M18 Driehoeken in de ruimte Op verkenning a Begrippen t t t t t t driehoek .................................................................. . . . . . . . . .. . . . . . Van welke ruimtefiguur is deze vlakke figuur een grensvlak op de tweede foto ? piramide ................................................. . . . . . . . . . . . . . . grondvlak = veelhoek . . . . . . . . . . . . . . Hoe herken je deze ruimtefiguur? ................................................................... zijvlakken= driehoeken . . . . . . . . . . . . . . ................................................................... prisma Van welke ruimtefiguur is de driehoek een grensvlak op de derde foto ? ................................................................ . . . . . . . . .. . . . . . driehoek Welke vorm hebben grond- en bovenvlak op de derde foto? .................................................................. . . . . . . . . .. . . . . . neen Zijn grond- en bovenvlak steeds driehoeken? .................................................................. . . . . . . . . .. . . . . . Welke vlakke figuur herken je op alle foto’s? Wiskundetaal oCFHSJQQFO Een driehoek wordt bepaald door drie punten die niet op dezelfde rechte liggen. A Δ ABC lees je als driehoek ABC A : de overstaande hoek van [BC] A : de ingesloten hoek van [AB] en [AC] B en C : de aanliggende hoeken van [BC] B C Een piramide is een ruimtefiguur begrensd door een veelhoek met n zijden en n driehoeken. T de tophoek: T het grondvlak: veelhoek ABCDE de hoogte: | TF | E D A F B C Een prisma is een ruimtefiguur die begrensd is door twee evenwijdige veelhoeken en waarvan de opstaande zijvlakken parallellogrammen zijn. grondvlak: veelhoek ABCDE bovenvlak: veelhoek FGHIJ I H G F D E C B b J A *OEFMJOHWBOESJFIPFLFO t Vul onderstaande tabel aan. aantal even lange zijden aantal scherpe hoeken aantal stompe hoeken aantal rechte hoeken ̚þĄþ ̚þĄþ ̚þĄþ ̚þĄþ 0 2 0 1 3 3 0 0 2 2 1 0 2 2 0 1 Driehoeken kun je op twee manieren indelen: volgens de zijden en volgens de hoeken. Elke driehoek krijgt dus een dubbele naam. Volgend schema kan je daarbij helpen. Is er een rechte hoek? ja Zijn er twee even lange zijden? ja nee nee rechthoekige gelijkbenige driehoek rechthoekige ongelijkbenige driehoek Is er een stompe hoek? zijn er twee even lange zijden? ja ja stomphoekige gelijkbenige driehoek nee stomphoekige ongelijkbenige driehoek nee Zijn er twee even lange zijden? ja Zijn er drie even lange zijden? nee scherphoekige ongelijkbenige driehoek t ja scherphoekige gelijkzijdige driehoek nee scherphoekige gelijkbenige driehoek Welke twee benamingen kun je geven aan de driehoeken op de foto’s uit vorige tabel? Zeg ook waarom. ̚þĄþ volgens de zijden verklaring volgens de hoeken verklaring ̚þĄþ ̚þĄþ ̚þĄþ ongelijkbenige gelijkzijdige gelijkbenige gelijkbenige Δ Δ Δ Δ alle zijden minstens 2 minstens 2 alle zijden hebben een zijden zijn zijden zijn hebben verschillende even lang dezelfde lengte even lang lengte rechthoekige scherphoekige stomphoekige rechthoekige Δ Δ Δ Δ er is een rechte alle hoeken zijn scherp hoek er is een rechte er is een hoek stompe hoek Driehoeken in de ruimte (vervolg) M18 Wiskundetaal oEFmOJUJFT DEFINITIE Een HFMJKLCFOJHFESJFIPFL is een driehoek met minstens twee even lange zijden. A Een HFMJKL[JKEJHFESJFIPFL is een driehoek met drie even lange zijden. B D C Een POHFMJKLCFOJHFESJFIPFL is een driehoek waarvan de drie zijden een verschillende lengte hebben. H D C E J F I E ΔABC is gelijkbenig ΔDEF is gelijkzijdig ΔHIJ is ongelijkbenig Wiskundetaal oEFmOJUJFT DEFINITIE Een TDIFSQIPFLJHFESJFIPFL is een driehoek met drie scherpe hoeken. K P N O L Een SFDIUIPFLJHFESJFIPFL is een driehoek met een rechte hoek. P M Een TUPNQIPFLJHFESJFIPFLis een driehoek met een stompe hoek. R Q ΔKLM is scherphoekig S ΔNOP is rechthoekig ΔQRS is stomphoekig Wiskundetaal oCFHSJQQFO HFMJKLCFOJHFESJFIPFL SFDIUIPFLJHFESJFIPFL B A: rechte hoek [DF ]basis [ BC ]: schuine zijde of hypotenusa [ AB ] en [ AC ]: rechthoekszijden E [ DE ]en [EF ]benen of opstaande zijden A C E: tophoek D en F: basishoeken D F Oefeningen WEER? 738 WEER? 739 MEER? 740 1 2 B 7VMBBO a De overstaande hoek van [ AB ] is . . . . . . . . . . . C ............... . b De aanliggende hoeken van [ CB ] zijn . . . . . B . . . . . .en . . . . . . . .C ....... . c C is de ingesloten hoek van zijde . . . . . . . .[AC] . . . . . . . . . . . . . . . . . . en . . . . . . . .[BC] .................. . d A is de overstaande hoek van . . . . . . . .[BC] .................. . A 7BOESJFIPFL"#$JTEFHSPPUUFWBOEFIPFLFOHFHFWFO(FFGEFQBTTFOEFOBBNWPMHFOTEFIPFLFO |"| | B | |$| naam 40° 45° 95° stomphoekige driehoek 68° 62° 50° scherphoekige driehoek 26° 90° 64° rechthoekige driehoek 120° 17° 43° stomphoekige driehoek C 3 þýöôûøùúñôýøöô driehoek öôûøùúñôýøöô driehoek 11 1 öôûøùúĊøùóøöô driehoek ăò÷ôĂÿ÷þôúøöô driehoek X 22 2 X 33 3 X 5 5 Ăôò÷Ą÷þôúøöô driehoek ăĄþüÿ÷þôúøöô driehoek X X X X X X ;JKOEFVJUTQSBLFOKVJTUPGGPVU 5FLFOFFOUFHFOWPPSCFFMEBMTEFVJUTQSBBLGPVUJT ùąøăĄõþąĄ a b c d Een rechthoekige driehoek is nooit gelijkbenig. Een rechthoekige driehoek kan twee rechte hoeken hebben. Een gelijkzijdige driehoek is altijd scherphoekig. Een driehoek met een scherpe hoek is een scherphoekige driehoek. MEER? 742 X 44 4 WEER? 741 .FFUEF[JKEFOFOEFIPFLFO;FUFFOLSVJTKFJOEFQBTTFOEFLPMPNNFO tegenvoorbeeld fout fout juist fout Wat moet je kunnen? τ de verschillende soorten driehoeken herkennen τ de definities van de verschillende soorten driehoeken correct formuleren Als er twee hoeken van 90° zijn, kun je de driehoek niet dichtmaken. WEER? 743 744 MEER? 745 746