Onderzoek: Titel Engels: Titel Nederlands: 98 Genomics to improve diagnostics and care of retinobalstoma patients DNA onderzoek om de diagnostisering en behandeling van retinoblastoom te verbeteren Centrum: VU medisch centrum Amsterdam Startjaar: 2011 Looptijd: 3 jaar Totale kosten/bijdrage KiKa: € 558.405 Introductie Retinoblastoom is de meest voorkomende kwaadaardige oogtumor bij kinderen en manifesteert zich meestal op de leeftijd van 0 tot 4 jaar. Rb kan zowel erfelijk (40%), als niet erfelijk (60%) zijn. Hoewel de overlevingskansen bij deze oogtumor zeer hoog zijn (>90%), krijgen veel kinderen te maken met ernstige bijwerkingen of late effecten. Deze zijn deels therapie gerelateerd. Een aanzienlijk aantal patiënten met de erfelijke vorm van deze oogtumor krijgt op latere leeftijd levensbedreigende tweede primaire tumoren, die mogelijk ook door de therapie zijn ontstaan. Het ontwikkelen van effectievere en meer tumor-specifieke therapieën met minder bijwerkingen is dus zeer relevant. Om therapieën specifiek tegen retinoblastoom te kunnen ontwikkelen, is kennis van het proces dat leidt tot het ontstaan van deze oogtumor noodzakelijk. Daar moet nog veel onderzoek naar gedaan worden. Het is bijvoorbeeld nog onbekend in hoeverre de erfelijke en niet erfelijke tumoren van elkaar verschillen en of dit belangrijke consequenties heeft voor behandelopties. Het doel van dit project is nieuwe genen te vinden die een rol spelen bij het ontstaan van retinoblastoom. Daarnaast wordt er onderzocht in welke eigenschappen erfelijke en niet-erfelijke tumoren van elkaar verschillen. Voor de moleculaire karakterisering zullen we gebruik maken van geavanceerde technieken die genetische veranderingen zeer gedetailleerd in kaart kunnen brengen. Een pilot studie heeft al laten zien dat de gekozen aanpak werkt. Om de kans te vergroten dat de meest belangrijke genen geïdentificeerd zullen worden, vergelijken de onderzoekers de genetische analyses van humane tumoren met die van de muis. Genetische veranderingen die zowel bij de mens als de muis voorkomen, zijn waarschijnlijk essentieel voor het ontstaan van retinoblastoom. Er wordt ook gericht gezocht naar genen die eventueel geschikt zijn als doelwit voor therapie. Deze genen kunnen in vervolgonderzoek in detail bestudeerd worden. Hoewel dit onderzoek zich richt op de verbetering van diagnose, behandeling, follow-up en prognose van retinoblastoom, zijn de resultaten ook van belang voor een groot aantal andere (kinder)tumoren waarbij de functie van het retinoblastoom eiwit is aangedaan. Stichting Kinderen Kankervrij werft fondsen voor onderzoek naar kinderkanker in Nederland Stand van zaken Voor een groot deel van de patiënten met een oogtumor was de diagnose al goed te stellen, namelijk op basis van een fout in het stukje DNA dat codeert voor het RB1 eiwit. Het DNA van patiënten met een fout in het RB1 gen is onderzocht met behulp van de zogenaamde genoom technologie, waarbij naar meer dan 20.000 genen gekeken wordt. Hieruit bleek dat er op basis van het DNA onderscheid gemaakt kan worden tussen deze patiënten. Er is, in samenwerking met een onderzoeksgroep in Toronto (Canada), ook een nieuwe DNA afwijking gevonden. Bij deze groep is er geen fout in het RB1 gen gevonden, maar wel op een andere plaats in het DNA, namelijk in het MYCN gen. Door te testen op een afwijking in het stukje DNA dat voor het MYCN eiwit codeert kan deze bevinding gelijk in de kliniek worden toegepast. Deze studie geeft ook belangrijke handvaten voor behandeling van deze patiënten. De uitdaging is nu om voor patiënten met een oogtumor die geen fout hebben in het RB1 gen, de oorzaak van het ontstaan van deze tumor te vinden. Omdat tumorcellen gewoonlijk heel veel genetische veranderingen bevatten – en dit geldt ook voor oogtumor cellen - is het een uitdaging om de echt belangrijke veranderingen te vinden, namelijk veranderingen die bijdragen aan tumorgroei. Er is aangenomen dat het vergelijken van het DNA van oogtumor cellen van de mens en de muis de echt belangrijke veranderingen zichtbaar zou maken. Om deze reden is dan ook het DNA van muizen met een oogtumor geanalyseerd. De lijst met overeenkomende veranderingen tussen mens en muis was klein en bevatte een gen waarvan al bekend was dat het een belangrijke rol speelt bij het ontstaan van een oogtumor, het CDH11 gen. Dit geeft vertrouwen dat de andere genen van deze lijst ook functioneel belangrijk zijn, en de resultaten zullen dan ook verder uitgewerkt worden. Het uiteindelijk doel is om met de verworven kennis bij te dragen aan een verbeterde diagnostisering en een therapie op maat voor elke individuele patiënt. Stichting Kinderen Kankervrij werft fondsen voor onderzoek naar kinderkanker in Nederland