MOZES, CONCURRENT VAN MICKEY MOUSE `THE PRINCE OF EGYPT' DOOR EEN EXEGETENBRIL HANS EN BÉNÉDICTE AUSLOOS-LEMMELIJN* Het is meer dan veertig jaar geleden dat de bijbel dankzij de monumentale film `De tien geboden' van C.B. DeMille (1956) op grote schaal in het commerciële filmcircuit een plaats heeft weten te veroveren. Op 16 december 1998 verscheen onder productie van het door Steven Spielberg en Jeffrey Katzenberg geleide Dreamworks Studios een `tekenfilm' over de lotgevallen van Mozes. Deze prent, getiteld `The Prince of Egypt' genoot van bij de première een enorme mediabelangstelling. Zelfs de tv-journaals van vtm en vrt besteedden er een item aan. `The Prince of Egypt' werd voorgesteld als een innovatie op het vlak van de zogenaamde `animatiefilm' en als zodanig als dé concurrent van de Disney-films geprofileerd. Zoals men van films waaraan de naam Spielberg is verbonden kan verwachten, zijn speciale effecten deze prent allesbehalve vreemd. Door middel van geavanceerde computertechnologie krijgt de toeschouwer vaak de indruk zich temidden van de actie te bevinden. Sommige scènes benaderen zelfs zo sterk de realiteit dat men de illusie krijgt niet langer naar een door tekenaars en computers gecreëerde wereld te kijken. Er is dan ook vier jaar aan deze film gewerkt door meer dan 350 tekenaars en technici onder de leiding van de regisseurs Steve Hickner, Simon Wells en Brenda Chapman. Voor de prachtige soundtrack tekenden onder meer Mariah Carey en Whitney Houston. Achtergrond bij de totstandkoming van `The Prince of Egypt', alsook enige prenten en klankfragmenten kunnen worden geraadpleegd op Dreamworks' webpagina (www.prince-of-egypt.com). Zoals bij alle Amerikaanse commerciële films is ook merchandising niet vreemd aan `The Prince of Egypt'. De fan kan zich onder andere een porseleinen Mozes of farao aanschaffen via www.princeof-egypt.net. Het filmische verhaal neemt een aanvang bij het te vondeling leggen van de kleine Mozes en vertelt, weliswaar op een creatieve en imaginaire wijze, het genoegzaam bekende relaas van de eerste vijftien hoofdstukken uit het oudtestamentische boek Exodus. Nadat Mozes, om aan de dreigende moordzucht van de farao te ontsnappen in een rieten mandje is gelegd, bereikt hij na een prachtig geëvoceerde avontuurlijke reis op de Nijl het hof van de farao. Alhoewel in de bijbel geen aandacht is besteed aan de kinder- en jeugdjaren van Mozes (cf. Ex 2,11: "Toen Mozes opgegroeid was"), komen deze in de film uitgebreid aan bod. In dit opzicht worden de kwajongensstreken die Mozes en zijn `broer' Ramses, de zoon van de farao, aan het hof uithalen uitvoerig belicht. In het kader van een adembenemende paardenwedstrijd maakt de kijker kennis met het machtige en volop door enorme bouwwerken in expansie zijnde rijk van de farao. De vriendschap tussen Mozes, de `prins van Egypte' en troonopvolger Ramses staat daarbij centraal. Deze niet-bijbelse evocatie van Mozes' jeugd aan het hof is echter geenszins storend. Toch zij benadrukt dat met betrekking tot Mozes' periode aan het Egyptische hof geheel wordt voorbijgegaan aan bepaalde elementen die in het boek Exodus wel zijn overgeleverd en die gemakkelijk konden worden geïntegreerd. Het blijft bijvoorbeeld onvermeld hoe, dankzij de tussenkomst van Mozes' zus, de dochter van de farao de opdracht geeft aan de moeder van Mozes het vondelingetje te voeden. Daarmee wordt in de bijbelse overlevering benadrukt hoe het enorme machtsapparaat van de farao op de korrel wordt genomen door onderdrukte vrouwen. Sommige hiaten in het bijbelse verhaal worden dan weer goed overbrugd. In Exodus wordt namelijk niet verteld hoe Mozes te weten was gekomen dat hij in feite een Hebreeër was. In de film wordt dit mooi opgelost doordat Mirjam en Aäron zich veeleer door een samenloop van omstandigheden aan hun broer Mozes kenbaar maken. Daarbij wordt Mozes' reactie van verwarring en verslagenheid op dit bericht goed in beeld gebracht. Met de bijbelse weergave van Mozes' vlucht naar Midjan neemt de film echter een loopje. Exodus 2 verhaalt immers hoe de protagonist een Egyptenaar die een Hebreeër slaat, vermoordt en diens lijk onder het zand begraaft. Mozes, die ervan overtuigd is dat niemand de moord heeft opgemerkt, vlucht in paniek naar Midjan wanneer blijkt dat één van zijn volksgenoten toch getuige was van de moord. De film geeft echter een geheel andere voorstelling. Als lid van het hof van de farao overschouwt Mozes tezamen met Ramses de werken. Wanneer hij ziet hoe de Hebreeën worden mishandeld, gooit hij openlijk een Egyptische opziener van een stelling. Daarvan zijn niet alleen de Hebreeuwse slaven, maar ook Ramses zelf getuige. Ramses wil zijn `broer' echter vrijpleiten en het hele gebeuren als een ongeluk laten overkomen. Het resultaat is uiteindelijk gelijklopend met de bijbelse voorstelling: Mozes verlaat Egypte en komt in Midjan terecht. Daar huwt hij met Sippora, de dochter van de hogepriester van Midjan en wordt hij vanuit de brandende braamstruik door God opgeroepen zijn volk uit Egypte te bevrijden. Het onderhandelingsaspect dat centraal staat in Exodus 3, waarbij Mozes zijn goddelijke opdracht poogt te ontlopen, is geheel afwezig in de film. Het lijkt erop of men al het mogelijke heeft gedaan eventueel als kleine kantjes te interpreteren karaktertrekken van Mozes te verdoezelen. De voorstelling van Mirjam en Aäron dient wellicht ook in dit licht te worden bekeken. Mirjam is in de film helemaal niet de sterke persoonlijkheid die we in het boek Exodus ontmoeten. Ze komt veeleer over als een braaf seutje dat dweept met haar grote broer. Ook Aäron krijgt, anders dan in de bijbel, geen enkele actieve rol toebedeeld. Hij lijkt een bange wezel, wiens functie als helper en woordvoerder van Mozes in het geheel niet tot haar recht komt. Met de roeping van Mozes is de film reeds voor meer dan de helft gevorderd. Nochtans zijn nog maar de eerste drie hoofdstukken van het boek Exodus in beeld gebracht. Het laat zich al vermoeden dat de overige gebeurtenissen aan sneltreinvaart zullen worden gepresenteerd. Nog even wordt stilgestaan bij het moment waarop Mozes en zijn `broer' Ramses, die intussen farao is geworden, elkaar opnieuw ontmoeten na Mozes' terugkeer naar Egypte. De ontgoocheling van Ramses, maar ook diens verbittering bij Mozes' verzoek de Hebreeuwse slaven in vrijheid te stellen, is aangrijpend. De evocatie van de `plagen' in Egypte mist dan weer elke diepgang. De aankondiging van de plagen door Mozes' staf die in een slang verandert (merk op dat Exodus 7 het over Aärons staf heeft) mondt in de film uit in een veeleer langdradige scène over de toverkunsten van koddige Egyptische magiërs. De centrale thematiek van de onderhandelingen in het `plagenverhaal' tussen God en Mozes enerzijds en de farao anderzijds is echter geheel afwezig. Met uitzondering van het water dat in bloed verandert, lopen de overige `plagen' kriskras door elkaar en wordt de indruk gewekt dat ze allemaal tegelijkertijd of toch vlak na elkaar de Egyptenaren het leven zuur maakten. De bijbelse versie daarentegen kondigt de respectievelijke `plagen' aan en geeft de farao ook telkens de kans tot inkeer. Bovendien belooft de farao in de bijbel steevast de Israëlieten te laten gaan, indien Mozes bij God tussenbeide komt om de `plagen' ongedaan te maken. Vooral ten aanzien van deze episode zij opgemerkt dat enige bijbelse achtergrond van de kant van de toeschouwer onontbeerlijk is om het scenario te kunnen volgen. Nog drastischer is de wijze waarop de scenaristen met de thematiek van het pesach- en mazzotfeest zijn omgesprongen. Het pesachfeest is gereduceerd tot het uitstrijken van bloed op de deurposten, zodat de engel van het verderf bij zijn nachtelijke doortocht de eerstgeborenen van de Israëlieten in leven zou laten en alleen de Egyptenaren zou treffen. Het slachten van de paaslammeren, het haastig eten ervan en het motief van de ongezuurde broden gaan echter vrijwel volledig de mist in. De film eindigt met de doortocht door de zee als overweldigende apotheose. Israël is bevrijd uit Egypte, terwijl de Egyptenaren omkomen in het water van de zee. Dit gegeven vormt ook binnen het bijbelse complex van Exodus 1-15 daadwerkelijk de climax. Dit wil echter niet zeggen dat Mozes in de rest van het boek Exodus, alsook in de boeken Leviticus, Numeri en Deuteronomium geen rol meer is toebedeeld. Maar blijkbaar wilden de producenten alleen Mozes' Egyptische periode in beeld brengen. Filmtechnisch gezien is `The Prince of Egypt' wellicht een hoogstandje en als moderne `tekenfilm' is hij zeker en vast enig in zijn soort. Of dergelijke presentaties van bijbelse teksten echter ooit een bijdrage zullen kunnen leveren aan een evenwichtige en verantwoorde benadering van het bijbelse getuigenis is echter ten zeerste de vraag. Zonder duiding kan deze film, net zoals een oppervlakkige lectuur van Exodus, het `boek van de film', een fundamentalistische en historiserende houding ten aanzien van het Oude Testament alleen maar in de hand werken Noot *.De auteurs zijn als postdoctoraal onderzoekers van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek Vlaanderen (FWO) verbonden aan de Afdeling Bijbelwetenschap van de Faculteit Godgeleerdheid (K.U.Leuven).