Passiemuziek Nederlandse en Vlaamse componisten (uitgevoerd voorjaar 2004) Programma Caspar van Weerbecke (1450-na 1509) Tenebrae Factae Sunt Pierre de la Rue (1460-1518) Vexilla Regis prodeunt. Passio Domini nostri Jesu Christi B. van den Sigtenhorst Meyer Stabat Mater (1888-1953) Abraham Dirk Loman (1823-1897) Ootmoed (Joost van den Vondel) Samuel de Lange jr. (1840-1911) Uit de dood ten leven (J.P. Heije) Uw koninkrijk kome! (J.P. Heije) Vic Nees (1936-heden) I hear You not yet (Guido Gezelle) You prayed upon a mount (Guido Gezelle) Easter (Guido Gezelle) Cornelis T. Padbrué (ca 1592-1670) Kruisbergh (Joost van den Vondel) Orlando di Lasso (1532-1592) Christus Resurgens 1 Muziek voor passie en Pasen Een muzikale ontdekkingsreis door het Nederlands taalgebied. Maar weinig gebeurtenissen hebben zo tot de verbeelding van componisten gesproken als het lijden, sterven en de verrijzenis van Jezus Christus. Uit de enorme hoeveelheid muziek die voor deze gelegenheid geschreven is hebben wij een programma samengesteld dat een licht werpt op vijf eeuwen koormuziek uit de “Nederlanden”. Hierbij zijn werken onder het stof vandaan gehaald, die tot op heden zelden zijn uitgevoerd en die, niet alleen om die reden, alleszins de moeite waard zijn. Uit de Renaissance klinken werken van, hoe kan het ook anders, componisten uit de zuidelijke Nederlanden, rond 1500 de bakermat van muzikaal talent: het intens sonore “Tenebrae factae sunt” van Caspar van Weerbecke (ca.1450-1509), het motet “Vexilla Regis prodeunt/Passio Domini nostri” van Pièrre de la Rue (1460-1518), waarin twee teksten door elkaar lopen, een overblijfsel van de middeleeuwse compositiepraktijk en het magnifieke paasmotet “Christus resurgens” van Orlando di Lasso (1532-1594). Voor het volgende programmaonderdeel zoeken we het aanzienlijk dichter bij huis. Van de in Haarlem geboren en getogen barokcomponist Cornelis Thymansz. Padbrué wordt de madrigalencyclus “Kruisbergh” (1640) op tekst van Vondel uitgevoerd. Deze tien madrigalen volgen op soms subtiele, soms exuberante wijze de indringende tekst van Neerlands grootste dichter uit de Gouden Eeuw. In de 19e eeuw deed vooral de Duitse romantiek zich hier te lande gelden. De werken van Dirk Abraham Loman (1823-1897), eveneens op tekst van Vondel en Samuel de Lange jr. ( 1840-1911), op tekst van Jan Pieter Heije, ademen dan ook duidelijk de sfeer van de muziek van Mendelsohn, Schumann en Brahms. Eén van de passieteksten die het meest door componisten verklankt is, is het “Stabat mater”. Deze middeleeuwse tekst, hier getoonzet door Bernard van den Sigtenhorst Meyer in 1918, beschrijft de gemoedstoestand van Maria, staande naast het kruis waaraan haar stervende zoon genageld is. De componist kiest hier voor een sobere aanpak, geen theatrale gemoeds-uitbarstingen, maar een ingetogen voortgang ingebed in prachtige samenklanken. Voor het laatste programmaonderdeel keren we weer terug naar onze zuiderburen. De belangrijkste Vlaamse componist van koormuziek op dit moment, Vic Nees (1935), zette drie gedichten van Guido Gezelle op muziek. Hij noemde ze madrigalen, hetgeen weer duidt op een nauwe relatie tussen tekst en muziek; verrassende stukken in een oorspronkelijk idioom. Joop van Goozen. 2