Welke factoren ondersteunen of belemmeren de hersenontwikkeling in neonaten? De volgende presentatie is gegeven tijdens de bijeenkomst van de adviesraad van Dräger in 2015. De auteur van de presentatie heeft ons gelukkig toestemming gegeven om deze informatie met u te delen. Deze video van de presentatie dient uitsluitend ter informatie en heeft geen enkele commerciële achtergrond. Dräger heeft geen enkele invloed gehad op de inhoud van de presentatie en heeft hierin geen enkel belang dat verder reikt dan deze informatievoorziening. Dräger heeft geen redactionele wijzigingen aangebracht. De verantwoordelijkheid voor de inhoud van de video berust uitsluitend bij de auteur. De hierin verwoorde opvattingen en verstrekte informatie houden geen enkel verband met Dräger en zijn op geen enkele wijze gecensureerd of gewijzigd. Dr. Hilary Whyte The Hospital for Sick Children Toronto, Ontario Wereldwijd worden er jaarlijks naar schatting 13 miljoen baby’s prematuur geboren. NICU-infecties, intraventriculaire bloeding, periventriculaire leukomalacie, chronische longziekte, necrotiserende enterocolitis en premature retinopathie zijn stuk voor stuk erkende langetermijngevolgen van premature geboorte. Screening op dergelijke vroege morbiditeiten met kwaliteitsverbeteringsinitiatieven om hun optreden te voorkomen, vormen de focus op vrijwel elke NICU. Omdat hersenverlamming, slechtziendheid, gehoorverlies, hydrocefalus en cognitieve stoornissen vroege restletsels van deze morbiditeiten zijn. En al 12 tot 18 maanden na de geboorte waarneembaar kunnen zijn. Een gestoorde groei en chronische medische gevolgen, zoals voedingsproblemen, van maag-darmstoornissen en chronische ademhalingsproblemen kunnen ook in frequente ziekenhuisbezoeken resulteren. Op latere leeftijd worden leerstoornissen en gedragsproblemen gedetecteerd, waarschijnlijk ten gevolge van verbindingsproblemen in de hersenen. Beschadiging van de witte hersenstof ten gevolge van ischemie, systemische infecties of meningitis, kan het verloop van de hersenontwikkeling beïnvloeden. Deze en andere soorten ontstekingen, zoals corioamnionitis (een ontsteking van de membranen) of necrotiserende enterocolitis (een ontsteking in de darmen), resulteren in destructieve processen die neuronen, axonen en gliacellen vernietigen, wat tot micro- en zelfs macrocysten in de hersenen leidt. Tot de lichtere trauma’s behoren een verstoorde rijping van de gliale stamcellen en neuronen, wat in een meer diffuse beschadiging van de witte hersenstof resulteert. En hoewel sommige cellen niet afsterven, ontwikkelen ze geen normale structuur van dendrieten en dendritische spines. Hersenletsel lijkt met andere woorden te bestaan uit primaire cerebrale onderontwikkeling, die wellicht vatbaar kan zijn voor strategieën die de hersenontwikkeling stimuleren en daardoor de neurologische uitkomst voor onze premature baby’s kunnen verbeteren. De maximale ontwikkeling van de hersenen vindt plaats tussen de 29ste en 41ste zwangerschapsweek De maximale ontwikkeling van de hersenen vindt plaats tussen de 29ste en 41ste zwangerschapsweek, een periode waarin deze baby’s zich vaak op de NICU bevinden. Harde geluiden, fel licht en slecht geplande zorgactiviteiten zijn stuk voor stuk zaken waarvan bekend is dat zij een negatief effect op de hersenontwikkeling hebben. Zelfs sommige geneesmiddelen kunnen de hersenontwikkeling beïnvloeden en letsel veroorzaken, waaronder steroïden of aminoglycosiden zoals gentamicine, een vorm van antibioticatherapie. Of bijvoorbeeld behandeling met diuretica. Daarnaast worden ook diverse pijnlijke en stressvolle prikkels gekoppeld aan rijping van de grijze en witte stof en belemmering van de hersenfunctie. Stress en angst van de ouders zijn ook zeer belangrijke determinanten van de uitkomst, vooral wanneer die het creëren van een band met de ouders in de weg staan. Stress verminderen en neurologische ontwikkeling stimuleren in premature baby’s Het doel van ontwikkelingsgerichte zorg is het verminderen van de stress en stimuleren van de neurologische ontwikkeling in deze premature baby’s. Hiervoor moeten de NICU-omgeving en de zorgpraktijk worden aangepast. Aandacht voor geluid, licht en de positie van pasgeborenen kan de stress bij de baby verlagen. Dit gebeurt door optimale hanterings- en positioneringsmaatregelen, een vermindering van schadelijke omgevingsprikkels zoals licht en geluid, en meer Q-gebaseerde zorg, waarbij zorg wordt geboden aan de baby wanneer de baby er klaar voor is om deze te ontvangen. Dit vraagt ook om veel opleiding en aandacht voor de gezinsbehoeften in dezelfde omgeving. Hier ziet u voorbeelden van een NICU waarop ontwikkelingsgerichte zorg in de praktijk wordt gebracht. Of de baby zich nu in de bovenbedverwarmer links op de dia bevindt of in de afgesloten Isolette rechts, er is veel aandacht besteed aan dergelijke schadelijke prikkels en het zorgen voor een veilige omgeving voor de baby’s die hun stress vermindert. Op dezelfde afdeling ziet u weinig personeel. Rechts op de dia ziet u zelfs dat de verpleegkundigen die deze baby’s verzorgen vooral aandacht hebben voor de monitoren die hen voorzien van fysiologische gegevens, zodat zij de baby’s zorgvuldig in de gaten kunnen houden zonder voortdurend de slaap van de baby’s te hoeven verstoren. Een ander voorbeeld van dezelfde NICU, met duidelijk zichtbaar de geïsoleerde afdekking om de hoeveelheid schadelijke prikkels te verminderen. En hier een voorbeeld van de geluidsmeters die worden gebruikt om te verzekeren dat het personeel visueel wordt gewaarschuwd wanneer het geluidsniveau een te hoog aantal decibels bereikt. Evaluatie van baby’s, positionering en betrokkenheid van de ouders Implementatie van ontwikkelingsgerichte zorg vereist een voortdurende evaluatie van de baby, positionering, en betrokkenheid van de ouders bij de interventies, wat hen helpt om gedragssignalen van de baby te herkennen. Signaalgebaseerde en geclusterde zorg vraagt om rustpauzen en aanpassingen in de zorg, afgestemd op de baby of diens tolerantie. Zorgclustering om hantering tot een minimum te beperken en de diepe slaap te beschermen. Er wordt zeer veel aandacht besteed aan stressvolle en pijnlijke procedures, om deze tot een minimum te beperken of de juiste pijnverlichtingsmaatregelen te bieden. Daartoe behoren niet-voedend zuigen, het beperken van de armen en benen van de baby door inwikkelen, het vastpakken van de vinger van de moeder (bij voorkeur) of de andere ouder, en het geven van sucrose aan baby’s tijdens het ondergaan van pijnlijke procedures. De personeelsbezetting dient ook te worden aangepast, om de continuïteit in de zorg te verbeteren. Zorg ervoor dat de baby in een semi-gewikkelde positie wordt gehouden, en beperk de hoeveelheid contact zo veel mogelijk. Ik heb schadelijke prikkels al vermeld, en dat doet ons aanbelanden bij het idee van de kangoeroezorg. Dit verbetert de gedragsorganisatie duidelijk en vermindert de zuurstofbehoefte. Apneu en bradycardie komen minder vaak voor, de thermoregulatie is beter en de ouderzorg en band met de ouders worden versterkt, evenals het inzicht en de vaardigheden van de ouders, wat de cognitieve en motorische ontwikkeling versterkt. Hier ziet u een voorbeeld van een moeder die geniet van het inwikkelen van haar baby in een typische huid-op-huid- of kangoeroezorgpositie.