Kerstmis 2005 Wat betekent en tekent Kerst voor mij? Welkom

Kerstmis 2005
Wat betekent
en tekent
Kerst voor mij?
Welkom
Welkom lieve mensen van overal aangewaaid.
Kerstnacht of Kerstmis, een gebeuren met veel uitersten:
de koude buiten, en anderzijds
de warme gezelligheid binnen bij kaarslicht.
Het ontmoeten en gezellig samen vieren
met familie en/of vrienden
en anderzijds de realiteit van het missen
van warme energie in ons huishouden
of van een geliefd persoon die er niet meer bij is...
Voor de enen: dagen om naar uit te kijken.
Voor de anderen: dagen die liefst zo snel mogelijk voorbij zijn...
Ieder van ons is hier
met zijn eigen emoties en intenties naar toe gekomen,
om samen te vieren, samen te gedenken.
Komt ons in diepe nacht ter ore: de morgenster is opgegaan,
een mensenkind voor ons geboren. God zal ons redden, is zijn naam.
Opent uw hart, gelooft uw ogen, vertrouwt u toe aan wat gij ziet:
hoe 't woord van God van alzo hoge hier menselijk aan ons geschiedt.
Geen ander teken ons gegeven, geen licht in onze duisternis,
dan deze mens om mee te leven, een God die onze broeder is.
Zingt voor uw God, Hij openbaarde in Jezus zijn menslievendheid.
Zo wordt de wereld nieuwe aarde en alle vlees aanschouwt het heil.
We gedenken het levenwekkende van Jezus geboorte.
Zijn leven geeft zin aan ons geloof van elke dag.
Maar we gedenken ook het levenwekkende van nabije mensen
die ons leven zin geven of zin gegeven hebben...
Ieder van ons geeft zijn eigen persoonlijke betekenis aan Kerst,
Kerst tekent ieder van ons anders.
Van harte welkom, allemaal, in de naam van
+ de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen.
Als bezinning, vergeving en lezingsmoment:
We plaatsen een beetje zoals in de voorbije advent drie verhalen naast elkaar.
Misschien vind je in één van deze verhalen
een betekenis of een teken van Kerst voor jou.
Verhaal 1: De wedstrijd van de sterren
(Uit Kerstmis Zonnenkind: Vertel mij over Kerst)
Heer Jezus, kom en hoor onze bede
en breng ons liefd' en vrede.
Heb medelijden, Heer onze God,
en kijk niet langer naar onze zondigheid:
want de wereld is een oorlogsveld
dat alle mensen scheidt.
Honger en armoe, groter nog de haat,
't volk dat eens eerbiedig bad,
U dankte voor uw gaven,
uw volk vergaat, o Heer, red het uit diepe nood.
Heer Jezus kom, Heer Jezus kom
en wil niet langer wachten.
Want slechts Gij alleen kunt ons redden.
Onze droefheid wordt tot vreugde,
want wij zijn zeker van uw liefde.
Heer Jezus kom, zie ons vertrouwen.
Gij immers alleen zijt Heer en Meester der wereld,
leidsman ten leven, voor alle mensen.
3.
Verhaal 2: Kerstevangelie
(uit scheurkalender 24-25 dec.Welzijnszorg)
Nee een kind wordt niet geboren om te huilen voor altijd;
nee, een kind raakt niet verloren uit het moederhuis geleid.
Jij zult drinken van de vreugde, jij zult slapen in een hart,
weest niet bang om kind te zijn, kleiner worden doet geen pijn.(2x)
Nee, een kind hoeft niet te wonen in een gouden hemelbed;
nee, een kind wil bij de zonen van de herders stamelt het.
Jij mag meegaan naar de weide, jij mag spelen waar ik waak
als een leeuw daar sluipen zou, hij zal liggen gaan bij jou. (2x)
Verhaal 3: Een brief van Maria anno 2005, 25 december
Eer zij God in onze dagen, eer zij God in deze tijd
mensen van het welbehagen roept op aarde vrede uit.
Glo... ria in excelsis (2x)
Geloof uitspreken met kerst:
We luisteren naar kerstbetekenissen opgetekend door enkele mensen.
1. Grootvader (eerste Kerst zonder grootmoeder)
Kerstmis is voor een oude man als ik al lang geen feest meer.
Sinds mijn vrouw overleed voel ik mij erg eenzaam.
Vorig jaar vierde iedereen feest in zijn eigen gezin.
Ik zat thuis, alleen voor de TV. Ik was blij dat Kerstmis voorbij was.
Dit jaar echter hebben de kinderen me uitgenodigd
om Kerstavond bij hen thuis te gaan vieren.
Toen ze het vroegen werd ik even stil, heet deed me iets.
Ze hadden me dan toch niet vergeten. Kerstmis wordt terug een feest.
Zoek toch de vrede bij Hem, zoek toch de vrede bij Hem.
2. Dakloze (eerste Kerst zonder eenzaamheid)
Kerstmis, feest van vrede, licht en warmte... Dat zeggen ze toch.
Ik heb er de laatste jaren weinig van gemerkt.
Na onze scheiding greep ik naar de fles om mijn problemen te vergeten
en op Kerstdag sliep ik m'n roes uit op een bank in het station.
Dankzij het vrijwilligers-centrum ben ik uit m'n miserie geraakt.
Morgen ga ik hen helpen met het klaarzetten
van de kerstboom in de grote zaal.
De lichtjes doen het niet meer zo goed en ik weet wel iets
van elektriciteit. Hopelijk krijg ik ze terug aan de praat.
Ons Kerstfeest zal toch stukken gezelliger zijn mét lichtjes?
Zoek toch de vrede bij Hem, zoek toch de vrede bij Hem.
3. Kind (eerste Kerst zonder moeder)
Vorig jaar is ons mama gestorven.
We hebben toen onze eerste Kerstmis zonder haar moeten vieren.
Vooral onze pa had het moeilijk, héél moeilijk...
Kerstmis was voor ons geen feest meer:
in plaats van een geboorte van een kind te vieren,
namen we afscheid van iemand.
Maar dit jaar zal het anders zijn.
De hele familie komt dit jaar bij ons Kerstmis vieren.
Dat is wat mama trouwens altijd al gewild had...
We voelen dat ze er dit jaar ook zal bij zijn...
Zoek toch de vrede bij Hem, zoek toch de vrede bij Hem.
4. Studente (eerste Kerst zonder ruzie)
Dit jaar is het anders.
Voor het eerst heb met m'n ouders goed kunnen praten.
Met Kerstavond was het bij ons thuis altijd 't zelfde:
samen tafelen en dan met z'n allen naar de middernachtmis.
Maar ik ben geen kind meer! Ik denk er nu helemaal anders over.
Vroeger vond ik dat als kind leuk.
Neven en nichten met wie je plezier kon maken.
Maar die tijd is dus voorbij.
Zoals gezegd hebben mijn ouders mij begrepen
en ik begrijp nu ook hen.
Na het eten mag ik naar het Kerstfeestje van de jeugdbeweging
in ons lokaal.
Is dat niet wat Kerstmis wérkelijk betekent:
een stukje geven en nemen?
Zoek toch de vrede bij Hem, zoek toch de vrede bij Hem.
5. En welk geloof, welke betekenis geef jij aan Kerst?
Gebeden en wensen nu we aan tafel gaan
V. Hoe goed en hoe weldadig, God,
dat er hier mensen bijeen zijn
die -ondanks grote verschillen
en het mekaar toch niet zo goed kennenhier samen kerstmis vieren in dit huis.
Samen: Heer onze God,
met de gaven van de herders
plaatsen wij brood, wijn en licht op deze tafel.
Aanvaard deze gaven
als teken van onze dankbaarheid en onze wederliefde.
Amen.
Dank- en tafelgebed
V. God, wij danken Je,
dat Jij onze god wilt zijn en onder ons wilt wonen,
dat wij Jou in een mensenkind mogen aanraken,
een mens als geen ander en toch Jouw geliefde zoon.
Zo begin Jij weer opnieuw in ons te geloven.
5.
Samen: Jij nooitgeziene,
wij mogen een glimp van Je zien in dit kind:
Jezus Messias, de nieuwe mens, licht van Jouw licht,
die alle uitsluiting opgeheven heeft.
Weerloos klein was Hij, vertrapt door goden en machten,
verslonden door oorlog en haat.
V. En toch bleef Hij, zoals Hij geboren was
een kind van arme mensen, kind van mensen, zoon van God.
Samen: Ik dank Je, lieve God, voor de mensen die bergen verzetten.
Ik dank Je, lieve God, voor de mensen die risikos blijven nemen,
die vol blijven houden met het geloof van Jezus, een mensenkind.
V. Ik dank Je, lieve God,
voor de mensen die dingen beginnen
waar niemand van weet wat de afloop zal zijn.
Ik dank Je, lieve god, voor het beste van vandaag en morgen.
Ik dank Je, lieve God, voor het/de mooiste waar ik van hou.
Ik dank Je, lieve God, voor uw zoon Jezus,
die ons tot leven 'wekt' ook die laatste avond...
Instellingswoorden
Kind ons geboren, Zoon ons gegeven
God onbedwingbaar, Vader-voor-eeuwig
Koning van de vrede.
V. Zend ons de Geest van Jezus,
nu wij deze kerstdag samen vieren.
Zend ons Zijn Geest van geloof in een toekomst
waar iedereen voldoende energie van leven mag bezitten
en waar niemand uitgesloten of afgesloten wordt.
Samen: Zo bidden wij, omwille van dit kind
waarin Jouw licht opgaat
en Jouw glorie verschijnt.
V. Wij bidden, omwille van Zijn geboorte
voor alle nieuwgeboren kinderen:
om een huis waar water en energie, licht en warmte,
eten en drinken eindelijk van allen zijn,
en waar mensen ter beschutting tegen weer en wind, tij en ontij,
alleen nog met elkaar omgeven zijn.
Samen: Sterk ons lieve God,
nu wij een nieuw licht ontsteken op deze kerstdag.
Wees bij ons, Jij die zegt:
7.
Ik zal er levenslang zijn voor jou. Amen.
Onze Vader
Vredeswens en Kerstwens
Je hoeft niet veel te spreken wanneer je naar de kerststal gaat,
weet dat je vrede vindt als je dit kind maar binnenlaat.
Je hoeft geen schatten mee te dragen, wanneer je naar de kerststal gaat,
weet dat voor dit kind een klein gebaar volstaat.
_ Je hoeft niet lang te blijven, wanneer je naar de kerststal gaat,
als je maar begrepen hebt wat dit kind te wachten staat.
_Je hoeft niet bang te zijn wanneer je naar de kerststal gaat,
dit kind legt weer de rust op jouw vermoeid gelaat
_ Je hoeft niet veel te wensen, wanneer je naar de kerststal gaat,
weet dat in het nieuwe jaar dit kind je nooit verlaat.
Vrede! Vrede!
Vred'op aard'aan alle mensen die van goede wille zijn.
Communie
Herders, Hij is geboren, te midden van de nacht,
Die zo lang van te voren de wereld heeft verwacht.
"Vrolijk, o herderkens", zongen ons d'engelkens,
zongen met blijde stem: "Haast u naar Bethlehem"!
Wij arme slechte liekens, gelijk de boeren zijn,
ontwekten ons gebuurkens, en in de maneschijn
liepen met blij geschal naar deze arme stal,
waar ons de eng'lenzang altemaal toe bedwang.
Slotbezinning
Voor elke tocht is er een ster,
een woord, een teken, een weg, een uitweg,
een terugweg als het moet.
Voor elke tocht is er een ster:
een vriend, een hand, een huis,
een boek, een beeld, een lied misschien.
Voor elke tocht is er een ster,
voor ieder mens die wijs wil heten,
voor iedereen die zoekt
naar redding en naar recht.
Voor elke tocht is er een ster,
zoek niet te ver... (F. Weerts)
Zending en zegen
V. Wij kunnen het niet alleen bij woorden houden,
hoe prachtig ze ook zouden zijn.
Wij nemen van hier mee, de betekenis van kerstmis
en we weten er ons ook door 'getekend'
+.
Fijne kerstdagen!
Samenstelling: Inge Mertens.
Als bezinning, vergeving en lezingsmoment:
We plaatsen een beetje analoog aan de voorbije adventsperiode drie verhalen naast elkaar.
Misschien vind je in één van deze verhalen een betekenis of een teken van Kerst voor jou.
Verhaal 1: De wedstrijd van de sterren
Pollux, Sirius en Vega zijn drie sterren. Ze houden elkaar graag voor de gek.
Soms spelen ze wilde spelletjes. Dan flikkeren ze aan de hemel van de pret.
Af en toe houden ze een wedstrijd.
Dan mag de Poolster scheidsrechter zijn.
Want dat is de enige ernstige ster.
Het is een koude vriesnacht.
Sirius, Pollux en Vega overleggen welk spel ze gaan spelen.
Vlakbij hangt Stella te luisteren.
Ze wil geen woord missen van wat er gezegd wordt.
Stella is een piepkleine ster.
Ze wil zo graag bij de grote sterren horen, maar ze mag nooit meedoen.
-Wat zullen we doen, vraagt Sirius?
-Ik heb een idee, zegt Pollux. Wat is de belangrijkste plek op aarde?
Laten we er een wedstrijd van maken. Je kiest een plek en blijft daar hangen.
De poolster beslist wie de winnaar is.
-Oké, zegt Vega.
Verlegen schuift Stella dichterbij.
Ze weet dat de grote sterren niet met haar willen spelen.
Toch wil ze het nog eens proberen.
-Mag ik meedoen? vraagt ze zacht.
Sirius barst in lachten uit. Pollux zucht verveeld.
Vega denkt na.
-Goed! Je mag, zegt ze plots.
Ze trekt een knipoog naar Sirius en Pollux.
Maar als je verliest, doe je nooit meer mee. Met geen enkel spel!
-Oké! zegt Stella fel.
De Poolster geeft het teken om te vertrekken.
De sterren gaan elk een andere kant op.
-Ik ga naar de Himalaya! roept Pollux.
Daar vind je de allerhoogste bergen van de aarde.
-De Romeinen zijn de leiders van de wereld, zegt Sirius. Ik ga naar Rome!
En hij zoeft weg.
-De piramiden van Egypte! zucht Vega.
Wat een monumenten! Die zijn pas indrukwekkend. Ik ga naar Egypte!
De drie sterren zijn verdwenen.
Alleen Stella blijft over.
Ze weet niet meteen welke richting te kiezen.
Ze draait even rond.
Plots voelt ze een onbekende kracht die haar aantrekt.
Stella laat zich leiden en reist naar het oosten.
Ze aarzelt boven een landje boven de Middellandse Zee.
De hoofdstad heet Jeruzalem.
Daar staat een mooie tempel.
Maar Stella voelt dat er nog iets anders is.
Ze buigt zich wat verder af naar het zuiden.
Nu komt ze bij een dorpje dat Bethlehem heet.
Stella blijft stil hangen boven een stal.
Ze begrijpt zelf niet waarom.
In de stal ziet ze een man, een vrouw en een baby.
Stella kijkt naar de baby.
En weer voelt ze die sterke kracht: ze gaat er van stralen.
Ze schittert aan de hemel zoals nooit tevoren.
De drie andere sterren kijken waar Stella hangt.
Ze schateren het uit.
Je snapt er niets van! spot Sirius. Is dit nu een belangrijke plek?
-Hou jij zoveel van schapen? grapt Pollux; dat wist ik niet.
Maar dan horen ze de stem van de Poolster.
Hij richt zich tot de 3 grote sterren.
-Jullie zijn het die het niet hebben gesnapt, zegt hij rustig.
Stella is naar de juiste plek gegaan.
Deze nacht is er in die stal iets heel belangrijks gebeurd.
Zo belangrijk dat men er over 2000 jaar nog over zal vertellen.
In het oosten turen 3 wijzen naar de hemel.
Ze zien hoe Stella door de lucht naar Bethlehem reist.
De drie wijzen stoten elkaar aan.
Ze nemen hun kamelen en gaan op pad.
Ze volgen Stella.
En wat er dan gebeurt, is een ander verhaal...
Verhaal 2: Kerstevangelie
_
Lang geleden in een land hier ver vandaan woonden Jozef en Maria.
Zij hadden niet veel geld en woonden in een klein huisje.
Ze hadden het soms niet gemakkelijk, maar ze maakten er steeds het beste van.
Ze zagen mekaar heel graag en dat was voor hen het belangrijkste.
De afgelopen maanden waren ze extra blij. Ze verwachtten samen een kindje.
Ze maakten zich af en toe zorgen of ze wel genoeg geld hadden om voor dat kindje te zorgen,
maar voor mekaar lieten ze dat niet te veel merken.
_
Het land waar Jozef en Maria woonden, had het ook niet gemakkelijk.
Er waren al veel koningen en vorsten geweest en er was dikwijls een beetje oorlog.
De meneer die het nu voor het zeggen had, wilde weten
hoeveel mensen er eigenlijk in zijn land woonden.
Daarom moest iedereen naar zijn geboortedorp om zich te laten tellen.
Jozef en Maria waren daar niet blij mee want dat betekende
dat ze een verre reis naar Bethlehem moesten maken.
En het babytje moest bijna geboren worden...
Gelukkig konden ze het ezeltje van de buurman lenen.
_
Na een lange reis kwamen ze aan in Bethlehem.
Het was een grote stad en het was er heel, heel druk. Met weinig geld en veel goede moed
gingen Jozef en Maria op zoek naar een plekje om te slapen.
Maar de eigenaars van de hotels en herbergen vonden dat ze er niet zo netjes uitzagen.
Wat had je gedacht, na zo een lange reis?
Ze zagen ook de dikke buik van Maria en wilden liever geen last met dokters en babys.
Nee, voor Jozef en Maria was er geen plaats in hun hotel.
Er zouden nog wel rijkere en betere klanten komen.
_
Heel de namiddag liepen ze door de stad, maar nergens konden ze terecht.
Het werd al donker en Maria was zo moe dat ze niet meer verder kon.
Ze kwamen bij een kleine herberg met een groot afdak achteraan.
Ze hadden niet meer de moed om aan te bellen en zetten zich onder het afdak.
Overdag is het heel warm in het land van Jozef en Maria, maar s nachts wordt het flink koud.
Ze zaten op de grond, dicht bij mekaar te bibberen van de kou.
Maria voelde dat het babytje nu heel snel moest komen.
_
Ze konden het niet geloven. Ze hadden zo uitgekeken naar de komst van hun kindje.
Maandenlang droomden ze van de geboorte, in hun eigen huisje met familie om te helpen.
En nu zaten ze hier buiten, onder een afdak, naast de vuilbakken.
Hoe konden mensen zo wreed zijn? Had er dan niemand begrip voor hun situatie?
Jozef hield zich sterk, maar Maria begon zachtjes te wenen.
Ze was zo teleurgesteld...
_
Toen kwam de vrouw van de herberg buiten.
Ze vond Jozef en Maria ineengedoken op de grond.
Ze slaakte een kreet van verontwaardiging. Dit mocht niet gebeuren!
Ze moest iets doen om die arme mensen te helpen.
Ze nam Jozef en Maria bij de hand en bracht hen binnen in de eetkamer.
Ze gaf vlug wat warme soep en brood.
Na het eten zag ze dat het voor Maria hoog tijd was om haar kindje te krijgen.
Het was zo druk in de herberg dat ze geen kamer meer over had.
Mijn broer zal nog wat plaats hebben, bedacht ze en ze stuurde haar jongste zoon
met Jozef en Maria mee om de weg te wijzen naar een herdershuisje in de buurt.
_
De herders waren heel vriendelijke en warme mensen.
Het huisje zelf zat bomvol, maar in de stal was nog wat plaats.
Het rook er niet zo fris maar de schaapjes zorgden ervoor dat het er lekker warm was.
De vrouw en de grote dochter van de herder kwamen Maria helpen
en enkele uren later werd er een gezonde jongen geboren. Hij kreeg de naam Jezus.
Voorzichtig en een beetje verlegen kwamen alle herders even op bezoek.
Het was al midden in de nacht en ze wilden Maria niet te moe maken,
maar ze waren zo fier dat er in hun stal een kindje geboren was!
Ze brachten wat brood, melk en fruit.
Voor Jozef en Maria kon hun geluk niet meer op...
Verhaal 3: Een brief van Maria anno 2005
Beste mensen, ik zie hoe, -tweeduizend jaar na de geboorte van onze zoon-,
veel mensen zijn boodschap misbruiken.
Daarom deze begeleidende brief bij het kerstevangelie.
U moet me niet geloven, maar er was die nacht in Bethlehem
in feite niet veel bijzonders aan de hand.
Het was eigenlijk alleen maar een familie-aangelegenheid:
onze zoon werd geboren en we noemden hem Jezus.
Het werd pas een wereld-aangelegenheid dertig jaar later,
toen hij als volwassen man de moed had om voor zijn geloof te sterven.
Dat geloof hadden we hem zelf doorgegeven, zoals jullie het bij jullie kinderen ook doen.
En Hij had het allemaal zo goed begrepen dat Hij het ook in daden wou omzetten.
En toen er op een sabbat in de synagoge van Nazareth werd voorgelezen
uit de profeet Jesaja die sprak over de tijd dat de Messias zou komen, zei Hij:
"Die tijd moet dan maar eens aanbreken, vandaag begin ik eraan!"
En toen Hij drie jaar lang consequent had gedaan wat Hij die keer gezegd had,
maakte men een einde aan zijn leven.
Hij stierf voor wat Hij overal had uitgeroepen.
En daar heb ik deze woorden het best van onthouden:
"Wie zijn leven niet afstemt op een kind, zal geen toekomst zien!"
Ik was erbij toen Hij stierf.
Het was de meest verdrietige en tegelijk de grootste dag van mijn leven,
want ik wist: een Zoon van God is opgestaan.
Toen, met Pasen in Jeruzalem: toen werd het voor mij pas echt Kerstmis.
En ik zou u, die vandaag naar de kerk gekomen bent om zijn geboorte te vieren,
willen zeggen: Vergis u niet in de datum, want zijn echte geboorte is onvoorstelbaar
zonder zijn sterven en verrijzen.