WEG met de BAPO-regeling, of toch niet?

advertisement
PO
WEG met de BAPO-regeling,
of toch niet?
Van Bevordering Arbeidsparticipatie Ouderen naar duurzame
inzetbaarheid voor iedereen
Met ingang van 1 oktober jongstleden is de BAPO-regeling
afgeschaft. Onder andere de toegenomen vitaliteit van mensen,
de gestegen levensverwachting en daarmee samenhangend de
verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd naar 67 jaar, hebben
daartoe aanleiding gegeven. Maar zeker ook de hoge kosten van de
regeling voor slechts een specifieke groep personeelsleden en de in
de cao PO 2014 opgenomen werkdrukverminderende maatregelen
voor alle personeelsleden maken dat het niet meer van deze tijd is
dat personeelsleden al vanaf hun 52ste jaar extra verlof kunnen
kopen of sparen tegen een zeer gunstig tarief van 35% (25% voor
OOP). Waar anders dan in het onderwijs vind je zo’n regeling nog?
door John Aarts, adviseur Dyade Advies
Om de door leraren ervaren werkdruk te verminderen is een aantal zeer concrete afspraken gemaakt.
De normjaartaak blijft 1659 uur. Er mag echter
maar 40 uur per week gewerkt worden. Overwerken
is niet meer van deze tijd. Slechts in uitzonderingssituaties kunnen extra gewerkt uren gecompenseerd
worden in vrije tijd dan wel uitbetaald worden.
Kort gezegd komt het er op neer dat alle jaarlijks terugkerende werkzaamheden verdeeld zullen moeten
worden over meer dan alleen de schoolweken. Met
andere woorden, de leerkrachten zullen meer weken
op school zijn dan de leerlingen. En dat alles samen
werkt wekelijks werkdrukverlagend. Schoolleiders
krijgen de opdracht de inzetbaarheid, werkdagen,
lesgevende taken en overige werkzaamheden al
reeds voor de zomervakantie in afstemming met het
personeel vast te stellen, zodat iedereen weet waar
men voor het volgende schooljaar aan toe is.
Duurzame inzetbaarheid Was het doel van de
BAPO-regeling het verhogen van de arbeidsparticipatie van de “oudere” personeelsleden, met de
nieuwe duurzame inzetbaarheidsregeling wil de
nieuwe cao er in voorzien dat alle werknemers, jong
en oud, in staat zijn op een gezonde en verantwoorde wijze hun bijdrage te leveren aan goed
onderwijs. Daarom worden er faciliteiten geboden,
waarin de individuele personeelsleden eigen keuzes
kunnen maken.
6
Alle personeelsleden hebben recht op 2 klokuren
per werkweek te besteden aan professionalisering.
(let op: alle in dit artikel genoemde uren zijn naar
rato van de werktijdfactor!) Als aanvulling daarop
is een nieuwe duurzame inzetbaarheidsregeling
tot stand gekomen. Deze bestaat uit de volgende
onderdelen:
> 1. Ieder personeelslid heeft recht op een basisbudget van 40 uur per jaar.
> 2. Startende leraren (BAO tot LA/LB4, S(B)O
tot LB/LC4) hebben recht op een aanvullend
budget van 40 uur per jaar.
> 3. Oudere werknemers hebben vanaf 57 jaar
recht op een bijzonder budget van 130 uur
per jaar.
Basisbudget Met betrekking tot het basisbudget
geldt dat er geen sprake kan zijn van verlof voor
deze uren. De uren worden besteed aan zaken
zoals: peerreview, studieverlof, coaching, oriëntatie
op mobiliteit en niet plaats of tijdgebonden werkzaamheden. De medewerker bepaalt na overleg met
de leidinggevende op welk van de genoemde doelen
het budget wordt ingezet. Het budget kan ook op
andere doelen die de duurzame inzetbaarheid ondersteunen worden ingezet, bijvoorbeeld meer tijd
voor voor- en nawerk.
Het basisbudget mag, als daarover op voorhand afspraken zijn gemaakt, gedurende drie jaar gespaard
worden voor een vooraf vastgesteld doel.
Aanvullend budget voor starters Dit aanvullende
budget moet worden ingezet voor het verlichten
van de werkdruk van starters. Beste optie daarvoor
is deze te besteden aan professionalisering. Van
startende leraren wordt verwacht dat zij zich in drie
jaar tijd, onder begeleiding van een coach ontwikkelen van startbekwaam naar basisbekwaam.
Onderhandelingspartijen zijn van mening dat het
takenpakket van starters zich het best kan beperken
tot lesgeven, voor- en nawerk en professionalisering. Het basis- en bijzonder budget voor starters
zou dan ook het best toegevoegd kunnen worden
aan de professionaliseringsuren. Zodra de starter
betaald wordt naar schaal LA4, LB4 of LC4 vervalt
de aanspraak op deze uren.
Bijzonder budget voor ouderen Vanaf 57 jaar
heeft een werknemer recht op een bijzonder budget
van 130 uur per jaar. Dit naast het basisbudget.
Deze uren kunnen besteed worden aan dezelfde
doelen als die genoemd bij het basisbudget. Ook
hier geldt dat de medewerker na overleg met de
leidinggevende bepaalt welke doelen nagestreefd
worden. Daarnaast hebben deze werknemers het
recht deze uren tegen een eigen bijdrage in te zetten
voor verlof. Voor 40 uur (basisbudget) geldt geen
eigen bijdrage. De 130 uur bijzonder budget kosten
de werknemer een eigen bijdrage van 50% (40% bij
schaal 8 of lager).
Op basis van een voorafgaand vastgesteld plan
kan het totale budget (170 uur) maximaal 5 jaar
worden gespaard. Bij de totstandkoming van deze
afspraken moet rekening worden gehouden met het
feit dat de verlofopname nooit meer kan bedragen
dan 340 uur per schooljaar.
Het recht op dit bijzondere budget voor ouderen
eindigt op de AOW-gerechtigde leeftijd. Blijft men
daarna doorwerken, dan heeft men alleen recht op
de 40 uren van het basisbudget.
Zie hier de feitelijke versobering ten opzichte van
de BAPO-regeling. Gesteld kan worden dat de
ingangsdatum voor het kopen van verlof wordt
opgeschoven van 52 naar 57 jaar. Versobering
nummer twee is de verhoging van de eigen bijdrage
en versobering nummer drie is dat het maximaal op
te nemen verlof wordt teruggebracht van 50% van
de weektaak (830 uur op jaarbasis) naar 340 uur
op jaarbasis.
En hoe gaan we dan om met de huidige
BAPO-gebruikers? Voor de huidige BAPO-gebruikers is een overgangsregeling overeengekomen.
Op hoofdlijnen is deze bekend gemaakt middels
publicatie van de integrale tekst van hoofdstuk 8A
van de cao po 2014 op de websites van de PO-raad
en de vakbonden. Ons inziens levert dat nu het
volgende beeld op:
(let op: alle in dit artikel genoemde uren zijn naar rato
van de werktijdfactor!)
Bapo gebruikers jonger dan 56 jaar Dit zijn de
personeelsleden die op 30 september 2014 52
jaar of ouder zijn en tussen de 45 en 170 uur bapo
opnemen. Zij behouden tot het bereiken van hun
57ste jaar het recht op hun oorspronkelijke verlof.
Vanaf 1 januari 2015 worden zij (indien zij niet
het maximale verlof opnemen) in staat gesteld het
aantal verlofuren uit te breiden tot het totaal van
170 uren. Voor wat betreft de eigen bijdrage van de
werknemer gaat wel een ander kortingspercentage
gelden. Over de eerste 130 uur vindt een korting
plaats van 50% (40% bij schaal 8 of lager). Over de
daarop volgende uren tot maximaal 40 uur vindt
geen korting plaats. Zodra deze werknemers 57 jaar
worden vallen zij onder de nieuwe duurzame inzetbaarheidsregeling voor oudere werknemers.
BAPO- gebruikers van 56 jaar Dit zijn de personeelsleden die op 30 september 2014 56 jaar zijn.
Voor hen geldt dat er sprake is van een aanvullend
overgangsbudget van maximaal 300 uur per jaar.
Over de eerste 300 uur vindt een korting plaats van
50% (40% bij schaal 8 of lager). Over de daarop
volgende uren tot maximaal 40 uur vindt geen
korting plaats. Vanaf 1 januari 2015 worden zij
(indien zij niet het maximale verlof opnemen) in
staat gesteld het aantal verlofuren uit te breiden tot
het totaal van 340 uren. Zodra zij 57 jaar worden
vallen deze medewerkers onder het onderstaande
overgangsrecht.
BAPO-gebruikers van 57 jaar en ouder Dit
zijn de BAPO-deelnemers die op 30 september
2014 57 jaar of ouder zijn. Zij behouden tot hun
pensioendatum, maximaal de AOW-leeftijd, het
recht op hun oorspronkelijke verlof. Dat verlof kan
met ingang van 1 januari 2015 uitgebreid worden
naar het maximale recht van 340 uur (40+130+170
uur), indien zij daar nog geen gebruik van maken.
Voor wat betreft de eigen bijdrage gaat ook hier het
andere kortingspercentage gelden. Over de eerste
300 uur vindt een korting plaats van 50% (40% bij
schaal 8 of lager). Over de daarop volgende uren
tot maximaal 40 uur vindt geen korting plaats.
In alle gevallen is het dus slechts mogelijk om de
40 uur duurzame inzetbaarheid op te nemen voor
verlof als de overige 130 (of 300 uur voor werknemers van 56 jaar en ouder) volledig ingezet wordt
voor verlof en dus betaald wordt.
Ook voor de huidige BAPO-gebruikers is er dus
sprake van een versobering. Ook voor hen wordt de
verlofopname iets duurder. Voorts worden zij vanaf
1 oktober 2014 niet meer in staat gesteld afspraken te maken over het sparen van BAPO binnen
de spaarBAPO-regeling omdat deze per 1 oktober
2014 ophoudt te bestaan.
Stoppen met BAPO Op grond van de veranderende voorwaarden is overeengekomen dat iedereen
die op 30 september 2014 gebruik maakt van de
BAPO-regeling, de mogelijkheid krijgt om te kiezen
of ze de BAPO willen behouden in de bestaande
omvang of -deels- willen ‘teruggeven’ om weer vaker
voor de klas te gaan staan, zelfs als dat zou leiden
tot verdringing van werkgelegenheid.
SpaarBAPO Per 1 oktober 2014 vindt geen aanwas van spaaruren meer plaats. In de cao is overeengekomen dat alle medewerkers met gespaard
BAPO-verlof in staat worden gesteld om het
>>
7
Overzicht opties duurzame inzetbaarheid en overgangsregeling BAPO CAO-PO 2014
Duurzame inzetbaarheid
Voor wie
Aantal uur
In zetten
voor verlof
Kortingspercentage
bij inzet verlof
Sparen
In te zetten voor o.a.
Basisbudget
Alle werknemers
40
Nee*
N.v.t.*
Max. 3 jaar voor vooraf
vastgesteld en afgesproken
doel.
Peerreview, studieverlof,
coaching, oriëntatie op
mobiliteit, enz.
Bijzonder
budget voor
starters
Startende leraren
(BAO tot LA/LB4 en
S(B)O tot LB/LC4).
Advies: denk ook
aan herintreders en
zij-instromers!
40
Nee
N.v.t.
Nee
Coaching,
professionalisering.
Bijzonder
budget voor
ouderen
Werknemers van
57 jaar of ouder
130
Ja
50% of 40%
(bij schaal 8 of
lager)**
Max. 5 jaar voor vooraf
vastgesteld en afgesproken
plan. De uren van het basisbudget kunnen dan aan dit
budget worden toegevoegd.
Max. opname per schooljaar 340 uur.
Onder basisbudget
genoemde zaken en
extra verlof.
* Inzet verlof is wel mogelijk in combinatie met bijzonder budget voor ouderen
** De 40 uren die niet betaald hoeven te worden mogen pas ingezet worden voor verlof als ook de (maximaal toegestane)
overige uren volledig worden ingezet voor verlof en worden betaald tegen het genoemde percentage.
‘De leerkrachten zullen meer weken op school
zijn dan de leerlingen. Dat werkt wekelijks
werkdrukverlagend.’
>>
gespaarde verlof (saldo per 1 oktober 2014) in een
opnameplan te betrekken onder dezelfde voorwaarden als het is opgebouwd. Dit betekent dat het
oorspronkelijke kortingspercentage van 35% van
toepassing blijft.
Maar ook het volgende is belangrijk. De gespaarde
rechten worden gerespecteerd voor zowel de groep
deelnemers die gespaard hebben, maar ook voor
de groep BAPO-gerechtigden die alleen nog maar
gespaard hebben.
Maar daarbij is ook onderdeel 6, lid 3 van de
BAPO-bijlage uit de cao po 2013 heel belangrijk.
Dat artikel behelst immers dat er slechts sprake is
van spaarBAPO, indien de werknemer de werkgever op voorhand expliciet –dus schriftelijk- in
kennis heeft gesteld van het feit dat hij het verlof in
een later schooljaar wil opnemen dan waarin het
recht is ontstaan. De werknemer meldt dit op het
moment dat het recht ontstaat en geeft daarbij ook
aan in welke schooljaren hij het verlof wil opnemen,
alsmede het aantal uren verlof in de diverse jaren.
Formeel is er anders geen sprake van spaarBAPO.
Dit is natuurlijk niet nieuw. Het is echter onduidelijk of deze actieve meldingsplicht van werknemers
8
ook zo expliciet opgesloten heeft gelegen in eerdere
cao’s. En waar gaat een werkgever dan vanuit? Behoort het personeelslid de cao in detail te kennen?
Vervallen de rechten automatisch wanneer het
personeelslid zich niet schriftelijk meldt? Of heeft
u als werkgever hierin ook een stuk zorgplicht te
vervullen en moet of mag verwacht worden dat
u uw werknemers die dit betreft hier jaarlijks op
duidt?
Overgangsregeling BAPO
Voor wie
Aantal uur
In zetten
voor
verlof
Kortingspercentage
bij inzet verlof
Sparen
In te zetten voor
Bapo
gebruikers
jonger dan
56 jaar
Bapo-gebruikers die op
30-09-2014 jonger dan
56 jaar zijn en die tussen
de 45 en 170 uur BAPO
opnemen
Aantal uur BAPO-verlof op
30-9-2014, vanaf 1-1-2015
uit te breiden naar maximaal 170 uur
Ja
40 uur geen korting
en overige uren tot
maximaal 130 uur
50% of 40% (bij
schaal 8 of lager)**
Nee
Verlof
Bapo
gebruikers
van 56 jaar
Bapo-gebruikers die op
30-09-2014 56 jaar zijn
Aantal uur BAPO-verlof op
30-9-2014, vanaf 1-1-2015
uit te breiden naar maximaal 340 uur
Ja
40 uur geen korting
en overige 300 uur
50% of 40% (bij
schaal 8 of lager)**
Nee
Verlof
Bapo
gebruikers
van 57 jaar
Werknemers die op
30-09-2014 57 jaar of
ouder zijn
Aantal uur BAPO-verlof op
30-9-2014 wordt duurzame
inzetbaarheid (max 170
uur) en overgangsrecht
bapo (max 170 uur). Had
men niet max. uren bapo
dan per 1-1-2015 uit te
breiden naar maximaal 340
uur (opgebouwd als zojuist
beschreven)
Ja
40 uur geen korting
en overige uren tot
maximaal 300 uur
50% of 40% (bij
schaal 8 of lager)**
Ja, zie regel
bijzonder
budget voor
ouderen
Verlof voor de uren
van het oorspronkelijk
BAPO-verlof. Over de
restant uren dienen
werkgever en werknemer
afspraken te maken. Opties zijn taakverlichting,
extra verlof of sparen.
Gespaarde
BAPO
Alle werknemers met tot
1-10-2014 gespaarde
BAPO conform de richtlijnen in bijlage XI van de
cao-PO 2013. Ook diegene
die alleen nog maar budget
gespaard hebben.
is per werknemer
verschillend
Ja
35% voor OP en
25% voor OOP
Nee
Verlof
De in het overzicht genoemde uren zijn gebaseerd op een fulltime betrekking. Voor parttimers dienen deze naar rato
van hun benoemingsomvang te worden omgerekend.
Wij zijn van mening dat er zeker sinds 1 augustus
2006 voor personeelsleden die daarna 52 jaar zijn
geworden slechts sprake kan zijn van gespaarde
BAPO wanneer de werknemer aan de schriftelijke
meldingsplicht heeft voldaan en de gemaakte afspraken zijn vastgelegd. Op dat moment verscheen
immers in de cao de toevoeging dat de werknemer
zich schriftelijk moest melden op het moment dat
het recht ontstond.
Hebben werknemers zich niet gemeld dan kunt
u als werkgever, indien u hierover een beleidsuitgangspunt heeft gevormd, terugvallen op uw
beleid. Heeft u het beleid uitgedragen dat het recht
op spaarBAPO vervalt als de werknemer zich niet
gemeld heeft dan kunt u daarnaar verwijzen.
Als u anderszins uit hoofde van goed werkgeverschap vindt dat uw werknemer alsnog aanspraak
kan maken op het onbestemde spaarsaldo valt
daarop ons inziens niets af te dingen. Het ministerie van Onderwijs stelde zich immers tot in 2005
op het standpunt dat een ieder die vanaf z’n 52ste
geen BAPO opneemt automatisch het recht had de
uitgestelde BAPO op een later tijdstip op te nemen.
Zij stelde dat er sprake was van een basisrecht dat
bleef bestaan, wanneer nog niet tot opname werd
overgegaan. In het destijds geldende rechtspositiebesluit stond dat de betrokkene die gebruik
wenste te maken van de mogelijkheid later BAPO
op te nemen bij zijn verzoek aan diende te geven in
welke schooljaren hij het verlof zou gaan opnemen
alsmede het aantal uren verlof in het eerste schooljaar waarin het verlof wordt opgenomen. Dat er
niet bij stond dat dit moest gebeuren voordat de
leeftijd van 52 werd bereikt of op het moment dat
het recht ontstond is destijds bepalend geweest
voor het feit dat er sprake was van een automatisch
basisrecht.
•
Meer informatie
Heeft u vragen of opmerkingen naar aanleiding
van dit artikel, of wilt u meer informatie over
wat de Dyade specialist voor u kan betekenen
bijvoorbeeld het checken van oude rechten van
het personeel, of het met u nader uitwerken
van het duurzame inzetbaarheidsbudget en
de overgangsregeling BAPO cao-PO 2014,
kunt u contact opnemen met onze adviseurs via
[email protected].
9
Download