Huishoudelijk reglement van COOPERATIE ZORGGROEP ‘FYNON’ U.A. (‘de coöperatie’) Artikel 1 - Definities Algemene Ledenvergadering de algemene vergadering van de leden; Leden leden van de coöperatie, zijnde praktijken per AGBpraktijkcode; namens iedere praktijk heeft slechts één persoon het recht om aanwezig te zijn bij bijeenkomsten van de coöperatie; Bestuur het bestuur van de coöperatie; Dagelijks bestuur het dagelijks bestuur wordt gevormd door de voorzitter, secretaris, penningmeester en kwaliteitsfunctionaris; Regionaal bestuur Dit wordt gevormd door de regiovoorzitters; Voltallig bestuur Dit betreft alle bestuursleden; Reglement hiermee wordt dit reglement bedoeld, voor het bestuur en leden van de coöperatie; Statuten de statuten van de coöperatie zoals op enig moment van kracht; Kascommissie natuurlijke personen gekozen door de ledenvergadering die de penningmeester controleren. Artikel 2 - Algemene bepalingen Deze reglementen zijn opgesteld conform het bepaalde in de statuten van de coöperatie. Artikel 3 - Algemeen, taak en geheimhouding Bestuur 3.1 Het Bestuur beoogt door als coöperatie te faciliteren een slagvaardige organisatie te verwezenlijken waar enerzijds de belangen van vertegenwoordigde Leden worden behartigd, anderzijds de Coöperatie in staat wordt gesteld deze belangen te onderkennen en in haar beleid in te passen. 3.2 De leden van het Bestuur verrichten hun werkzaamheden aan de hand van een taak- functieomschrijving. Deze documenten zijn als bijlage bij dit reglement gevoegd. 3.3 Ieder lid van het bestuur zal zowel gedurende de periode dat hij of zij lid is van het bestuur volstrekte geheimhouding betrachten over alle vertrouwelijke (financiële) informatie waarover het betreffende bestuurslid in het kader van de uitoefening van zijn of haar functie zal beschikken, zijnde de informatie die door de Leden als vertrouwelijk is aangemerkt danwel die informatie waarvan het bestuurslid redelijkerwijze dient te begrijpen dat deze vertrouwelijk is en op generlei wijze gebruik maken van deze vertrouwelijke informatie, direct of indirect, ten behoeve van de eigen onderneming. Artikel 4 – Vertegenwoordiging en identificatie voor leden tijdens de Algemene Leden Vergadering. 4.1 Alvorens een lid toegang krijgt tot een vergadering dient een lid zich desgevraagd te identificeren. 4.2 Het is mogelijk dat de vertegenwoordiger van een lid een schriftelijke volmacht afgeeft voor het bijwonen van een vergadering en het stemmen. Een dergelijk lid kan zich door een natuurlijk persoon, tevens werkzaam in zijn praktijk laten vertegenwoordigen of door een ander lid of zijn vertegenwoordiger. 4.3 Een lid kan maximaal 1 ander lid vertegenwoordigen. Artikel 5 - Moties 5.1 Leden kunnen tijdens de Algemene Leden Vergadering moties indienen. Een motie is het vragen van een uitspraak van de Algemene Vergadering en kan geen betrekking hebben op de inhoud van de geagendeerde voorstellen 5.2 Een motie moet kort, duidelijk geformuleerd, op schrift worden ingediend en door de opsteller worden ondertekend. 5.3 Een motie dient te zijn voorzien van de handtekeningen van tenminste 10% van de stemgerechtigde en aanwezige leden. 5.4 Door de voorzitter wordt bepaald op welk moment in de Algemene Leden Vergadering moties worden besproken. 5.5 De tekst van de motie wordt door de indiener voorgelezen. 5.6 Een motie kan pas in stemming worden gebracht indien tenminste 10% van de stemgerechtigde leden ter vergadering aanwezig zijn. 5.7 Bij een besluit van de Algemene Leden Vergadering om een motie in stemming te brengen, kan de vergadering door het Bestuur worden geschorst voor beraad en het formuleren van een preadvies. 5.8 Na het hervatten van de vergadering en het bekendmaken van het preadvies, vraagt de voorzitter aan de opsteller of de motie ingediend blijft. Is dit het geval dan wordt de motie in stemming gebracht. 5.9 Over moties kan niet bij volmacht worden gestemd. Artikel 6 - Waarneming bestuurslid bij tussentijds aftreden Indien een lid van het Bestuur tussentijds aftreedt worden diens taken waargenomen door de overgebleven bestuursleden, zoals vastgelegd in de taak- functieomschrijvingen van de bestuursleden genoemd in artikel 3 lid 3.2 van dit reglement. Artikel 7 - Besluitvorming binnen het bestuur. 7.1 Het Bestuur neemt besluiten met gewone meerderheid van stemmen. 7.2 Bij staken van de stemmen zal de stem van het dagelijks bestuur beslissend zijn. 7.3 Over zaken wordt mondeling gestemd, over personen wordt schriftelijk gestemd indien één van de leden van het Bestuur een hoofdelijke schriftelijke stemming verlangt. 7.4 Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes. Artikel 8 - Kandidaatstelling en verkiezing van bestuursleden Als bij een verkiezing voor een bestuurslid slechts één kandidaat is voorgedragen door het Bestuur, dan wordt dit kandidaat-bestuurslid in de Algemene Leden Vergadering benoemd, tenzij één van de leden een hoofdelijke schriftelijke stemming verlangt. Artikel 9 - Bestuurswisseling 9.1 Het bestuur stelt een rooster van aftreden op, alle bestuursleden treden af per drie jaar en kunnen worden herkozen voor maximaal twee periodes. 9.2 Om de aanwezige kennis en kwaliteit te borgen worden de volgende periodes van aftreden gehanteerd: a. Na twee jaar; penningmeester en één regiovoorzitter b. Na drie jaar ; secretaris en tweede regiovoorzitter c. In het vierde jaar; voorzitter, kwaliteitcoördinator en één regiovoorzitter Artikel 10 – Werkgroepen en commissies 10.1 Het Bestuur van de Coöperatie kan besluiten om binnen de Coöperatie en/of binnen het Bestuur een onderverdeling te maken in kleinere organisatorische eenheden met als naam werkgroep, commissie of een andere dergelijke naam (verder hier te noemen werkgroep). 10.2 Het besluit tot instelling van een werkgroep dient ten minste te bevatten de naam van de werkgroep, een duidelijke doelomschrijving, de taken, een begroting van de kosten van de werkzaamheden van de werkgroep en of het een tijdelijke of een vaste werkgroep betreft. Bij een tijdelijke werkgroep wordt door het Bestuur de tijdsduur vastgesteld. 10.3 Indien de leden van de werkgroep zitting hebben in vertegenwoordigende organen wordt hun mandaat bij hun benoeming door het Bestuur vastgelegd. 10.4 De leden van een werkgroep verdelen zelf onderling de taken tenzij het Bestuur hierin heeft voorzien. 10.5 Werkgroepen kunnen zich laten bijstaan door externe adviseurs. Voor het aanstellen van een adviseur is de goedkeuring van het Bestuur vereist. Het bestuur kan financiële beperkingen stellen aan het inschakelen van externe adviseurs. 10.6 De kosten van een werkgroep dienen in de begroting van de Coöperatie te zijn opgenomen. 10.7 Werkgroepen brengen geregeld, maar tenminste eenmaal per jaar, schriftelijk verslag uit over hun activiteiten aan het Bestuur. 10.8 Het Bestuur legt tenminste een maal per jaar verantwoording af aan de Algemene Leden Vergadering over de door haar ingestelde werkgroepen. Artikel 11 - Kascommissie De kascommissie kan zich laten bijstaan door een externe deskundige indien en voor zover het onderzoek bijzondere boekhoudkundige kennis vereist. Artikel 12 – Contributies en lidmaatschap 12.1 De leden van de coöperatie betalen de volgende contributies: 1. entreegeld, 2. basiscontributie, 3. aan zorgproduct gerelateerde contributie. 12.2 De Algemene Leden Vergadering stelt op voorstel van het Bestuur de hoogte vast van de entreegelden, de basis contributie en de contributie voor het afnemen van een zorgproduct. 12.3 De leden van de coöperatie kunnen het zorggerelateerde lidmaatschap opzeggen met inachtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden. Opzegging van het lidmaatschap door het lid kan slechts geschieden tegen het einde van een boekjaar van de coöperatie. Zij dient schriftelijk en aangetekend te geschieden. Indien een opzegging niet tijdig heeft plaatsgevonden, loopt het door tot het einde van het eerstvolgende boekjaar Artikel 13 - Vergoedingen 13.1 Leden van het Bestuur ontvangen voor hun werkzaamheden ten dienste van de coöperatie een vergoeding. 13.2 Leden van het Bestuur ontvangen ter compensatie van de reiskosten een vergoeding. 13.3 Het Bestuur is gerechtigd in bepaalde gevallen activiteiten van bestuursleden, werkgroepleden, leden van afvaardigingen en delegaties op enigerlei wijze te vergoeden. Artikel 14 - Overige Financiën 14.1 De uitgaven van de coöperatie dienen te passen binnen de goedgekeurde begroting. 14.2 Bij investeringen of het aangaan van diensten dient vooraf bekend te zijn om welke kosten het gaat. Een gespecificeerde omschrijving en/of offerte ligt hieraan ten grondslag. Het Bestuur neemt hierover een besluit. Aangepaste versie april 2011