48,1
Bron: UAF blz. 139
Gaat Durkheims tweede regelmatigheid niet op?
Neen, er is geen rekening gehouden met de
storende factor leeftijd
(hoe ouder, des te hoger de kans op zelfdoding)
Zelfdoding in Nederland 1950-1990 naar
leeftijd, geslacht en burgerlijke staat
mannen
geh
ong
wed
ges
40-44
45-49
50-54
10
13
15
41
48
54
45
50
51
53
64
59
6
8
10
15
19
19
19
20
23
33
31
35
vrouwen
40-44
45-49
50-54
Bron: UAF blz. 140
Tweede empirische regelmatigheid nu wel gevonden.
De laatste tabel gaf geen bivaraat verband weer:
tussen burgerlijke staat en zelfdoding
Maar een viervariaat verband:
tussen zelfdoding enerzijds en geslacht, leeftijd
en burgerlijke staat anderzijds
Terug naar Durkheims integratietheorie en een
derde statistische regelmatigheid,
dit maal over zelfdoding in tijd van oorlog:
(12) Naarmate personen hechter zijn geïntegreerd in
een politiek verband, is hun kans op zelfdoding lager
(13) In tijden van oorlog zijn mensen sterker in een
politiek verband geïntegreerd dan in tijd van vrede
---------------------------------------------------------------(11) In Frankrijk daalde ten tijde van de FransDuitse oorlog van 1870 het zelfdodingcijfer
UAF, blz. 108
Gaat deze derde statistische regelmatigheid op voor
Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog?
In schema:
(12) Naarmate personen hechter zijn geïntegreerd in
een politiek verband, is hun kans op zelfdoding lager
(xx) De Duitse bezetting van Nederland in 1940-1945
versterkte de integratie van de inwoners van Nederland
in Nederland als politiek verband
-----------------------------------------------------------------(yy) In Nederland was het zelfdodingcijfer in 19401945 lager dan voor 1940 en na 1945
Daalde in
Nederland het
zelfdodingcijfer
tijdens de
Tweede
Wereldoorlog?
Aantallen
zelfdodingen per
100.000 mannen
of vrouwen
Jaar
Mannen
Vrouwen
1936
1937
1938
1939
12,1
11,5
13,2
11,7
6,0
6,0
6,1
5,4
1940
1941
1942
1943
1944
1945
15,2
8,9
10,7
10,8
8,2
12,2
8,5
5,9
9,3
7,9
6,1
7,4
1946
1947
1948
1949
11,6
9,9
9,5
9,1
6,7
4,8
4,9
4,5
In 1941, 1942,
1943 en 1944
was het
zelfdodingcijfer
lager, maar in
1940 en 1945
was het hoger
Durkheims integratiehypothese voorspelt dat de derde
statistische regelmatigheid niet altijd zal worden gevonden.
Bij de Frans-Duitse oorlog van 1870 werd Frankrijk op het
slagveld bedreigd, maar niet overwonnen. Nederland werd
echter in 1940 door Duitsland bezet.
In 1940 vreesden de joodse inwoners van Nederland
buiten de politieke gemeenschap te worden geplaatst,
wat ze later ook werden.
Vanaf midden 1942 tot het eind van 1943 werden
joden uit Nederland naar ‘werkkampen’ gedeporteerd
(in gaskamers te Auschwitz en Sobibor vermoord).
In een afleidingsschema:
(12) Naarmate personen sterker in een politiek verband
zijn geïntegreerd, is hun kans op zelfdoding kleiner
(xx) In 1940 en later werden de Joodse inwoners van
Nederland door de Duitse bezetters buiten de politieke
gemeenschap geplaatst
-------------------------------------------------------------------(yy) In 1940 en later steeg het zelfdodingcijfer van Joden
L. de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de
Tweede Wereldoorlog, Den Haag, Staatsuitgeverij, 1970,
Deel 3, blz. 416-417 over dinsdag 14 mei 1940, toen
Nederland op het punt stond zich aan de binnengevallen
Duitsers over te geven:
‘In die uren van verbijstering en paniek trachtten
honderden Joden een einde te maken aan hun leven,
vooral in Amsterdam. … Hoeveel dat deden is niet
bekend.’
A.J. Herzberg, Kroniek der jodenvervolging,
Amsterdam, 1950, blz. 11:
‘Het moet op deze dagen druk zijn geweest in de
ziekenhuizen, niet of niet alleen met oorlogsgewonden,
maar ook met mensen die niet mee wilden gaan met de
nieuwe tijd, en liever de oude, die was gestorven
volgden. Dat waren niet uitsluitend Joden, doch wel
voor verreweg het grootste deel. Wie het niet geloven
wil, die moet de Joodse begraafplaatsen maar bezoeken,
en de zerken tellen, die de datum van 15, 16 Mei 1940
en volgende dagen vermelden. Hij zal ook brede
grafstenen vinden, waarop een man met zijn vrouw en
hun kinderen zijn vermeld.’
Ik (Wout Ultee) geloofde wel wat Herzberg schreef maar ben
toch op enkele Joodse kerkhoven gaan kijken. Er waren nog
vollere grafstenen dan Herzberg aangaf.
In Nijmegen, dat begin 1941, toen Joden zich bij de
burgemeester moesten aanmelden, 522 joodse inwoners telde,
bevindt de Joodse begraafplaats zich tussen de Postweg en de
Kwakkenbergweg. Ik kwam binnen na een afspraak met de
beheerder. Ik vond geen dubbele grafstenen.
Ik trof wel dubbele grafstenen aan op de Joodse
begraafplaats te Muiderberg, net buiten Amsterdam en op
de Joodse begraafplaats in Wassenaar, bij Den Haag.
Op dia van zonet stond het bord dat men rechts ziet bij het betreden
van de Joodse begraafplaats te Muiderberg
De ingang van de Joodse begraafplaats te Muiderberg bij
Amsterdam. In 1940 telde Amsterdam 80.000
Portugees- en Nederlands-Israëlietische inwoners.
De joodse godsdienst kent een ander schrift en een andere jaartelling.
Wat is 7 Ijar 5780 in de christelijke jaartelling?
Op een congres te Jeruzalem in 1998 over de geschiedenis van
de Joden in Nederland heb ik een voordracht gehouden over
mijn bevindingen over zelfdoding van Joden in Nederland
tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ik dacht dat het een
wetenschappelijk congres, met geleerden, zou zijn. Er zaten
echter veel personen in de zaal die na de oorlog naar Israël
waren gegaan; het congres leek een beetje op een reünie.
Na mijn voordracht kwam er een man op me af die vertelde dat zijn
vrouw van Nederlandse afkomst was, Sanders heette en zei dat zijn
vrouw hem had verteld dat een oom en tante in mei 1940 in
Amsterdam zelfmoord pleegden met hun kind. Kon dat kloppen?
Omdat ik het Centraal Bureau voor de Statistiek had beloofd
niets te vertellen over namen op telkaarten, heb ik de man
toen de vorige foto gestuurd.
Waarom is 7 Ijar soms 14 mei en soms 15 mei, of staat er een fout op de grafzerken?
Er zijn niet alleen dubbele grafzerken voor echtparen in mei 1940, maar ook voor
tijden dat joden van huis werden weggehaald.
In juni 1943 werd Amsterdam door de Duitse bezetter ‘jodenvrij’ verklaard. Waarom is
er geen steen voor de mensen die onderaan de steen worden genoemd?
Het bord bij de Joodse begraafplaats te Wassenaar. In 1941 telde
Den Haag 12.000 joodse inwoners.Wassenaar telde er in mei 1940
enkele honderden. De Duitse joden moesten van de Duitse bezetter
toen meteen, als staatsvijanden, Wassenaar verlaten. Zo dicht bij de
kust zouden ze spionnen kunnen zijn voor een Engelse invasie.
Een viervoudige zelfmoord
Ook aparte grafstenen kunnen op gemeenschappelijke zelfmoord duiden.
Dit waren de stenen van een vijfvoudige zelfmoord
Overigens: de gezamenlijke zelfmoord met het
meeste aantal betrokken had in Leeuwarden plaats.
Daar benam in de zomer van 1942 een ouderpaar
met hun vier kinderen zich het leven.
Als ik me goed herinner overleefde een vijfde kind,
het jongste kind. Het wiegje van dit kind stond bij
het raam, dat iets open stond.
Het is mogelijk dat dit Joodse kind later door de
Duitse bezetter op transport is gesteld naar een
‘werkkamp’ in het Oosten.
Van de dood van deze leden van één gezin stond
een overlijdensadvertentie in de krant.
Deze drie grafstenen hebben betrekking op drie zusters.
Politierapport no. 1829 Hoofdbureau Wassenaar 18 mei 1940:
In de woning Hogeweg 11 gevonden de lichamen van drie
bejaarde zussen Lazarus, Martha, Augusta en Clara. Ze hadden
een gifdrank ingenomen. En werden in bewusteloze toestand
naar de St. Ursulakliniek gebracht, waar ze zijn overleden.
Wout Ultee: de vrouwen hadden de Duitse nationaliteit en waren
geboren in Breslau.
Duitse joden met genoeg geld om in hun levensonderhoud te
voorzien kwamen tot 1935 Nederland zonder moeite binnen.
Waren de zusters rijk? Waarschijnlijk niet. Hogeweg 11 bleek
geen fraaie villa te zijn, maar een donker rijtjeshuis.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) te Voorburg
bleek bij navragen in 1996 in het archief de telkaarten voor
alle gevallen van zelfdoding in Nederland tussen 1936 en
1954 te hebben.
Ik mocht ze bewerken na op schrift te hebben beloofd
niets over de kaarten aan anderen te vertellen en mijn
publicaties over de cijfers aan het CBS voor te leggen.
Ik heb toen een week in de kelder van het CBS
gewerkt en gegevens van de telkaarten op een
digitaal bestand in mijn laptop overgebracht.
Zelfdodingen in Nederland naar kerkelijke
gezindte; absolute aantallen
1936
1937
1938
1939
1940
1941
1942
1943
Israëlitisch
Overig
26
32
31
29
246
39
248
165
736
713
792
708
792
608
631
692
Bron: Ultee & Luijkx, De schaduw van een hand, in (red.) H. Flap
& W. Arts, De organisatie van de bezetting (boeknummer Mens en
Maatschappij 1997), blz. 63.
Waarom leek het zelfdodingcijfer voor joden in 1941 weer op het
vooroorlogse cijfer, alhoewel het hoger was en steeg het in 1942
weer om in 1943 hoog te blijven?
De Duitse bezetter onteigende bij de eerste anti-joodse maatregelen
de bezittingen van joden. Omdat weinig joden grote bezittingen
hadden, bleef dit bijna zonder sporen in de zelfdodingstatistieken.
In juli 1942 ontvingen joden van de Duitse bezetter voor het eerst
oproepen voor tewerkstelling in kampen in Oost-Europa. Omdat
weinig joden aan die oproepen gehoor gaven, ging de Duitse bezetter
samen met bijzondere Nederlandse politie joden in september ‘s
avonds van huis ophalen. Het zelfdodingcijfer steeg al in juli 1942.
Het aantal zelfdodingen in 1943 moet als nog hoger worden beoordeeld
als wordt bedacht dat eind 1942 de helft van de Joden in Nederland
door de Duitse bezetter naar Oost-Europa was weggevoerd.
Israëlitische zelfdodingen in Nederland naar maand,
absolute aantallen 1936-1943
Gem. 1936-1939
jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
4
3
3
4
5
1
2
1
1
2
1
2
1940
1941
1942
1943
3
2
0
4
188
6
14
5
8
2
1
1
2
5
2
3
3
3
3
4
2
2
1
7
3
8
2
5
5
4
43
32
43
49
33
14
23
12
24
34
20
18
12
4
7
3
1
3
Bron: Ultee & Luijkx, blz. 64
Waarom is het aantal joodse zelfdodingen niet alleen
in mei 1940 hoog, maar ook in juli 1940?
De bijschriften op de telkaarten voor deze personen, wijzen
uit dat ze in mei 1940 een poging tot zelfmoord hadden
gedaan die niet was gelukt. Nu deden deze mensen een
geslaagde poging tot zelfdoding.
Hoe kan de stijging van het aantal zelfdodingen in 1945 in
Nederland worden verklaard?
Dat kan met Durkheims integratiehypothese. In schema:
(12) Naarmate personen sterker zijn geïntegreerd in een
politiek verband, is hun kans op zelfdoding kleiner
(xx) In 1945 werden NSB-ers buiten Nederland als politiek
verband geplaatst
----------------------------------------------------------------------(yy) In 1945 steeg het zelfdodingcijfer voor politieke
delinquenten
Vanaf mei 1945 werden boven de grote rivieren NSB-ers
en andere collaborateurs met de Duitse bezetters buiten de
politieke gemeenschap geplaatst; in Noord Brabant en
Limburg gebeurde dat vanaf september 1944
Steeg vanaf september 1944 het aantal zelfdodingen
van NSB-ers en dergelijke?
Op de telkaarten van het Centraal Bureau voor de
Statistiek voor gevallen van zelfdoding staan
aantekeningen over omstandigheden en motieven.
Aantallen zelfdodingen van politieke delinquenten in
Nederland 1943-1948; absolute aantallen
1943
1944
1945
1946
1947
1948
0
11
88
7
7
0
Bron: Van Tubergen en Ultee, Mens en
Maatschappij, 2000, blz.181.
Aantal zelfdodingen van politieke delinquenten en
van anderen; Nederland per maand, 1944 en 1945
1944 pd 1944 rest
jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
0
0
0
0
0
2
0
1
5
1
0
2
48
52
65
62
73
49
49
61
55
42
49
53
1945 pd 1945 rest
0
1
1
17
19
18
8
6
5
3
9
1
72
69
74
113
110
89
77
89
84
85
74
63
Bron : Van Tubergen en Ultee, blz. 182
Ondanks de hoge zelfdodingcijfers voor Nederland
in 1940 en 1945, die tegen Durkheims derde
statistische regelmatigheid spreken,
kunnen de bevindingen dat de aantallen
zelfdodingen onder joden in 1940, 1942 en 1943
bijzonder hoog zijn,
evenals de hoge aantallen zelfdodingen onder
politieke delinquenten in 1944 en 1945,
worden verklaard met Durkheims algemene
integratiehypothese.
Download