Interne en externe communicatie Interne & Externe Communicatie. Wat is het doel van communicatie? Communicatie kent eenvoudig gezegd 3 doelen: Kennis: wil de zender de ontvanger informeren (feitelijke informatie)? Houding: wil de zender dat de ontvanger (positieve of negatieve) gevoelens opdoet? Gedrag: wil de zender de ontvanger actie laten ondernemen? Deze doelen worden ook in deze volgorde nagestreefd: Een kort voorbeeld: een consument moet eerst iets weten over een nieuw product (productinformatie) vervolgens worden er gevoelens bij de consument ontwikkeld en als laatste gaat de consument wel of niet over tot actie de koop, informatie aanvraag en dergelijke communicatie. Een winkel organiseert met haar/zijn doelgroepen. En dat doet ze niet alleen bij toevallige gebeurtenissen, zoals een opening of de introductie van een nieuw product. Een zichzelf respecterende organisatie heeft een communicatiebeleid uitgestippeld dat ervoor zorgt dat alle doelgroepen structureel worden bereikt. Structureel betekent: betekent regelmatig en volgens een bepaald vooropgezet plan. Een onderneming heeft verschillende mogelijkheden om met haar doelgroepen te communiceren. De verzameling instrumenten die hierbij kunnen worden ingezet wordt de communicatiemix genoemd. De externe communicatiemix (ook wel promotiemix genoemd) bestaat met name uit de volgende onderdelen: Reclame Public relations, inclusief ; Free Publicity” Sponsoring Direct marketingcommunicatie Verpakking Sales promotions Displays Artikelpresentatie Persoonlijke verkoop Evenementen Free publicity is als een bedrijf gratis media-aandacht krijgt in de vorm van een artikel in de krant, in een uitzending op televisie, in een uitzendingen op de radio bijvoorbeeld. Displays is een manier van het uitstallen van je producten, zodat het voor de klant er aanlokkelijk uitziet. Tip: Haal externe en interne communicatie niet door elkaar heen, het is belangrijk daar er onderscheid is. 3 dingen van interne communicatie: Bijvoorbeeld een mail naar elke personeelslid over een bedrijfsfeestje. Of bijvoorbeeld een st uk over de directeur in het bedrijfsblad. Mededelingen op een bord of een deur voor het personeel. Er bestaan diverse middelen om de medewerkers te betrekken bij de ontwikkelingen binnen een bedrijf. Voorbeelden van middelen voor interne communicatie: Introductie van nieuwe medewerkers Afdelingsvergadering Werkoverleg Spreekuur bij de directie Personeelsfeest Mededelingenbord Directiebrieven Bedrijfsvideo Personeelsblad (bedrijfsblad) Nieuwsbulletin Personeels(introductie)boekje (financieel, sociaal) jaarverslag Electronic mail (e-mail). Externe communicatie Naast communicatie gericht op interne publieksgroepen, zullen ook externe doelgroepen door een organisatie benaderd worden. De externe communicatiemiddelen richten zich dan ook in eerste instantie op externe doelgroepen. Bij externe corporate communicatie worden alle uitingen van communicatie op elkaar afgestemd. Externe corporate communicatie = het overbrengen van het beeld dat een organisatie van zichzelf heeft. De totale organisatie is dan in beeld. Er bestaan ontzettend veel externe communicatiemiddelen, zoals: commercial op radio of tv website, banner of link op internet advertentie in dagbladen, huis-aan-huisbladen, tijdschriften etc. ‘sponsored magazine’ buitenreclame (abri, billboard); bioscoopreclame audiovisuele middelen: films, diashows, videotapes, tv- en radiomededelingen persberichten persconferenties congressen en/of seminars open huizen en tentoonstellingen brochures/folders sponsoring van kunst, cultuur of sport televisiereclame met telefoonnummervermelding advertenties in krant of tijdschrift met een antwoordcoupon direct e-mail direct fax telefonische verkoop postorderbedrijven websites sales met e-mailfunctie promotion acties (monster, prijskorting, (zegel)spaarsysteem). De pers heeft een speciale positie binnen de externe doelgroepen. De pers wordt op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen binnen een organisatie in de verwachting dat zij op haar beurt de overige doelgroepen van informatie voorziet. De pers is dus intermediair tussen organisatie en doelgroepen. Reclame 1/2 Reclame Alle bedrijven gebruiken reclame om hun diensten en producten te verkopen Als je reclame wilt maken moet je ervoor betalen, maar er zijn verschillende soorten reclame zoals gratis reclame dat is free publicity Als je reclame maakt zijn er verschillende soorten: -Reclamedoel, -reclameboodschap, -Reclamevormen, -Reclamedoelgroep en –Media -Regelgeving. Reclamedoel Reclame is belangrijk omdat zij hiermee publiciteit van hun producten en diensten kunnen laten zien aan de wereld. Met dat gezegd te hebben zijn er verschillende reclames voor verschillende doelgroepen. Zoals: -Er is sprake van kennisverandering als een onderneming een nieuw product bij het publiek bekendmaakt. -Van gevoelsverandering is sprake als mensen positief gaan denken over een bepaald product. -Van gedragsverandering is sprake als mensen het product gaan kopen of informatie gaan aanvragen. -Een onderneming moet vooraf nadenken welke doelen er bereikt moeten worden. Er kan bijvoorbeeld worden gemeten of er na de reclamecampagne meer kennis over het product is dan vooraf. Of dat mensen een product leuker of prettiger vinden. Het al eerder besproken DAGMAR-model is hierbij goed toepasbaar. Het testen van een reclameboodschap kan vooraf of achteraf plaatsvinden. Vooraf testen heet pretesting en heeft als doel te kijken of een reclameboodschap goed overkomt. Consumenten worden per dag aan duizenden (reclame)prikkels blootgesteld, daarom moet de aandacht in een advertentie of commercial zo goed mogelijk worden getrokken en vastgehouden. Van passieve merkbekendheid is sprake als een persoon van een genoemde merknaam weet om wat voor soort product het gaat. Passieve merkbekendheid wordt ook wel geholpen merkbekendheid genoemd. Actieve merkbekendheid houdt in dat een persoon spontaan het merk weet te noemen van een bepaald product. Bij het meten van de merkbekendheid wordt uiteraard altijd eerst de actieve merkbekendheid gemeten. Reclameboodschap. De propositie geeft een omschrijving van de belangrijkste voordelen van het product voor de klant. Het geeft aan waarom de klant het product zou moeten kopen. Een andere benaming voor propositie is copy platform. Als de propositie duidelijk is, moet het concept worden bedacht. In het concept wordt in grote lijnen het idee van de campagne weergegeven. Concepten kunnen worden verdeeld in basisconcepten. Veelgebruikte basisconcepten zijn: -Het effectconcept: hierin wordt het gebruik van het product benadrukt. -Het probleemconcept: hierin komt het product als oplosser van het probleem naar voren. -Het associatieconcept: hierin wordt het product geassocieerd met een bepaald imago of gevoel. -Het explicatieconcept: hierin wordt uitgelegd wat de eigen- schappen van het product zijn. -Het vergelijkingsconcept: hierin wordt het product vergeleken met de concurrentie. Een concept is goed als het opvalt, boeit, overtuigt, herinnerd wordt en bij de doelgroep en het medium past. Nadat het concept is gekozen, wordt de reclameboodschap definitief ingevuld. Uit de volgende case blijkt dat zelfs slechte reclame goed kan werken. Advertentieopbouw Een advertentie kan uit verschillende onderdelen bestaan, te weten: -Eerst is er een kopzin die de aandacht trekt en de lading dekt. spreektaal; -korte zinnen in telegramstijl; persoonlijke gerichtheid; korte alinea's; origineel; -actieve vorm in plaats van de lijdende vorm; humor; actueel; een negatieve woorden, wel positieve woorden. Daarnaast worden in advertenties vaak opvallende illustraties gebruikt, waarbij het onderschrift hieraan nog iets extra's toevoegt. Een advertentie sluit vaak af met een zogenoemde pay-off. Dit is een korte kreet of zin waarin de advertentie wordt samengevat. Ten slotte wordt vaak een bon toegevoegd om de lezer tot actie aan te zetten. Op de bon moet altijd de naam en het adres worden vermeld. Vaak wordt een antwoordnummer gebruikt zodat er voor het opsturen geen postzegel nodig is. Dit verhoogt de respons. Reclame 2/2 Reclame. Bijna alle ondernemingen maken gebruik van reclame om hun producten te verkopen. Reclame heeft als doel de kennis, de houding of het gedrag van mensen te veranderen. Reclame maakt gebruik van massamedia, waarvoor moet worden betaald en dat is gericht op een groot publiek. Er is ook free publicity, dit is als een journalist bv een positief stukje schrijft over een product. Bij reclame spelen de volgende aspecten een belangrijke rol: - Reclamedoel Reclameboodschap Reclame vormen Reclamedoelgroep en media Regelgeving Reclamedoel - Met reclame kunnen verschillende doelen bereikt worden. Een onderneming moet vooraf nadenken welke doelen er bereikt moeten worden. Er is sprake van kennisverandering als een onderneming een nieuw product bij het publiek bekendmaakt. Van gevoelsverandering is sprake als mensen positief gaan denken over een bepaald product. Van gedragsverandering is sprake als mensen het product gaan kopen of informatie gaan aanvragen. Vooraf testen heet pretesting en heeft als doel te kijken of een reclameboodschap goed overkomt. Via posttesting kan achteraf worden gecontroleerd of de reclamedoelstellingen inderdaad zijn gehaald. Van passieve merkbekendheid(geholpen merkbekendheid) is sprake als een persoon van een genoemde merknaam weet om wat voor soort product het gaat. Actieve merkbekendheid houdt in dat een persoon spontaan het merk weet te noemen van een bepaald product. Reclamevormen Actiereclame: die gebruikt wordt om op korte termijn meer producten te verkopen, Langetermijneffect is als reclame gebruikt wordt zodat de consument gunstiger te stemmen is over een product;. Deze reclamevorm heet themareclame. Institutionele reclame : Als reclame doel heeft het imago te verbeteren van een fabrikant of winkelketen. Ondernemingen kunnen alleen, maar ook samen reclame maken, hierdoor kunnen de kosten worden gedeeld. Er zijn verschillende samenwerkingsvormen mogelijk. Collectieve reclame: Als ondernemingen uit dezelfde bedrijfstak samen reclame maken. Voorbeelden: de campagnes van de gezamenlijke vis-en bloemenhandelaren: "Vis, u weet wel waarom" en "Neem vaker een bloemetje mee". Coöperatieve reclame: Als ondernemingen uit opeenvolgende fasen van dezelfde bedrijfskolom samen reclame maken, . Voorbeeld: de reclame van auto-importeur en -dealers: ‘Volvo, onder meer te koop bij Garage Jansen te Poeldijk’. Combinatiereclame : Als ondernemingen uit verschillende bedrijfstakken samen reclame maken. Combinatiereclame wordt vaak toegepast door winkelcentra die een gezamenlijke folder uitbrengen. Vergelijkende reclame: Als de concurrent zijn product gaat vergelijken met een ander product dit is niet verboden, maar riskant als blijkt dat de vergelijking onjuist is. Er kunnen dan hoge schadeclaims komen. misleidende reclame : als een fabrikant iets onjuist beweert. Misleidende reclame is verboden. Een andere reclame-vorm die negatief bekendstaat, is sluikreclame Sluikreclame: dit is reclame die niet als zodanig herkenbaar is. Vaak wordt sluikreclame verkregen door producten te leveren voor gebruik in films of televisieseries. Dit wordt product placement genoemd. Als reclamemateriaal in de winkel wordt gebruikt, spreekt men van point of purchase reclame. Denk bijvoorbeeld aan schapkaarten, posters, displays, plafondhangers, enz. Een bijzondere vorm van reclame is ideële reclame. Ideële reclame is reclame die gemaakt wordt zonder commercieel doel. Een bekend voorbeeld zijn de campagnes van SIRE, Stichting Ideële Reclame, zoals voor vrijwilligerswerk ‘Ontdek je tweede ik’; ‘De Maatschappij dat ben jij’; en overgewicht bij kinderen ‘Zeg vaker nee’. Reclamedoelgroep en -media Om het meeste nut te hebben van een reclamecampagne moet je eerst goed nadenken over de doelgroep die je moet bereiken. Als de doelgroep bekend is, moet je bedenken met welke media je deze het beste kunt bereiken. Bij het maken van reclame moet rekening worden gehouden met de doelgroep waarvoor de reclame wordt gemaakt. Zo zullen jongeren andere media gebruiken dan ouderen. Ook zullen jongeren anders moeten worden aangesproken dan ouderen. Bij de keuze van het medium spelen vier zaken een rol, namelijk: 1. 2. 3. 4. het bereik van het medium; de dekking van het medium; het communicatievermogen van het medium; de kosten van het medium. Bereik van het medium Bereik van een medium wordt bedoeld: het aantal mensen dat met het medium in contact komt. Hetbereik wordt soms in procenten van de hele bevolking uitgedrukt. Als het bereik 20% is, dan heeft 20% van de bevolking de advertentie gezien. Ieder tijdschrift of krant heeft een ander bereik. Van alle bladen is het bereik bekend. Bij televisiereclame wordt gesproken over Gross Rating Points (GRP). Een GRP staat voor 1% kijkdichtheid van de Nederlanders ouder dan twaalf jaar en dat zijn ongeveer 141 000 mensen. Uit het voorbeeld op de vorige bladzijde blijkt dat kijkdichtheid ook gevolgen heeft voor de tarieven van de televisiereclame. Dekking van het medium Met dekking wordt bedoeld: het percentage van de doelgroep dat bereikt is. Als de dekking 40% is, dan heeft 40% van de doelgroep de advertentie gezien. Communicatievermogen van het medium Met het communicatievermogen van een medium wordt bedoeld of een medium geschikt is om een bepaalde boodschap over te brengen. Als een fabrikant wil laten zien hoe mooi zijn product is, kan hij heel goed bewegende beelden of kleurenfoto's gebruiken. Als een fabrikant een heleboel feiten over het product wil geven, kan hij beter een medium gebruiken dat je rustig kunt doorlezen. Kosten van het medium De kosten van een medium hangen af van de oplage, het bereik en de dekking. Onder oplage wordt verstaan: het aantal exemplaren dat er van het medium wordt gedrukt. Als een medium door meerdere huishoudens wordt gelezen (via leesmap of wachtkamer) is het bereik hoger dan de oplage. Om zoveel mogelijk huishoudens te bereiken, worden vaak meerdere media tegelijk ingezet. Het bereik van alle gebruikte media bij elkaar opgeteld wordt brutobereik genoemd. Consumenten worden vaak door meerdere media tegelijk bereikt. Door alle dubbeltellingen van het brutobereik af te trekken, wordt het nettobereik berekend. Het is lastig om te bepalen welk medium het best kan worden ingezet. Televisiereclame rond het journaal is erg duur, maar als er twee miljoen mensen uit de doelgroep naar kijken, is het per bereikte persoon erg goedkoop. De kosten van televisiereclame zijn afhankelijk van de uitzendtijd. Om verschillende gedrukte media wat betreft kosten te kunnen vergelijken, worden vaak de kosten per 1000 (bereikte personen) berekend. Televisiereclame op een landelijke zender is natuurlijk niet zinvol voor een plaatselijke fietsenhandelaar. Voor hem zijn er mogelijkheden bij regionale of plaatselijke televisiezenders. Reclamemedia zijn de middelen waarmee reclame wordt gemaakt. Ze zijn te verdelen in: gedrukte media; radio- en televisiereclame; bioscoopreclame; buitenreclame; rechtstreekse reclame; nieuwe reclamemedia. Gedrukte media Gedrukte media zijn onder te verdelen in: sponsored magazines; huis-aan-huisbladen; tijdschriften; omroepbladen; vakbladen; dagbladen. Een sponsored magazine is een gratis blad waarin artikelen staan die bedoeld zijn voor klanten van de onderneming. Een bekend voorbeeld van een sponsored magazine is het blad Allerhande van Albert Heijn, ook de door HG verspreide Kluswijzer is hiervan een voorbeeld. Huis-aan-huisbladen worden gratis in een bepaald gebied verspreid. Als de gratis verspreiding van een medium aan bepaalde kenmerken van een doelgroep is gebonden, zoals dit het geval is bij het reclamevakblad Adformatie, is er sprake van controlled circulation. Radio- en televisiereclame Door het grote aantal radio- en televisiezenders wordt het steeds moeilijker voor adverteerders om het publiek te bereiken. Bovendien neemt zappen, het overschakelen naar andere zenders tijdens de reclame, steeds meer toe. Bioscoopreclame Bioscoopreclame bestaat uit de dia's van plaatselijke middenstanders en de films van de grote adverteerders die voor de hoofdfilm of in de pauze worden vertoond. Buitenreclame Tot buitenreclame horen de reclamezuilen of -borden, die Mupi's heten, reclame op wachthokjes, de zogenoemde abri's en de billboards, de grote reclameborden langs wegen in de steden. Ook reclame op bussen en treinen hoort bij de buitenreclame. Rechtstreekse reclame Dit komt doordat er weinig verspilling (waste) is. De bestedingen aan rechtstreekse reclame bedragen inmiddels zo'n 2 miljard euro per jaar. Nieuwe reclamemedia Reclamemedia zoals internetreclame worden in de toekomst steeds belangrijker. Voorbeelden zijn reclame-uitingen op websites (banners, pop-ups) en reclameboodschappen in emailberichten. Regelgeving. Er zijn regels bij het maken van reclame. een paar regels zijn : Er is een reclameverbod voor bepaalde producten. Misleidende reclame is verboden. Vergelijkende reclame is, als het objectief is, niet verboden. Het is echter wel verboden als het denigrerend is en er concurrerende merknamen worden genoemd. De Stichting Reclame Code heeft een groot aantal regels opgesteld die worden gecontroleerd door de Reclame Code Commissie. De belangrijkste regels zijn: Elke reclame-uiting moet in overeenstemming zijn met de wet, de waarheid en de eisen van goede smaak en fatsoen. Reclame-uitingen mogen niet strijdig zijn met de openbare orde of goede zeden en niet schadelijk zijn voor het algemeen belang. Reclame-uitingen mogen niet aan angst of bijgelovigheid appelleren. Reclame-uitingen mogen niet misleidend zijn. In reclame-uitingen die bedoeld zijn voor het grote publiek mogen geen wetenschappelijke termen en statistieken worden gebruikt. Als er over garantie wordt gesproken, moet deze duidelijk omschreven worden. Ten slotte stellen ook de Stichting Ether Reclame (STER) en IP (zendtijdverkoper van de commerciële zenders) hun eigen eisen aan reclamespots op televisie. Sales promotion 1/2 Onder sales promotion vallen onder andere zaken als prijskortingen, displays, spaaracties, zegelsystemen, prijsvragen, demonstraties en gratis monsters. Het gaat hierbij dus om verkoopbevordering op de korte termijn. Sales promotion kan zich richten op de handel en op de consument. Sales promotions zijn tijdelijke verbeteringen van de prijs-waardeverhouding van een product met als doel het vergroten van de omzet op korte termijn. De prijs-waardeverhouding kan worden verbeterd door de prijs tijdelijk te verlagen, maar het is evengoed mogelijk de waarde tijdelijk te verhogen, door bijvoorbeeld tijdelijk extra veel inhoud te geven of door tijdelijk spaarpunten of cadeautjes weg te geven. Er kan uit een groot aantal promotievormen worden gekozen, die elk verschillen wat doel en doelgroep betreft. In het communicatieproces doorloopt een consument drie stadia voordat hij overgaat tot de aankoop van een product, namelijk: cognitie (kennis) ↠ affectie (gevoel/houding) ↠ conatie (gedrag). Sales promotions richt zich als instrument van communicatie op het laatste stadium: het gedrag De definitie van (sales) promotions luidt: Een tijdelijke verbetering van de prijs-waardeverhouding van een product met als doel het vergroten van de omzet op korte termijn.. Als sales promotions gericht zijn op consumenten, noemen we ze ook wel consumer promotions of consumentenpromotie. Sales promotions kunnen ook gericht zijn op de groothandel of de detailhandel, bijvoorbeeld om deze te motiveren extra inspanning te verrichten om het product te verkopen. Deze sales promotions heten trade promotions of handelspromotie.Ten slotte is het ook mogelijk dat de sales promotions op het eigen verkooppersoneel zijn gericht. In dat geval heten ze vertegenwoordigerspromotie of verkoperspromotie. Het gebruik van sales promotions neemt de laatste jaren toe. Hiervoor is een aantal redenen aan te geven: Het effect van sales promotions is direct merkbaar. Het gebruik ervan wordt afgedwongen door de toenemende concurrentie: een succesvolle actie van een concurrent kan zoveel klanten weglokken, dat een eigen promotie-actie nodig is om de klanten terug te winnen. Een bedrijf kan zich door geslaagde sales promotions beter onderscheiden van de concurrent. Fabrikanten passen steeds meer sales promotions toe, omdat zij anders te veel afhankelijk zijn van de steeds machtiger wordende detailhandel. De belangrijkste promotievormen zijn: geld-terugacties clubs waardebonnen goededoelacties proefmonsters sweepstakes prijskorting prijsvragen en wedstrijden spaaracties beurzen extra-volumeacties point-of-purchase-materiaal weggevertjes Geld-terugacties commoties, cadeautjes Geld-terugacties worden ook wel refundacties genoemd. Bij geld-terugacties kan de consument een deel van het aankoopbedrag van het product terugkrijgen. Geld-terugacties worden meestal toegepast bij nieuwe producten. Waardebonnen Waardebonnen geven korting bij de aankoop van een product. Doordat de waardebon moet worden ingeleverd bij aankoop, kan iedere consument een product maar één keer met korting kopen. Proefmonsters De fabrikant geeft een kleine hoeveelheid van het product weg, in de hoop dat de consument het zal blijven kopen. Proefmonsters worden ook wel samples genoemd. Prijskorting Een prijskorting is een eenvoudige promotievorm, waarbij de prijs van het product tijdelijk wordt verlaagd. Spaaracties Freebees, airmiles of het oude zegels plakken zoals bij de c1000 Extra-volumeacties Bij extra-volumeacties wordt tijdelijk meer product geleverd. Dit kan door de inhoud te vergroten (tijdelijk 15% meer) of door een aanbieding als drie halen, twee betalen. Weggevertjes Weggevertjes zijn cadeautjes met een geringe waarde, zoals speldjes, stickers en sleutelhangers. Cadeautjes Cadeautjes die je krijgt bij een aankoop van een product of dienst. Soms moet je bijbetalen. Clubs Fabrikanten en winkeliers bieden consumenten soms de mogelijkheid lid te worden van een club. De consumenten krijgen dan allerlei voordelen aangeboden en meestal een clubpas. Goededoelacties Een goededoelactie haakt meestal in op een actuele gebeurtenis, waarbij bij aankoop van een product geld wordt overgemaakt aan een goed doel. Sweepstakes Het is wettelijk verboden om loterijen te houden. Bij een sweepstake worden de winnende nummers vooraf door een notaris getrokken. De consument hoeft dan alleen maar te vragen of er op zijn nummer een prijs is gevallen. Prijsvragen en wedstrijden Bij prijsvragen en wedstrijden is sprake van een prestatie die de consument moet leveren en die jureerbaar is. Voorbeelden van deze promotievorm zijn rebussen, kleurplaten en slagzinnen. Beurzen Beurzen en tentoonstellingen geven de mogelijkheid om met een heleboel klanten in contact te komen. Er zijn consumentenbeurzen en vakbeurzen. Point-of-purchase-materiaal Reclamemateriaal op de plaats van verkoop, zoals displays, zorgt ervoor dat het product extra aandacht krijgt. Commoties Commoties of evenementen zijn gebeurtenissen waar een heleboel mensen op afkomen. Hierdoor krijgt de organisator veel aandacht in de pers. Promoties kunnen op verschillende manieren worden ingedeeld. Enkele mogelijke indelingen zijn: prijs- of waardepromoties; breedte- of dieptewerking; selling in of selling out; directe of indirecte promoties; consumenten-, handels- of vertegenwoordigerspromoties. Prijs- of waardepromoties Prijspromoties geven geldvoordeel, zoals een tijdelijke korting, waardepromoties geven voordeel in de vorm van een weggevertje of premium. Breedte-of dieptewerking Hiervan kan je maar eenmalig gebruik maken. Bijvoorbeeld een cashback actie. Selling in of selling out Sellings in is het groot inkopen van producten voor een goedkoop bedrag. Toiletrollen bijv. Directe of indirecte promoties Promotie direct bij de aankoop. Consumenten-,handels- of vertegenwoordigerspromoties Als sales promotions gericht zijn op consumenten, worden ze consumer promotions of consumentenpromotie genoemd. Sales promotions kunnen ook gericht zijn op de groothandel of de detailhandel, bijvoorbeeld om deze te motiveren extra inspanning te verrichten om het product te verkopen. Deze sales promotions heten trade promotions of handelspromotie. Ten slotte is het ook mogelijk dat de sales promotions op het eigen verkooppersoneel zijn gericht; in dat geval heten ze vertegenwoordigerspromotie of sales force promotion. Sales promotion 2/2 De definitie van (sales) promotions luidt: Een tijdelijke verbetering van de prijs-waardeverhouding van een product met als doel het vergroten van de omzet op korte termijn. De belangrijkste promotievormen zijn: Geld-terug acties Bij geld-terugacties kan de consument een deel van het aankoopbedrag van het product terugkrijgen Waardebonnen geven korting bij de aankoop van een product Waardebonnen proefmonsters prijskorting De fabrikant geeft een kleine hoeveelheid van het product weg, in de hoop dat de consument het zal blijven kopen Een prijskorting is een eenvoudige promotievorm, waarbij de prijs van het product tijdelijk wordt verlaagd. Tegenwoordig zijn spaaracties in twee vormen te vinden. De ouderwetse vorm is nog steeds een spaarzegeltje, dat op een spaarkaart moet worden geplakt. De moderne vorm zijn de elektronische spaarkaarten als de Freebees en de Air Miles. Als de consument maar vaak een bepaald product koopt, dan kan hij sparen voor geld of cadeaus. spaaracties Bij extra-volumeacties wordt tijdelijk meer product geleverd. Dit kan door de inhoud te vergroten (tijdelijk 15% meer) of door een aanbieding als drie halen, twee betalen. extravolumeacties weggevertjes Weggevertjes zijn cadeautjes met een geringe waarde, zoals speldjes, stickers en sleutelhangers. Cadeautjes of premiums zijn grotere geschenken die worden weggegeven bij aankoop van een product. Als een premium aan het product vastzit, heet het on pack premium. cadeautjes De consumenten krijgen dan allerlei voordelen aangeboden en meestal een clubpas. clubs Een goededoelactie haakt meestal in op een actuele gebeurtenis, waarbij bij aankoop van een product geld wordt overgemaakt aan een goed doel. goedendoelacties Een Loterij - Bij een sweepstake worden de winnende nummers vooraf door een notaris getrokken. De consument hoeft dan alleen maar te vragen of er op zijn nummer een prijs is gevallen. sweepstakes Voorbeelden van deze promotievorm zijn rebussen, kleurplaten en slagzinnen. Beurzen en tentoonstellingen geven de mogelijkheid om met een heleboel klanten in contact te komen. Er zijn consumentenbeurzen en vakbeurzen. prijsvragen en wedstrijden point-of-purchase-materiaal beurzen commoties. S Promoties kunnen op verschillende manieren worden ingedeeld. Enkele mogelijke indelingen zijn: prijs- of waardepromoties; breedte- of dieptewerking; selling in of selling out; directe of indirecte promoties; consumenten-, handels- of vertegenwoordigerspromoties. Public relations Een vorm van promotie waarbij een ondernemer een relatie aangaat met voor hem belangrijke groepen klanten of consumenten. Wordt vaak afgekort tot PR. Door public relations probeer je een goede naam op te bouwen bij klanten en relaties. Public relations is dus belangrijk voor een onderneming. Daarom stelt men een pr-beleid op. Public relations is een onderdeel van de promotiemix. Public relations is erop gericht een goede relatie te creëren en in stand te houden tussen het bedrijf en groepen mensen die voor het bedrijf belangrijk zijn. Dat zijn klanten en relaties, maar ook het personeel. Interne PR Door interne pr ‘verkoop’ je je bedrijf aan je medewerkers. Je bouwt op deze manier aan het ‘wij-gevoel’. Mogelijkheden voor interne pr zijn: 1. via een personeelsblad de medewerkers op de hoogte houden van het wel en wee in het bedrijf en de plannen van het bedrijf; 2. een kerstgratificatie voor de medewerkers; 3. kortingsacties voor medewerkers; 4. informele borrel bij een jubileum; 5. bezoek van Sinterklaas voor de kinderen van het personeel; 6. organiseren van cursussen voor het personeel. Door het ‘wij-gevoel’ ontstaat een sterke organisatiecultuur. Onder de organisatiecultuur verstaan we alle opvattingen die de medewerkers hebben met betrekking tot de waarden, normen, verwachtingen en doelstellingen. Een sterke organisatiecultuur heeft twee voordelen: 1. meer inzet door de werknemers; 2. positieve uitstraling op de klant. Externe PR Het externe pr beleid richt zich op derden die voor het bedrijf belangrijk zijn. Een goede reputatie bij de klanten, overheid, aandeelhouders, banken, leveranciers, omwonenden en journalisten is voor een bedrijf noodzakelijk. Pr kan daarbij helpen. Naast het plaatsen van een krantenartikel kun je denken aan: 1. het houden van een interview; 2. het aanstellen van een voorlichter; 3. een aankondiging om een goed doel te steunen; 4. mensen in dienst nemen uit een bepaalde groep van de bevolking; 5. rondleidingen voor scholen, klanten of familie van het personeel; 6. stagiairs een plaats geven; 7. bedrijfsgegevens beschikbaar stellen aan leveranciers voor bijvoorbeeld productverbetering. Publiciteit of free publicity is een onderdeel van de public relations. Het is nietbetaalde en niet rechtstreeks te beïnvloeden informatie door een nieuwsorgaan over het bedrijf. Bij publiciteit kun je als ondernemer niet zelf bepalen wat de inhoud en vorm van het gepubliceerde is. Als winkelier kun je er wel voor zorgen dat je positief in de publiciteit komt. Als je de pers informeert over een modeshow, nieuwe producten, een (her)opening, een foto van een personeelslid dat een diploma heeft gehaald, krijg je vanzelf de gewenste publiciteit! Je kunt ook zelf een persbericht insturen. Meestal wordt dat ongewijzigd geplaatst. Enkele tips voor een goede pr: 1. Nodig bij gebeurtenissen die ook maar enige nieuwswaarde hebben, altijd journalisten van de plaatselijke of regionale pers uit. 2. Bereid een pr-activiteit goed voor, geef een rondleiding, vertel de waarheid en geef (na afloop) een schriftelijke samenvatting. 3. Pr moet passen bij het winkelbeeld, bij de winkelformule. 4. Zorg dat medewerkers niet door de pers worden geïnformeerd, maar doe het zelf. Vooraf! Doelgroep Inhoud Middelen Reclame • beperkt; Interne PR • groot; Externe PR • groot; • (potentiële) klanten; • oneindig; • oneindig • extern gericht. subjectief media • intern en extern gericht. objectief voorbeelden: • intern en extern gericht. objectief voorbeelden: • werkoverleg; • perscontacten; • personeelsblad; • jaarverslagen; • introductie nieuwe werknemers. • tentoonstellingen. Sponsorbeleid Sponsoring zorgt ervoor dat not-for-profitorganisaties zoals een sportvereniging of een orkest extra inkomsten krijgen. Het bedrijfsleven betaalt de sponsoring en krijgt daar van de gesponsorde organisatie een communicatiemiddel voor terug. Dit communicatiemiddel heet de tegenprestatie. De sponsor biedt geld en de gesponsorde biedt communicatie.\ Omdat not-for-profitorganisaties zelf bedrijven benaderen met het verzoek om sponsoring, noemen we de sponsoringmarkt een vraagmarkt. Er zijn drie hoofdgebieden waarop sponsors actief zijn: sportsponsoring kunst- en cultuursponsoring sociale sponsoring. Doordat topsport steeds meer een televisiegebeuren wordt, krijgen sponsors veel exposure (aandacht) in de media. Enkele opvallende sponsoracties zijn: reclamecampagne: Sanex toont schaatsers als modellen in commercials; wielrennen: Rabobank sponsorde heel lang een Nederlandse wielerploeg; evenementen: al sinds 1974 verbindt ABN Amro zijn naam aan het grootste tennistoernooi van Nederland. Televisiesponsoring is sterk aan het groeien. Mits goed ingezet wordt televisiesponsoring namelijk positief beoordeeld. Terwijl de meeste kijkers het uitzitten van een reclameblok nauwelijks meer kunnen volbrengen, kunnen zij wel sympathie opbrengen voor televisiesponsoring. Maar alleen juist gedoseerd en niet te opdringerig. De belangrijkste voorwaarde is subtiliteit Waarom sponsoring: Als de traditionele communicatiemiddelen zoals reclame en sales promotion niet het gewenste effect hebben, kan een organisatie voor sponsoring kiezen. Sponsoring zorgt ervoor dat het bedrijf meer aandacht krijgt, zo kunnen zij ook aandacht voor hun product verkrijgen. Sponsoring geeft bedrijven een positieve uitstraling, sponsoring is dus een reclame instrument, maar ook een instrument voor public relations. Sponsoring zorgt onder anderen voor: - Het versterken van de naamsbekendheid - Het opbouwen van imago - Het tonen van maatschappelijke betrokkenheid - Het opbouwen van een relatienetwerk - Het communiceren met doelgroepen - Het versterken van de motivatie van de eigen werknemers Als een bedrijf een juiste beslissing wilt nemen over sponsoring moeten zij zichzelf de volgende vragen stellen: - Bereiken wij door deze sponsoring onze doelgroepen? - Wordt onze communicatie met de doelgroepen versterkt door de sponsoring? - Past het binnen het communicatiebeleid? - Welke middelen zouden wij kunnen gebruiken om via de sponsoring te communiceren met onze doelgroepen? - Is er voldoende tijd om de sponsoring voor te bereiden? - Hoe hoog zijn de kosten van sponsoring in verhouding tot de kosten van andere communicatiemiddelen? - Blijft er voldoende budget over voor andere projecten die kunnen aanvullen? Sponsoring kan ook nadelen hebben. Als de gesponsorde negatieve publiciteit krijgt, dan heeft de sponsoring er ook last van.