1 Nr. Regelingsakte einde samenwoning # 20# Heden

advertisement
Nr.
Regelingsakte einde samenwoning
# 20#
Heden, # tweeduizend #, zijn voor mij, #Dirk MICHIELS
#Lieve
STROEYKENS
#Kathleen
PELGRIMS,
notaris
te
Aarschot, verschenen:
1.
#De
Heer
#
#,
#,
geboren
te
#
op
#
negentienhonderd
#,
rijksregister
nummer
#
#-#,
ongehuwd, en
2.
#Mevrouw
#
#,
#,
geboren
te
#
op
#
negentienhonderd
#,
rijksregister
nummer
#
#-#,
ongehuwd,
#wettelijk samenwonende te #, #.
Die mij verklaard hebben dat zij willen overgaan tot
de beëindiging van hun samenwoning, en dat zij, met het
oog daarop, hun wederzijdse rechten hebben geregeld als
volgt:
I. VOORAFGAANDE VERKLARINGEN.
#De Heer # en #Mevrouw # hebben mij uiteengezet wat
volgt:
A. Dat zij #wettelijk samenwonen te #, #, #ingevolge
hun verklaring daartoe voor de Ambtenaar van de
Burgerlijke Stand van de #Stad Aarschot op # tweeduizend
en #.
B. #Dat zij volgende minderjarige, ongehuwde en niet
ontvoogde kinderen hebben waarvan zij beiden de ouders
zijn en waaromtrent zij een overeenkomst wensen aan te
gaan:
1. # #, geboren te # op #,
2. # #, geboren te # op #,
beiden wonende bij hun #ouders op #hun voormeld
adres.
Zij verklaren dat zij geen andere kinderen hebben
waarvan de afstamming enkel tegenover één van hen is
vastgesteld, noch kinderen die zij gezamenlijk opvoeden.
II. REGELING WEDERZIJDSE RECHTEN.
#De Heer # en #Mevrouw # hebben mij verklaard omtrent
hun wederzijdse rechten volgende regeling te sluiten bij
wijze van vergelijk:
A. LICHAMELIJKE ROERENDE GOEDEREN.
1. Kleding en persoonlijke voorwerpen.
Iedere partij blijft in het bezit van zijn kleding
en persoonlijke voorwerpen.
2. Lichamelijke roerende goederen.
#De lichamelijke roerende goederen zich bevindende
1
te #, # worden toebedeeld aan #, met uitzondering van #
die worden toebedeeld aan #.
De personenwagen, merk #, bouwjaar tweeduizend en
#, met nummerplaat #blijft toebehoren #wordt toebedeeld
aan #.
Partijen bevestigen volledig op de hoogte te zijn
van hetgeen ieder van hen in zijn of haar bezit heeft en
verklaren daaromtrent geen inventaris te hebben gewenst,
en verzaken aan enig verhaal tegen de andere indien zou
blijken dat de door de andere partij gegeven informatie
onvolledig zou zijn geweest.
De toebedeling gaat in vanaf heden, zodat iedere
partij ook vanaf heden de mogelijkheid heeft ze in zijn
of haar bezit te nemen en ze te verplaatsen.
B. ONLICHAMELIJKE ROERENDE GOEDEREN.
1. Financiële rekeningen.
De financiële rekeningen blijven toebehoren of
worden toebedeeld aan degene op wiens naam ze staan en
de liggende gelden aan degene in wiens bezit ze zich
bevinden.
Partijen verklaren dat alle gemeenschappelijke
bankrekeningen reeds zijn verdeeld.
2. Schuldsaldoverzekeringen.
Voor wat betreft de schuldsaldoverzekeringen bij #,
afgesloten door partijen bij het aangaan van nagemelde
akte van kredietopening, zijn partijen het volgende
overeengekomen:
a. De rechten die krachtens deze polissen en
overeenkomstig de wet exclusief aan de verzekeringsnemer
toekomen, zullen toebehoren aan #Mevrouw #, met name het
recht op afkoop, reductie, voorschot en inpandgeving.
b. De verzekeringsprestaties die opeisbaar worden,
zullen zoals met de leningsmaatschappij overeengekomen
uitsluitend dienen tot de gehele aflossing van het bij
overlijden of bij eindtermijn van de leningsovereenkomst
verschuldigde bedrag; voor het saldo komen partijen
overeen dat dit aan de verzekeringsnemer of zijn
erfgenamen zal worden uitbetaald.
De polis afgesloten op naam van #de Heer # zal
worden overgedragen op naam van #Mevrouw #, op haar
kosten. Zij zal de verzekeraar van de nieuwe aanwijzing
op de hoogte brengen.
c. #De Heer # verklaart af te zien van zijn
aanwijzing als begunstigde van het overschot, zodat de
verzekeringsnemer van heden af inderdaad vrij is een
andere begunstigde aan te wijzen. Hij bevestigt dat de
premies die tot heden voor deze verzekering werden
2
betaald geen recht op vergoeding verlenen.
d. De nog verschuldigde premies zullen verder
worden afbetaald door #Mevrouw #.
C. SCHULDEN.
1. Hypothecaire schuld.
Volgende
schuld
wordt
voortaan
geheel
en
uitsluitend gedragen door #Mevrouw #:
- jegens de naamloze vennootschap "# BANK",
ingevolge een akte van kredietopening, verleden voor
notaris # te # op # , met hypothecaire inschrijving op
nagemeld onroerend goed, beschreven sub D.1., voor een
hoofdsom van # euro (€ #).
Zij staat in voor de verdere aflossing ervan in
kapitaal, intresten en aanhorigheden.
De # BANK heeft #de heer # ontlast van zijn
verplichtingen dienaangaande bij schrijven van #.
2. Persoonlijke schuld.
Volgende
schuld
wordt
voortaan
geheel
en
uitsluitend gedragen door #Mevrouw #:
- jegens de naamloze vennootschap "#", ingevolge
persoonlijke lening op afbetaling, daterend van #
tweeduizend en #, tot financiering van de personenwagen
vermeld onder rubriek A.2., voor een totaal terug te
betalen
bedrag
van
#,
terugbetaalbaar
door
#
maandelijkse aflossingen van # euro en # cent, met
eerste aflossing op # tweeduizend en #.
#Zij staat in voor de verdere aflossing ervan in
kapitaal, intresten en aanhorigheden.
3. Andere schulden.
De partijen verklaren geen andere schulden te
hebben, noch in beider naam, noch in persoonlijke naam.
4. Inkomstenbelastingen.
Alle belastingen en navorderingen met betrekking
tot het inkomen verworven in het jaar tweeduizend en
#dertien en voordien, zullen door beide partijen
gedragen en voldaan worden ieder voor de helft.
Voor
alle
belastingen
en
navorderingen
met
betrekking tot het inkomen verworven door ieder van de
partijen vanaf één januari tweeduizend #veertien zullen
zij aan het bevoegde controlekantoor der belastingen een
uitsplitsing vragen om het evenredig deel te kennen van
die belastingen dat betrekking heeft op de inkomsten van
elk der partijen. Elke partij zal, zonder dat deze
regeling evenwel aan de belastingen tegenwerpelijk is,
het aldus berekende gedeelte van de belasting dragen en
betalen.
Teruggaven van belastingen zullen aan de beide
3
partijen
toekomen
in
dezelfde
verhouding
als
de
verplichting tot betalen hierboven bedongen.
5. Geen uitwerking tegenover derden.
Ieder van de partijen verklaart te weten dat de
regeling van de schulden enkel tussen hen geldt en aan
de schuldeisers tegenover wie beide partijen zich hebben
verbonden, niet kan worden tegengeworpen, doch slechts
ieder van hen verhaal tegen de ander verleent voor het
geval hij of zij tot betaling zou worden aangesproken
van een schuld die door deze overeenkomst ten laste van
de andere is gelegd.
D. ONROEREND GOED.
Volgend onroerend goed, dat #persoonlijk toebehoort
aan de Heer/#Mevrouw #, blijft zijn/#haar persoonlijke
eigendom:
Stad # - Afdeling #.
Een WOONHUIS met aanhorigheden op en met grond,
gelegen aan de #, gekadastreerd volgens titel wijk #
nummer # voor een oppervlakte van # aren # centiaren, en
volgens recent kadastraal uittreksel wijk # nummer # met
eenzelfde oppervlakte.
Eigendomsbewijs.
De partijen verklaren dat voorschreven onroerend
goed
#ten
persoonlijken
titel
toebehoort
aan
de
Heer/#Mevrouw # als volgt:
- de grond om hem te hebben aangekocht van #
ingevolge akte verleden voor notaris # te #Aarschot op #
#tweeduizend,
overgeschreven
op
het
tweede
hypotheekkantoor te Leuven op # daarna onder formaliteit
nummer #;
- #de gebouwen, ingevolge het recht van natrekking.
Vergoeding.
#Aangezien beide partijen voormelde kredieten bij
de # BANK tot op heden samen hebben afgelost wordt
overeengekomen dat de Heer/#Mevrouw # een vergoeding
verschuldigd is aan Mevrouw/#de Heer # ten belope van de
helft van de reeds betaalde aflossingen (zowel in
kapitaal als interesten). Deze vergoeding bedraagt
#
euro # cent (€ #,#), welke som de Heer/#Mevrouw # erkent
ontvangen te hebben als volgt van Mevrouw/#de Heer # op
heden, bij middel van
WAARVAN KWIJTING, dubbel gebruik uitmakende met alle andere kwijtingen welke voor hetzelfde voorwerp zouden afgeleverd geweest zijn, onder voorbehoud van inning
voor bedragen betaald per cheque.
III. REGELING VOOR DE KINDEREN - ONDERHOUDSGELDEN.
A. KINDEREN.
4
1. Ouderlijk gezag.
Het gezag over de persoon en het beheer van de goederen van de kinderen komt, overeenkomstig artikelen 374
en 376 van het Burgerlijk Wetboek.
Zoals bepaald in artikel 374 van het Burgerlijk
Wetboek wordt elke ouder geacht te handelen met instemming van de andere ouder, onverminderd het wettelijk
verhaalsrecht van de andere ouder bij de bevoegde rechtbank.
De ouders wensen beiden bij de opvoeding van de
kinderen betrokken te blijven en komen overeen de belangrijke beslissingen in verband met de opvoeding, gezondheid, opleiding, ontspanning, levensbeschouwelijke
keuzes, schoolkeuze, reizen naar het buitenland, ...
(niet limitatief) gezamenlijk en na onderling overleg te
nemen, evenwel met uitzondering van:
a) De beslissingen die in verband staan met het dagelijks verblijf van de kinderen bij één van de ouders:
tijdens de periodes waarin de kinderen bij één ouder
verblijven, oefent die ouder alleen alle bevoegdheden
uit met betrekking tot de dagdagelijkse opvoeding van en
de zorgen om de kinderen;
b) Deze in geval van hoogdringendheid: er wordt beslist door die ouder bij wie de kinderen op dat ogenblik
verblijven (bijvoorbeeld ongeval, trauma, ...), met dien
verstande dat die ouder zodra mogelijk de andere ouder
verwittigt;
c) De vakantiebestemmingen voor wat betreft de reizen gedaan samen met die ouder bij wie de kinderen op
dat ogenblik verblijven. De andere ouder wordt tijdig
verwittigd van die bestemming en wordt in het bezit gesteld van de wijze waarop de kinderen kunnen bereikt
worden;
d) Alle occasionele vrijetijdsactiviteiten (dit wil
zeggen de vrijetijdsactiviteiten zonder vaste regelmaat).
Indien de ouders door meningsverschillen niet tot
een gezamenlijke beslissing kunnen komen zullen zij bij
voorbaat beroep doen op een deskundige derde, zoals een
ouderschapsbemiddelaar, om alzo te trachten de onenigheid uit te klaren.
Derden, zoals de school en de huisarts, worden op
de hoogte gebracht van wat voorafgaat. Iedere ouder zal
de contacten met de andere ouder en met derden, zoals de
school en de huisarts, stimuleren. Alle informatie in
verband met de studies en de gezondheidstoestand van de
kinderen moet door beide ouders kunnen verkregen worden.
5
Zo kan bijvoorbeeld elke ouder vragen alle schoolrapporten en -berichten rechtstreeks te ontvangen van de
school.
2. De verblijfsregeling.
De verblijfsregeling met betrekking tot de kinderen
wordt geregeld als volgt:
De kinderen zullen op het adres van de vader/#moeder ingeschreven worden in het bevolkingsregister en bij hem/#haar verblijven, behoudens hetgeen hierna vermeld.
De kinderen zullen volgende periodes bij de vader/#moeder doorbrengen:
#
3. Bijdrage in het levensonderhoud, de opvoeding en
de passende opleiding.
De vader/#moeder neemt de kosten op zich van levensonderhoud, opvoeding en passende opleiding van de
kinderen (met uitzondering van degene die worden veroorzaakt tijdens het verblijf van het/#de kind/#kinderen
bij of met de vader/#moeder, die voor elk van deze periodes zelf voor deze uitgaven instaat) en de vader/#moeder verbindt zich ertoe aan de vader/#moeder,
per kind per maand een bedrag te betalen van #honderd
euro (€ 100,00).
Het bedrag van deze bijdrage wordt gebracht op
#honderdvijftig euro (€ 150,00) zodra het kind in kwestie de leeftijd van twaalf jaar heeft bereikt en op
#tweehonderd euro (€ 200,00) zodra het kind in kwestie
de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt.
Deze uitkering is verschuldigd tot de opleiding van
de kinderen voltooid is of tot ze in hun levensonderhoud
kunnen voorzien, hetzij doordat ze over een inkomen
beschikken
of
aanspraak
kunnen
maken
op
een
vervangingsinkomen, hetzij doordat ze in het huwelijk
treden of samenwonen en het gezin over een inkomen
beschikt.
De Heer # zal daarenboven aan Mevrouw # terugbetalen de helft van de buitengewone uitgaven voor de kinderen kind zoals schoolreizen, geneeskundige en tandheelkundige verzorging, sportkampen, reizen naar het
buitenland, studieverblijven en dergelijke meer, voor
zover deze uitgaven redelijkerwijze verantwoord zijn #en
mits voorafgaand overleg.
Deze regeling geldt onverminderd de toepassing van
de artikelen 203 en 203 bis van het Burgerlijk Wetboek
dat de ouders verplicht om in te staan voor een passende
opleiding en om in de kosten van levensonderhoud en op6
voeding bij te dragen naar evenredigheid van hun middelen, en dat elk van de ouders het recht geeft om, onverminderd de rechten van het kind, van de andere ouder
diens bijdrage te vorderen in de kosten die voortvloeien
uit artikel 203, paragraaf 1 van het Burgerlijk Wetboek.
Bijgevolg kunnen de beschikkingen betreffende deze bijdrage door de bevoegde rechter worden herzien wanneer
nieuwe omstandigheden buiten de wil van de partijen de
toestand van de kinderen ingrijpend wijzigen.
De betaling geschiedt bij voorbaat en uiterlijk op
de eerste van iedere maand, in handen van de moeder of
door storting op haar bankrekening nummer #, en dit te
rekenen vanaf de eerste van volgende maand.
De betalingsverplichting van hogergemelde bedragen
wordt niet opgeschort, noch verminderd in de periode
waarin de kinderen bij de vader verblijven.
Partijen komen overeen dat de kinderbijslag aan de
moeder wordt uitbetaald.
B. ONDERHOUDSUITKERING DOOR DE ENE PARTIJ AAN DE
ANDERE TE BETALEN.
Tussen de partijen is er geen enkel onderhoudsgeld
verschuldigd. Dit onderhoudsgeld zal niet door de
rechtbank ingevoerd, verhoogd of verminderd kunnen
worden.
C. INDEXERING ONDERHOUDSGELDEN.
#Hogervermelde bijdragen tot onderhoud voor de
kinderen zijn #niet aan indexering onderworpen.
D. KOSTEN.
De kosten, rechten en erelonen in verband met deze
akte zijn ten laste van beide partijen, ieder voor de
helft, met uitzondering evenwel van de erelonen van
advocaat, door iedere partij op zich te nemen.
#E. BEËINDIGING WETTELIJKE SAMENWONING.
Partijen komen overeen dat huidige regeling
uitwerking vindt vanaf heden. Zij zullen samen de
verklaring van wettelijke samenwoning gaan beëindigen,
en bij gebrek aan vrijwillige medewerking hiertoe geven
ze bij deze reeds onherroepelijk volmacht aan elkaar om
deze beëindiging tot stand te brengen, wat zij
wederzijds aanvaarden.
F. UITWERKING.
Mits al wat voorafgaat bevestigen partijen van
mekaar niets meer te vorderen of te eisen te hebben noch
uit hoofde van hun samenleving, noch uit hoofde van
andere vorderingen of aanspraken jegens mekaar.
SLOTBEPALINGEN.
1. De partijen bevestigen dat de instrumenterende
7
notaris hen naar behoren heeft ingelicht over de rechten, verplichtingen en lasten die uit onderhavige akte
voortvloeien en hen op onpartijdige wijze raad heeft
verstrekt. Zij verklaren deze akte met alle eraan verbonden rechten en verplichtingen voor evenwichtig te
houden en uitdrukkelijk te aanvaarden.
2. De instrumenterende notaris bevestigt dat de
identiteit der partijen hem werd aangetoond aan de hand
van de door de wet vereiste stukken.
3. Het recht op geschriften bedraagt zeven euro
vijftig cent(€ 7,50).
WAARVAN AKTE, verleden te Aarschot, op kantoor, op
hogervermelde datum, en na integrale voorlezing en
toelichting, wat alle partijen erkennen, ondertekend
door de partijen en mij, notaris.
8
Download