MEDITATIE april 2004 Zingen gez 78: 1, 2 en 4: Laat m’n U blijven groeien bloeien Lezen Matth 25 : 14 t/m 18: Beste mensen, onlangs was het paasfeest, paasfeest na de 40 dagen tijd, paasfeest na de stille week, paasfeest, het feest van de opgestane Heer. En de eerste woorden die die opgestane Heer sprak waren: Vrouw, vrouw waarom weent gij. Het gaat mij hier om het woord vrouw. Want ik wil het met u hebben over vrouwen uit de bijbel. En dan ga ik met u terug naar de moeder van Mozes, naar Jochebed, en dan niet alleen naar haar, maar ook naar haar dochter Mirjam en bovenal naar de vroedvrouwen uit die tijd, naar Sifra en Pua en naar de dochter van de farao (ex 1: 15). Ds Nico ter Linden schrijft in z’n boek “Het verhaal gaat”: De vijf moeders van Mozes. En als Jochebed niet de moeder was geweest die ze wel was, dan zou Mozes hooguit enkele minuten of uren geleefd hebben, want de eerste jodenvervolgingen waren nl in volle gang. Een slavenbestaan hadden de joden in het land van Egypte en de jodenjongetjes die geboren zouden worden mochten van de farao niet blijven leven. Stelt u zich voor: Zwanger, maar wordt er een zoon geboren dan mag je die niet houden, maar moet je die doden. Dat bevel kregen ook de Egyptische vroedvrouwen Sifra en Pua: Werp de zonen van de Hebreeuwse vrouwen in de Nijl!!!! In de Nijl, de Nijl een rivier vol met krokodillen, je houdt het niet voor mogelijk. En dat, dat vertikten die twee Egyptische vroedvrouwen. Stelt u zich voor: je mag je kindje, dat negen maanden bij jouw groeide, die negen maanden onder jouw hart leefde, dat kindje dat mag je niet houden, dat mag niet leven, beste mensen, dat is toch onmogelijk, dat kan, dat mag toch niet!! En dat jij, als moeder, dat jij dat bevel negeert, dat is logisch, het is jouw kind, maar dat de Egyptische vroed vrouwen dat ook deden, met als inzet hun eigen leven, dat is wel heel erg sterk, heel risicovol, maar ze deden het: Bravo voor deze vroedvrouwen, voor Sifra en Pua. Dissidenten waren het, dissidenten van het eerste uur en deserteurs in het leger van de farao. Vrouwen met karakter, vroede vrouwen noemt ds Nico ter Linden hen in z’n boek: engelen Gods, Sifra en Pua, schoonheid en schittering heten ze, die vrouwen zijn wat je noemt wijs, ze vreesden God. Dat betekent dat je weet van goed en van kwaad en van trouw en heilige huiver. En dat mag je ook van deze vrouwen verwachten, want het is hun taak, het is hun werk, het is hun ambacht om nieuw leven geboren te laten worden, en niet om, zoals de farao van hun verwacht, dat leven te vernietigen. Deze Egyptische vroedvrouwen waren verzetsstrijders, overlopers, deserteurs van het Egyptische leger. Hulde aan deze vroede vrouwen, aan deze vroedvrouwen, aan deze Egyptische vroedvrouwen, want zij pleegden burgelijke ongehoorzaamheid, de jongetjes wordt geen haar gekrenkt!!! Voor God waren deze vrouwen schoon en schitterend!! Zij die opkwamen voor de goede zaak, voor het volk van Israel, voor de vrouwen van het volk van Israel, tegen het bevel van de farao in. En dan Mirjam, Mirjam die later bij het biezen kistje in de Nijl de goede, de juiste woorden moest zien te vinden op het juiste moment, ze stotterde niet van verlegenheid, ze vond de goede en juiste woorden op het juiste moment toen de dochter van de farao het biezen mandje met het jongentje vond. Mirjam, een meisje nog, bravo Mirjam!! En dan ook nog de dochter van de farao, zij weet drommels goed dat het een kindje, een jongentje nota bene, een jongentje van het Hebreeuwse volk is, zij weet drommels goed dat haar vader, dat de farao bevolen heeft dat de Hebreeuwse jongentjes in de Nijl gegooid moeten worden. En juist deze dochter van de farao, zij komt uit het hol van de leeuw, uit het hol van de bevelhebber van dat gebod, deze dochter negeert het gebod van haar vader!! Ook een strijdster, een deserteur van het eerste uur, een deserteur in het leger van haar eigen vader. Terwijl haar vader, de farao van Egypte het leven van weerloze Joodse jongentjes wil vernietigen, de anti-semiet, de bruut, beschermt uitgerekend zijn eigen dochter, zijn bloedeigen dochter dit Joodse leven , dit Joodse jongentje!! En ze beschermt het kind niet alleen, ze wil het kindje ook opvoeden en dat kost tijd, tijd en moeite en het kan ook nog een verwijdering met haar vader, de farao, opleveren. Geloof het of niet, maar het jongentje Mozes gaat koninklijke bescherming genieten. Zij, de vijf vrouwen, zij spannen allemaal Godvrezend samen, al deze vijf vrouwen, Hebreeuwse en Egyptische, heel oecomenisch spannen zij samen tegen de farao. Deze vijf moeders van Mozes, ( ds N t L in Het verhaal gaat) Zij benutten hun talenten, ze gehoorzamen hun gevoel, ze doen wat hun hart hen ingeeft, ze gebruiken hun talenten: Wel gedaan, jullie goed en trouwe vrouwen!