DOSSIER FERTILITEIT CENTRUM VOOR REPRODUCTIEVE GENEESKUNDE (CRG) WIE? Het team van het Centrum voor Reproductieve Geneeskunde (CRG) telt zo’n 24 medewerkers: gynaecologen, klinisch embryologen, laboranten, verpleegkundigen, een sociaal verpleegkundige, vroedvrouwen, een psycholoog en secretariaatsmedewerkers. VOOR WIE? Het CRG behandelt koppels en alleenstaande vrouwen met vruchtbaarheidsproblemen, via vruchtbaarheidstechnieken en/of sperma- of eiceldonatie. WAT? Behalve het onderzoek naar DNA-breuken in sperma (zie artikel) is de dienst onder meer gespecialiseerd in preïmplantatie genetische diagnostiek (PGD). Dat is een techniek die wordt toegepast bij IVF: de embryo’s ondergaan voor terugplaatsing een genetische screening. 20 Andrologie Slechte zaadkwaliteit: op zoek naar de oorzaak Vruchtbaarheidsproblemen? Dan moet je ook de man als volwaardige patiënt behandelen, vinden ze in het UZAfertiliteitscentrum. Een grondige analyse van de zaadkwaliteit hoort daarbij, onder meer met nieuwe DNA-tests. D at veel vruchtbaarheidsproblemen met een slechte zaadkwaliteit te maken hebben, is al lang geweten. Nieuw is dat er vandaag meer verfijnde technieken bestaan om de kwaliteit van het sperma te onderzoeken. Het Centrum voor Reproductieve Geneeskunde (CRG) biedt die tests sinds enige tijd als enige in België en Nederland aan. ‘Vroeger onderzochten we alleen het aantal zaadcellen en hun vorm en beweeglijkheid’, zegt prof. dr. Usha Punjabi, hoofd van het IVF-­ laboratorium. ‘Maar dat volstaat Prof. dr. Usha Punjabi, hoofd van het IVF-laboratorium Om de juiste oorzaak van verminderde vruchtbaarheid bij de man te achterhalen is er soms flink wat zoekwerk nodig. niet: ook bij schijnbaar perfect gezonde zaadcellen kan het DNA beschadigd zijn, wat zich vertaalt in zogenaamde DNA-breuken. Hoe meer DNA-breuken, hoe minder kans dat de vrouw zwanger raakt en hoe groter het risico op een miskraam. Gelukkig is er vaak ook iets aan te doen: in die zin kunnen de DNA-tests het koppel een stapje dichter brengen bij de vervulling van hun kinderwens.’ Ook bij schijnbaar perfect gezonde zaadcellen kan het DNA beschadigd zijn. DNA-breuken kunnen ontstaan onder invloed van zogenaamde vrije radicalen, stoffen die van nature in ons lichaam voorkomen, maar die ook ontstaan onder invloed van de omgeving. Een teveel aan vrije radicalen tast onze cellen aan. Om dat effect tegen te gaan hebben we antioxidanten nodig. Die worden door ons eigen lichaam aangemaakt, maar halen we ook uit gezonde voeding. Ook een teveel aan antioxidantia kan echter schadelijk zijn en DNA-breuken veroorzaken. Alles draait dus om een goede balans. Man minder vruchtbaar vanaf 45 jaar Bij koppels die spontaan zwanger worden, vormen DNA-breuken niet zozeer een probleem. Door natuurlijke selectie bereiken immers alleen de goeie zaadcellen de eicel. Maar bij In Vitro Fertilisatie (IVF) en Intracytoplasmatische Sperma-Injectie (ICSI) wordt die selectie omzeild. ‘Dat draagt mogelijk bij tot de eerder lage succeskansen bij technieken als IVF en ICSI’, zegt Punjabi. DNA-breuken kunnen veel onderliggende oorzaken hebben. Zo komen ze vaker voor naarmate mannen ouder worden. ‘Onze cijfers bevestigen dat: vanaf de leeftijd van 45 jaar daalt de vruchtbaarheid bij mannen, met ook een groter risico op miskramen bij de partner. Daarnaast zijn er nog tal van andere factoren die kunnen meespelen: spataders op de teelballen, urologische of genitale infecties, contact met giftige stoffen, stoffen in de voeding, diabetes … Soms hangen de DNA-breuken ook samen met stress of een ongezonde levensstijl: ongezond eten, overgewicht, roken, alcohol- of druggebruik …’ Eicel en zaadcel: ­samen sterk? Of een hoog percentage DNA-breuken problemen geeft, hangt ook van de vrouw af. Een jonge eicel kan die mindere zaadkwaliteit als het ware compenseren, maar bij een iets oudere vrouw werkt dat mechanisme helaas minder goed. Vanaf de leeftijd van 38 jaar gaat de kwaliteit van de eicel achteruit. Om de juiste oorzaak van verminderde vruchtbaarheid bij de man te achterhalen is er soms flink wat zoekwerk nodig. Dat is de taak van dr. Evelyne Beckers, die sinds eind 2015 als androloge op het CRG werkt. Zij onderzoekt en behandelt mannelijke patiënten met een slechte zaadkwaliteit, onder wie dus ook mannen met DNA-breuken in de zaadcellen. Naast een lichamelijk onderzoek en een bloedanalyse stelt ze vaak een echo-doppler van de balzak voor, een onderzoek dat de bloedsomloop in de aderen in beeld brengt. ‘We zien vrij regelmatig afwijkingen in het sperma en vaak is het moeilijk om één oorzaak aan te duiden. Komt de man door zijn werk geregeld ➝ in contact met giftige stoffen? Leren van gezonde zaadcellen Het team van prof. dr. Usha Punjabi doet al jaren onderzoek naar DNA-breuken in zaadcellen. Recent kreeg de dienst daarvoor een FWO-beurs, waarmee een extra laborant en arts werden aangeworven. ‘We gaan de komende jaren het sperma van grote groepen mannen zonder vruchtbaarheidsproblemen onderzoeken, zodat we dat kunnen vergelijken met de zaadcellen van minder vruchtbare mannen. Daarnaast willen we nagaan in hoever het percentage DNA-breuken in het sperma voorspelt of een vruchtbaarheidstechniek al dan niet aanslaat: zo zouden we koppels gerichter kunnen helpen.’ 21 DOSSIER FERTILITEIT Ook het invriezen van sperma leidt tot DNA-breuken. We proberen onze laboratoriumtechnieken daarom steeds verder te verfijnen. onze laboratoriumtechnieken zo te verfijnen dat we zo min mogelijk DNA-schade veroorzaken.’ Werk aan de winkel ➝ Vaak kan de man ook zelf dingen doen om zijn spermakwaliteit te verbeteren. Neemt hij misschien zogenaamde voedingssupplementen in het kader van een ­fitnessprogramma? Want ook daarvan weten we dat ze soms de boosdoener zijn’, zegt Beckers. Medicatie tegen verminderde vruchtbaarheid bestaat er nauwelijks. Alleen in geval van een hormonale stoornis kan een hormonale behandeling helpen. Paradoxaal genoeg kan ook de vruchtbaarheidsbehandeling zelf DNA-breuken veroorzaken, doordat de zaadcellen onvermijdelijk worden gemanipuleerd. Ook het invriezen van sperma leidt tot DNA-breuken. Punjabi: ‘We gaan dat na door het aantal DNA-breuken voor en na de behandeling van het staal te controleren. Intussen proberen we INFO 22 Beckers geeft altijd aan wat er mogelijk is om de spermakwaliteit te verbeteren, zoals een ingreep om de spataders te verwijderen of een behandeling van een infectie. Vaak kan de man ook zelf dingen doen om zijn spermakwaliteit te verbeteren, zoals – al dan niet tijdelijk – stoppen met roken, gezonder gaan eten of contact met bepaalde stoffen vermijden. Beckers: ‘Aangezien de cyclus van zaadproductie drie maanden duurt, moet de patiënt die maatregelen wel een aantal maanden volhouden. Bovendien kunnen we nooit met zekerheid zeggen dat ze zullen helpen. Daarom moet het koppel genoeg gemotiveerd zijn. Sommige koppels vinden het niet erg om wat langer te wachten en zijn blij dat ze zo misschien een klassieke behandeling kunnen vermijden. Anderen kiezen liever meteen voor een vruchtbaarheids­ techniek, die meestal een flinke belasting voor de vrouw betekent. Zeker als de biologische klok tikt, zijn koppels niet altijd bereid om Centrum voor Reproductieve Geneeskunde, T 03 821 36 84 een paar ­maanden te wachten.’ In dat laatste geval probeert het laboratorium de goede zaadcellen te selecteren, zodat de kansen bij kunstmatige inseminatie of een andere techniek verbeteren. ‘Dat is in feite het probleem omzeilen, terwijl we veel liever eerst de ­oorzaak proberen aan te pakken’, zegt Punjabi. ‘Het streefdoel moet zijn: een zo goed mogelijke zaadkwaliteit die dan hopelijk uitmondt in een voldragen zwangerschap en een gezond kind.’ Maar ­uiteindelijk primeert de wens van het koppel. Punjabi. ‘Wij kunnen mensen alleen maar inlichten. Als we vaststellen dat een oudere man veel DNA-breuken in zijn sperma heeft, weten we dat dat niet ideaal is. Maar zij beslissen of ze al dan niet voor een zwangerschap willen gaan.’ Ze vindt het positief dat vandaag ook de man een volwaardige patiënt is binnen de ­fertiliteitsgeneeskunde. ‘Vroeger was als het ware het spermastaal de patiënt. Nu krijgt de man in zijn geheel aandacht en wordt er gezocht naar onderliggende o ­ orzaken. Daarom is het ook een grote meerwaarde om een a­ ndrologe in ons team te hebben.’