Almere 2.0 is een ecologisch, sociaal en

advertisement
Concept Structuurvisie Almere 2.0
Almere 2.0
is een ecologisch, sociaal
en economisch duurzame
stad en draagt bij aan
de ontwikkeling van de
noordelijke Randstad
en de metropoolregio
Amsterdam.
Almere
kan groeien
van 190.000 naar
350.000 inwoners.
Wat betekent
de Schaalsprong
voor de stad en
de regio?
Concept Structuurvisie Almere 2.0
Inhoudsopgave
Voorwoord
Door Adri Duivesteijn
1. Inleiding
9
16
2. Opgave en ambitie
24
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 26
27
32
34
36
Inleiding
Nationaal en regionaal perspectief
Almeers perspectief
Dubbele uitdaging
Duurzame ontwikkeling
3. Analyse
42
3.1 Uitgangspositie
3.2 Vergelijking
3.3 Verkenningen en bouwstenen
44
50
60
4. Alternatieven en afweging
74
4.1 Alternatieven
4.2 Afweging
76
79
5. Visie Almere 2.0
84
5.1
5.2
5.3
5.4
5.5
5.6
Inleiding
Ecologische duurzaamheid
Sociale duurzaamheid
Economische duurzaamheid
Ruimtelijke hoofdlijnen Almere 2.0
Schaalsprongas
86
88
93
98
102
108
6. Ruimtelijk programma
112
6.1
6.2
6.3
6.4
6.5
6.6
114
116
118
122
124
128
Natuur en landschap
Mobiliteit en infrastructuur
Werken en voorzieningen
Wonen
Almere 3.0
Plankaart Almere 2.0
7. Uitwerkingen
7.1 7.2 7.3 7.4 Inleiding
Raamwerk
7.2.1 A6
7.2.2 Flevolijn
7.2.3 IJmeerlijn
7.2.4 Stedelijke hoofdinfrastructuur
7.2.5 Groenblauwe hoofdstructuur
Nieuwe gebieden
7.3.1 Almere IJland
7.3.2 Almere Pampus
7.3.3 Almere Centrum
7.3.4 Almere Oosterwold Bestaand stedelijk gebied
7.4.1 Almere Haven
7.4.2 Almere Stad
7.4.3 Almere Buiten
7.4.4 Almere Poort
136
138
139
140
144
154
162
164
169
170
200
216
248
266
268
272
276
280
8. Uitvoering
290
8.1 Uitvoeringsprincipes
8.2 Fasering
292
294
9. Vervolgproces
299
Samenvatting
303
Inhoudsopgave bijgeleverde CD-ROM
Toelichting:
De CD-Rom bevat gevalideerde achtergrond informatie over de onderwerpen,
die in de voorliggende Concept Structuurvisie aan bod komen.
1. Randstad Urgent contract Schaalsprong Almere 2.0
Gemeente Almere, Kabinet oktober 2007.
2. Noordvleugelbrief
Kabinet, augustus 2006
3. Structuurvisie Randstad 2040
VROM, september 2007.
4. Ontwikkelingsbeeld Noordvleugel 2040
Haarlem/Amsterdam november 2007.
5. Concept Ontwikkelingsvisie Noordvleugel Utrecht 2015-2030 (Eindbalans)
Bestuurlijk Overleg Noordvleugel Utrecht, december 2008.
6. Schaalsprong Almere; duurzaam en bereikbaar.
Visie van de provincie Flevoland op de schaalsprong Almere in tien punten.
Provincie Flevoland, 2009.
7. Concept Koersdocument Structuurvisie Zeewolde
Gemeente Zeewolde, voorstel college van B&W aan de raad, juni 2009
8. Masterplan Almere Pampus
Gemeente Almere, november 2008
9. Drie Ontwikkelingsstrategieën voor Almere Oost
Gemeente Almere, oktober 2008
10. Ruimtelijke Bouwstenen voor het Stedelijk Gebied,
Gemeente Almere, oktober 2008
11. Van Bouwstenen naar drie alternatieven,
Gemeente Almere, oktober 2008
12. Afwegingskader Almere 2010 – 2030. Naar een voorkeursalternatief
Gemeente Almere, februari 2009.
13. Stedelijke Bereikbaarheid Almere,
Gemeente Almere, Flevoland, V&W, februari 2008
14. Almere, Mensen maken de Stad- De Sociale Agenda,
Gemeente Almere, mei 2009.
15. Vooronderzoek SEER Schaalsprong Almere,
Rigo Research en Advies BV, september 2008.
16. Sociaal-economisch effectverkenning voor de Schaalsprong van Almere,
Gemeente Almere, Rigo en Experian, mei 2009.
17. Schaalsprong Almere en de concurrentiekracht woonwijken,
Gemeente Almere, april 2009.
18. Almere Weerwater Optimale inpassing verbrede A6
Gemeente Almere, juni 2009.
19. Economisch Offensief Almere, advies Wim Meijer
Bestuurlijk duo Randstadurgent project Schaalsprong Almere 2030.
20. Almere Inc. – De Economische Visie Almere 2030,
Gemeente Almere, december 2008.
21. De Groenblauwe Hoofdstructuur van Almere 2030,
Gemeente Almere, juni 2009.
22. Marktpotenties Leisure Waterfront Almere
Gemeente Almere, mei 2009.
23. Duurzame Ontwerpconcepten voor watersysteem en ondergrond in Almere Oost.
Gemeente Almere, Deltares juni 2008.
24. Model Quickscan to test Almere-City extentions options. (slibstromen)
Deltares, juni 2009.
25. Upcycle City; Duurzaamheidsagenda voor Almere Oost
Gemeente Almere 2008.
26. Verkenning ruimtelijke inpassing IJmeerlijn.
Gemeente Almere, september 2008.
8
9
Voorwoord
Door Adri Duivesteijn
Almere 2.0: Waar de wensen van mensen
de kracht van de stad vormen
Almere is de jongste stad van Nederland. Het is slechts vijfendertig jaar geleden
dat de eerste heipaal werd gelagen, en dat de eerste inwoners - echte pioniers zich vestigden in de nieuwe polderstad. Waar veel steden honderden jaren oud
zijn, zijn velen van ons ouder dan de stad Almere. We realiseren het ons niet altijd,
maar Almere is een adolescente stad; een stad die volop in ontwikkeling is. Deze
ontwikkeling - de weg naar volwassenheid - raakt de komende jaren opnieuw in
stroomversnelling. Was het dertig jaar terug nog de Rijksoverheid die enkelvoudig
kon beslissen over het stichten van een stad in een lege polder, nu staat de
gemeenteraad voor een vergelijkbare beslissing: de verdubbeling van Almere,
een stad die is ontworpen voor 250.000 inwoners naar een stad die plaats moet
bieden aan 350.000 inwoners. Hoe de ontwikkeling van de toekomstige stad
vorm kan krijgen, staat beschreven in deze Structuurvisie.
De druk op de metropoolregio Amsterdam neemt toe. Het verder bebouwen
van het oude land zet druk op waardevolle groengebieden als de Amsterdamse
Scheggen, de Utrechtse Heuvelrug, het Groene Hart en Waterland. Hoe tegemoet te
komen aan de ruimtevraag van de metropoolregio Amsterdam? Het gaat niet alleen
om ruimte voor woningbouw, maar ook om ruimte voor economische expansie. De
metropool vormt immers ook het internationale economische hart van Nederland.
Het kabinet heeft Almere dan ook gevraagd te groeien. Er moeten 60.000 woningen
en 100.000 arbeidsplaatsen worden gerealiseerd. Almere heeft die ruimte, en vormt
meer en meer een belangrijke schakel in de driehoek Amsterdam-Almere-Utrecht.
Almere kán ook groeien. Nu Almere opnieuw voor een aanzienlijke opgave staat,
wordt duidelijk welke kansen de Almeerse Founding Fathers creëerden toen zij
het idee van een klassieke stad verwierpen, en in het Structuurplan Almere (1977)
kozen voor een meerkernenstad. Het plan dat aanvankelijk werd verguisd
- gerenommeerde stedenbouwers noemden Almere een ‘antistad’ - blijkt nu een
solide basis voor de ontwikkeling van een volwassen, gezonde en duurzame stad.
Almere is, als stad met meer kernen, berekend op groei. De vraag is hoe deze groei
op verantwoorde wijze kan worden vormgegeven.
Wat in ieder geval níet mag gebeuren, is dat de nieuwe Structuurvisie de kwaliteiten
van de bestaande stedenbouwkundige structuur aantast. Doorbouwen volgens het
Structuurplan uit 1977 vormt dan ook de basis van onze plannen. Als het gaat om
de opzet van Almere, bieden in het verleden behaalde resultaten wél garanties voor
de toekomst. Juist door voort te bouwen op het oude plan, worden verleden en
toekomst op consistente wijze met elkaar verweven.
11
10
Hoe willen wij de oorspronkelijke kwaliteiten behouden en versterken, en
tegelijkertijd voldoen aan de vraag naar groei? Wat is nodig om van Almere een
volwassen, complete en duurzame stad te maken? De Structuurvisie Almere 2.0
geeft antwoord op deze vragen.
Voorwaarde is dat de diversiteit van Almere toeneemt. De stad is nu te eenzijdig,
zowel in woningtype, bevolkingssamenstelling als in werkgelegenheid. Het doorbreken van de eenzijdigheid, bijvoorbeeld door het toevoegen van nieuwe en
onderscheidende woon- en werkmilieus, maakt Almere tot een stad die meer
te bieden heeft. Wij geloven nadrukkelijk niet in blauwdrukken. We bieden wel
een doorkijk naar hoe de stad zich na 2030 kan ontwikkelen, omdat wij van onze
voorgangers hebben geleerd dat het essentieel is om tijdig ruimte te reserveren.
De Structuurvisie is toekomstbestendig; het biedt dan ook voldoende ruimte
voor toekomstige ontwikkelingen. We hebben gekozen voor organische
stedenbouw. Dit betekent dat we niet nú bepalen hoe wij invulling geven aan
Almere, maar dat de toekomst bepaalt hoe de stad haar vorm zal krijgen.
Op deze manier creëren wij de mogelijkheid in te spelen op nieuwe (tijds)inzichten,
en om kansen te grijpen wanneer die zich voordoen. De Structuurvisie vormt
feitelijk een kader of raamwerk, dat mensen uitdaagt zélf initiatief te nemen, met
alle creativiteit, energie en gedrevenheid die daarmee gepaard gaat. In Almere
maken mensen de stad.
In de Structuurvisie is expliciet gekozen voor het ontwikkelen van een duurzame
stad die fysiek, economisch en sociaal is verankerd in de omliggende omgeving.
Wij kiezen daarbij voor een alzijdige ontwikkeling; een ontwikkeling in westelijke
én oostelijke richting. Deze keuze wordt verbeeld in de ‘Schaalsprongas’.
De as start letterlijk ín de metropoolregio Amsterdam zelf, om vervolgens via de
IJmeerlijn de stap te maken naar Almere. Deze robuuste (OV-)verbinding is
voorwaardelijk voor een gezonde groei van Almere. Wanneer de aanleg van de
IJmeerlijn wordt gecombineerd met het onontkoombare ecologisch herstel van het
Markermeer en IJmeer - door middel van de aanleg van wetlands - ontstaan er
mogelijkheden voor het creëren van unieke woon- en werkmilieus, waarin stad en
water kunnen worden gecombineerd. Dit eiland - of IJland, zoals wij het noemen vormt de ‘stepping stone’ naar de metropoolregio. Het is letterlijk en figuurlijk een
verbindende schakel in de dubbelstad Amsterdam-Almere. In Almere IJland en
Almere Pampus worden meer stedelijke woon- en werkmilieus toegevoegd. Een
verrijking voor Almere, dat nu grotendeels bestaat uit grondgebonden woningen.
Almere Centrum zal vorm krijgen rondom het Weerwater. De ligging is uniek: een
dynamisch stadshart aan de ene zijde, een optimaal bereikbare snelweglocatie er
tegenover. Door beide zijden te ontwikkelen wordt het Weerwater het mentale hart
van de stad. Hier kan de sociale, economische en culturele kracht van de stad
lokaal maar ook regionaal en nationaal optimaal tot ontwikkeling komen.
Langs de lijn van organische stedenbouw, wordt in Almere Oosterwold een breed
scala aan landelijke woon- en werkmilieus gerealiseerd; niet alleen als logische
tegenhanger van de stedelijke westzijde van de stad, maar ook in aansluiting op
de kwaliteiten van de Gooi- en Vechtstreek. Daarnaast biedt dit gebied tal van
reservelocaties voor hoogwaardige stedelijke voorzieningen.
Door de nieuwe bouwopgave vorm te geven langs de Schaalsprongas, blijft de
hoofdstructuur van het bestaand stedelijk gebied - Almere Haven, Almere Stad
en Almere Buiten - behouden. Wij doen dat uit respect voor de oorspronkelijke
structuur, en omdat het de bewoners vrijwaart van de negatieve effecten en de
onrust die ook met groei gepaard gaan.
Om het bestaand stedelijk gebied vervolgens samen met de bewoners meer
kracht te geven, en tegen te gaan dat de leefbaarheid achteruit gaat. Er mogen
veranderingen komen, maar langs een geleidelijke weg van transformatie, en
altijd in goed overleg en op basis van de behoeften van de betrokken bewoners
en bedrijven. De integrale wijkaanpak is daarvoor de geëigende manier.
13
12
Namens het college van burgemeester en wethouders,
Adri Duivesteijn,
Wethouder voor Duurzame en Evenwichtige Ontwikkeling Almere
Almere, 26 juni 2009
De Schaalsprong van Almere is meer, veel meer, dan het invullen van een
uitleglocatie. Het gaat letterlijk en figuurlijk om het maken van een stad.
Wij geloven dat wij met de Structuurvisie - die in overleg met de bestuurlijke
vertegenwoordigers van de provincies Flevoland, Noord-Holland en Utrecht, de
gemeenten Amsterdam, Lelystad, Zeewolde, het Waterschap Zuiderzeeland en
het ministerie van VROM is opgesteld - naast een ruimtelijke ook een sociale en
economische strategie hebben ontwikkeld die én de metropoolregio Amsterdam,
én de noordvleugel Utrecht, én Almere zal gaan versterken. Deze majeure opgave
kan alleen slagen als de regering de Schaalsprong van Almere opvat als een
nationale opgave. Een opgave die bovendien dienstbaar is aan één van de meest
indringende vraagstukken van vandaag: hoe een werkelijk duurzame stad vorm te
geven? Met de uitwerking van de Almere Principles - zeven richtlijnen voor een
ecologisch, sociaal en economisch duurzame toekomst - kan Almere de nationale
proeftuin op het gebied van duurzaamheid worden.
Bij het opstellen van de Structuurvisie gaat het al snel over plannen en bouwen.
Het gaat ook om indrukwekkende getallen. Toch is de Schaalsprong van Almere
primair een kwalitatieve opgave. Een opgave die zich richt op het bouwen aan
voorwaarden waarbinnen een samenleving kan functioneren. Iedere beslissing
die nu wordt genomen, heeft invloed op het functioneren van de Almeerse
samenleving straks. Het is dan ook onze diepste wens dat Almere 2.0 vooral
gemaakt gaat worden door de mensen zelf. De Structuurvisie moet het kader zijn
waarbinnen mensen de ruimte krijgen zelf initiatieven te ontplooien. Als dat lukt
dan zijn het de wensen van mensen die in 2030 de kracht van de stad vormen!
Voor Han Lammers en Teun Koolhaas.
Hun bestuurlijke en creatieve gave vormen een inspiratie
voor ons die aan de Structuurvisie werkten.
14
Almere is een meerkernige suburbane stad
in het groen
15
1
16
17
Inleiding
1. Inleiding
“En nu onze ruimtelijke nood hoog gestegen is, en bij de ruimtelijke ordening het accent steeds
meer op de ordening en steeds minder op de ruimte valt, biedt het Zuiderzeeproject een unieke
kans om in de onmiddellijke nabijheid van de Randstad, centraal gelegen in ons land, nieuwe
woon-, werk- en recreatiegebieden in te richten, volgens de eisen die in de toekomst worden
gesteld en passend in de ontwikkeling van ons land als geheel.”
J.A. Bakker, minister van Verkeer en Waterstaat, 1970
De Randstad is op zoek naar ruimte om te groeien in omvang en kwaliteit. Het kan
deze ruimte vinden in Almere. Dat is niet voor het eerst aan de orde. Bijna vijftig
jaar geleden werd voor het eerst gedacht over een ‘gebied binnen stedelijke
sfeer’ in de zuidwestelijke punt van de toen nog niet bestaande polder Zuidelijk
Flevoland. Tien jaar later, in 1970, kreeg de globale opzet van het nieuwe stedelijke
gebied vorm en deed de naam ‘Almere’ haar intrede. Sindsdien is er gestaag
ontworpen en gebouwd aan deze nieuwe stad voor een kwart miljoen inwoners.
Een stad met een eigen identiteit, en ook een stad die vanaf het begin nadrukkelijk
in dienst heeft gestaan van de Randstad de economische motor van Nederland.
En een stad met thans 190.000 inwoners, die hier hun geliefde woon- werk- en
leefomgeving hebben.
Het Rijk en de regio hebben opnieuw hun ogen laten vallen op Almere voor een
omvangrijke ontwikkeltaak. De metropoolregio Amsterdam en de NV Utrecht zijn
de demografische zwaartepunten en economische koplopers van het land.
Op internationaal niveau verliest de metropoolregio echter positie. Stedelijke
uitbreidingen zitten tot op en over de rand van waardevolle gebieden zoals de
Stelling van Amsterdam, het Groene Hart, de Utrechtse Heuvelrug en de scheggen
van Amsterdam en Waterland. De vraag naar ruimte - voor woningen en voor
economische expansie - blijft echter toenemen. Almere kan deze ruimte bieden.
Er is plaats voor 60.000 nieuwe woningen en 100.000 nieuwe arbeidsplaatsen in
de periode 2010-2030. Vanuit de overtuiging dat de groei kan bijdragen aan de
ontwikkeling van de regio en Almere als een duurzame stad, wil Almere graag
aan deze vraag voldoen. De toekomst van Almere wordt hiermee opnieuw in
het perspectief van het nationale belang geplaatst.
De toekomst van Almere
is van nationaal belang.
Tegen deze achtergrond hebben het Rijk en Almere op 29 oktober 2007 het RUcontract Schaalsprong Almere 2030 getekend. In dit contract staat verwoord, dat
de gemeente Almere een Structuurvisie in afstemming met de regio zal opstellen.
Deze Structuurvisie bevat de inhoudelijke uitwerking van de Schaalsprong, zodat
een duurzame stad ontstaat, die de metropoolregio versterkt. Het Rijk belooft zich
in te zetten voor de noodzakelijke condities voor de Schaalsprong.
18
1. Inleiding
De Schaalsprong heeft weliswaar een nationale, regionale en lokale betekenis,
maar de feitelijke groei vindt vooral op lokaal niveau plaats. De naam ‘Schaalsprong’
drukt uit dat Almere door de groei tot een andere categorie steden gaat behoren.
Hier horen andere kenmerken, andere kansen en andere verantwoordelijkheden
bij dan voorheen. De Schaalsprong opent nieuwe mogelijkheden voor Almere.
Tegelijkertijd moet de ontwikkeling in nauwe relatie staan tot het bestaande deel
van de stad. De Schaalsprong roept de vraag op wat het voor een stad betekent
om in vijftig jaar te groeien van nul naar de 190.000 inwoners van nu, en vervolgens door te groeien naar 350.000 inwoners in 2030. Met deze groei gaat
Almere behoren tot de vijf grootste steden van Nederland.
Onvermijdelijk gaat de Concept Structuurvisie over de toekomstige ruimtelijke
structuur van de stad. Het beschrijft de noodzaak van een sociaal programma en
de aanwezigheid van culturele voorzieningen, die bij een grote stad horen. Het
gaat in op de interventies voor een economisch programma. Het beschrijft de
relatie tussen de stad en de metropoolregio. Maar in essentie wordt in de Concept
Structuurvisie de basis gelegd voor een samenleving met 350.000 mensen. Zij
vormen de kracht van de stad. Zij brengen leven in de stad. Zij maken de stad.
De Concept Structuurvisie Almere 2.0 is de inhoudelijke uitwerking van de
Schaalsprong. De integrale opgave van de Schaalsprong is in Almere 2.0
doordacht en in haar consequenties uitgewerkt. Hiermee gaat Almere 2.0 verder
dan een traditionele ruimtelijke Structuurvisie. Het is een document, dat alle
inhoudelijke elementen omvat die een causale relatie hebben met de Schaalsprong.
De visie strekt zich verder uit over een groter grondgebied dan Almere. Zij is
ingebed in de nationale Structuurvisie Randstad 2040 en in het Ontwikkelingsbeeld Noordvleugel 2040 van de metropoolregio Amsterdam. Deze Concept
Structuurvisie is nog geen Structuurvisie in de zin van de Wro (nieuwe Wet
ruimtelijke ordening). Het gaat om een visie, die als opmaat dient voor in een
later stadium vast te stellen formele Structuurvisie in de zin van de Wro.
Aan de Concept Structuurvisie liggen diverse deelstudies ten grondslag. Deze
zijn voor een groot deel coproducties van Rijk, regio en Almere. Op basis van de
deelstudies is Almere 2.0 samengesteld. Ook de Concept Structuurvisie is in
nauwe afstemming met verschillende regionale overheden - de Provincies
Flevoland, Noord-Holland en Utrecht, de gemeenten Amsterdam, Lelystad en
Zeewolde en het Waterschap Zuiderzeeland - tot stand gekomen. De ambities en
keuzen die in de Concept Structuurvisie staan geformuleerd, kunnen dan ook
rekenen op een breed regionaal bestuurlijk draagvlak. Het koersdocument voor de
Structuurvisie van de gemeente Zeewolde gaat voor het oostelijke plangebied van
de Schaalsprong uit van de kaders voor Almere 2.0. Daarnaast zijn gedurende het
planvormingsproces gesprekken gevoerd met de gemeenteraad, inwoners van
19
1. Inleiding
Almere, experts, departementen, maatschappelijke organisaties, (nationale)
instituten en omliggende gemeenten. De inzichten van deze richtinggevende,
consulterende en informatieve dialogen zijn verwerkt in de Concept Structuurvisie
Almere 2.0.
Almere 2.0 is opgebouwd uit een hoofdtekst, die de hoofdlijnen van de visie
beschrijft, aangevuld met en begeleid en onderbouwd door neventeksten. Aan
deze Structuurvisie liggen tientallen rapporten ten grondslag. Het bevat een unieke
rijkdom aan informatie op alle aspecten, die gerelateerd zijn aan het verdubbelen
van een stad. Deze informatie is voor een groot deel terug te vinden op de
bijgevoegde cd-rom. Daarnaast wordt de Structuurvisie letterlijk verbeeld in
de bijgevoegde film.
Leeswijzer
Hoofdstuk 2 geeft een beschrijving van de ambities van het Rijk, de regio en Almere voor de
Schaalsprong. Hierbij worden de uitgangspunten uiteengezet voor een ecologisch, sociaal en
economisch duurzame schaalsprong.
In hoofdstuk 3 wordt een overzicht gegeven van de verkenningen die ten grondslag liggen
aan de Structuurvisie. Dit biedt een analyse van en inzicht in in de relevante aspecten van de
Schaalsprong.
In hoofdstuk 4 zijn op basis van de verkenningen drie alternatieven opgesteld voor de
Schaalsprong. Het hoofdstuk sluit af met de weging van de alternatieven en het raadsbesluit
over de gewenste ontwikkelingsrichting voor Almere 2.0.
In hoofdstuk 5 wordt deze richting verdiept vanuit het perspectief van een ecologische, sociale
en economische duurzame Schaalsprong. Dit leidt tot een samenvattend ruimtelijk beeld: de
Schaalsprongas.
In hoofdstuk 6 wordt het ruimtelijke programma voor de Schaalsprong uitgewerkt.
In hoofdstuk 7 volgen de gebiedsuitwerkingen voor het raamwerk van infrastructuur en de
groenblauwe hoofdstructuur, de nieuwe en bestaande stadsdelen. De beschrijvingen bevatten
een mogelijke inrichting van de gebieden.
Hoofdstuk 8 en 9 gaan tot slot in op de uitvoering van de Schaalsprong en het vervolgproces.
20
1. Inleiding
21
De Schaalsprong van Almere is gelijktijdig
een regionale en een lokale opgave.
22
23
2
24
25
Opgave en ambitie
Opgave en ambitie
2.
2.1 Inleiding
26
2. Opgave en ambitie
2.2 Nationaal en regionaal perspectief
2.1 Inleiding
2.2 Nationaal en regionaal perspectief
In 2007 heeft het Kabinet de gemeente Almere gevraagd te onderzoeken of en
hoe 60.000 nieuwe woningen en 100.000 extra arbeidsplaatsen kunnen worden
gerealiseerd. Het resultaat is de Structuurvisie Almere 2.0. Deze Structuurvisie laat
zien op welke wijze de Schaalsprong het beste kan plaatsvinden. In dit hoofdstuk
komen de motieven voor de Schaalsprong aan de orde. Waarom wil de rijksoverheid een grootschalige uitbreiding van Almere? Waarom wil Almere hieraan
meewerken? Wat zijn de doelen en belangen van Rijk, regio en gemeente, en in
welke ambities vinden zij elkaar? Deze vragen worden eerst vanuit het nationale
en regionale perspectief bezien en vervolgens vanuit het Almeerse perspectief.
Zo ontstaat het beeld van een dubbele uitdaging en van een opgave met een
eigen karakter.
Stedelijke regio’s worden steeds meer de centra, waar de internationale kracht
zich openbaart. Doorslaggevend voor de kracht van de regio zijn de kwaliteiten van
de woonlocaties, de culturele voorzieningen en de bereikbaarheid in combinatie
met economische concentratievoordelen. Maar ook de aanwezigheid van
waardevolle en mooie natuur en waterrijke gebieden wegen mee bij de keuze voor
de vestigingsplaats van (inter)nationale bedrijven. Door uitstekende kwaliteiten te
bieden kan een regio in de mondiale hiërarchie een toppositie verwerven.
Voor een land zijn succesvolle steden en regio’s bepalend voor de internationale
positie. Landen, die hun groeivermogen willen versterken, doen er beter aan te
investeren in deze sterke regio’s. Een goed functionerende regio onderscheidt zich
niet alleen als geheel van andere regio’s, maar bestaat zelf ook uit een netwerk
van kernen met eigen specialisaties. Deze filosofie is onderkend in de Nota Ruimte.
De Schaalsprong als culturele opgave
Het bouwen aan de stad is een cultureel proces in de breedste zin van het woord. Het is
mensenwerk, het weerspiegelt idealen, dromen en belangen, en het is een expressie van de
wijze waarop mensen zich met elkaar verhouden. Steden zijn producten en graadmeters van de
beschaving, en tegelijkertijd vormen zij het raamwerk waarbinnen de samenleving kan gedijen.
‘De vroegere beschavingen beschouwden steden niet als iets beschamends of onvermijdelijks,
maar als bewuste scheppingen voor wier aanleg, onderhoud en verfraaiing men zich terecht
offers getroostte’, schrijft de historicus Donald Olsen in zijn boek De stad als kunstwerk. Dit
geldt voor vroegere beschavingen maar ook in onze eigen tijd en in onze beschaving. Het geldt
zeker in Almere, dat als 20e eeuwse new town nadrukkelijk een bewuste schepping is. De
huidige generatie heeft onverminderd de taak zich in te spannen voor aanleg, onderhoud en
verfraaiing van de bestaande en de toekomstige stad.
Dit besef van culturele verantwoordelijkheid, niet alleen voor nu maar ook voor een lange
toekomst, ligt aan de basis van Almere 2.0.
De internationale
concurrentiekracht van de
Randstad staat onder druk.
In Nederland is de Randstad zo’n regio met kracht en kwaliteit. Maar de internationale concurrentiekracht van de Randstad staat onder druk. De regio daalt
op de verschillende ranglijsten en behoort nu tot de middenmoot. Belangrijke
oorzaken zijn een teruggang van bereikbaarheid en leefbaarheid -zeker met oog
op de hoge eisen die tegenwoordig worden gesteld - en de toenemende internationale concurrentie van andere regio’s.
Het Kabinet besteedt daarom speciale aandacht aan deze regio in de Structuurvisie Randstad 2040. De Randstad vereist een ‘kwaliteitsstrategie’, die zich op
duurzaamheid en verscheidenheid richt. Volgens het Kabinet ‘moet deze inzet
leiden tot een topregio die veelzijdig en veelkleurig is en een grote afwisseling kent
met sterke steden en aantrekkelijke landschappen. Kortom, tot een plek waar het
prettig leven, wonen en werken is. De Randstad als duurzame topregio is een
Randstad die uitblinkt in een evenwichtige ontwikkeling van ecologische,
economische en sociaal-culturele waarden, waarbij ook in de behoeften
van toekomstige generaties kan worden voorzien.’
27
Opgave en ambitie
2.
2.2 Nationaal en regionaal perspectief
28
2. Opgave en ambitie
Formeel kader
Rijk
- Vijfde nota over de ruimtelijke ordening (VROM, 2002): Bescherming waardevolle
landschappen (o.a. Groene Hart). Almere heeft een rol in de opvang van nieuwe
verstedelijking binnen de Deltametropool.
- Nota Ruimte (VROM, 2004): bescherming waardevolle landschappen (o.a. Groene Hart) en
groei van Almere met 45.000 woningen in 2010-2030.
- Noordvleugelbrief (Kabinet, 2006): Versterking internationale concurrentiepositie,
bescherming waardevolle landschappen, groei van Almere met 60.000 woningen en
100.000 arbeidsplaatsen. Principebesluit over buitendijks bouwen en IJmeerlijn in 2009.
- Programma Randstad Urgent (Kabinet, 2007): Bescherming waardevolle landschappen.
Ruimte voor economische expansie en betere bereikbaarheid. Schaalsprong Almere is
nodig ter versterking van internationale concurrentiepositie Randstad.
2.2 Nationaal en regionaal perspectief
Gemeente Almere
- Structuurplan Almere 2010 (gemeente Almere, 2003): houdt rekening met een
Schaalsprong op beide flanken, IJmeerlijn en Stichtselijn. Dit structuurplan is in 2008
vastgesteld als Structuurvisie conform de nieuwe WRO.
Het vigerende Structuurplan Almere 2010
(2003) noemt in de ‘doorkijk naar 2030’
de gebieden Pampus buitendijks en
‘Spiegelhout’ als belangrijke uitleglocaties
Overzichtskaart van de 33 projecten die deel
uitmaken van het rijksprogramma Randstad
Urgent. Voor Almere zijn vier projecten in het
bijzonder relevant: de Schaalsprong Almere
(rode cirkel), de toekomstagenda Markermeer
en IJmeer (blauwe rand), openbaar
vervoersstudie Schiphol-Amsterdam-AlmereLelystad (zwarte stippellijn) en de planstudie
naar de weguitbreiding Schipol-AmsterdamAlmere (oranje lijn)
Het Kabinet kiest er in de Structuurvisie Randstad 2040 voor om ‘wat internationaal sterk is, sterker te maken’, om zo een internationaal concurrerend
vestigingsklimaat te ontwikkelen. Dit betekent: inzetten op het versterken van de
positie van de metropoolregio Amsterdam en de krachtige functies van Rotterdam,
Den Haag en Utrecht, om vervolgens deze sterke punten ten goede te laten komen
aan de Randstad en aan heel Nederland.
- RU-contract Schaalsprong Almere 2030 (Almere - Kabinet, 2007): wederzijdse afspraak
Rijk en Almere om in 2009 afspraken te maken over de Schaalsprong Almere (60.000
woningen en 100.000 arbeidsplaatsen) ter versterking van regio en Almere. Besluitvorming
in samenhang met IJmeerlijn en TMIJ.
- Structuurvisie Randstad 2040 (VROM, 2008): bescherming waardevolle landschappen
(o.a. Groene Hart). Almere is grootste verstedelijkingslocatie van de Randstad met
60.000 woningen en 100.000 arbeidsplaatsen. Hiermee ontstaat economische driehoek
Amsterdam - Almere - Utrecht.
Regio
- Provinciaal Omgevingsplan Flevoland (Provincie Flevoland, 2006): faciliteert mogelijkheden
voor de Schaalsprong op beide flanken inclusief IJmeerlijn en Stichtselijn.
- Ontwikkelingsvisie Noordvleugel Utrecht 2015-2030 (Noordvleugel Utrecht, 2006):
bescherming waardevolle landschappen (o.a. Utrechtse heuvelrug). Almere is locatie voor
realisering 15.000 woningen en werklocaties uit regio Utrecht.
- Ontwikkelingsbeeld Noordvleugel 2040 (Metropoolregio Amsterdam, 2007): Bescherming
waardevolle landschappen (o.a. Waterland, scheggen van Amsterdam). Versterking
internationale concurrentiepositie. Schaalsprong en IJmeerlijn zijn essentieel voor de
ontwikkeling Metropoolregio Amsterdam.
- Koersdocument Structuurvisie Zeewolde (gemeente Zeewolde, 2009): stemt overeen met
de uitgangspunten voor de Schaalsprong Almere.
Om deze ambitie te verwezenlijken, moet in de komende decennia ruimte worden
gevonden voor nieuwe en hoogwaardige woon- en werkmilieus. In de gehele
Randstad is volgens ramingen behoefte aan een half miljoen nieuwe woningen,
waarvan meer dan de helft bestemd is voor de noordelijke Randstad. Tot 2030 gaat
het daar om tenminste 150.000 nieuwe woningen en een groot areaal voor bedrijven
en voorzieningen in de metropoolregio Amsterdam en 69.000 woningen in de regio
Utrecht. De oplossing voor deze dringende opgaven wordt voor een deel gezocht in
verdichting van de bestaande steden en voor een deel in uitbreidingslocaties.
Zowel in de Structuurvisie Randstad 2040 als in de eerder verschenen
Noordvleugelbrief (2006) en Programma Randstadurgent (2007) dicht het Rijk
Almere een belangrijke rol toe. In Almere is voldoende ruimte. Deze ruimte kan
elders slechts met moeite worden vrijgemaakt of leidt tot aantasting van
waardevolle gebieden. Daar komt bij dat de stad zich bevindt op het scharnierpunt
van de grote stedelijke centra Amsterdam en Utrecht, niet ver van Schiphol, aan de
29
Ogave en ambitie
2.
2.2 Nationaal en regionaal perspectief
poort naar het noorden en omringd door aantrekkelijke gebieden als het IJmeer,
het Markermeer, de Oostvaardersplassen en de Utrechtse Heuvelrug. Dat maakt
Almere tot ‘de grootste verstedelijkingslocatie in de Randstad tot 2040’, aldus
het Kabinet in de Structuurvisie Randstad 2040.
De Randstad heeft ruimte
nodig om te groeien en
Almere heeft die ruimte.
‘De ontwikkeling van Almere zal integraal deel uitmaken van de ontwikkeling van de
regio Amsterdam en van het IJmeer. (...) Almere moet in nauwe samenhang met
Amsterdam worden ontwikkeld, een positieve aantrekkingskracht krijgen en
bijdragen aan de diversiteit van de woningmarkt van de gehele noordelijke
Randstad. ... Met de ontwikkeling van Almere ontstaat een economische driehoek
Amsterdam-Almere-Utrecht als stedelijk zwaartepunt van de noordelijke Randstad.’
Deze visie is eveneens terug te vinden in zowel het Ontwikkelingsbeeld
Noordvleugel 2040 (2008) van de metropoolregio Amsterdam als de visie Utrecht
2040 van de Noordvleugel Utrecht (2007). Beide visies ondersteunen de inzet van
het Kabinet om de troefkaart van Almere te spelen in de ambitie te komen tot een
versterking van de internationale concurrentiepositie.
De Structuurvisie Randstad 2040 (2008)
benoemt de economische driehoek
Amsterdam-Almere-Utrecht als stedelijk
zwaartepunt voor de noordelijke Randstad
30
2. Opgave en ambitie
2.2 Nationaal en regionaal perspectief
Kernopgave Randstad 2040
In de Structuurvisie Randstad 2040 (2008) schetst het Kabinet de gewenste ruimtelijke
ontwikkeling van de Randstad in de komende decennia. De Structuurvisie bouwt voort op onder
meer de Nota Ruimte en het programma Randstad Urgent en streeft naar een samenhangend
ruimtelijk beeld. De visie bevat zowel kwantitatieve als kwalitatieve doelstellingen.
Kwantitatief
De kwantitatieve doelstellingen van Randstad 2040 zijn gebaseerd op de verwachte
demografische en economische ontwikkelingen. Anders dan in de rest van Nederland wordt
in de Randstad, en vooral in het noordelijke deel, in de komende decennia nog geen krimp
verwacht. De bevolking blijft groeien en bij een voortgaande huishoudenverdunning groeit het
aantal huishoudens nog sterker. Afhankelijk van het gekozen economisch scenario wordt de
woningbehoefte voor de hele Randstad in de periode 2010-2040 geschat op 493.000 tot ruim
1.000.000 nieuwe woningen.
In de Structuurvisie is het lage scenario maatgevend. Er zijn ‘ten minste circa 500.000
nieuwe woningen’ nodig in de Randstad, ‘waarvan circa 100.000 na 2030’. De bestuurlijke
afspraken over de woningbehoefte tot aan 2030 komen hiermee globaal overeen maar zijn iets
specifieker: 150.000 woningen in de Noordvleugel, 69.000 in de regio Utrecht, en 165.000 in
de Zuidvleugel.
Kwalitatief
Het Kabinet streeft met Randstad 2040 ‘naar een duurzame en concurrerende Europese
topregio’. Het wil deze toppositie bereiken door een samenhangende ontwikkeling en uitvoering
van economisch, ecologisch, sociaal en ruimtelijk beleid:
‘De Randstad als duurzame topregio is een Randstad die uitblinkt in een evenwichtige
ontwikkeling van ecologische (‘planet’), economische (‘profit’) en sociaal-culturele (‘people’)
waarden, waarbij ook in de behoeften van toekomstige generaties kan worden voorzien.
Duurzame ontwikkeling staat dan ook voor een integrale benadering gericht op het verbinden
van people, planet en profit met behoud van ontwikkelmogelijkheden in de toekomst’.
Over de kwaliteitsstrategie in het verstedelijkingsbeleid schrijft het Kabinet:
‘Een grote bedreiging voor de Randstad vormt de eenvormigheid en het gebrek aan diversiteit
in woon-, werk- en leefmilieus. Dit vermindert de aantrekkingskracht op verschillende leefstijlen
en doelgroepen die voor de economische en sociale vitaliteit van de steden cruciaal zijn.
De contrasten tussen plekken en tussen stad en land moeten worden vergroot. Heel hoge
dichtheden moeten voorkomen naast heel lage dichtheden aansluitend bij de historie en de
kwaliteit van wijk of buurt. Beide woonmilieus moeten worden versterkt op een manier die
tegelijkertijd bijdraagt aan klimaatbestendigheid, veiligheid, gezondheid, welzijn en sociale
samenhang. Om contrasten te kunnen vergroten, kiest het Kabinet enerzijds voor verdere
bundeling en verdichting en anderzijds voor meer ruimte voor groene woon- en werkmilieus.’
Bron: Ministerie van VROM, Structuurvisie Randstad 2040 (2008)
31
Opgave en ambitie
2.
2.3 Almeers perspectief
2. Opgave en ambitie
32
2.3 Almeers perspectief
Almere is een stad met circa 190.000 inwoners, die verknocht zijn geraakt
aan de stad. Zij wonen in een groene waterrijke omgeving, participeren in het
maatschappelijke leven, gaan naar school, werken en maken gebruik van diverse
stedelijke voorzieningen. Gelijktijdig is de Almeerder zich ook bewust van de
sleutelpositie, die de stad inneemt in de ontwikkeling van de noordelijke Randstad
en de metropoolregio Amsterdam. Dankzij Almere kan de regio zich blijven
ontwikkelen en haar dynamiek behouden.
2.3 Almeers perspectief
heeft Almere in ruimtelijk opzicht het vermogen om een verdere groei te
accommoderen. Almere heeft kwantitatief gezien voldoende ruimte voor de
Schaalsprong. Ook in kwalitatief opzicht kan aan de uitbreidingsbehoefte van de
regio worden voldaan. De nabijheid van Amsterdam en Utrecht en de ligging aan
IJmeer / Markermeer, Oostvaardersplassen en het toekomstige Oostvaarderswold
biedt kansen om op grote schaal unieke woon-, werk- en leefmilieus te creëren.
Prognose voor de bevolkingsgroei van
Almere en programmatoename van het
aantal woningen en arbeidsplaatsen tussen
2010 en 2030
Sinds het rapport Verkenningen over de ontwikkeling van de nieuwe stad
‘Almere’ in Flevoland (1970) is de maximumomvang van 250.000 inwoners
een vaststaand gegeven. De uitwerking veranderde, maar de hoofdlijnen bleven
gelijk. ‘Almere: robuust in de hoofdstructuur, speels in de details’, zo typeerde
Teun Koolhaas, stedenbouwkundige en één van de ‘peetvaders’ van Almere,
de strategie voor deze new town.
Een robuuste hoofdstructuur
“Het meest kenmerkend van het structuurplan voor Almere (250.000 inwoners) is de opbouw uit
meerdere kernen met daartussen en er omheen landelijk gebied met recreatieve, agrarische en
natuurlijke bestemmingen. (...) De structuur is opgebouwd om een centrale kern - Almere - Stad met een capaciteit voor 80 à 100.000 inwoners en centrumfuncties (...) voor geheel Almere. Het
hoofdcentrum van Almere ligt in deze kern nabij het hoofdstation.
Ter weerszijden van Almere-Stad liggen Almere-Haven (20-25.000 inwoners) aan het Gooimeer
en Almere-Buiten (35-40.000 inwoners) richting Lelystad aan de raillijn en hoofdwegen. Ten
westen en oosten van Almere Stad treft men respectievelijk aan Almere-Pampus (50-60.000
inwoners) aan het IJmeer en het kleine kernencomplex aan de oostkant met kernen van 5 à
10.000 inwoners tesamen een capaciteit hebbend van 35 à 45.000 inwoners.”
Bron: Structuurplan Almere, Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders, 1983
De Schaalsprong betekent
een verdubbeling van
Almere in al haar facetten.
De nieuwe opgave voor Almere gaat voor het eerst uit van een wezenlijk
grotere stad, die ongeveer 350.000 inwoners zal tellen. Almere maakt een
sprong voorwaarts. Het wordt een stad van een andere categorie. Dat maakt
de Schaalsprong tot een bijzondere opgave. Almere wordt een wezenlijk
andere stad dan de plannenmakers vanaf 1970 voor ogen heeft gestaan.
Hoewel de aard en de omvang van de Schaalsprong (60.000 nieuwe woningen
en 100.000 extra arbeidsplaatsen) afwijkt van de oorspronkelijke uitgangspunten,
De Schaalsprong gaat om een verdubbeling van een stad in al haar facetten.
Denk bijvoorbeeld aan de infrastructuur, woningen, banen, musea, winkels, cultuur,
cafés, groen, water, sportvoorzieningen en verenigingen. Het gemeentebestuur
van Almere is positief over deze groeiopgave als de stad in staat wordt gesteld
om op een verantwoorde wijze te groeien. Het gaat om het creëren van een
omgeving, waarin mensen met plezier willen wonen, werken en leven.
Waar mensen zich thuis voelen. Waar klein- en grootschalige economieën tot
ontwikkeling kunnen komen. Waar mensen met plezier heen gaan. Een stad
waar Almeerders trots op kunnen zijn.
Kortom de Schaalsprong is zowel op regionaal als lokaal niveau een kwalitatieve
opgave, waaraan de kwantitatieve doelstellingen dienstbaar zijn.
33
2. Opgave en ambitie
2.4 Dubbele uitdaging
2.4 Dubbele uitdaging
In de Schaalsprong komen de nationale, regionale en lokale ambities bij elkaar.
Nationaal en regionaal wordt ingezet op de versterking van de internationale
concurrentiepositie van de Randstad en op het behoud van waardevolle landschappen. Almere gebruikt de Schaalsprong om op een verantwoorde wijze uit
te groeien tot een grote en tegelijkertijd duurzame stad. Het geheel is meer dan
een som der delen; er is sprake van synergie.
Een vitale Randstad is
in het belang van Almere
en een duurzaam Almere
biedt meerwaarde voor
de Randstad als geheel.
Deze dubbele uitdaging is uitgewerkt in het RU-contract Schaalsprong Almere
2030. Op 27 oktober 2007 zetten wethouder Adri Duivesteijn van Almere en
minister Jacqueline Cramer namens het Kabinet hun handtekening onder dit
contract. In het contract staat aangegeven:
‘Rijk en regio kiezen voor een metropolitane strategie voor de Noordvleugel met als
doelen: de versterking van de internationale concurrentiepositie, vergroting van de
leefbaarheid en het ontzien van kwetsbare gebieden. Een duurzame economische
groei vraagt om een hoogwaardig vestigingsklimaat. In samenhang met de verbetering van de bereikbaarheid is de opgave om in de Noordvleugel aantrekkelijke
nieuwe woon/werklocaties te ontwikkelen. Almere heeft kwantitatief ruimte voor
de ontwikkeling van 60.000 nieuwe woningen en extra werklocaties - in totaal
100.000 nieuwe arbeidsplaatsen. Ook kan in Almere kwalitatief aan de
uitbreidingsbehoefte worden voldaan.’
‘De groeikansen van Almere betekenen een dubbele uitdaging. Enerzijds groeit
Almere uit tot een integraal onderdeel van de Noordvleugel. De stad draagt bij
aan de economische structuurversterking van het gehele gebied. Amsterdam en
Almere vormen sociaal-economisch een dubbelstad. De steden zijn complementair
aan elkaar. Anderzijds ontwikkelt Almere binnen die context een eigen herkenbare
identiteit met volwaardige economische en maatschappelijke voorzieningen. De
stad ontwikkelt zich tot een complete, evenwichtige stad, met grootstedelijke en
34
2. Opgave en ambitie
2.4 Dubbele uitdaging
culturele voorzieningen (...) De gemeente Almere staat positief tegenover deze
groeiopgave mits aan een aantal randvoorwaarden wordt voldaan. Het betreft een
aantal (nu nog ontbrekende) voorwaarden waarmee de stad in staat wordt gesteld
om uit te groeien tot een duurzame, evenwichtige en complete stad. De
voorwaarden voorzien er ook in dat negatieve effecten op lokaal, regionaal en
nationaal niveau worden vermeden.’
Als gezamenlijk doel leggen Rijk en Almere vast: ‘De doorgroei van Almere naar
een complete stad met 350.000 inwoners in 2030 met een eigen herkenbare
identiteit, door de bouw van 60.000 woningen, het volwaardig doorontwikkelen
van de sociaal-economische structuur met een goede bereikbaarheid via de weg
en openbaar vervoer, onder gelijktijdige versterking van de groenblauwe structuur.’
Het contract voegt hieraan de ambitie van duurzame ontwikkeling toe: ‘Het Rijk en
Almere hebben gezamenlijk de ambitie om de thema’s duurzaamheid en ecologie
als leidende en richtinggevende principes in de stedelijke ontwikkeling te hanteren.
Deze principes worden ingezet op alle onderdelen van de Schaalsprong Almere
2030, en vertaald in de ontwerpmethodiek. Hierbij wordt ingezet op het
duurzaamheidsprincipe cradle - to - cradle en de biodiversiteit in het stedelijk
groen. Deze thema’s worden bepalend voor de eigen identiteit van Almere met
bijbehorende aantrekkelijke woon-, werk- en leefmilieus. (...) De ambitie is om
hiermee een nieuwe standaard te zetten voor de toepassing van
duurzaamheidprincipes bij gebiedsontwikkeling.’
Rijk en Almere spreken af dat zij eind 2009 de afspraken over de Schaalsprong
zullen vastleggen in een Integraal Afsprakenkader (IAK) Almere 2030. Hiervoor is
deze Structuurvisie de inhoudelijke basis. Op basis van het IAK Almere 2030 start
in 2010 de (gefaseerde) uitvoering van de Schaalsprong Almere.
35
Opgave en ambitie
2.
2.5 Duurzame ontwikkeling
2.5 Duurzame ontwikkeling
De Schaalsprong is ondanks een indrukwekkende groeiopgave vooral ook een
kwalitatieve opgave. De groei moet leiden tot een -in alle opzichten- gezonde stad.
Voor de Schaalsprong is -zoals vastgelegd in het RU-contract- duurzaamheid het
richtinggevende thema. Om concreet invulling te geven aan deze thematiek,
zijn met William McDonough - één van de grondleggers van de cradle-to-cradle
filosofie - de Almere Principles, (2008) opgesteld. In de publicatie ‘De Almere
Principles’, een coproductie van de gemeente Almere en het bureau
McDonough+Partners, is duurzaamheid op principieel niveau uitgewerkt
als een breed begrip met ecologische, sociale en economische dimensies.
De Almere Principles
vormen het vertrekpunt
voor een ecologisch, sociaal
en economisch duurzame
toekomst van Almere.
De Almere Principles vormen een inspirerende leidraad. Ze zijn op een zodanige
manier geformuleerd dat er universele doelen en idealen in herkenbaar zijn.
Tegelijkertijd zijn ze verbonden met de concrete werkelijkheid van Almere. De
Principles werken door in alle plannen voor het bestaand stedelijk gebied en
nieuwe stadsdelen, in alle sectoren en op alle schaalniveaus. De Schaalsprong is
een duurzaamheidsprong met blijvende effecten. De Almere Principles vormen het
vertrekpunt ‘voor een ecologisch, sociaal en economisch duurzame toekomst
van Almere 2030’.
36
2. Opgave en ambitie
2.5 Duurzame ontwikkeling
De Almere Principles
Almere, de nieuwe stad die dertig jaar geleden werd ontworpen op uit zee gewonnen land,
zal in 2030 leefbaar en gezond zijn. Ze zal zichzelf aanhoudend vernieuwen en omvormen en
daarmee de kwaliteiten van haar meerkernen opbouw en haar omgeving versterken. Almere zal
een vitale gemeenschap zijn met een rijke verscheidenheid aan woon- en werkmogelijkheden,
in een weldadige overvloed van ruimte, water, natuur en cultuurlandschappen, die door de tijd
heen kunnen groeien en veranderen.
De Almere Principles zijn bedoeld als inspirerend richtsnoer voor iedereen die in de komende
decennia betrokken is bij het doorontwerpen van Almere tot duurzame stad. De verwerkelijking van
deze visie is een cultuurdaad, en de uitdrukking van een optimistische benadering van de toekomst.
1. Koester diversiteit
Om de stad te verrijken, erkennen wij diversiteit als een bepalend kenmerk van robuuste
ecologische, sociale en economische systemen. Door op ieder terrein diversiteit te
waarderen en aan te moedigen, zal Almere gedijen als een stad die Rijk is aan variatie.
2. Verbind plaats en context
Om de stad te verbinden, zullen wij haar identiteit verankeren en versterken. De stad zal
vanuit eigen kracht en tot wederzijds voordeel actieve relaties onderhouden met de haar
omringende gemeenschappen in breedste zin.
3. Combineer stad en natuur
Om de stad betekenis te geven, zullen wij bewust streven naar unieke en bestendige
combinaties van het stedelijke en het natuurlijke weefsel, en naar een verhoogd besef van
de menselijke verbondenheid met de natuur.
4. Anticipeer op verandering
Om op de evolutie van de stad voort te bouwen, zullen wij een ruime mate van
flexibiliteit en aanpasbaarheid in onze plannen en programma’s opnemen, en daarmee
onvoorspelbare kansen voor toekomstige generaties mogelijk helpen maken.
5. Blijf innoveren
Om de stad vooruit te brengen, zullen wij nieuwe en verbeterde processen, technologieën
en infrastructuren aanmoedigen en experimenten en kennisuitwisseling ondersteunen.
6. Ontwerp gezonde systemen
Om de stad te verduurzamen, zullen wij in onze stedelijke systemen ‘cradle-to-cradle’oplossingen benutten, in het besef van de onderlinge afhankelijkheid van ecologische,
sociale en economische gezondheid op ieder schaalniveau.
7. Mensen maken de stad
Vanuit de erkenning dat burgers de drijvende kracht zijn in het maken, behouden en
verduurzamen van de stad, ondersteunen wij hun streven om hun unieke mogelijkheden te
verwezenlijken, met bezieling en waardigheid.
De woorden van de Almere Principles zullen tot leven komen en betekenis krijgen door
menselijk handelen, en door hen op elk niveau als beginsel te nemen van ieder ontwerp
voor de stad als geheel.
37
2. Opgave en ambitie
2.5 Duurzame ontwikkeling
Ecologische duurzaamheid
Almere is een geplande stad, ontworpen op recent aan het water onttrokken land
en toch kent het waardevolle ecologische kwaliteiten. Almere ligt te midden van de
natuur. Ze is omgeven met een kustlengte van 42 kilometer en natuurgebieden
met (inter)nationale betekenis zoals de Lepelaarplassen, de Oostvaardersplassen,
het Horsterwold en het toekomstige Oostvaarderswold. Bovendien heeft Almere
een stevige interne groenstructuur. Almere is een treffend voorbeeld van wat
‘natuur’ in Nederland betekent. De mens schept condities door inrichting, beheer
en gebruik van het land en het water. Vervolgens maakt de natuur gebruik van
deze condities.
De overtuiging is dat stad en natuur elkaar hierbij niet uitsluiten maar elkaar
aanvullen, versterken en verrijken. Vanaf het ontstaan van Almere hebben de
plannenmakers ernaar gestreefd natuur en stad te beschouwen als twee entiteiten
die samengaan. Zoals op nationaal en regionaal niveau een bewuste keuze is
gemaakt om zorgvuldig met de waardevolle gebieden zoals de Stelling van
Amsterdam, de Utrechtse Heuvelrug, Waterland, de Scheggen van Amsterdam en
het Groene Hart om te gaan, zo is het in Almere de opgave om de aanwezige
groenstructuur voor natuur ook in de toekomst te koesteren. Op ieder schaalniveau
moeten natuur en stad worden verbonden. De Schaalsprong biedt een unieke
gelegenheid tot duurzame gebiedsontwikkeling. De omvang van de groei en
de vrijheid in gezonde systeemkeuzen voor stedelijke nuts- en infrastructurele
systemen, maken het mogelijk om duurzame technieken op een grote schaal
toe te passen. De ruimte voor innovatie is vrijwel grenzeloos.
Sociale duurzaamheid
De drijvende krachten achter iedere metropool, achter iedere stad zijn de mensen.
Zij zorgen voor dynamiek en vormen sociale structuren. Het daily urban system van
inwoners van de metropool reikt verder dan één stad. Zij maken gebruik van het
gehele scala aan voorzieningen -cultuur, sport, uitgaansleven, recreatie, banendie de verschillende kernen van de metropool te bieden hebben. De steden van
de metropool vormen een complementair geheel. In 2030 vormen Amsterdam,
Utrecht en Almere de driehoek in het noordelijk deel van de Randstad. Binnen dit
netwerk zijn de kernen van elkaar afhankelijk. Almere is niet los te zien van de
sociale en culturele regionale netwerken. Een sociaal duurzame stad biedt
inwoners voldoende ruimte voor individuele invulling en stelt hen in de gelegenheid de stad te maken. Het idee van sociale duurzaamheid zet erop in om de
ontwikkeling van sociale structuren in de noordelijke Randstad, stad en wijk
van het begin af aan in de planvorming te integreren. De sociale structuur van
bestaande wijken wordt bestendigd en versterkt. In de nieuwe delen van Almere
betekent sociale duurzaamheid dat het denken over de gewenste sociale structuur
-vanuit het perspectief van de stad en de metropool - gelijk opgaat met het
ontwerpen van de stedenbouwkundige structuur.
38
2. Opgave en ambitie
2.5 Duurzame ontwikkeling
Economische duurzaamheid
De economische vitaliteit van de noordelijke Randstad is een belangrijk motief
voor de Schaalsprong. Een duurzame economie is divers van aard en staat in
verbinding met haar omgeving. De economie van de metropool laat zich niet
begrenzen door provinciale en gemeentelijke grenzen. Geen enkele stedelijke
economie in de metropool kan worden geïsoleerd. Gezamenlijk genereren zij meer
kracht dan ieder apart. Hierdoor kan de metropool internationaal op een hoger
niveau gaan acteren. Ook in dit verband zijn steden binnen het netwerk
complementair en afhankelijk van elkaar. Dat geldt ook voor de economie van
Almere. Zij is vanaf het begin ontstaan in verbondenheid met de noordelijke
Randstad. De Almeerse economie drijft mee op de kracht van de regio en Almere
draagt op haar beurt weer bij aan de kracht van de regionale economie. Het is van
belang dat deze kracht de ruimte krijgt om zich verder te ontplooien. Het zorgt voor
dynamiek en biedt groeimogelijkheden voor de inwoners van Almere en de regio.
De economische groei van Almere vindt dus plaats in zowel de context van de
stad als die van de metropool. Met beide zal zij zijn verbonden zowel in de grote
diversiteit aan relaties tussen de bedrijven als kennis- en opleidingsinstituten als
regionale overheden als arbeidspotentieel.
39
De Schaalsprong van Almere neemt het
bestaand stedelijk gebied als vertrekpunt
40
41
3
42
43
Analyse
3. Analyse
3.1 Uitgangspositie
3.1
Uitgangspositie
De Schaalsprong bouwt voort op het bestaande Almere. De stad is uitgegroeid tot
een veelzijdig stedelijk en landschappelijk gebied, met een vitale en ondernemende
bevolking en met uitgesproken kwaliteiten waarop in de toekomst kan worden
voortgebouwd. Tegelijkertijd is het Almere van vandaag een stad met vraagstukken,
met beloften en potenties die nog niet allemaal zijn ingelost.
Almere is
voorbereid op groei.
Almere heeft een traditie van groei. De bewoners en bestuurders van Almere zijn
eraan gewend dat een groot deel van hun stad nog niet bestaat. De tweehonderd
inwoners die Almere in 1976 telde -het moment waarop Han Lammers aantrad als
landdrost van de Zuidelijke IJsselmeerpolders - wisten dat ze ooit gezelschap zouden
krijgen van vele tienduizenden nieuwe stadsgenoten. Nog altijd is Almere vertrouwd
met een groeitaak.
Ontwerp structuurplan Almere (1977):
In de oorspronkelijke opzet voor een
meerkernige stad in een robuust groenblauw casco is rekening gehouden met de
toekomstige groei van Almere
44
3. Analyse
3.1 Uitgangspositie
Structuurplan voor de Zuidelijke IJsselmeerpolders (1961) staat voor het eerst in
de zuidwesthoek van de polder een ‘gebied binnen stedelijke sfeer’ op de kaart.
‘Met de bouw van de IJmeersteden tegenover het Gooi zal omstreeks 1975
kunnen worden begonnen’, schreef de regering in de Tweede Nota over de
Ruimtelijke Ordening in Nederland (1966). Toch bestond in 1966 al de gedachte
aan een stadsontwikkeling met meerdere kernen gelegen in een parkachtig
landschap. Dit is tot op de dag van vandaag het meest bepalende ruimtelijke principe
van Almere. Later werd dit ‘gebied binnen stedelijke sfeer’ de stad Almere, een
verwijzing naar het merengebied dat de Zuiderzee was. De nieuwe stad moest een
20e eeuwse variant op het lustprieel zijn, bedoeld voor de opkomende middengroepen van de welvaartsstaat. Almere werd een uitwijkplaats voor woningzoekenden
uit Amsterdam, het Gooi en Utrecht. Zij verruilden de volle stad voor de polder om te
genieten van de luxe van een centrale verwarming en eigen tuin. ‘Voor mij was het
hele project Almere de verwerkelijking van een ideaal’ zei stedenbouwkundige Teun
Koolhaas hierover in Peetvaders van Almere (2001). ‘Nu kregen wij de kans om een
landgoed voor een kwart miljoen mensen aan te leggen.’
In kwaliteit is Almere complementair aan de stedelijkheid van Amsterdam.
Kenmerkend voor de opzet is de gelijkwaardigheid tussen rood en groen. Er werd in
de beginjaren gerefereerd aan het concept van de Tuinstad van Ebenezer Howard.
De groenstructuur was bedoeld om het stedelijke weefsel van Almere te dooraderen.
Eerst werd de groene structuur aangelegd, later volgde de stedelijke invulling.
Dat Almere ontstond als afgeleide van de noden van elders, blijkt ook uit de keuze
van de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders (RIJP) om de woningbouw voor
negentig procent in eengezinswoningen en laagbouw te realiseren. De argumenten
waren rechtstreeks afgeleid van de regionale woningmarkt op het oude land,
waar dit woningtype ondervertegenwoordigd was. Een meerkernenstad gaat
goed samen met de wens om veel laagbouw te realiseren. Er kan een grote
verscheidenheid in woonvormen komen. Veel mensen kunnen dicht bij het groen
wonen en het biedt stedenbouwkundige flexibiliteit. Dit was ook nodig, want de
groeicijfers in de beginjaren liepen uiteen van 125.000 -250.000 inwoners.
Hiertoe is in de opzet van de stad een royale maat van reserveringen voor
toekomstige verstedelijking opgenomen. Het vooruitziende reserveringsbeleid
uit het verleden is tot op de dag van vandaag één van de succesfactoren voor
de groeipotentie van Almere.
Almere is van begin af aan niet bedacht als zelfstandige stad. Zij is opgezet als
toevoeging aan een omvangrijk en snel groeiend stedelijk gebied. De stedelijke
context werd in 1970 al aangeduid als de Noordvleugel van de Randstad. In het
Zodoende groeide Almere uit tot een groene meerkernenstad. Het was echter
een onevenwichtige groei. De ontwikkeling van suburbane woonmilieus voor de
opkomende middengroepen verliep voorspoedig, terwijl de bouw van andere
woonvormen en woonmilieus voor andere doelgroepen achterbleef. Dit werkt nog
altijd door. Wie afwijkende woonmilieus of woningtypen zoekt (de woning met
45
3. Analyse
3.1 Uitgangspositie
kamers en suite, het hele ruime huis, de piepkleine Jordaan-etage, het
studenenhuis, wonen in een oude school) heeft weinig kans van slagen in
Almere. Almere heeft de aantrekkelijke kwaliteiten van de suburb, maar de
samenstelling is nu nog eenzijdig.
Almere is in termen van inkomen, opleiding,
levensfase en leefstijl een stad van de middenklasse. De eenzijdigheid van de bevolking
zorgt voor een selectieve aantrekkingskracht
en een beperkte maatschappelijke, economische en culturele dynamiek
3. Analyse
3.1 Uitgangspositie
De regionale infrastructuur voor deze forenzenstroom is echter onvolledig
ontwikkeld. Toen Almere werd bedacht, was het vanzelfsprekend dat ook de
Markerwaard zou worden ingepolderd. Het gebied zou een nieuw hart van de
noordelijke Randstad vormen, dat de omliggende landsdelen (Flevoland,
Amsterdam, Waterland) met elkaar verbond. Naast de verbindingen via de
Hollandse brug werden ter verbetering van het vervoersnet tussen Almere en
Amsterdam diverse wegen en een spoorlijn geprojecteerd in de Markerwaard.
Het niet afronden van de
Zuiderzeewerken heeft
negatieve gevolgen gehad
voor Almere en de regio.
Almere heeft een eenzijdige woningvoorraad.
Van alle woningen behoort maar liefst
91% tot het suburbane woonmilieu.
Slechts enkele milieus zijn stedelijk of
landelijk. Ook woonmilieus voor studenten,
55-plussers en hoger opgeleiden zijn sterk
ondervertegenwoordigd
Het was vanaf het begin duidelijk dat de werkgelegenheid zich minder vlot en
planmatig naar de polder zou verplaatsen dan de woonruimte. Almere werd een
forenzenstad. Ondanks de vitaliteit van de Almeerse economie is er nog steeds
sprake van een onevenwichtige woonwerkbalans. Op dit moment heeft Almere circa
75.000 arbeidsplaatsen op een bevolkingsomvang van circa 190.000 inwoners.
Dagelijks trekt een grote forenzenstroom uit Almere richting Amsterdam en Utrecht.
Almere heeft relatief weinig arbeidsplaatsen
per inwoner (0,39) en is per saldo nog altijd
een forenzengemeente. Dagelijks reizen
19.000 Almeerders de stad uit om elders
te werken
46
Toen de inpoldering van de Markerwaard achterwege bleef, werd de oorspronkelijke
situering van Almere in het stedelijke netwerk rond Amsterdam letterlijk en figuurlijk
-en zeer ingrijpend - geamputeerd. Met het verdwijnen van de Markerwaard van de
kaart, was ook de geplande opname van Almere in de ringstructuur van Amsterdam
in één keer van tafel. De Zuiderzeewerken zijn onvoltooid.
47
Analyse
3.
3.1 Uitgangspositie
48
3. Analyse
3.1 Uitgangspositie
49
1932: aanleg van de Afsluitdijk is de eerste belangrijke stap die zal
leiden tot verregaande verslechtering van de ecologische waarde
van de voormalige Zuiderzee
1942: inpoldering van de Noordoostpolder
1969: De Hollandsche brug verbindt de Flevopolder met het
vasteland aan de zuidzijde
1974: afluiting van het Markermeer door de Houtribdijk is een
eerste stap naar de aanleg van de Markerwaard
1957: inpoldering van oostelijk Flevoland
1961: het structuurplan voor de zuidelijke IJsselmeerpolders toont
voor het eerst de twee stedelijke gebieden Lelystad en Almere
1976: de eerste inwoners van Almere betrekken hun woningen in
Almere Haven
1981: aanleg van de autosnelweg A6 is een eerste stap naar
realisatie van het geplande alzijdige wegennet
1967: Lelystad wordt aangelegd en krijgt een centrale plek in
het toekomstige verkeers-netwerk dat de Flevopolder zal verbinden
met de regio
1968: inpoldering van zuidelijk Flevoland
1988: aanleg van de Flevolijn met station Lelystad als eindpunt
2006: Definitief besluit om de Markerwaard en daarmee het
oorspronkelijke strvuctuurplan voor de Flevopolder niet uit te
voeren is bepalend voor de verdere ontwikkeling van Lelystad en
Almere
Analyse
3.
3.2
3.2 Vergelijking
3. Analyse
50
3.2 Vergelijking
51
Vergelijking
Noordelijke Randstad
De noordelijke Randstad is een van de belangrijkste stedelijke concentraties in
Europa en een van de motoren van de Nederlandse samenleving, haar ruimtelijke
structuur en economie. Het concurreert met andere Europese regio’s en functioneert in haar huidige situatie minder goed. Een gebrek aan gedifferentieerde
woon-, culturele-, economische- en ecologische kwaliteit en ruimtelijke coherentie
vermindert de concurrentiekracht van de noordelijke Randstad. Er is een gebrekkige
connectie tussen de stedelijke structuur en de grootschalige natuurlijke landschappen en de mogelijkheden voor recreatief gebruik zijn beperkt.
Deze schema’s laten een vergelijking zien van
karaktereigenschappen en kerngegevens van
drie toonaangevende metropolen in Europa:
de Randstad, Greater London en Grand Paris.
Voor elk van de drie zijn tevens de gegevens
van het stedelijk brandpunt en (een van) de
bijbehorende new towns afgebeeld
De Randstad zou de landschappelijke kwaliteiten van de Noordzee, het
Groene Hart en het Blauwe Hart beter moeten benutten. De Schaalsprong
van Almere zou de potenties van het Blauwe Hart moeten benutten en ter
verbetering van de kwaliteit van zowel Almere als de Randstad
De Randstad is een unieke verzameling van steden en dorpen die elk
bijdragen aan de identiteit van de Deltametropool. Almere zou haar
bijdrage aan de identiteit van de Randstad sterker moeten definiëren
Groot Londen wordt doorsneden door de rivier de Thames en is omgeven
door een ‘Green Belt’. Deze groene bufferzone garandeert zowel een
compact stadshart als enorme landschappelijke kwaliteiten voor het
omliggende stedelijk gebied
De identiteit van Londen als metropool wordt voornamelijk gevormd door
het hart van de stad, waar een bundel van metropolitaan programma
binnen handbereik is
Groot Parijs wordt doorsneden door de rivier de Seine en beschikt over
grote stadsbossen en -parken die zijn opgenomen in de stad
De identiteit van Parijs als metropool wordt voornamelijk gevormd door het
hart van de stad, waar een bundel van metropolitaan programma binnen
handbereik is
Concurrentiepositie Randstad
Met Londen en Parijs, zijn de Randstad, de Vlaamse Ruit en het Duitse Rijn/Roergebied de
belangrijkste stedelijke concentraties in Noordwest-Europa. Metropolitane functies zijn in
Europa vooral te vinden in Londen en Parijs en daarna in steden als Brussel, Kopenhagen,
Barcelona, Madrid, Frankfurt, Milaan, München en Amsterdam. Deze steden beconcurreren
elkaar op de functies waarin ze sterk zijn. Londen en Parijs doen dat voor alle metropolitane
functies. Met deze twee grootste steden in West-Europa vindt daarmee altijd concurrentie
plaats. Onder meer in de financiële sector, bij congressen, de vestiging van internationale
instellingen en hoofdkantoren en het stedelijk toerisme komt deze concurrentie tot uitdrukking.
In deze concurrentie hebben de steden van de Randstad het de laatste jaren moeilijk. Niet
alleen met Londen en Parijs, maar ook met dynamische regio’s als Stockholm, Kopenhagen,
München en Dublin, is de concurrentie sterk.
Bron: Structuurvisie Randstad 2040
Internationale krachten in Europa:
Netwerken, verstedelijking en economie.
Bron: Structuurvisie Randstad 2040
3. Analyse
3.2 Vergelijking
Een bijzondere eigenschap van de Randstad is de lage gemiddelde dichtheid
van het aantal inwoners. Dit biedt de stedelijke kernen in de Randstad de
mogelijkheid zich sterker te profileren als individuele identiteit in de metropool,
met bovendien een sterke relatie met het landschap in de Randstad
52
Almere is in vergelijking tot de new towns Milton Keynes en Marne-laVallée minder goed opgenomen in het verkeersnetwerk van de metropool.
Een gebrek aan diversiteit van verbindingen met de regio maakt van
Almere een niet optimaal bereikbare stad.
3. Analyse
3.2 Vergelijking
53
3. Analyse
3.2 Vergelijking
Almere is nu een middelgrote stad en in bevolkingsomvang vergelijkbaar met
Eindhoven (210.000) en Groningen (185.000). Door de toevoeging van 60.000
woningen groeit Almere door naar circa 350.000 inwoners.
Bevolkingsgroei tot 2030
Door de Schaalsprong zou Almere bij de vijf
grootste steden van Nederland gaan behoren
Bron: cbs.nl
54
3. Analyse
3.2 Vergelijking
De vergelijking legt een aantal verschillen bloot in onder meer de bevolkingsopbouw, de verhouding tussen wonen en werken, het voorzieningenpeil en de
infrastructuur. Hieruit blijkt een disbalans tussen de omvang van de beroepsbevolking en de werkgelegenheid. Ook valt de ontsluitingsstructuur op in
vergelijking tot andere middelgrote en grote steden. Het infrastructurele
systeem is ‘dunner’ georganiseerd. Hiernaast tekent zich bij het aantal stedelijke
voorzieningen een contrast af. Voorzieningen, die elders vanuit een historisch
perspectief vanzelfsprekend zijn, ontbreken nog in Almere.
Demografische ontwikkeling
Landelijke trends
De groei van de Nederlandse bevolking neemt snel af en kan in de loop van deze eeuw tot
stilstand komen. Er zijn drie belangrijke demografische trends:
- Vergrijzing: deze zet zich in de komende decennia voort, met vermoedelijk een piek
ongeveer halverwege deze eeuw. In 2040 zijn er naar verwachting vier miljoen
65-plussers, ongeveer twee keer zoveel als nu.
- Huishoudenverdunning: het aantal personen per huishouden is met een gemiddelde van
2,2 bijna de helft van wat het vijftig jaar geleden was. Tot het jaar 2020 wordt een verdere
daling tot 2,2 verwacht. De verdunning zet zich naar verwachting in afgezwakte vorm in de
toekomst voort. Vooral het aantal eenpersoonshuishoudens zal verder toenemen.
- Diversificatie: de Nederlandse bevolking diversifieert naar herkomst en nationaliteit. Het
aantal niet-westerse allochtonen zal toenemen van 1,7 miljoen (2005) tot 2,3 miljoen
(2025). Hun aandeel in de totale bevolking zal stijgen van 10% (2005) tot 12% (2025).
Hiermee gaat ze bij de vijf grote steden van Nederland behoren. Dit is een andere
categorie steden. Vanouds kent Nederland een onderscheid tussen de ‘grote
steden’ Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht en de overige steden.
Door de Schaalsprong
wordt Almere een
ander type stad.
Een vergelijking met de middelgrote en grote steden biedt inzicht in Almere’s
kwalitatieve positie ten opzichte van de andere middelgrote en grote steden.
De vergelijking is globaal van aard, met de erkenning dat historisch en geografisch
specifieke kenmerken van iedere stad het moeilijk maken om de vergelijking tot in
alle aspecten door te trekken.
Bevolkingsontwikkeling Almere
Samenhangend met het karakter van Almere als jonge groeigemeente is een opmerkelijke
ontwikkeling de opkomst van de tweede generatie Almeerders. Almere heeft een relatief jonge
bevolking met een grote natuurlijke aanwas. Daarin wijkt het voorlopig af van het landelijke
beeld. Maar dat verandert op termijn. De kinderen van de Almeerse pioniers vormen een
snel groeiende groep die een relatief sterke binding met Almere vertoont. Een steeds groter
deel van deze tweede generatie wil in Almere blijven wonen. Hiernaast zullen de landelijke
demografische trends ook in Almere merkbaar zijn.
- Vergrijzing: volgens de gemeentelijke prognose zal het aantal 65-plussers stijgen van ca.
13.000 in 2008 tot ruim 43.000 in 2030. Met 13% zal het percentage ouderen ook dan
nog ver onder het landelijk gemiddelde (24%) blijven, maar kan worden gesproken over
een versnelde, schoksgewijze vergrijzing.
- Huishoudenverdunning: de huishoudens zijn in Almere groter (gemiddeld 2,5
personen) dan het Nederlands gemiddelde (2,2). Almere kent het laagste percentage
eenpersoonshuishoudens van de 25 grootste steden. Landelijk bestaat ruim tweederde
van alle huishoudens uit één of twee personen, in Almere geldt dat voor ongeveer de helft
van de huishoudens. Toch is ook hier de trend naar verdunning evident. Naar verwachting
neemt de gemiddelde woningbezetting in Almere af van 2,5 (2008) naar 2,4 (2030). Het
aantal één of tweepersoons huishoudens in Almere groeit in die periode van 39.000 tot
ruim 80.000.
- Diversificatie: in overeenstemming met de Nederlandse trend diversifieert ook de Almeerse
bevolking. Van de 183.000 inwoners op 1 januari 2008 waren bijna 48.000 (26%) van
niet-westerse allochtone afkomst. De meest recente gemeentelijke prognoses berekenen
een percentage van 45% niet-westerse allochtone huishoudens in 2030.
55
3. Analyse
De vetgedrukte getallen geven een
aantal zwaktes aan in de configuratie
van Almere 1.0
Bron: cbs.nl
3.2 Vergelijking
56
3. Analyse
3.2 Vergelijking
57
3. Analyse
De vetgedrukte getallen geven een
indicatie van de benodigde toename (van
inwoners, programma, etc.) ten opzichte
van Almere 1.0 die nodig is om Almere
2.0 als volwaardige stad te kunnen laten
functioneren In vergelijking met de
niet andere steden
Bron: cbs.nl
3.2 Vergelijking
58
3. Analyse
3.2 Vergelijking
59
3.
Analyse
3.3 Verkenningen en bouwstenen
3.3 Verkenningen en bouwstenen
Na de ondertekening van het RU-contract Schaalsprong Almere 2030 is stapsgewijs toegewerkt naar de Concept Structuurvisie Almere 2.0. Samen met de
Provincies Flevoland, Utrecht en Noord-Holland, de gemeenten Amsterdam,
Zeewolde en Lelystad, het Waterschap Zuiderzeeland en het Rijk zijn diverse
studies uitgevoerd. Het betreffen zowel thematische verkenningen als studies
naar de ruimtelijke mogelijkheden voor de Schaalsprong. Hiernaast hebben Rijk
en regio in het kader van het Programma Randstadurgent onderzoek gedaan
naar de condities voor inbedding van de Schaalsprong in de regionale context.
Projecten Randstadurgent
In het Programma Randstadurgent is -naast het project Schaalsprong Almere- een
aantal projecten gedefinieerd, die een nauwe relatie hebben met de Schaalsprong.
Zij verbinden Almere met de regio en creëren condities voor een verantwoorde
groei van Almere. Het gaat hierbij om infrastructurele- en natuurprojecten.
60
3. Analyse
3.3 Verkenningen en bouwstenen
als mogelijk ondersteund door regionale overheden, maatschappelijke organisaties en
marktpartijen. In de RAAM-brief worden richtinggevende besluiten opgenomen over deze
vijf projecten, met de daarbij gehanteerde overwegingen en financiële onderbouwing.
De besluiten in de RAAM-brief vormen de basis voor de afspraken die het Rijk met
de gemeente Almere maakt over de Schaalsprong Almere 2030 in het Integraal
Afsprakenkader (IAK).
De bereikbaarheid van Almere is ontoereikend. Dit betreft zowel de capaciteit van de
infrastructuur als de positionering van Almere in het infrastructurele netwerk van de
metropool. Conform de Structuurvisie Randstad 2040 - waarin Almere is opgenomen
in de driehoek met Amsterdam en Utrecht - zijn de studies voor de infrastructuur
gericht op de verbindingen met beide steden. Het project OV SAAL richt zich op de
uitbreiding van het openbaar vervoer tussen Amsterdam en Almere. Onderdeel
hiervan is de IJmeerlijn. Het project AGU (Almere - Gooi - Utrecht) onderzoekt de
oostelijke ontsluiting van Almere via weg (A27) en openbaar vervoer (Stichtselijn).
OV SAAL
RAAM-brief
In een brief aan de Tweede Kamer (december 2008) heeft de minister van Verkeer en
Waterstaat mede namens de ministers van VROM, LNV en EZ en de staatssecretaris van V&W
aangekondigd op welke wijze het Rijk werkt aan de besluitvorming door het Rijk over een vijftal
samenhangende projecten:
- Schaalsprong Almere 2030
- Openbaar Vervoerverbinding Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad (OV-SAAL)
- Toekomstvisie Markermeer-IJmeer (TMIJ)
- Lange termijnverkenning Schiphol in relatie tot vliegveld Lelystad
- Pré-verkenning naar het verkeer- en vervoersysteem in het gebied ten oosten van
Almere op de corridor naar ’t Gooi en Utrecht (AGU). Deze projecten vertonen diverse
samenhangen. Voor gecoördineerde besluitvorming over deze vijf projecten stelt het
Kabinet een RAAM-brief (Rijksbesluiten-Amsterdam-Almere-Markermeer) op, zoveel
De RAAM-brief gaat in op de besluitvorming
over vijf samenhangende projecten in de
noordelijke Randstad
Het RU-project OV SAAL onderzoekt toekomstige capaciteitsproblemen en mogelijke oplossingen
op het traject Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad (SAAL). Het project wordt getrokken door het
Ministerie van Verkeer en Waterstaat in nauwe samenwerking met de gemeenten Amsterdam en
Almere, Provincies Flevoland en Noord-Holland, Stadsregio Amsterdam, Prorail en NS. Daarnaast
zijn diverse andere partijen bij de planstudie betrokken, waaronder de gemeenten Amstelveen,
Diemen, Weesp, Muiden, Ouder-Amstel, Haarlemmermeer en Lelystad, de planbureaus, andere
departementen en maatschappelijke organisaties.
Op de korte termijn moet de capaciteit en kwaliteit van het bestaande spoor worden verbeterd.
Hiervoor wordt de Flevolijn partieel verdubbeld in Almere. Op de middellange en langere termijn
(2020/2030) ontstaan opnieuw knelpunten in het openbaar vervoer op de SAAL-corridor door
de verwachte reizigersgroei in combinatie met de grootschalige ruimtelijke ontwikkelingen in en
rond de corridor. Deze nieuwe woon- en werklocaties liggen bij Schiphol, Amsterdam (Zuidas),
Almere en Lelystad (Airport). Er zijn voor de corridor in de eerste onderzoeksfase diverse
oplossingen verkend. Voor het oostelijke deel van de corridor zijn er twee hoofdalternatieven
- Regiorail via de Hollandse Brug: de huidige spoorlijn versterken en aanvullen met nieuwe
spooraftakkingen. Opties binnen dit alternatief zijn onder meer een brug of aquaduct bij Weesp.
- Regiorail via het IJmeer: een rechtstreekse spoorverbinding van Schiphol Noordwest via
het IJmeer naar Almere. Opties binnen dit alternatief zijn de modaliteit (regiorail, metro,
magneetzweefbaan) en de opties tussen een brug of een tunnel in het IJmeer.
Préverkenning Almere - ‘t Gooi - Utrecht (AGU)
De préverkenning AGU inventariseert de mogelijke bereikbaarheidsproblemen en oplossingsrichtingen aan de oostkant van Almere als gevolg van de Schaalsprong. Het richt zich op de
hoofdwegen, het onderliggende wegennet, het spoor en regionaal openbaar vervoer. De zeven
oplossingsrichtingen richten zich zowel op het spoor en drie als de weginfrastructuur. Deze
oplossingen zijn met elkaar te combineren. Uit dit palet zijn voor de verbinding Almere -Utrecht
hoofdkeuzes:
- Capaciteitsuitbreiding van bestaande infrastructuur: de bestaande spoorlijn
Almere -Hilversum -Utrecht (via de Gooiboog), in combinatie met de capaciteits
uitbreiding weginfrastructuur A6-A1-A27;
- Capaciteitsuitbreiding van de A27 in combinatie met aanleg van een nieuwe Stichtselijn op
het traject Almere -Stichtsebrug -Utrecht / Amersfoort (opschaalbaar en faseerbaar)
- Onderzoek naar capaciteitsuitbreiding N30 / A30
61
3. Analyse
3.3 Verkenningen en bouwstenen
TMIJ
Het RU-project Toekomstvisie Markermeer-IJmeer (TMIJ) behandelt de vraag op welke manier de
natuur in het Markermeer en IJmeer zich in de toekomst kan ontwikkelen in combinatie met de
mogelijkheden voor stedelijke en recreatieve activiteiten. Deze grote wateren maken deel uit van
de internationaal beschermde natuurgebieden van Natura 2000. De ecologische kwaliteit van het
Marker- en IJmeer neemt gestaag af als gevolg van de slechte waterkwaliteit, de slibproblematiek
en de harde overgangen tussen water en land. De provincies Noord-Holland en Flevoland
trekken het project in samenwerking met de gemeenten Amsterdam, Almere en Lelystad, een
vertegenwoordiging van de kleine gemeenten in het gebied de ministeries van V&W, LNV en VROM,
de twee waterschappen en de organisaties ANWB, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten.
In 2008 heeft dit samenwerkingsverband het Ontwikkelingsperspectief Markermeer-IJmeer
uitgebracht. Door de aanleg van oermoeras, vooroevers en de aanpak van de slibproblematiek
wint het gebied aan natuurkracht voor vogels, planten en waterdieren. Op deze manier ontstaat
een natuurgebied dat in potentie kan uitgroeien tot één van de belangrijkste wetlands van Europa.
Dit perspectief krijgt de naam een ‘toekomstbestendig ecologisch systeem’ (TBES). Het
systeem kenmerkt zich door natuurlijke processen, een voedselpiramide met een brede basis,
grote diversiteit aan habitats en daardoor een grote draagkracht voor soorten. Het TBES voldoet
ruim aan de internationale natuurdoelen van Natura 2000 en heeft voldoende veerkracht om
nieuwe buitendijkse recreatieve en stedelijke ontwikkelingen toe te staan. Voor de NoordHollandse kust ontstaan zones met helder water achter eilanden, dijken of dammen. De meren
krijgen nieuwe land-waterovergangen, bijvoorbeeld in de vorm van een groot moeras bij de
Houtribdijk. De verbindingen tussen binnen- en buitendijkse natuur worden versterkt met onder
meer vispassages en voor- en achteroevers, zoals bij de Lepelaarsplassen.
In het RU-project Toekomstvisie Markermeer-IJmeer (TMIJ) brengt de Provincie
Flevoland de maatregelen in beeld die dit gebied tot een hoogwaardig ecologisch
Blauw Hart van Nederland kunnen transformeren. Met deze ingrepen wordt tevens
ingezet op het mogelijk maken van recreatieve en stedelijke ontwikkelingen in de grote
wateren. Een hiervan is een mogelijke buitendijkse ontwikkeling van Almere.
Tot slot is voor het Rijk de toekomst van Schiphol in relatie tot de ontwikkeling van
luchthaven Lelystad onderwerp van onderzoek. Schiphol zit nagenoeg aan haar
milieugrenzen. Nagegaan wordt in welke mate en op welke vluchten overgeplaatst
kunnen worden naar omliggende regionale luchthavens, waaronder luchthaven
Lelystad. Voor de economische ontwikkeling van Almere heeft de uitbreiding van
luchthaven Lelystad een potentiële betekenis.
Geluidcontouren (47 en 55dB(A) Lden)
bij 35.000 vliegbewegingen per jaar
(gekleurde vlakken) ten opzichte van 100.000
vliegbewegingen per jaar (stippellijn)
62
3. Analyse
3.3 Verkenningen en bouwstenen
Luchthaven Lelystad
Uitbreiding van het gebruik van luchthaven Lelystad heeft twee effecten voor de Schaalsprong
Almere: mogelijke geluidseffecten op stadsdelen en economische effecten, die relevant zijn
voor de realisatie van de 100.000 arbeidsplaatsen. De schattingen over de effecten op de
werkgelegenheid lopen uiteen tussen enkele honderden banen tot enkele duizenden banen.
Bij 35.000 vliegbewegingen per jaar is er volgens onderzoek van To70 (2009) -geen
interferentie tussen de geluidscontouren en de ruimtelijke alternatieven Almere Polderstad,
Almere Stad van Water en Groen en Almere Waterstad. Bij een doorgroei van de luchthaven
Lelystad naar meer dan 70.000 vliegbewegingen per jaar is er wel sprake van een aanzienlijke
interferentie tussen de geluidscontour en het alternatief Almere Polderstad. Deze interferentie
is minder bij het voorkeursalternatief Waterstad-plus. De hinder kan worden gemitigeerd door
maatregelen als modernisering van de luchtvloot, verleggen van de aanvliegroute, beperken
van nachtvluchten of het draaien van de landingsbaan met 5 graden.
Thematische bouwstenen
Naast de onderzoeken voor de RU-projecten zijn voor de Schaalsprong zelf diverse
deelstudies uitgevoerd. Met oog op de sociale en economische duurzaamheid zijn
thematische verkenningen uitgevoerd. Dit zijn Almere, mensen maken de stad
- de sociale agenda en Almere Inc - de economische visie Almere 2030. Beiden
zijn opgezet vanuit het perspectief van de stad en ook geplaatst in de context van
de regionale ontwikkeling.
1. Sociale agenda
Als gevolg van de doelstelling uit de beginjaren (negentig procent grondgebonden
woningen vaak eengezinswoningen in een rij) is Almere op dit moment
overwegend een gezinsstad. Circa driekwart van de huishoudens van Almere
behoort tot de middengroepen. Ten opzichte van andere steden is er een
ondervertegenwoordiging van huishoudens van alleen jongeren en ouderen.
Driekwart van de bevolking
behoort tot de middengroepen.
Bij de gezinnen in Almere werken doorgaans beide partners. De arbeidsparticipatie van de inwoners van Almere is ten opzichte van het landelijke
gemiddelde hoog. Hiertegenover staat dat de inwoners Almere zowel ten aanzien
van het opleidingsniveau als de schoolprestaties van de kinderen onder het
landelijke gemiddelde blijven. Mede als gevolg van een (nog) beperkt aanbod van
stedelijke woonmilieus en voorzieningen op het gebied van hoger onderwijs,
cultuur en uitgaansleven weet Almere weinig jongeren, hoogopgeleiden en
ouderen aan zich te binden.
63
3. Analyse
3.3 Verkenningen en bouwstenen
Uit de sociale analyse van Almere blijkt een aantal sterke kenmerken en een aantal
kenmerken dat om extra aandacht vraagt. Zij zijn voor een deel verklaarbaar uit
de snelle groei van de stad. Almere is in dertig jaar tijd voortvarend gegroeid als
woonstad, maar de groei van de bedrijvigheid en het aanbod van stedelijke voorzieningen loopt hierbij een fase achter. In een stad met een normaal ontwikkelingstempo zou een duurzame sociale diversiteit via de weg van autonome ontwikkeling
in combinatie met lokale overheidsinterventies op den duur vanzelf ontstaan. Op
het moment dat het groeitempo van de stad wordt opgeschroefd is sturen op de
sociale diversiteit met meer nadruk een aandachtsveld.
2. Economische visie
Ondanks de relatieve achterstand ten opzichte van de bevolkingsgroei in Almere
ontwikkelt de werkgelegenheid in Almere zich voortvarend. Deze wordt mede
opgestuwd door de krachtige economieën van Utrecht en Amsterdam. Ten opzichte
van het landelijke gemiddelde is sprake van een bovengemiddelde groei van zowel
de kantorenvoorraad (122 versus 28 procent tussen 1990 en 2006) als van
bedrijventerreinen (154 versus 109 procent). In de Randstadvisie 2040 geeft
het Kabinet aan dat de economische driehoek Amsterdam - Almere - Utrecht een
cruciale spil is om de concurrentiepositie van de Randstad te versterken. Binnen
deze driehoek is de as Schiphol - Amsterdam - Almere nu al sterk. Daarnaast
neemt de kracht van de as Almere - Utrecht steeds verder toe.
Kenmerkend voor Almere is de hoge arbeidsparticipatie, het hoogste aantal
starters per hoofd van de bevolking in Nederland en de hoge dichtheid aan
ZZP-ers. De werkgelegenheid in Almere is echter overwegend van middelbaar
niveau en het aantal hoofdvestigingen van grote en internationaal opererende
ondernemingen is relatief laag. Ook laat zich een ondervertegenwoordiging zien
van onderzoeksinstituten en onderwijs- en opleidingsinstituten.
Economische strategieën: Voor de opgave
van 100.000 extra banen tot 2030 zijn vier
strategieën nodig die tegelijkertijd dienen te
worden opgepakt
Aantal banen 2030
Beleidslijnen
10.000
(Inter)nationale pieken ontwikkelen oftewel ‘Proeftuin Almere’: het gaat om
nieuwe stuwende sectoren die Almere een eigen economische identiteit
geven. De pieken kunnen zijn: Health, ICT, duurzaam bouwen & ontwikkelen
en ondernemerschap.
Doorgroei clusters
Noordvleugel
30.000-40.000
Versterking van doorgroei Noordvleugelclusters (handel, logistiek, zakelijke
diensten, retail/leisure) door aanbod van unieke werk- en woonmilieus. Dit
leidt tot verplaatsingen binnen de Randstad in geval van groei van bedrijven
die elders te krap zitten, maar ook tot nieuw vestigingen in Almere van
(inter)nationale bedrijven.
Bevolkingsvolgende
groei
15.000-25.000
Almere haalt meer economie uit de groei van de bevolking door groei
van bedrijven en instellingen in de zorg, retail, onderwijs, publieke diensten,
recreatie en toerisme.
Autonome groei
25.000-35.000
Doorgroei van Almere in de komende decennia vanuit de huidige
economische basis.
Strategieën
(Inter)nationale pieken
64
3. Analyse
3.3 Verkenningen en bouwstenen
De economie van Almere is nog niet volgroeid. Voor economische duurzaamheid
moet worden ingezet op vergroting van de diversiteit en haar bijdrage aan het
internationaal presteren van de metropolitane economie.
De economie van Almere
is nog niet volgroeid.
Met de doelstelling van 100.000 extra arbeidsplaatsen in de periode 2010 - 2030
ontwikkelt Almere zich tot een economische entiteit binnen de noordelijke Randstad.
Voor een deel zal deze invulling krijgen door de doorgroei van de huidige bedrijvigheid in Almere en de groei van de werkgelegenheid die direct is gerelateerd aan
de groei van een stad, zoals de gezondheidszorg, onderwijs en detailhandel.
Hiernaast moet worden ingezet om (inter)nationale clusters van bedrijvigheid
in combinatie met onderwijs en onderzoek.
3. Bouwstenen lokale infrastructuur en groenblauwe hoofdstructuur
De ruimtelijke configuratie verandert, het gebruik van het wegennet van de
Almeerse dreven en ringen zal toenemen. Ook het gebruik en de context van de
groengebieden zal veranderen. In plaats van het oorspronkelijke uitgangspunt van
250.000 inwoners zullen infrastructuur en groen in het perspectief komen te staan
van een stad van 350.000 inwoners. Deze en andere effecten zijn beschreven in
de Ruimtelijke bouwsteen voor het bestaand stedelijk gebied, de studie Stedelijke
Bereikbaarheid Almere en de bouwsteen Groenblauwe hoofdstructuur Almere.
De Schaalsprong van Almere
heeft effect op het bestaand
stedelijk gebied, de lokale
infrastructuur en de
groenblauwe hoofdstructuur.
Binnen de gemeentegrenzen ligt een uitgestrekte groene structuur die vanaf de
stadsranden tot diep in het centrum doordringt en zo de contramal van de kernen
vormt. Bij de Schaalsprong zal het gebruik van deze gebieden toenemen. De
gebieden komen tevens in een ander kader. Een aantal uitgestrekte bosgebieden
(Pampushout, Almeerderhout) vormt nu de randen van de stad. Na de
65
3. Analyse
3.3 Verkenningen en bouwstenen
Schaalsprong liggen zij midden in de stad. Bij de Schaalsprong zal geïnvesteerd
moeten worden in draagkracht, kwaliteit en kwantiteit van de groenblauwe
structuur, opdat dit een onderscheidende kwaliteit blijft voor Almere.
De Verkenning Stedelijke Bereikbaarheid Almere is een studie van Provincie
Flevoland, ministerie V&W en Almere naar de maatregelen die in kader van de
Schaalsprong nodig zijn voor de lokale infrastructuur bestaande uit het wegen-,
openbaar vervoer- en fietsnetwerk in en rond Almere. Uitgangspunt is dat de
stedelijke bereikbaarheid ook bij de uitbreiding van de stad voldoende blijft.
Het project volgt de formele procedure van het MIRT.
66
3. Analyse
Masterplan Pampus
Het Masterplan Almere Pampus (2008) is een onderzoek naar de mogelijkheden voor een
westelijke uitbreiding van Almere. Varianten die onderzocht zijn hebben een omvang tussen
de 13.500 woningen en 40.000 woningen. De basis voor het Masterplan is gelegd in de
Noordvleugelbrief (2006). Het Masterplan is opgesteld in gezamenlijk opdrachtgeverschap van
de gemeenten Almere en Amsterdam, het Gemeenschappelijk Ontwikkelingsbedrijf (GOB) van
het Rijk, de Provincie Flevoland en het Waterschap Zuiderzeeland.
Het Masterplan geeft een uitwerking van drie planvarianten:
1. Een kleine binnendijkse variant met 13.500 woningen in suburbane dichtheden en 9.000
arbeidsplaatsen. Deze variant staat in verbinding met de metropoolregio via de Hollandse Brug.
Klein binnendijks
4. Ruimtelijke bouwstenen Pampus, Oost en Bestaande Stad
Voor de westelijke en oostelijke uitbreidingsmogelijkheden zijn respectievelijk de
bouwstenen Masterplan Almere Pampus en Drie ontwikkelingsstrategieën voor
Almere Oost opgesteld. Deze studies bevatten analyse- en beeldmateriaal over de
kwantitatieve en kwalitatieve uitbreidingsmogelijkheden op beide flanken. Voor beide
gebieden is onderzocht wat de (on)mogelijkheden, effecten en conditionerende
voorwaarden zijn. Dit is voor beide flanken gedaan aan de hand van drie varianten
met oplopende bouwprogramma’s van circa 15.000 tot circa 40.000 woningen.
Uit de ruimtelijke studies blijkt de kracht van de oorspronkelijke stedenbouwkundige opzet van Almere. De meerkernenopzet in een groenblauwe hoofdstructuur geeft Almere het aanpassingsvermogen om met behoud van de huidige
kwaliteiten door te groeien naar een stad met 350.000 inwoners. De ontwikkeling
aan de flanken schept mogelijkheden voor nieuwe en gedifferentieerde woon-,
werk- en leefmilieus.
Pampus kan nieuwe hoogstedelijke maritieme woon- en werkmilieus toevoegen
aan Almere en de regio. Conditionerend voor een grote westelijke ontwikkeling
(circa 20.000 woningen) is de aanleg van een IJmeerlijn. Indien deze uitbreiding
tot over de dijk gaat, moet deze ontwikkeling in samenhang worden gebracht met
het herstel van de ecologische waarden van het IJmeer.
Almere Oost biedt mogelijkheden voor de realisatie van onderscheidende groene
landelijke woon-, werk en leefmilieus. Naarmate het bouwprogramma toeneemt
(30.000 - 40.000 woningen) zal het woonmilieu meer gaan lijken op het huidige
suburbane woonmilieu van Almere. Conditionerend voor een grootschalige
oostelijke ontwikkeling is de aanleg van een Stichtselijn en opwaardering van
de A27 eventueel in combinatie met een opwaardering van de A30.
3.3 Verkenningen en bouwstenen
2. Een grote binnendijkse variant met 20.000 woningen en even zoveel arbeidsplaatsen in
- voor Almeerse begrippen - hoge dichtheden. Dit stadsdeel is rechtstreeks met Amsterdam
verbonden via de IJmeerlijn
Groot binnendijks
3. Een buitendijkse variant, die bestaat uit de grote binnendijkse variant (20.000 woningen
en 20.000 arbeidsplaatsen) plus een buitendijks plandeel (20.000 woningen en 14.000
arbeidsplaatsen) in het IJmeer. Het buitendijkse deel bestaat uit eilanden. Het stadsdeel
is rechtstreeks met Amsterdam verbonden met de IJmeerlijn. Deze variant kan alleen in
combinatie met een Toekomst Bestendig Ecologisch Systeem worden gerealiseerd.
Groot binnendijks en buitendijks
67
3. Analyse
3.3 Verkenningen en bouwstenen
Uit het onderzoek blijkt dat Pampus bij een bebouwing vanaf 20.000 woningen voldoende
vervoerswaarde creëert voor een IJmeerlijn. Tevens blijkt dat de IJmeerlijn een meerwaarde
heeft binnen Amsterdam door de koppeling IJburg - Amsterdam Zuidoost - Zuidas. Hiermee
draagt de IJmeerverbinding bij aan een duurzame mobiliteitsrelatie in de metropoolregio. Door de
IJmeerlijn in combinatie met de buitendijkse variant neemt het gebruik van het openbaar vervoer
in Almere substantieel toe. Almere wordt een OV-stad. Daarnaast blijkt dat - uitgaande van een
TBES - een buitendijkse locatie zich kan verhouden tot duurzame natuurwaarden in het IJmeer.
3. Analyse
68
3.3 Verkenningen en bouwstenen
2. Kernencomplex bestaat uit drie zelfstandige kernen met ieder een eigen karakter. In
totaal komen er 20.000 woningen en 40.000 arbeidsplaatsen. In grote delen van het
plangebied is een aanvullend groenblauw casco opgenomen, aansluitend op het bestaande
Almeerderhout, Horsterwold en Oostvaarderswold. Het stadsdeel wordt rechtstreeks met
de Utrecht, ‘t Gooi en Amersfoort verbonden met de Stichtselijn en aanpassing van de A27
Kernencomplex
De Taskforce Almere Pampus concludeert dat het Masterplan een afdoende basis biedt voor
nadere keuzes en optimalisaties op het schaalniveau van stad en regio. Een hoogstedelijk
Pampus inclusief IJmeerlijn positioneert Almere op een wezenlijk andere wijze en versterkt
de Metropoolregio Amsterdam. De sleutel voor de verdergaande regiovorming van de
Metropoolregio Amsterdam is de aanleg van de IJmeerlijn.
Drie ontwikkelingsstrategieën voor Almere Oost
De drie ontwikkelingsstrategieën voor Almere-Oost is een onderzoek naar de mogelijkheden
voor een oostelijke uitbreiding van Almere. Varianten die onderzocht zijn hebben een omvang
tussen de 15.000 woningen en 40.000 woningen. De basis voor het onderzoek is gelegd in
de Noordvleugelbrief (2006). Het onderzoek is opgesteld in gezamenlijk opdrachtgeverschap
van de gemeenten Almere en Zeewolde, de Provincie Flevoland, het samenwerkingsverband
NV Utrecht en - namens het Rijk - het Gemeenschappelijk Ontwikkelingsbedrijf (GOB). Het
Waterschap Zuiderzeeland participeerde als adviseur.
De ontwikkelingsstrategie schetst drie varianten voor de transformatie van het huidige
grotendeels agrarische gebied naar een nieuw verstedelijkt landschap. De drie varianten
beschrijven de hoekpunten van het speelveld.
1. Polderlandschap is het dunst bebouwde alternatief met 15.000 woningen en 40.000
arbeidsplaatsen grotendeels verspreid in de vormen van linten, vrijstaande woningen en
enkele buurtschappen of kleine kernen met basisvoorzieningen. De regionale ontsluiting
van het gebied vindt plaats via de huidige infrastructuur (A27, A6 en de Gooiboog)
3. Spiegelstad is een zusterstad van het huidige Almere met in totaal 40.000 woningen en
60.000 arbeidsplaatsen. Het compacte centrum is gebouwd op een overkluizing van de A27
en het spoor. Het stadsdeel is rechtstreeks met Utrecht, ’t Gooi en Amersfoort verbonden
met de Stichtselijn in combinatie met de capaciteitsuitbreiding van de A27, A1 en N30.
Spiegelstad
Polderlandschap
De stedelijke uitbreidingen aan de flanken plaatst het bestaand stedelijk gebied in
een nieuwe context. Het bestaand stedelijke gebied ontwikkelt zich verder op basis
van de kansen, bedreigingen en marktpotenties van die gebieden zelf. De effecten
van de groei op het bestaand stedelijk gebied zijn geanalyseerd in de Ruimtelijke
bouwsteen voor het bestaand stedelijk gebied. Als gevolg van de groei is een
aantal veranderingen onontkoombaar. Deze bieden kansen om huidige kwaliteiten
te borgen, kansen om ontbrekende kwaliteiten toe te voegen en kansen om
onevenwichtigheden aan te pakken.
Vier onderwerpen vragen om aandacht:
- positie van het stadscentrum als centraal centrum in het groeiende Almere;
- inpassing van nieuwe infrastructuur in het bestaand stedelijk gebied;
- inrichting van de overgangsgebieden tussen het bestaand stedelijk gebied
en de nieuwe ontwikkelingsgebieden.
- concurrentiekracht van bestaande woon- en werkmilieus.
69
3. Analyse
3.3 Verkenningen en bouwstenen
Het stadscentrum, de inpassingmaatregelen en de overgangsgebieden vloeien
voort uit de opschaling van de stedelijke structuur. Het zijn opgaven die direct een
gevolg zijn van de doorgroei van Almere naar 350.000 inwoners. Het vraagstuk
van de concurrentiekracht is een ander vraagstuk. Dit heeft zijn oorsprong in de
(markt)dynamiek die ontstaat door de grootschalige toevoeging van nieuwe woonen werkgebieden. Uit analyse blijkt dat een aantal buurten te maken heeft met
slijtageverschijnselen. Deze zijn vergelijkbaar met even oude wijken in andere
steden, maar die in Almere kennen ook een specifieke sociaal-economische
problematiek. Als gevolg van de verhuisbewegingen binnen Almere, die de
Schaalsprong teweeg zal brengen, is er een mogelijkheid dat deze slijtage
versneld zal doorzetten.
De Schaalsprong moet
worden benut om de
bestaande stad te verrijken.
Tijdens de Schaalsprong moet adequaat worden gereageerd om mogelijke
grootstedelijke problemen in een vroegtijdig stadium te keren.
Tevens geeft de bouwsteen aan dat in het bestaand stedelijk gebied in kader van
de Schaalsprong circa 10.000 - 15.000 woningen worden gerealiseerd. Dit is de
voltooiing van onder andere de bouwlocaties Almere Poort en Noorderplassen.
Deze bouwlocaties maken vanaf 2010 deel uit van de Schaalsprong.
70
3. Analyse
3.3 Verkenningen en bouwstenen
71
Almere ‘copy-paste’:
Het doorgroeien van Almere als suburbane,
niet gedifferentieerde stad is niet in lijn met
de uitgangspunten van de Almere Principles
en is daarom ongewenst
72
73
4
74
75
Alternatieven
en afweging
4. Alternatieven en afweging
4.1 Alternatieven
76
4. Alternatieven en afweging
4.1 Alternatieven
De ruimtelijke bouwstenen geven aan dat er - dankzij de gebiedsreserveringen in
Almere en Zuidelijk Flevoland - onderscheidende groeirichtingen voor Almere
mogelijk zijn. Hiermee biedt de Schaalsprong aan Almere de kans zich naar de
omgeving te richten. Aan de westelijke flank richting IJmeer en aan de oostelijke
flank in een nieuwe landschappelijke setting van de polder. De ruimtelijke vorm die
de Schaalsprong zal aannemen, wordt dus niet gedicteerd door noodzaak. De vorm
is onderwerp van een bewuste keuze. Het zwaartepunt van de verstedelijking kan in
het westen komen te liggen, of in het oosten, of over beide flanken worden verdeeld.
4.1 Alternatieven
In Almere Polderstad wordt aan de oostzijde intensief gebouwd. Hier komt een
stedelijk stadsdeel met 40.000 woningen. Dit stadsdeel biedt zowel hoogstedelijke als
suburbane milieus. De uitbreiding ligt aan een nieuwe railverbinding de Stichtselijn van
Almere Centraal naar Utrecht/Amersfoort. Voor dit alternatief schetst dit tevens de
oostelijke economische en sociale oriëntatie van Almere. Aan de westkant worden
binnendijks circa 15.000 woningen gebouwd. In dit alternatief is er geen IJmeerlijn.
5.000 Woningen worden toegevoegd aan het bestaand stedelijk gebied.
Almere Polderstad
Uit de bouwstenen Pampus en Oost zijn drie reële en tegelijkertijd principieel
verschillende ruimtelijke alternatieven geconstrueerd. Niet om uiteindelijk één van
de alternatieven te kiezen, maar om de hoekpunten van het totale speelveld te
definiëren. Op basis van weging van deze drie alternatieven kan binnen dit speelveld vervolgens een optimum - het voorkeursalternatief - worden samengesteld.
Almere Waterstad
In Almere Waterstad ligt het zwaartepunt van de verstedelijking aan de westzijde.
Hier komen 20.000 woningen binnendijks en 17.000 buitendijks in hoogstedelijke
maritieme milieus. De IJmeerlijn verbindt dit nieuwe stadsdeel van Almere direct
met Amsterdam. Almere wordt in sociaal-cultureel en economisch opzicht
onderdeel van de metropoolregio Amsterdam. Deze westelijke locatie zal in
samenhang worden ontwikkeld met een verbetering van het ecologische systeem
in het IJmeer en Markermeer. Het bestaand stedelijk gebied biedt plaats aan
10.000 woningen. Almere Oost behoudt een vrij open agrarisch karakter.
In dit polderlandschap - met hier en daar een dorpskern en verder verspreide
bebouwing - is plaats voor circa 15.000 woningen.
In Almere Stad van Water en Groen is de nieuwbouw min of meer gelijk verdeeld
over beide flanken met ook extra groei in het bestaand stedelijk gebied en nabij het
Weerwater. Hier komen in totaal 15.000 woningen. In Pampus komen 20.000
woningen in hoogstedelijke milieus. Er wordt binnen en op de dijk gebouwd, en in
beperkte mate ook over de dijk. In het nieuwe boslandschap van Oost ontstaan drie
woonkernen van elk 7.000 à 8.000 woningen. Totaal bedraagt het woningbouwprogramma aan de oostkant circa 25.000 woningen. Voor de ontsluiting van de
westelijke en oostelijke ontwikkeling worden de IJmeerlijn en Stichtselijn met elkaar
verbonden. Almere krijgt hiermee een alzijdige oriëntatie op Amsterdam en Utrecht.
Almere Stad van Water en Groen
77
4. Alternatieven en afweging
4.1 Alternatieven
78
4. Alternatieven en afweging
4.1 Alternatieven
4.2 Afweging
Effectenmatrix voor Alternatieven Schaalsprong Almere
Waterstad
Stad van Water
en Groen
Polderstad
1. Almere ontwikkelt als complete, meerkernige stad een
eigen identiteit, optimaal kwaliteiten van stad en omgeving
benuttend en versterkend.
1
2
3
2 Een divers aanbod van woningen en leefmilieus met een
centrale plaats voor wensen en initiatieven van burgers, en
bijdragend aan concurrentiepositie van
de Noordvleugel
1
2
3
3 Een diverse economie, die werk biedt aan zoveel mogelijk
inwoners, toegevoegde waarde creëert, met innovatie
en duurzaamheid als speerpunten, en die bijdraagt aan
concurrentiepositie van de Noordvleugel
1
2
3
4 Almere is via weg en OV (hoofd- en onderliggende infra)
optimaal bereikbaar en alzijdig verbonden met regio
2
1
3
5 Versterking van (diversiteit in) water, natuur en landschap;
bijdrage aan klimaatbestendigheid
1
2
3
2
2
2
7 Divers en subliem aanbod van voorzieningen, in het bijzonder
kennis en zorg, dat de 350.000 inwoners volop kansen biedt
zich te ontwikkelen
2
1
3
8 Een diverse samenleving met een sterke sociale dynamiek,
dankzij initiatieven van burgers en een veilig, levendig en
leefbaar publiek domein, die ook bijdraagt aan leefklimaat
van de Noordvleugel
1
2
3
- 60.000 woningen in 2030
3
2
1
- procedureel risico
3
2
1
- financiële haalbaarheid
3
1
2
- omvang investeringen infra
2
3
2
- tijdige realisatie infrastructuur
2
3
1
6 Hoogwaardige kringlopen van grondstoffen en afval
9 Een haalbaar project met beheersbare risico’s
De drie ruimtelijke alternatieven zijn beoordeeld door de Werkgroep Afwegingskader.
Naast de gemeente Almere participeerden het Rijk, de gemeenten Amsterdam,
Zeewolde, Lelystad, de Provincies Flevoland, Utrecht, Noord-Holland en het
Waterschap Zuiderzeeland. De werkgroep heeft op basis van een aantal criteria
een weging gemaakt. Hiervoor zijn de criteria afgeleid van het streven naar
ecologische, sociale en economische duurzaamheid en met ‘haalbaarheid’ als
aanvullend criterium. De weging staat in het dubbele perspectief van zowel de
bijdrage aan de internationale concurrentiepositie van de noordelijke Randstad
als de duurzame ontwikkeling van Almere.
De werkgroep concludeert dat het westelijk gerichte alternatief Almere Waterstad
het beste beantwoordt aan de geformuleerde ambities van een ecologisch, sociaal
en economisch duurzame Schaalsprong. ‘Het komt als meest aantrekkelijk
alternatief naar voren in het licht van het grote belang dat wordt gehecht aan
de ontwikkeling van een complete stad met een eigen identiteit. Dit komt tot
uitdrukking in de sterkste diversiteit op economisch, ecologisch en maatschappelijk terrein’, aldus het oordeel van de werkgroep. ‘De bijdrage aan de regio (...)
bestaat uit: een keuze voor een westelijke oriëntatie, voor de dubbelstad
Amsterdam-Almere en voor inbedding in de metropoolregio waaraan
Amsterdam de hoogste bijdrage levert.’
In dit alternatief draagt Almere optimaal bij aan de metropolitane ontwikkeling van
de noordelijke Randstad. Er kunnen unieke nieuwe woon- en werkmilieus ontstaan,
zowel aan en in het IJmeer als aan de oostkant van de stad. Het alternatief staat of
valt met de aanleg van de IJmeerlijn en de ontwikkeling van een Toekomstig Bestendig
Ecologische Systeem in het IJmeer en Markermeer. De belangrijkste zwakte van
Waterstad is de onzekerheid of het alternatief vóór 2030 kan zijn gerealiseerd. Een
andere zwakte van Waterstad is de geringe verbondenheid met de Utrechtse regio.
Almere Polderstad wordt als het minst wenselijke alternatief beoordeeld:
‘Het alternatief voegt in termen van type woonmilieus, en daarmee economische
potenties en diversificatie van de bevolking, weinig toe aan het bestaande Almere
en aan de regio.’ Het alternatief helt naar het oosten, terwijl de relatie met de
Amsterdamse regio zou moeten domineren zoals ondermeer blijkt uit de analyse
‘Vele steden maken nog geen Randstad’ van het Ruimtelijk Planbureau.
Almere Stad van Water en groen neemt een middenpositie in tussen beide andere
alternatieven. Het biedt meer diversiteit ten opzichte van Polderstad, maar minder
dan Waterstad. Het is vooral een aantrekkelijk alternatief bij een nadrukkelijke
keuze voor inbedding van Almere in de noordelijke Randstad op basis van
gelijkwaardige relaties met Utrecht en Amsterdam.
79
4. Alternatieven en afweging
4.1 Alternatieven
De werkgroep komt tot de conclusie dat Polderstad afvalt. Zowel Waterstad en
Stad van Water en Groen komen in aanmerking, maar kennen tegelijkertijd
gebreken. De werkgroep adviseert het voorkeursalternatief samen te stellen uit
een combinatie en optimalisering van beide alternatieven. De werkgroep sluit haar
rapport af met een schets van het voorkeursalternatief. Dit bouwt inhoudelijk voort
op Waterstad en kan daarom worden getypeerd als Waterstad-plus. Deze naam
geeft aan dat het geoptimaliseerde alternatief in eerste instantie beoogt zoveel
mogelijk kwaliteit en diversiteit van het alternatief Waterstad in stand te houden.
Tegelijkertijd wil het een oplossing vinden voor het praktische knelpunt rond het
tempo van buitendijks bouwen en de verbinding met de Utrechtse regio. De ‘plus’
is terug te voeren op het alternatief Stad van Water en Groen. Het heeft betrekking
op het woningbouwprogramma aan de oostzijde en de verbinding met Utrecht.
Met het woningbouwprogramma van Stad van Water en Groen zal er op termijn
draagvlak voor de Stichtselijn worden ontwikkeld. Zo ontstaat het totaalbeeld van
een voorkeursalternatief met de IJmeerlijn en de Stichtselijn als de dragers voor de
gebiedsontwikkeling van de Schaalsprong. De buitendijkse ontwikkeling levert een
bijdrage aan een grotere diversiteit voor Almere en kan op regionaal en nationaal
niveau een bijzondere toevoeging zijn.
Raadsbesluit
De gemeenteraad heeft op basis van de bouwstenen en het advies van de
Werkgroep Afwegingskader op 19 maart 2009 een richtinggevend besluit
genomen over de ontwikkeling van Almere. De raad geeft in haar besluit aan
dat ‘het alternatief Waterstad-plus zich bevindt binnen de eerder door de raad
genomen besluiten en draagt het college op, om in samenspraak met Rijk en
regio, bij de uitwerking uit te gaan van het alternatief Waterstad-plus. Het
voorkeursalternatief bestaat daarbij in elk geval uit de volgende robuuste
elementen: een IJmeerverbinding (OV, maar ook de economische en culturele
verbinding met de Amsterdamse regio), de combinatie van stedelijke ontwikkeling
in het westen en dunnere bebouwing in het oosten, investeringen in de
ecologische kwaliteit van het IJmeer, de wenselijkheid om doorgroei na
2030 in ogenschouw te nemen.’
Vervolgens spreekt de raad uit ‘dat in de Concept Structuurvisie Almere 2.0
tevens een nadere uitwerking wordt gegeven aan de bouwstenen economische
visie en de sociale agenda’. De raad geeft aan dat de Concept Structuurvisie
Almere 2.0 voor haar de basis zal vormen voor het IAK Almere 2030.
Met dit besluit is de keuze voor de primaire westelijke oriëntatie van Almere
gemaakt. Almere keert zich naar buiten en gaat relaties aan met Amsterdam,
het Gooi en de regio Utrecht, met de omringende grote wateren, de polder, de
natuur en Zeewolde. Almere krijgt een grotere verscheidenheid aan omgevingen
80
4. Alternatieven en afweging
4.1 Alternatieven
en sferen, met behoud van de suburbane kwaliteiten maar ook met een nieuw
stedelijk gezicht naar het IJmeer en Amsterdam, en met ontspannen landelijk
wonen en werken in de oostflank. De noordelijke Randstad en Almere krijgen er
met de IJmeerlijn en de Stichtselijn een metropolitane ontwikkelingsas bij.
Almere Waterstad-plus vormt het uitgangspunt voor Almere 2.0.
81
Almere kiest met een westelijke
oriëntatie voor een maximale
bijdrage aan de regio.
83
5
84
85
Visie Almere 2.0
5. Visie Almere 2.0
5.1 Inleiding
5.1 Inleiding
Met het besluit van de gemeenteraad (maart 2009) is de hoofdoriëntatie voor
Almere 2.0 vastgelegd. In dit hoofdstuk wordt invulling gegeven aan deze richting.
Hierbij wordt eerst een uitwerking opgesteld van de afzonderlijke onderdelen van
een ecologisch, sociaal en economisch duurzame Schaalsprong. Deze inzichten
voeden de ruimtelijke hoofdlijnen van de Schaalsprong. De ruimtelijke hoofdlijnen
worden vervolgens vertaald - en verbeeld- in de Schaalsprongas. Deze as loopt
van west naar oost dwars door de stad. Op deze as vinden de belangrijkste
ontwikkelingen op het gebied van wonen, werken, voorzieningen en infrastructuur plaats.
Almere als culturele daad
De meeste steden zijn op een bijna achteloze wijze ontstaan. Daar waar een rivier een pad
raakte of wegen elkaar kruisten, vestigden zich mensen, en op sommige van die plekken
groeiden de gemeenschappen uit tot een stedelijk verband met een geheel eigen dynamiek en
identiteit. Historische steden hebben een cultureel sediment dat jaar na jaar en eeuw na eeuw
is gevormd uit de optelsom van alle menselijke activiteiten ter plaatse. Iedere steen die op een
ander werd gelegd was een overwinning op de natuur, iedere gelegde steen een wilsuiting die
zijn oorsprong vindt in het geloof dat het lot in eigen hand ligt. De stad die aldus verrijst is een
stolsel van ideeën en idealen. Een hoge uiting van menselijke cultuur. In deze steden proef
je onmiddellijk de geschiedenis van zo’n plek, niet alleen in de uiterlijke vorm waarin de stad
zich manifesteert, maar vooral ook in de aard van de stedelingen, het karakter van de lokale
economie en het cultureel klimaat.
Almere is een ander soort stad. De stad is niet achteloos ontstaan, maar het product van
een weldoordacht plan. In historische steden hebben zich door de eeuwen heen netwerken
ontwikkeld, is menselijk kapitaal gestapeld en ‘oud geld’ neergeslagen in gebouwen, instituties
en gemeenschappen. Door de eeuwen heen groeit en krimpt zo’n stedelijke gemeenschap,
wordt de stad getest en geteisterd door kansen en rampen en ontstaat in het gunstige geval
een complex stedelijk verband. Hoe complexer het patroon van menselijke interactie, hoe hoger
de stad scoort op de evolutionaire ladder van sociale, economische en culturele groei. Steden
zijn uitingen van de graad van beschaving.
Almere maakt in dertig jaar mee, waar oude steden driehonderd jaar de tijd voor hadden.
In Almere is de groei van de stad een dominante factor door de kansen die het biedt,
door de continue instroom van nieuwkomers, door de hoge interne dynamiek en door de
aantrekkingskracht die groei op zichzelf veroorzaakt.
Almere is een ‘klein Amerika’, waar mensen uit alle windrichtingen zich vestigen en allen
nieuwkomer zijn. In het historische nieuwe land Amerika bood de open vlakte alle ruimte voor
de ontvangst van de immigranten, maar in Almere stonden de huizen klaar om de nieuwkomers
te ontvangen. Door haar planmatige ontstaan heeft de stad een misleidend karakter in haar
uiterlijke verschijningsvorm: achter de gevels wonen jonge gezinnen, pioniers, gelukzoekers en
ondernemers die hier gekomen zijn om in deze fase van hun leven een stap voorwaarts te maken.
Het feit dat in Almere de groei een immer aanwezige factor is en dat iedereen een nieuwkomer
is maakt dat het proces van het vormen van een stedelijke gemeenschap lijkt op een
laboratoriumexperiment. Aanvankelijk waren de omstandigheden gecontroleerd, maar nu er
inmiddels bijna tweehonderdduizend mensen wonen en er sprake is van een generatie die zich
geboren Almeerder kan noemen, gebeurt er iets bijzonders. Er broeit iets in de gemeenschap,
er ontstaat binding met de stad bij mensen die kort daarvoor een netwerk buiten Almere
hebben verlaten om hier te komen wonen. Er ontstaat een ontwikkelende kracht die zich
niet naar buiten maar naar binnen richt. Een kracht die uit de samenleving komt en niet door
de overheid wordt gestuurd en die de bron is van waaruit een samenleving met een eigen
identiteit ontstaat. En het is precies deze ontwikkeling die de stad zo hard nodig heeft, nu de
stad gevraagd is een Schaalsprong te maken.
86
5. Visie Almere 2.0
5.1 Inleiding
Stedelijke ontwikkeling is meer dan het bouwen van huizen en het aanleggen van wegen.
De ontwikkeling van een stedelijke cultuur, gekenmerkt door de complexiteit en diversiteit van
de lokale netwerken, waarin ondernemers, professionals, studenten en kunstenaars elkaar
treffen gaat daaraan in normale situaties vooraf. De Schaalsprong is daarom ook een culturele
uitdaging. Niemand kan voorspellen wat de identiteit van de stad over pakweg twintig jaar zal
zijn, maar vast staat dat de Schaalsprong alleen succesvol zal zijn wanneer met de fysieke
groei van de stad er een gemeenschap is ontstaan waarin deze complexiteit en diversiteit op
geheel eigen wijze tot uiting komt.
87
Visie Almere 2.0
5.
5.2 Ecologische duurzaamheid
5.2 Ecologische duurzaamheid
88
5. Visie Almere 2.0
5.2 Ecologische duurzaamheid
hoofdstructuur geanticipeerd op de grote veranderingen in het grondgebruik aan
de oostzijde van Almere. Almere 2.0 doet hier voorinvesteringen in het groen,
om goede condities voor de toekomstige stedelijke ontwikkelingen te creëren.
Diversiteit groenstructuur
De groenstructuur van de stad biedt door haar omvang een kansrijke uitgangspositie voor een grote mate aan diversiteit, van stedelijke tuinen en parkvormen tot
en met halfagrarische stadslandschappen en uitgestrekte stadsbossen. Binnen de
stedelijke zone krijgt biodiversiteit de ruimte. Almere gaat functioneren als een ecologisch landschap met een grote mate van natuurlijke diversiteit. Dit komt de natuurlijke kwaliteit ten goede en de kwaliteit van het stedelijke leven neemt hierdoor
toe. Er wordt een ontwikkelstrategie voor de groenblauwe hoofdstructuur uitgewerkt
met hierbinnen tal van mogelijkheden voor ecologie en recreatie (o.a. binnenstedelijke vaarroutes) en die rekening houdt met cultuurhistorie en archeologie.
Cultuurhistorie en archeologie
Almere ligt te midden van unieke natuurgebieden en beschikt ook binnen de gemeentegrenzen over een uitgestrekt groenblauwe hoofdstructuur. De stad
prijst zich gelukkig met zoveel groen en water. Bij verdere groei van de stad
worden deze kwaliteiten optimaal ingezet en versterkt. Het draagvermogen
van deze structuur wordt aangepast aan een stad met 350.000 inwoners.
Almere 2.0 heeft een uitgesproken visie op natuur, ecologie, landschap en water,
op lokaal en regionaal niveau. Ecologische duurzaamheid vertaalt zich in vier
vormen: groene woon- en werkmilieus, de diversiteit van de groenstructuur,
het buitendijkse water en stadslandbouw. De Schaalsprong is gericht op een
transformatie van elk van deze vier vormen, vanuit de overtuiging dat ecologische
duurzaamheid hand in hand gaat met stedelijke ontwikkeling.
Hiernaast grijpt Almere 2.0 de kansen aan voor systeeminnovaties om duurzame
gebiedsontwikkelingen te bevorderen. Dit vereist innovaties in de systemen,
die de stad draaiende houden. Water, energie en afval worden zoveel mogelijk
ondergebracht in gesloten kringlopen.
Groene woon- en werkmilieus
De bestaande woon- en werkmilieus zijn nu weinig op elkaar aangesloten. In Almere
2.0 gaan de stadsdelen, wijken, straten de verbinding aan met de omliggende
landschappen, groene wiggen, parken en wateren. De combinatiekansen van stad
en natuur zijn een vast programmaonderdeel van de integrale gebiedsuitwerkingen
in het kader van Almere 2.0. Tevens wordt met de ontwikkeling van de groene
Al in de steentijd, 10.000 jaar geleden, was het grondgebied van Almere en de rest van de
Provincie Flevoland bewoond. Voor zover bekend woonde men destijds bij voorkeur vlakbij of
op de wat hogere delen van het (dekzand)landschap. Vanaf circa 6.000 jaar geleden tot de
inpoldering in 1968 werd het gebied door de zeespiegelstijging te nat voor bewoning.
De ondergrond van Almere bevat bijzondere archeologische resten die vertellen over het leven
en landschap in de steentijd. Scheepswrakken herinneren aan de periode van water, toen de
Zuiderzee het economische hart van Nederland was. Kronkelpaden in het Cirkelbos refereren
aan uitlopers van de voormalige loop van de rivier de Eem, zoals die in de ondergrond van het
nu rivierloze Almere bewaard zijn gebleven. Al deze resten zijn plaatsgebonden en uniek.
Dat Almere een rijke en eeuwenoude voorgeschiedenis heeft, is voor velen een verrassing.
Almere kent twee bijzondere soorten archeologische monumenten. Ten eerste vindplaatsen
uit de Steentijd en ten tweede resten van schepen, gezonken in het vroegere ‘Aelmere’,
de voormalige ‘Suderzee’ en het IJsselmeer.
De bekendste vindplaats is de vroeg prehistorische vindplaats de Hoge Vaart in het huidige
tracé van de A27. Deze vindplaats is tot op heden de enige grootschalige opgraving die
in Zuidelijk Flevoland heeft plaatsgevonden. Daarnaast liggen er in het tracé van de A27
nog vier steentijdvindplaatsen die ter plaatse behouden konden worden door middel
van beschermingsmaatregelen. Sinds 2001 is door uitvoering van het archeologische
vooronderzoeksprogramma van de gemeente Almere het aantal bekende vroeg prehistorische vindplaatsen in Almere toegenomen. Tot 1 april 2008 zijn 29 nieuwe waardevolle archeologische vindplaatsen vastgesteld. Ze dateren van 8.500 tot 3.500 voor
Christus en variëren in omvang van enkele tientallen vierkante meters tot enkele hectaren.
Buitendijks water
Het Markermeer en IJmeer zijn, net als de Oostvaardersplassen, beschermde
Natura 2000 gebieden. De achteruitgang van de natuurwaarde van het IJmeer
en Markermeer is een voorbeeld van waar een waterhuishoudkundige ingreep
verkeerd heeft uitgepakt voor de natuur. De Houtribdijk heeft het ecologische
systeem geïsoleerd en verstoord. Het slib in de grote wateren blijft opwervelen.
89
5. Visie Almere 2.0
5.2 Ecologische duurzaamheid
De aanleg van nieuwe fysieke structuren in het water zoals bijvoorbeeld eilanden
en vooroevers kan het opwervelen van slib verminderen. Deze voorstellen maken
deel uit van het RU-project Toekomstvisie Markermeer-IJmeer (TMIJ). Evenzeer
dragen buitendijkse ontwikkelingen van Almere bij aan het terugdringen van het
opwer-velen van slib en het creëren van extra leefgebieden voor natuur. Het herstel
van deze internationaal beschermde natuur en de ontwikkeling van de buitendijkse
bouwlocatie in het IJmeer is de meest uitgelezen kans om stad en natuur bij de
Schaalsprong op het hoogste niveau met elkaar te combineren.
Stadslandbouw
De nu nog grootschalige landbouw aan de oostkant van Almere gaat met de
Schaalsprong een transitie doormaken naar vormen van stadslandbouw. De
Landbouwuniversiteit Wageningen heeft in samenwerking met een aantal partijen
en ondernemers onderzoek gedaan naar het concept van stadslandbouw in Almere
onder de noemer ‘Agromere’. Bij stadslandbouw wordt de ogenschijnlijke spanning
tussen stad en landbouw doorbroken. Stad en landbouw vormen een eigentijdse
combinatie. Zij versterken elkaar. Stadslandbouw maakt de stad groener en de
voedselproductie duurzamer. Juist aan de oostkant van Almere is het kansrijk om
verstedelijking te combineren met een duurzame voedselproductie in de vorm van
stadslandbouw.
Stadslandbouw
Stad en landbouw zijn in de stadsontwikkeling van de twintigste eeuw tegenover elkaar komen
te staan. Waar de stad kwam, moest de landbouw wijken. Daarbij heeft de schaalvergroting
van de landbouw er de afgelopen decennia voor gezorgd dat steeds meer boeren gingen
produceren voor de wereldmarkt. De voedselproductie kwam steeds verder af te staan van
de mens, waardoor er geen verband meer is tussen de agrarische productie en de afnemers.
Dit geldt ook voor agrarische productie in Zuidelijk Flevoland en wat de Almeerder consumeert.
Stad en landbouw kunnen opnieuw een verbond met elkaar aangaan. Zij kunnen elkaar versterken. Stadslandbouw maakt de stad groener en de voedselproductie duurzamer. In de polder
aan de oostkant van de stad wordt daarom ingezet op de ontwikkeling van stadslandbouw.
De kwaliteit van de polder als ondernemers- en productieruimte kan zo worden benut en het
gebied zal zo geleidelijk naar een consumptielandschap voor stad en regio transformeren.
Stadslandbouw wordt verbonden met landelijke woonmilieus, buurtschappen en kernen.
Er ontstaat een fijnmazig landbouwsysteem dat de stad en regio van agrarische producten
voorziet. Dit kan gecombineerd worden met vormen van energieproductie, waterzuivering
en afvalverwerking. Daarnaast is er volop ruimte voor nieuwe functies en ondernemerschap,
gerelateerd aan de groene ruimte op het gebied van recreatie, toerisme en zorg. Dankzij de
korte transportlijnen hoeven de producten niet duur te zijn; veel klanten komen zelf op de fiets
langs bij de verkooppunten in de polder. Daarnaast worden de producten uit de polder via
centrale verkooppunten of buurtsupermarkten verkocht.
De stadslandbouw kan voor een deel voorzien in de lokale voedselvraag. Indien bijvoorbeeld
de stadslandbouw kan voorzien in tien procent van de lokale voedselvraag wordt op jaarbasis
minimaal vijf miljoen autokilometers bespaard, 145 miljoen megajoule energie bespaard (wat
overeenkomt met het energieverbruik van ongeveer 4.250 huishoudens) en wordt de CO2uitstoot met 11.000 ton verminderd (vergelijkbaar met de CO2 vastlegging van 500 ha bos).
90
5. Visie Almere 2.0
5.2 Ecologische duurzaamheid
Duurzame gebiedsontwikkeling
Almere 2.0 biedt kansen voor duurzame gebiedsontwikkeling. Op de ‘klassieke’
duurzaamheidterreinen van energie, afval, water en mobiliteit worden gezonde
systemen ontworpen. De inzet op duurzame ontwikkeling en kringloopsluiting is
uitgewerkt in de Duurzaamheidagenda. Veel van de technieken en werkvormen die
nodig zijn voor een succesvolle duurzame ontwikkeling, bestaan al. Zij zijn echter
nog nauwelijks beproefd op de schaal, die bij de Schaalsprong aan de orde is.
Andere technieken verkeren nog in een experimentele fase. Gezien de omvang
van de ontwikkelingen en vrijheid van systeemkeuzen in de nieuwe gebieden
zal Almere toonaangevend zijn voor een sprong in duurzame gebiedsontwikkeling
op proces-, systeem- en applicatieniveau. Op deze manier groeit Almere landelijk
of zelfs internationaal uit tot een vooraanstaand kenniscentrum en praktijklaboratorium. Het DuurzaamheidsLab Almere zoekt -met iedereen die bij de
Schaalsprong betrokken is- naar realistische toepassing van de duurzaamheidbenadering.
Voorbeelduitwerkingen gezonde systemen
Het Duurzaamheidslab Almere zal de aanjaag- en versnellingsmotor zijn voor innovatie en
toepassing van gezonde systemen bij de Schaalsprong. Hiertoe zal zij de samenwerking
opzoeken met kennisinstituten en ondernemers die vooraan willen staan bij duurzame
gebiedsontwikkeling. Zij zal de aandacht richten op onder meer de onderstaande onderwerpen.
Duurzame energievoorziening voor nieuwe wijken en gebouwen
Het huidige rijksbeleid is ‘Schoon en Zuinig’ met een energieprestatie voor nieuwbouw, die
afneemt van 0,8 naar 0,4 in 2015 en energie neutraal in 2020. Almere 2.0 zet in op duurzame
energievoorziening en een energieproducerende stad. Almere is een voor de hand liggend
experimenteergebied. De mogelijkheden hiervoor zijn ontwerpaanpassingen zoals zonoriëntatie
van gebouwen, verdergaande isolatie in combinatie met implementatie van nieuwe technologieën
zoals (elektrische) warmtepompen en waar mogelijk toepassing van bodemwarmte. Een
energieproducerende wijk vergt een concentratie van deze systeemaanpassingen en volop
inzet van windenergie, zonenergie en restwarmte van verbranding.
Duurzame mobiliteit
In Almere 2.0 worden de voorwaarden voor elektrisch vervoer ingevoerd. Het gaat hierbij om
onder meer het openbaar vervoer en verduurzaming van het autoverkeer. Uitwerkingen voor
elektrisch vervoer zijn gericht op het aanbieden van een geschikte elektriciteitsinfrastructuur en
oplaadpunten. Hiernaast wordt gestreefd naar het verminderen van uitstoot van verontreinigende stoffen. En voorkomen van geluidsoverlast.
Duurzaam grondstofgebruik
Voor Almere betekent duurzaam grondstofgebruik onder andere (ophoog)zand dichterbij
winnen, bijvoorbeeld uit het Markermeer. Dit heeft tevens potentieel positieve effecten op
de slibreductie en natuurontwikkeling ten behoeve van TBES. Het huidige systeem van
afvalinzameling en -verwerking wordt getransformeerd in de richting van verdergaande
fractiescheiding, waarin afval als grondstof kan dienen. Meer gebruik van gerecycled materiaal
in de bouw sluit de materiaalkringloop en levert besparingen op. De omvang van het restafval
wordt teruggebracht en lokaal omgezet tot energie. Voor hergebruik van het overig afval
worden de cradle-to-cradle technieken ingezet.
Duurzaam watersysteem
Nederland gaat met het Nationaal Waterplan de verschillende wateropgaven meer integreren
in de ruimtelijke ordening. Voor de waterveiligheid in Almere betekent dit dijken met een
91
Visie Almere 2.0
5.
5.2 Ecologische duurzaamheid
overstromingsrisico van 1:10.000 jaar. Wateroverlast voorkomen is een extra opgave bij de
Schaalsprong. Aan de oostzijde zal de bodem met 50 cm dalen. De overlastnorm is 1:100 jaar.
Met een (partiële) ophoging van het maaiveld en aanleg van een goed doordacht watersysteem
met minimaal zes procent open water wordt een duurzaam watersysteem gerealiseerd. Dit
biedt interessante combinatiemogelijkheden met andere functies zoals natuurontwikkeling,
recreatie en wonen.
92
5. Visie Almere 2.0
5.3 Sociale duurzaamheid
5.3 Sociale duurzaamheid
Indicatieve verbeelding kringlopen en
klimaatbestendigheid Almere 2.0
Almere is een stad, waarin de middenklasse overheerst. Almere is op dit moment
meer woonstad dan werkstad en in het woningbestand overheerst het suburbane
woonmilieu. Om sociaal duurzaam te zijn, moet de diversiteit van de bevolking
toenemen. Bij een Schaalsprong krijgt de Almeerse samenleving niet de tijd om
via een geleidelijke organische ontwikkeling haar diversiteit te laten toenemen.
Bij de Schaalsprong zal bewust gestuurd moeten worden op het vergroten van de
diversiteit van de samenleving en de bijbehorende toename van de kwaliteit van
het suburbaan wonen, werken, leven en leren.
De bestaande stadsdelen gaan in de komende jaren effecten ondervinden van de
Schaalsprong. Dit kan de concurrentiepositie van de bestaande wijken versterken.
Tegelijkertijd kan een deel van de bestaande buurten en wijken te maken krijgen
met sociaal-economische achteruitgang en een (zichtbare) veroudering van de
woonomgeving. Hiervoor wordt ingezet op een preventieve aanpak.
Sociaal-economische effectverkenning
Voor de Schaalsprong is een sociaal-economische effectverkenning uitgevoerd. Daarbij zijn
twee scenario’s voor 2030 doorgerekend: ‘Copy-Paste scenario’ (voortzetting suburbane
ontwikkeling) en Almere 2.0. De verkenning geeft inzicht in de effecten van de beide varianten
op traditionele sociaal-economische indicatoren als inkomen, opleiding of arbeidsparticipatie
en doet ook uitspraken over de potentie van huishoudens als indicatie van de emancipatorische
capaciteit van Almere na de Schaalsprong.
De effectverkenning onderschrijft de keuzes die zijn gemaakt in Almere 2.0. Vooral de
diversiteit aan huishoudentypen neemt sterk toe. Hierdoor zal de stad in sociaal-economische
termen duurzamer worden. De verbreding van het palet aan leefstijlen vindt voornamelijk in
93
5. Visie Almere 2.0
5.3 Sociale duurzaamheid
de jonge creatieve hoek en bij de senioren plaats. Ook het aandeel hoger opgeleiden in de
beroepsbevolking en de percentages van studenten en gepensioneerde nemen toe. Hierdoor
treedt in Almere 2.0 gelijktijdig een daling op van de arbeidsparticipatie en gemiddelde
inkomens. De groeiende bevolkingsgroepen zijn doorgaans de groepen die de cultuurdragers
van de samenleving vormen. Zij entameren de dynamiek en levendigheid voor een stad.
Daarnaast vormt de nieuwe groep jonge creatieven het potentieel voor de toekomst van een
stad. Almere 2.0 draagt het meest bij aan de diversiteit van Almere, maar tegelijkertijd vertoont
deze variant een sterkere concentratie van huishoudens met een minder sterk sociaaleconomische profiel in de bestaande woningvoorraad.
Onderstaande diagrammen tonen de huishoudensamenstelling naar leefstijlen bij realisering
van Almere 2.0. Ten opzichte van de situatie in 2008 zijn er in 2030 verschuivingen. Er is een
toename te zien van de vrije geesten, ontwikkelde stedelingen en welgestelden. Het aandeel
dynamische families en traditionalisten neemt af. Vooral in de nieuwe gebieden is sprake van
instroom van huishoudentypen die anno 2008 ondervertegenwoordigd zijn.
Bevolkingsopbouw van Almere vandaag
en in 2030. Voor 2030 zijn 2 verschillende
scenario’s doorgerekend: Almere ‘copy-paste’
en Almere 2.0
94
5. Visie Almere 2.0
5.3 Sociale duurzaamheid
met een lagere dichtheid aan de oostkant. Beide milieutypen worden elders in de
regio in beperkte mate aangeboden. De vraag naar deze woonmilieus groeit.
Almere heeft de ruimte om deze woonmilieus te realiseren en daarbij een goede
prijs-kwaliteitverhouding te bieden. Door het toevoegen van nieuwe milieus kan
bovendien de concurrentiekracht van de bestaande wijken -bestaande uit
hoofdzakelijke suburbane woonmilieus- beter worden gehandhaafd.
Mensen zijn de drijvende kracht in het maken en behouden van de stad. Deze
overtuiging is vertaald in het programma ‘IkbouwmijnhuisinAlmere’, dat particulier
opdrachtgeverschap op grote schaal mogelijk maakt. In Almere kan iedereen, volgens
de eigen, specifieke (woon)wensen, een huis bouwen. Het programma vergroot niet
allen de individuele keuzevrijheid; het schept ook condities voor diversiteit, en creëert
karaktervolle buurten en wijken. Mensen die een eigen huis bouwen, verbinden zich
met de stad. Zij investeren niet alleen in de eigen woning, maar ook in de (sociale
samenhang van de) wijk en de stad. Particulier opdrachtgeverschap - zowel individueel
als collectief - is de meest concrete vertaling van het Almere Principle ‘mensen maken
de stad’. Binnen het concept van Almere 2.0 krijgen burgers, volgens Almeerse
traditie, het eerste recht in de ontwikkeling van de stad.
Organische stadsontwikkeling
Een stad krijgt door de jaren heen vorm en verandert in een voortdurende wisselwerking tussen
plannen en ingrepen ‘van bovenaf’ en ‘van onderop’. Geen enkele stad wordt alleen maar van
bovenaf of alleen maar van onderop gemaakt, maar de mengverhouding tussen die twee kan
wel sterk verschillen.
Om een sociaal duurzame stad te creëren, wordt nadruk gelegd op differentiatie,
kwaliteit van de voorzieningen en een preventieve aanpak. Daarom wordt in
Almere 2.0 ingezet op de volgende ruimtelijke en beleidsinterventies:
1. Differentiatie woonmilieus
Voor het vergroten van de diversiteit van de bevolkingssamenstelling in Almere is
er een trendbreuk nodig in het type woonmilieus dat in Almere wordt aangeboden.
Dit kan gecombineerd worden met de huidige regionale vraag. Ten opzichte van
dertig jaar geleden is er nu een vraag naar unieke woonmilieus, die een
toegevoegde waarde hebben voor de internationale concurrentiepositie van de
regio. Dat kan in de vorm van de stedelijke en waterrijke maritieme woon- en
leefmilieus aan de westkant en in de vorm van nieuwe ‘landelijke’ woonmilieus
In Nederland heeft de institutioneel gedreven ‘topdown’-aanpak lange tijd overheerst. Almere
wil het evenwicht herstellen door meer nadruk op organische stadsontwikkeling. Het eerste
uitgangspunt hierbij is dat de burgers verantwoordelijkheid nemen voor de eigen woonen werksituatie en zeggenschap hebben over de woning en de woonomgeving: ‘mensen
maken de stad’. Een tweede uitgangspunt is de geleidelijke ontwikkeling in de tijd en in de
ruimte. Deze geleidelijke ontwikkeling doet zich voor op alle schaalniveaus: stadsdeel, kern,
bouwblok- en kavelniveau. Ze leidt tot grote verscheidenheid in woonvormen, woonmilieus en
ontwikkelingstempo, met ruimte voor onzekerheid en verrassing.
Dit betekent een geheel andere manier van denken en bouwen dan de gebruikelijke. Iedere
partij krijgt een andere rol. Het is niet langer het primaire doel van de overheid om de
woningnood op te lossen, maar om de kwaliteit van de leefomgeving te waarborgen en kaders
te scheppen waarbinnen burgers (met hulp van door hen gekozen professionals) zelf invulling
geven aan hun woonwensen.
2. Stedelijke voorzieningen
Om Almere van een woonstad door te ontwikkelen naar een vitale stad met een
gedifferentieerde bevolkingsopbouw, is naast differentiatie van de woonmilieus ook
een betere inbedding in de noordelijke Randstad geboden. Metropolitanen maken
gebruik van het hele scala aan voorzieningen dat de regio te bieden heeft, zoals de
culturele voorzieningen en uitgaansmogelijkheden van Amsterdam en Utrecht, de
95
5. Visie Almere 2.0
5.3 Sociale duurzaamheid
landschappelijke kwaliteiten van het Groene Hart en de Utrechtse Heuvelrug, de
recreatieve kwaliteiten van de historische binnensteden en het IJmeer. Voor ouderen,
studenten en hoger opgeleiden, die zich in Almere gaan vestigen, zal de toegankelijkheid tot dit totale aanbod van voorzieningen in de regio overtuigend moeten zijn.
In dit verband is de IJmeerlijn naast een vervoersas ook een culturele en sociale as.
De IJmeerlijn verbindt Amsterdam en Almere, waarmee letterlijk een dubbelstad
ontstaat. Voor het complementaire deel zal in Almere een toereikend stedelijk
voorzieningen-pakket moeten hebben. Almere moet bijschakelen om zich aan te
passen aan de nieuwe omvang van de stad en de kwalitatieve doelen van de
Schaalsprong.
Almere 2.0 is op het terrein van kunst en cultuur een volwassen stad. Diverse
doelgroepen, zoals studenten en senioren, vinden aanbod van hun gading in
zelfstandige circuits (muziekpodia, toneel, evenementen, uitgaansgelegenheden
en musea). Aanvullend op de nabije culturele agenda’s van Amsterdam en Utrecht,
heeft Almere een eigenstandig aanbod waarin culturele niches zich een plaats
hebben verworven. Het culturele aanbod is dientengevolge divers: het sluit in
de breedte aan bij de wensen van de stedelingen, en het omvat instituten en
organisaties die ook op landelijk niveau relevant en gekend zijn. Daarnaast biedt
Almere 2.0 een ruim aanbod aan recreatieve, leisure- en (top)sportfaciliteiten
passend bij de groenblauwe stad die zij is.
3. Onderwijs
Voor het aantrekken van jongeren en studenten is de aanwezigheid van hoger en/
of wetenschappelijk onderwijs cruciaal. Op dit moment trekken jongeren weg uit
Almere om ergens anders te studeren, terwijl zestig procent aangeeft dat zij een
voorkeur zou hebben voor een studie in Almere, als dit tot de mogelijkheden zou
behoren. Er is nu sprake van een onnodige uittocht van talentvolle Almeerders.
Deze uittocht wordt in Almere 2.0 gestopt. Het binden van deze groepering aan
Almere en het binnenhalen van nieuwe jongeren in de stad is van groot belang.
Tevens hebben deze opleidingsinstituten direct uitstraling op de stedelijke
samenleving en zijn een betekenisvolle economische vestigingsfactor.
Hoger en/of wetenschappelijk onderwijs is een noodzakelijk onderdeel van
een stad in de categorie, waartoe Almere gaat behoren. Het geeft identiteit
en profiel aan de stad.
Hiernaast investeert Almere 2.0 in de kwaliteit van het gehele onderwijs met een
accent op het basisonderwijs en het MBO. Dit schoolprestaties worden op een
hoger niveau gebracht. Uitkomst is een gemiddeld hoger eindniveau van de
schoolloopbaan van de Almeerse jeugd. De flankerende maatregelen, die in
coalitie met de onderwijssector worden opgesteld, zijn onder meer uitbreiding
van voorzieningen op het gebied van voor-, tussen- en naschoolse opvang en
activiteiten voor leerlingen.
96
5. Visie Almere 2.0
5.3 Sociale duurzaamheid
4. Concurrentiekracht van het bestaand stedelijk gebied
Omdat de stedelijke ontwikkelingen vooral in de flanken van de stad plaatsvinden,
kan het bestaand stedelijk gebied zich in een eigen tempo en op eigen kracht
verder (door)ontwikkelen. De suburbane woonmilieus die in het bestaand stedelijk
gebied overheersen, zijn in de nieuwe stadsdelen ondervertegenwoordigd. Door de
Schaalsprong kunnen zich in een aantal wijken en bestaande werklocaties kansen
aandienen. Zo kunnen de investeringen in infrastructuur en de groenblauwe
hoofdstructuur bijdragen aan een verdere versterking en herpositionering van het
bestaand stedelijk gebied binnen Almere en binnen de metropoolregio Amsterdam.
In andere wijken en werklocaties kan de dynamiek, die de Schaalsprong met zich
meebrengt zonder gericht ingrijpen, geleidelijk leiden tot minder positieve effecten.
Almere weet uit ervaring dat nieuwe woon- en werkmilieus aan de flanken zorgen
voor doorstroom in het bestaand stedelijk gebied. Dit kan leiden tot een versnelde
veroudering van bepaalde delen, concentraties van kwetsbare groepen en
downgrading van bestaande bedrijventerreinen. Op een aantal plekken vallen
de sociale ontwikkelingen samen met een veroudering van de woon- en
werkomgeving. Almere boekt nu al successen door samen met de inwoners te
werken aan de vernieuwing van wijken. Stedelijke vernieuwing zal parallel aan de
Schaalsprong structureel worden. Almere wil niet wachten tot er een omvangrijke
herstructurering van bestaande wijken en werklocaties noodzakelijk is. Almere 2.0
zet in op een innovatieve en preventieve aanpak. Er wordt tijdig geïnvesteerd in
de veerkracht van het bestaand stedelijk gebied wat de aantrekkelijkheid en de
sociale duurzaamheid ten goede komt. Met sociaal-economische en ruimtelijke
acupunctuur werkt Almere aan het laten excelleren van wijken en werklocaties.
Zo’n aanpak moet zorgen voor nieuwe en goede voorzieningen, zoals scholen,
winkels, kleine centra, broedplaatsen en ruimte voor ondernemerschap.
De Schaalsprong in het bestaand stedelijk gebied is in belangrijke mate een
sociaal-economische vernieuwing. De fysieke vernieuwing is faciliterend.
Gezien de vele belangen en het werken in een bestaande context is het organisch en
preventief vernieuwen van wijken een gecompliceerde opgave. De vernieuwing van
het bestaand stedelijk gebied zal binnen de Schaalsprong een structurele activiteit
worden. Een coalitie van de gemeente met zowel lokale organisaties als Rijkspartners
zorgt voor voldoende aandacht en middelen voor deze preventieve aanpak.
97
5. Visie Almere 2.0
5.4 Economische duurzaamheid
5.4 Economische duurzaamheid
Almere wordt een woon- en werkstad met een diverse economische structuur met
enkele identiteitsbepalende specialismen. De economische structuur is verbonden
met de regionale kerngebieden Amsterdam en Utrecht en biedt een basis voor een
gevarieerde werkgelegenheid. De economie vertoont een mix van kleine, middelgrote en grote bedrijven, opererend in lokale, regionale, landelijke en internationale
netwerken. Het is een economische structuur, waarin zowel gerenommeerde topbedrijven als avontuurlijke starters zich thuis voelen. Inzet is dat Almere vanuit een
eigen economische kracht een toegevoegde waarde is voor het internationaal
presteren van de metropoolregio.
De opgave om in de periode 2010-2030 100.000 extra banen te creëren, is een
gezamenlijke opgave van Rijk, regio en Almere. De ambitie dient immers gelijktijdig
een nationaal, regionaal en lokaal belang. Almere, regio en Rijk bundelen dan ook
de krachten om de Almeerse en regionale economie te verduurzamen.
De opgave is uiteen te leggen in circa 50.000 banen via de bevolkingsvolgende
werkgelegenheid, veroorzaakt door de uitbreiding van Almere en de autonome
groei van de huidige werkgelegenheid. De overige 50.000 banen zijn gericht op
clusterontwikkeling. Deze categorie valt uiteen in de doorgroei van economische
clusters uit de noordelijke Randstad in Almere - clusters die elders tegen de grenzen
van de groei aanzitten - en de ontwikkeling van specifieke Almeerse clusters.
Om een economisch duurzame Schaalsprong te creëren, wordt nadruk gelegd op
excellent gastheerschap, stimuleren van clusterontwikkeling en bereikbaarheid.
Op basis hiervan wordt in Almere 2.0 ingezet op de volgende interventies:
98
5. Visie Almere 2.0
5.4 Economische duurzaamheid
1. Excellent gastheerschap
Het gastheerschap betreft een adequaat schakelen en handelen van overheden
om de economische groei optimaal te faciliteren. Het is een belangrijke voorwaarde voor zowel de autonome en bevolkingsvolgende groei als de clusterontwikkeling. Excellent gastheerschap betekent dat de dienstverlening van de
overheden voor de bedrijven op alle onderdelen voortvarend en van hoge kwaliteit
is. De dienstverlening is gericht op alle soorten bedrijvigheid, van startende en/of
kleinschalige bedrijven tot multinationals. Voor deze bedrijven is het handelen van
de overheden en gelieerde organisaties zoals de Kamer van Koophandel op elkaar
afgestemd. Bedrijven worden excellent gefaciliteerd bij de vestiging, continuering,
vernieuwing en doorgroei. Voor het bedrijfsleven wordt de loper in Almere
uitgerold. Het gaat om het totale scala aan activiteiten:
- Ruim aanbod aan werklocaties van verschillende kwaliteiten;
- Aandacht voor herinrichting bestaande bedrijventerreinen;
- Adequate dienstverlening;
- Almere branding en gebiedspromotie;
- Ondersteuning bij innovatie en kennisinfrastructuur;
- Stimulering ondernemerschap en starters;
- Ondersteuning internationalisering bedrijfsleven;
- Goed opgeleide beroepsbevolking.
2. Strategische clusterontwikkeling
Almere biedt de ruimte die de economie van de noordelijke Randstad en de
metropoolregio Amsterdam nodig heeft voor verdere groei. Inzet van de regio is
gericht op impulsen voor de kenniseconomie. In Almere bouwt het bedrijfsleven
voort op de economische clusters uit de regio zoals ICT, handel, logistiek, zakelijke
diensten en leisure. Zo zijn er mogelijkheden voor nationale distributiecentra,
die goederen verwerken in en uit de metropoolregio (Schiphol en zeehaven) in
combinatie met hoogwaardige assemblage. In de zakelijke dienstverlening
onderscheidt Almere zich ten opzichte van andere locaties in de metropool
met enkele bijzondere concepten zoals een business centre voor duurzame
ontwikkeling of regionaal business park. Toerisme en leisure blijven ook in de
toekomst groeien. Dit biedt voor Almere mogelijkheden voor uitbreiding van
het aantal hotels, congresfaciliteiten en de ontwikkeling van themaparken.
Voor dergelijke grootschalige concepten -die op dit moment nog onbekend zijnreserveert Almere 2.0 ruimte.
Tevens heeft een aantal huidige ondernemingen in Almere de potentie om
in combinatie met andere ondernemingen in de Noordvleugel en onderzoeken onderwijsinstituten uit te groeien tot innovatieve clusters van bedrijvigheid.
Deze clusters zullen de economie van Almere kleur geven. Het initiëren van deze
clusterontwikkeling betekent een meerjarige aanpak, waarbij ondernemers,
99
Visie Almere 2.0
5.
5.4 Economische duurzaamheid
onderwijs- en onderzoeksinstituten gezamenlijk optrekken en verantwoordelijkheid nemen. De rol van de overheden (Rijk, regio en gemeente) richt zich op het
faciliteren van deze clusterontwikkeling. In het rapport Economisch Offensief
(2009) heeft de heer Wim Meijer, ambassadeur van de Schaalsprong, deze aanpak
verder uitgewerkt. Zijn advies richt zich op het entameren van interacties in de
economische velden van duurzame gebiedsontwikkeling, ICT & media, handel &
logistiek, health & wellness & life sciences en luchthaven Lelystad. De interventies
in het kader van Almere 2.0 voor de clusterontwikkeling zijn:
1. Economic Development Board (EDB) Almere
In de EDB participeren personen vanuit het bedrijfsleven, onderzoeks- en onderwijsinstellingen en overheden, die een koploperspositie innemen voor de ontwikkeling
van de geïdentificeerde clusters. Zij nemen verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling
van de clusters. De deelnemers van de EDB zijn het gezicht van de clusters, waarmee Almere zich gaat profileren. Hiertoe initieert en coördineert de EDB het opstellen
en uitvoeren van onderzoek- en investeringsagenda’s voor de clusters.
100
5. Visie Almere 2.0
5.4 Economische duurzaamheid
4. Bereikbaarheid
Naast de beleidsinterventies voor een duurzame economie is een alzijdige goede
bereikbaarheid voor de economische ontwikkeling van Almere cruciaal. Van belang
is de positionering op de economische as Almere - Amsterdam (Flevolijn, IJmeerlijn,
Hanzelijn, A6) en de economische as Almere - Gooi - Utrecht (A27 en Stichtselijn).
De verbindingen op deze assen zorgen er letterlijk voor dat de economie van
Almere wordt verankerd in een regionale context. De economische as SchipholAmsterdam-Almere-Lelystad krijgt zo mogelijk nog meer betekenis met de
Hanzelijn en de doorgroei van luchthaven Lelystad als onderdeel van het multiairport-systeem in de metropoolregio Amsterdam.
Met oog op multimodale bereikbaarheid van Almere worden de mogelijkheden
onderzocht voor vervoer over water en havenfaciliteiten. Hierbij is een overslag
bij de Stichtsekant een optie.
Economische potentie Luchthaven Lelystad
2. Vestiging van wetenschappelijke onderzoek- en kennisinstituten
en hoger en universitair onderwijs.
Voor clusterontwikkeling van (inter)nationale betekenis gericht op de kenniseconomie is de aanwezigheid van hoogwaardige kennis onmisbaar. In Almere 2.0
is er hoger onderwijs en/of wetenschappelijk onderwijs en zijn er kennis- en
onderzoeksinstituten, die van directe waarde zijn voor de economische clusters
van Almere.
3. Intensivering regionale samenwerking
Ondernemingen en onderzoeks- en opleidingsinstituten nemen hun eigen
verantwoordelijkheid op het gebied van (het toepasbaar maken) van innovaties.
Als het gaat om kennisontwikkeling en productinnovaties zullen zij een voorhoede
positie moeten gaan innemen om tot de internationale top te kunnen toetreden.
De bijdrage van de overheden concentreert zich op het faciliteren van deze
interacties tussen ondernemers, onderzoekers en opleiders. Om te komen tot
adequate facilitering zet Almere 2.0 in op intensievere regionale samenwerking,
zowel in de richting van de metropoolregio Amsterdam als de NV Utrecht.
Immers clusterontwikkeling van (inter)nationale betekenis laat zich niet inperken
door gemeentelijke en provinciale grenzen. Uiteindelijk kan deze regionale
samenwerking resulteren in één gezamenlijke regionale uitvoeringsorganisatie
of ontwikkelingsmaatschappij gericht op clusterontwikkeling. Hierin participeren
overheden, ondernemers, onderzoeksinstituten en opleidinginstituten.
Wim Meijer besteedt in zijn advies voor een economisch offensief specifiek aandacht aan
de potentie van luchthaven Lelystad voor de ambitie van 100.000 arbeidsplaatsen. Nu de
grenzen van de groei voor Schiphol in het zicht komen, wordt gekeken naar alternatieven voor
de opvang van de groei van het luchtverkeer. Luchthaven Lelystad is een regionale luchthaven
met potenties voor verdere groei. Deze luchthaven is gelegen aan de economische as
Schiphol - Amsterdam - Almere - Lelystad. In zijn advies geeft Wim Meijer aan dat deze regionale
luchthaven niet moet uitgroeien om de restanten van Schiphol op te vangen. Luchthaven
Lelystad zal een eigen profiel moeten krijgen. Het kan hiermee een stuwende factor worden
voor de werkgelegenheid en kan een significante bijdrage worden geleverd aan de ambitie van
100.000 arbeidsplaatsen. Het is één van de concrete investeringen, die het Rijk kan doen in
kader van de economische ambitie voor de Schaalsprong.
De ontwikkeling van luchthaven Lelystad kan worden gekoppeld aan de ontwikkeling van het
bedrijventerrein OMALA. Dit is een samenwerkingsverband van de Provincie Flevoland en de
gemeenten Lelystad en Almere. Dit terein richt zich op de luchthaven gebonden regionale
economie, aangevuld met het segment ‘modern gemengd’ inclusief handel en logistiek.
101
5. Visie Almere 2.0
5.5 Ruimtelijke hoofdlijnen Almere 2.0
102
5. Visie Almere 2.0
5.5 Ruimtelijke hoofdlijnen Almere 2.0
5.5 Ruimtelijke hoofdlijnen Almere 2.0
Almere 2.0 respecteert de
meerkernige structuur en
ontwikkelt deze verder.
De eerste opzet van de stad (Verkenningen, 1970) ging uit van zeven kernen van
uiteenlopend formaat. Het latere Structuurplan Almere (1983) onderscheidde vier
kernen plus een ‘oostelijk kernencomplex’. Op dit moment zijn drie grote kernen
gerealiseerd. Met het vierde stadsdeel Almere Poort is een start gemaakt. Almere 2.0
voorziet in een stedelijk gebied dat, in een iets andere compositie, uit acht kernen
zal bestaan. Door de groei te richten op de flanken van de stad, wordt feitelijk het
oorspronkelijke stedenbouwkundige plan voltooid. De oostelijke en westelijke
ontwikkelingen zijn immers vanaf het ontstaan van Almere voorzien.
De Schaalsprong completeert de oorspronkelijk gekozen opzet van de stad.
Binnen die gekozen stedenbouwkundige structuur is het mogelijk om, met respect
voor de hoofdopzet, te komen tot een toegesneden binnenstedelijke verdichting.
Hiermee kunnen unieke kwaliteiten aan Almere worden toegevoegd. De echte
kansen voor verdichting liggen in de toekomstige transformatie van de stad.
De bouw van het -internationaal geprezen- Stadshart en het stationsgebied
zijn treffende illustraties van een bijna natuurlijk proces van binnenstedelijke
verdichting, gekoppeld aan de transformatie van de stad.
Almere 2.0 is met
de regio verbonden.
In Almere 2.0 zijn de verschillende stadsdelen beter met elkaar en met de regio
verbonden. De bestaande hoofdinfrastructuur wordt gevormd door de spoorlijn en
de A6. Het functionele belang van deze as in het nationale netwerk neemt nog toe;
de A6 wordt verdubbeld en ook de capaciteit van de Flevolijn wordt vergroot.
Tevens wordt de spoorlijn naar Lelystad als Hanzelijn doorgetrokken naar Zwolle.
Voor een economisch en sociaal duurzame Schaalsprong wordt een nieuwe
infrastructurele drager op de west-oost-gerichte as toegevoegd. Met de IJmeerlijn
wordt Almere 2.0 verbonden met Amsterdam en Schiphol. De Stichtselijn
(faseerbaar en opschaalbaar) verbindt Almere 2.0 met de Utrechtse regio.
103
5. Visie Almere 2.0
5.5 Ruimtelijke hoofdlijnen Almere 2.0
Almere 2.0 is
gedifferentieerd.
Almere 2.0 streeft naar een grotere differentiatie. Om de verscheidenheid aan
woon-, werk- en leefmilieus te vergroten verschillen de nieuwe kernen van elkaar
en van de bestaande suburbane kernen: met hoge stedelijk dichtheden aan het
water in het westen en landelijke dunheid in het oosten.
In het bestaande bebouwde gebied zijn geen grootschalige ruimtelijke ingrepen
voorzien. Zij dragen juist door het behoud en versterking van hun suburbane
karakter bij aan de gewenste diversiteit.
104
5. Visie Almere 2.0
5.5 Ruimtelijke hoofdlijnen Almere 2.0
Almere 2.0 heeft een
goede relatie met het
omringende landschap.
Almere 2.0 combineert stad en natuur. Almere wordt sterker dan voorheen
verbonden met de grote groenblauwe gebieden die de stad omringen en de
groenblauwe hoofdstructuur die in de stad aanwezig is. In het oosten ontstaat
een grote mate van functiemenging tussen landschap, wonen, werken en
stadslandbouw. In het westen ontstaat een verbond tussen de ecologie van
het IJmeer en de buitendijkse woon- en werklocaties.
105
5. Visie Almere 2.0
5.5 Ruimtelijke hoofdlijnen Almere 2.0
106
5. Visie Almere 2.0
5.5 Ruimtelijke hoofdlijnen Almere 2.0
Almere 2.0 is een duurzaam
ontwikkelde stad.
Almere 2.0 reserveert
ruimte voor de toekomst.
Almere 2.0 staat voor duurzame stedelijke ontwikkeling. De cradle-to-cradle
filosofie vormt de leidraad en bepaalt mede de identiteit van de toekomstige
stad. Voor gezonde systemen voor energie, water en afvalkringlopen wordt in
de Concept Structuurvisie ruimte gereserveerd.
Almere 2.0 is zowel een visie op wat er wordt gedaan, als een visie op wat er
wordt opengelaten. Het motto is ‘vastleggen wat moet, openlaten wat kan’.
Op twee niveaus wordt ruimte gereserveerd. Almere 2.0 gaat niet gedetailleerd
in op de uitwerking van de onderdelen van de Schaalsprong. Die worden op
hoofdlijnen aangeduid en zullen in latere fasen afzonderlijk worden uitgewerkt.
Almere 2.0 gaat er daarnaast van uit dat het ‘eindbeeld’ van de Schaalsprong
slechts een tussenstand is in de toekomst van Almere. Er wordt ruimte
gereserveerd voor Almere 3.0 om ook na 2030 (extra) te kunnen uitbreiden.
Hiermee plaatst de Schaalsprong zichzelf in de Almeerse traditie.
In Almere 2.0 krijgen de inwoners van Almere en de regio de ruimte om de
stad te maken. De Concept Structuurvisie biedt ruimte en een kader voor
ontwikkelingen van velerlei aard. Inwoners, bedrijven, organisaties kunnen
binnen dit kader zelf initiatieven ontplooien.
107
5. Visie Almere 2.0
5.6 Schaalsprongas
5.6 Schaalsprongas
De grote ingrepen waarin Almere 2.0 voorziet, vinden hun ruimtelijke neerslag in
een langgerekt gebied van het westen via het centrale deel van Almere naar het
oosten van de stad. Deze nieuwe as wordt de Schaalsprongas genoemd. Hier
vinden de belangrijkste ruimtelijke ontwikkelingen op het gebied van wonen,
werken, infrastructuur, groenblauwe hoofdstructuur en voorzieningen plaats.
De Schaalsprong vindt
zijn ruimtelijke weerslag
in de Schaalsprongas.
In het westen van Almere (Almere IJland en Almere Pampus) komen hoogstedelijke
woon- en werkmilieus die door de IJmeerlijn direct met Amsterdam zijn verbonden.
In het oosten (Almere Oosterwold) is ruimte voor landelijke milieus in lage dichtheden. West, centrum en oost zijn verbonden met een nieuwe vervoersas
loodrecht op de Flevolijn en de A6. Deze bestaande as blijft als onderdeel van
de economische as Schiphol - Amsterdam - Almere - Lelystad (Airport) van groot
belang. Op het kruispunt van de bestaande en nieuwe as ontwikkelt Almere
Centrum zich verder, waarbij zij de sprong maakt naar de zuidelijke oever van
het Weerwater. Dit gebied vormt het fysieke en mentale centrum van de stad.
De bestaande stadsdelen transformeren zonder grootschalige ruimtelijke ingrepen. Hier domineren kleinschalige veranderingen van sociaal-economische aard.
108
5. Visie Almere 2.0
5.6 Schaalsprongas
109
110
De Schaalsprongas
Nieuwe OV-as:
IJmeerlijn en Stichtselijn
Nieuwe woon- en werkmilieus
Versterkte bestaande stad
Ecologische Schaalsprong
Versterkt groen-blauw casco
111
6
112
113
Programma
Programma
6.
6.1 Natuur en landschap
6.1 Natuur en landschap
114
6. Programma
Gebied
Omschrijving
1.
Markermeerkust
Aanleg van ecologische vooroevers rond de
toekomstige wooneilanden.
2.
IJmeerkust
Aanleg van stranden, pieren en
aanlegplaatsen.
21
3.
Gooimeerkust
Aanleg van smalle zone met natuurlijke
recreatielandschappen aan de voet van de dijk.
29
4.
Pampushout
Transformatie van polderbos naar stadsbos en
(gedeeltelijk) park.
220
5.
6.
Poorthout
Trekwegzone
Transformatie van polderbos naar stadsbos.
Aanplant van een raamwerk van polderkamers met
bomenrijen, taluds, wadi’s.
203
227
7.
Almeerderhout
Transformatie van polderbos naar hét stadsbos van
Almere. Gedeeltelijk instandhouding.
971
8.
Weerwater
Transformatie van stadsbos naar park en aanleg
wandelroutes rond het meer.
18
9.
Eemvallei
Aanleg van een nieuwe, moerasrijke landschapstructuur, op locatie Eemgeul in Pleistoceen.
234
10. Tureluurbossen
Aanleg van nieuw polderbos als schakel tussen
Almeerderhout en Horsterwold.
249
11. Dwarsverbindingen
Plantage
Aanleg van groene verbindingen in de vorm van
lanen, bosjes, plantages en routes.
184
Totaal 
 
 
Verbindingen
12. Groene radiale
routes
Opwaardering en aanleg ontbrekende schakels
van het verbindende fietsnetwerk door de groengebieden. Inrichting van pleisterplaatsen.
80
13. Blauwe as
Verbreding sluizen, verhoging bruggen en realisatie
aanlegplaatsen op de vaarroute tussen Havenkom
en Noorderplassen.
 12
Transformatie
bestaande
groengebieden
(1638 ha)
Nieuwe aanleg
groengebieden
(667 ha)
Dit geheel leidt tot een ruimtelijk programma dat is opgebouwd uit de onderdelen:
kustontwikkeling, transformatie bestaande groengebieden, aanleg van nieuwe
groengebieden en realisatie van betere verbindingen. Hiernaast wordt in Almere
Oosterwold ruimte gereserveerd voor stadslandbouw.
115
Kwantitatieve gegevens landschap
Type
ontwikkeling
Kustontwikkeling
(110 ha)
De Schaalsprong biedt een uitgelezen kans - en maakt het door de toenemende
stedelijke druk ook noodzakelijk - om kwaliteit en diversiteit toe te voegen aan de
bestaande groenblauwe hoofdstructuur. Hiernaast wordt het draagvermogen van
de hoofdstructuur in kwantitatief opzicht uitgebreid zodat het toereikend is voor
een stad met 350.000 inwoners. Aan de buitenzijde verbindt Almere zich met een
ecologisch hersteld IJmeer en het nieuwe natuurgebied Oostvaarderswold. In de
bestaande groenblauwe hoofdstructuur ligt het accent op doorontwikkeling en
vergroten van de diversiteit.
6.1 Natuur en landschap
Oppervlak
in ha
61
2.415
Programma
6.
6.2 Mobiliteit en infrastructuur
116
6. Programma
6.2 Mobiliteit en infrastructuur
6.2 Mobiliteit en infrastructuur
De draagkracht van de infrastructuur moet op het peil worden gebracht van een
stad met 350.000 inwoners. Dit heeft zowel betrekking op de regionale
verbindingen als op de lokale infrastructuur. Op regionaal schaalniveau gaat het
om maatregelen gericht op capaciteitsuitbreiding van het infrastructurele netwerk
en de alzijdige verbondenheid van Almere met de metropoolregio Amsterdam,
regio Utrecht en Amersfoort en naar het noorden met Lelystad en Zwolle.
De lokale infrastructuur wordt verbeterd door ingrepen in de dreven en
ringstructuur. Naast de verbetering van infrastructuur en de aanleg van
infrastructuur voor de nieuwe gebieden wordt geïnvesteerd in een betere
bereikbaarheid van Almere Centrum, capaciteitsverhoging van het openbaar
vervoer en stimulering van het fietsgebruik door aantrekkelijke en sociaal veilige
doorgaande routes. Als gevolg van de uitbreiding van het infrastructurele netwerk
stijgt de druk op het leefmilieu. Aandachtspunt is de ruimtelijke en milieutechnische inpassing van de infrastructuur.
Programma infrastructuur
Schaal
Openbaar
Vervoer
Noordvleugel
Project
Flevolijn
Omschrijving
Uitbreiding capaciteit openbaar vervoer in corridor Schiphol-Lelystad. Partiële
verdubbeling Flevolijn in Almere. Op middellange termijn totale verdubbeling.
IJmeerlijn
Realisatie IJmeerlijn als metropoolverbinding op corridor Schiphol - Amsterdam - Almere - Lelystad. Twee opties voor verlenging van IJmeerlijn
ten oosten van Almere Centrum:
a. vanaf Almere Centrum deels ondergronds via oostoever
Weerwater naar Hout Noord;
b. vanaf Almere Centrum via Tussen de Vaarten naar Hout-Noord.
(Inter)nationaal
railvervoer
(30 >100km)
Stichtselijn
Uitbreiding railnetwerk op lange termijn (na 2030) met verbinding tussen
Almere en Hilversum / Utrecht via Stichtsebrug. Vooruitlopend daarop een
hoogwaardige busverbinding op dit traject.
Hanzelijn
Opening Hanzelijn in 2012. Daarmee is Almere aangesloten op het landelijke
intercitynetwerk (Amsterdam/Schiphol-Groningen/Leeuwarden).
HSL shuttles
Bus & Tram
Mogelijke aansluiting van Almere op nationale en internationale HSL-netwerk.
Uitbreiding busbanenstelsel naar Pampus en Hout. Tangentiële lijnen tussen
Haven en Poort en tussen Hout en Buiten. Op termijn mogelijk vervanging van
bus door tram. bijvoorbeeld op cirkellijn Pampus-Centrum-Weerwater-HavenPoort-Pampus.
Programma infrastructuur
Schaal
Hoofdstructuur Almere
Wegvervoer
Noordvleugel
Project
VSBA - ringwegen
Uitbreiding capaciteit ringwegen voor toename verkeer. Extra rijstrook
bij de Hogering en volledig ongelijkvloerse kruising met Tussenring.
VSBA - nieuwe
stadsdelen
Aanleg van netwerk van fietsroutes en dreven in nieuwe stadsdelen,
met aansluitingen op de hoofdinfrastructuur van Almere.
VSBA bestaande stad
Bereikbaarheid stadscentrum op peil houden. Overstapvoorzieningen
en doorstromingsmaatregelen.
SAA
Verbreding snelwegen tussen Schiphol en Almere (A9-A10-A1-A6).
Verdubbeling en ontvlechting A6 tot 4x2 rijstroken.
AGU
Verbreding A27 tot 2x3 rijstroken en uitbreiding knooppunt A6/A27/
Tussenring. Extra aansluiting op A27 bij Hout-Noord: Opwaardering N30
(Almere-Nijkerk) voor het autoverkeer van en naar het zuidoosten van
het land (op lange termijn).
117
6. Programma
6.3 Werken en voorzieningen
6.3 Werken en voorzieningen
118
6. Programma
Extra reserveruimte van 135 hectare voor
bedrijventerrein is gereserveerd aanpalend
aan de locaties A6/A27 en A27/A30. Deze
extra reserveruimte wordt benut, als de markt
voor bedrijventerreinen zich in die richting
(omvang en locaties) ontwikkelt.
6.3 Werken en voorzieningen
119
Locaties arbeidsplaatsen
Gebieden
IJland
Pampus
Poort
Stadscentrum
Centrum Buiten
Weerwaterzone
De Vaart 4-6
A6-Park
Stichtsekant
Oosterwold (incl. (A6/A27)
A27/A30
Totaal
Centra
1.000
2.000
12.400
8.500
1.000
3.500
 
 
3.600
 
32.000
Woonwijken
4.000
7.500
9.000
 
 
500
 
 
 
11.000
 
32.000
Bedrijventerreinen
 
 
4.000
 
 
 
4.000
4.000
7.000
14.500
2.500
36.000
Totaal
5.000
9.500
25.400
8.500
1.000
4.000
4.000
4.000
7.000
29.100
2.500
100.000
Kantoren (m2 bvo)
Bedrijven(netto ha)
10
10
30
Ruimtebeslag kantoren en bedrijven
In Almere 2.0 wordt ruimte gereserveerd voor 100.000 nieuwe arbeidsplaatsen.
Zowel in kwantiteit als kwaliteit moet op elk moment voldoende aanbod voor
handen zijn. Bestaande bedrijventerreinen worden indien nodig heringericht en er
worden nieuwe grote en kleine bedrijventerreinen en kantoorlocaties gereserveerd.
Almere zorgt met een gericht woonwerkbeleid voor een ruime beschikbaarheid van
de kleinste werkeenheid (werken aan huis), met in aansluiting daarop iets grotere
eenheden in en bij de woonwijken. Aan het andere eind van het spectrum
reserveert Almere 2.0 ruimte voor grote publiekstrekkers.
Er wordt ruimte gereserveerd voor nieuwe locatieconcepten. Deze hebben
een (boven)regionale betekenis en zijn een aanvulling op de locaties van de
Amsterdamse en Utrechtse regio. Zij hebben een onderscheidend werkmilieu
zoals een business park of een campus.
Gebieden
IJland
Pampus
Poort
Almere Centrum
Centrum Buiten
Weerwaterzone
Stad overig
A6-Park
Stichtsekant
Oosterwold (incl. (A6/A27)
A27/A30
Reservelocaties
OMALA
Totaal
500.000
230.000
20.000
100.000
200.000
1.050.000
80
65
110
185
55
135
pm
680
Typologie bedrijventerreinen
Type
Binnenstedelijk
Modern gemengd
Industrie
Netwerkknoop
Business to consumer
Parkachtig
Institutencampus
Reservelocaties
Totaal
Totaal netto ha.
78
85
80
175
48
30
49
135
680
Ruimtebeslag stedelijk/regionale voorzieningen (bruto ha)
IJland
Pampus
Poort
Stadscentrum
Weerwaterzone
Oosterwold
Totaal
10
15
30
7
15
180
257
6. Programma
6.3 Werken en voorzieningen
120
6. Programma
6.3 Werken en voorzieningen
Nieuwe locatieconcepten
1. Almere 1.0: 76.500 arbeidsplaatsen
2. Almere 2.0: 176.500 arbeidsplaatsen
Cluster concentratiegebieden
De economische visie benoemt een aantal cluster zoals health, wellness & lifestyle, duurzame
gebiedsontwikkeling en media & ICT. Voor deze clusters wordt op strategische plekken ruimte
gereserveerd bijvoorbeeld voor het Business & Science Centre Duurzame Gebiedsontwikkeling
en Media Valley.
Instituten en hoogwaardige productie
Aan de oostkant van de stad is ruimte voor grootschalige landschappelijke werkmilieus.
Hier passen onderzoeksinstituten en moderne industriële productieplants.
1.
2.
Almere 2.0: verdeling van 100.000 nieuwe
arbeidsplaatsen per stadsdeel
Business-to-consumer
Ten zuiden van het knooppunt A6/A27 passen consumentengerichte activiteiten, zoals
grootschalige perifere detailhandel met onder andere een megamall, gespecialiseerde
flagshipstores, winkels met bijzondere merken en winkelconcepten met leisure component,
grootschalige detailhandelsvestigingen, afhaalmagazijnen van internetwinkels en showrooms.
Kantoren in het blauw
Voor hoogwaardige kantorenparken zijn kansen ten zuidwesten van de knoop A6/A27 en bij
Almere Weerwater. De kantoren staan in een waterrijke omgeving, mogelijk zelfs op poten in
het water, en ze zijn goed zichtbaar vanuit de omgeving.
Kantoorvilla’s
In de nieuwe villawijken aan de oostkant van de stad passen kantoorvilla’s. Het Kantoorvillapark
krijgt de sfeer van oude lanen als de Utrechtseweg in Zeist of de Amersfoortsestraat tussen Utrecht
en Amersfoort. De gebruikers zijn kleine of middelgrote organisaties met specialistische diensten.
Binnenstedelijke kantoorlocaties
Binnenstedelijke kantoorlocaties komen in Almere Pampus en Oosterwold. Bij de entree van de
wijk zijn het kleinschalige ontwikkelingen voor kleinschalige bedrijvigheid, zoals ondernemers
uit de wijk en wijkgerichte voorzieningen (fitness, wijkzorgcentrum).
Bedrijvigheid in de woonomgeving
In de nieuwe stadsdelen zal wordt ingezet op werken aan huis en in de wijk. Hiervoor kunnen
de nieuwe stadsdelen plaats bieden aan circa 25.000 arbeidsplaatsen.
Almere 2.0 brengt de stedelijke voorzieningen op het peil dat bij een stad van
deze omvang hoort. Het gaat om lokale voorzieningen en om voorzieningen en
attracties, die vanuit de hele regio of het hele land publiek trekken. Hoger
onderwijs en culturele voorzieningen krijgen ruimte in het centrum. In Almere
Weerwater is plaats voor een grote publiekstrekker. In Almere Oosterwold passen
zowel grootschalige als kleinschalige vormen van groene recreatie en toerisme,
terwijl sport en waterrecreatie op hun plaats zijn in Poort en Pampus. Hiernaast
beschikt Almere 2.0 over een aantal reservelocaties voor toekomstige -nu nog
onbekende- grootschalige concepten.
121
6. Programma
6.4 Wonen
122
6. Programma
6.4 Wonen
123
6.4 Wonen
1. Almere 1.0: 80.000 woningen
De stad heeft een overwegend
suburbaan karakter
2. Almere 2.0: 140.000 woningen.
Een eerste stap naar meer differentiatie
door vergroting van het aandeel stedelijke
en landelijke woonmilieus
1.
2.
Almere 2.0: verdeling van 60.000 nieuwe
woningen per stadsdeel
Almere 2.0 draagt bij aan de regionale woonbehoefte. Ditmaal gebeurt dat door
juist niet overwegend suburbaan te bouwen, maar door nadrukkelijk te kiezen
voor stedelijke en landelijke woonmilieus. De nieuwe delen van de stad voegen
afwijkende woonmilieus toe aan Almere: stedelijk in het westen, landelijk in het
oosten. Bij een groei van 80.000 naar 140.000 woningen neemt het aandeel
‘suburbaan’ af van 90 naar 65 procent.
In de verdere uitwerking van het woonprogramma gelden de eisen van sociale
duurzaamheid en betaalbaarheid (dertig procent sociale woningbouw). Daarnaast
ontstaan verschillende mogelijkheden om wonen en werken te combineren.
Het programma ‘IkbouwmijnhuisinAlmere’ krijgt de ruimte. Zo wordt het
woningbestand in de loop der tijd ‘van onderop’ steeds verder verfijnd en
gedifferentieerd.
Aantal woningen per deelgebied
Deelgebieden
Best. stad/Poort
Pampus
IJland
Weerwater
Hout-Noord
Polder
Totaal
Aantal woningen per woonmilieu
2010-2015
6.000
1.000
0
0
3.000
0
10.000
2015-2020
4.000
7.000
0
0
2.000
3.000
16.000
2020-2025
1.000
6.000
5.000
1.000
1.000
3.000
17.000
2025-2030
0
6.000
5.000
1.000
1.000
4.000
17.000
Totaal
11.000
20.000
10.000
2.000
7.000
10.000
60.000
Aantallen
Centrumstedelijk
Centrumrand
Woonstraatwijk
Villawijk
Landelijk
Totaal
2010-2015
1.550
1.550
6.300
300
300
10.000
2015-2020
3.250
3.250
6.700
1.100
1.700
16.000
2020-2025
3.300
7.300
3.800
1.000
1.600
17.000
2025-2030
3.100
7.100
3.400
1.300
2.100
17.000
Totaal
11.200
19.200
20.200
3.700
5.700
60.000
6. Programma
6.5
6.5 Almere 3.0
Almere 3.0
124
6. Programma
6.5 Almere 3.0
Reserveringen voor Almere 3.0
Schaal
Regionale weginfrastructuur
Almere 3.0
Omschrijving
1. Opwaardering N30 naar A30 richting Barneveld
2. Bypass A27
3. Tunnelverbinding Almere-Purmerend als onderdeel van optie voor buitenring
metropoolregio Amsterdam
4. Verbinding Schiphol-Hilversum als onderdeel van optie voor buitenring
metropoolregio Amsterdam
5. IJmeerweg, parallel aan IJmeerlijn
6. Verbinding IJmeerweg-A10 Noord als onderdeel van koppeling ring Amsterdam en
ring Almere
Almere 2.0 is geen blauwdruk die de ontwikkelingen tot in detail vastlegt. Het
biedt juist ruimte. Ook zal er tegelijkertijd ruimte moeten blijven voor volgende
generaties. Hiervoor worden strategische reserveringen vastgelegd met mogelijk
een grote betekenis voor de toekomst na 2030.
Almere 2.0 is geen blauwdruk
en maakt verschillende
ontwikkelingsrichtingen in
de toekomst mogelijk.
De reserveringen hebben een verschillende vorm in de verschillende deelgebieden.
Op Almere IJland worden één of meerdere eilanden vrijgehouden, binnen Almere
Pampus een deel van de plots, in Almere Weerwater een geconcentreerd deel
en in Almere Oosterwold de gebieden in de invloedssfeer van de toekomstige
Stichtselijn. Naast deze potentiële ontwikkellocaties wordt ruimte gereserveerd
voor mogelijke toekomstige uitbreidingen van infrastructuur, grootschalige
recreatieve voorzieningen en bedrijventerreinen.
Schaal
Regionaal openbaar vervoer Almere
3.0
Omschrijving
1. Doortrekken IJmeerlijn via Weerwater (1a) of Parkwijk (1b) naar Hout Noord, verlenging
Stichtselijn naar Utrecht
2. HSL-verbinding via A6-corridor naar Groningen/Hamburg
3. Flevolink
Schaal
Lokaal openbaar vervoer
Almere 3.0
Schaal
Omschrijving
Kleine cirkeltram van Pampus, via Kustzone Poort, NS-Station Poort, Haven, Zuidoever
Weerwater, Almere Centraal en terug naar Pampus.
Omschrijving
Ontwikkellocaties Almere 3.0
Hout-Zuid
Almere Weerwater 2e fase
IJland 2e fase
A6/A27
A27/A30
A6/A27
IJland
Ontwikkellocatie
bedrijventerreinen
Ontwikkellocatie grootschalige
recreatieve voorzieningen
125
6. Programma
6.5 Almere 3.0
Driesterrenattracties
Almere leent zich voor het bieden van ruimte aan grootschalige (inter)nationale evenementen
en grootschalige concepten op wetenschappelijk, commercieel en recreatief gebied.
Voorbeelden zijn:
- Almere Olympische Stad 2028
Nederland denkt na over kandidaatstelling voor de Olympische Spelen in 2028. Hiervoor
zijn nieuwe sportaccommodaties nodig. Almere heeft een gunstige ligging: dicht bij
Amsterdam, midden in Nederland en Almere heeft ruimte.
126
6. Programma
Voor de toekomstige ontwikkeling
van Almere 3.0 zijn op basis van de
reserveringen in deze Structuurvisie
verschillende ontwikkelingsrichtingen
mogelijk:
Almere zou de gereserveerde ruimten
open kunnen houden voor een verdere
ontwikkeling van de infrastructuur om
een maximale hoeveelheid gebouwd
programma aan te kunnen trekken en
zich verder te kunnen verdichten
- Randstad Meeting Point
Er is in de noordelijke Randstad behoefte aan ruimte voor congressen, beurzen en grote
indoorevenementen. De grootste aanbieder, de RAI, kan de vraag niet aan. Er is behoefte
aan meer capaciteit, bijvoorbeeld in Almere: dicht bij Amsterdam en goed bereikbaar.
- Tivoli Almere
Het attractiepark Tivoli in Kopenhagen biedt vermaak en ontspanning voor miljoenen
bezoekers. Met 400.000 bloemen in bloei, 135.000 planten en 115.000 lichtbollen is het
een sprookjesachtige omgeving. De combinatie van tuinen, attracties en water maakt Tivoli
tot een gewilde bestemming voor een breed publiek. Vooralsnog ontbreekt een dergelijk
verblijfsmilieu binnen de noordelijke Randstad. Almere biedt hiervoor mogelijkheden.
Almere zou de gereserveerde ruimten
open kunnen houden en in kunnen
zetten voor het houden van een
grootschalig publiek event als de
Floriade, wat daarna als collectie van
parken over zou kunnen blijven, of
als de Olympische spelen, waardoor
een serie sportclusters in de stad
toegevoegd wordt
Almere zou haar reserveringen
in kunnen zetten voor een
verdere differentiatie en
specifieke invulling per gebied
6.5 Almere 3.0
127
6. Programma
6.6 Plankaart
128
6. Programma
6.6 Plankaart
De samenvoeging van de Schaalsprongas en de ruimtelijke programma’s resulteert
in de plankaart Almere 2.0. De plankaart is opgebouwd uit een aantal lagen.
De basis is de kaart van het bestaand stedelijk gebied inclusief alle vastgelegde
ontwikkelingen. Hieraan zijn de ruimtelijke reserveringen voor Almere 2.0 toegevoegd. Dit betreft reserveringen voor infrastructuur, groenblauwe hoofdstructuur
en ontwikkelingsgebieden. De volgende laag betreft de reserveringen voor Almere
3.0. Dit zijn reserveringen op de lange termijn voor extra ontwikkelingsgebieden,
verbindingen en groenblauwe structuur. Vervolgens staan op de kaart
aangegeven: de opwaardering van bestaande groene elementen, de infrastructuur
van het bestaand stedelijk gebied en de hoofdlijnen van de gebiedsontwikkelingen
langs de Schaalsprongas. Bij elkaar vormen deze lagen de plankaart van de
Concept Structuurvisie Almere 2.0. Deze plankaart heeft geen formele
planologische status.
Bestaande stad
Op te waarderen elementen en gebieden
Almere 2.0
Nieuwe elementen en gebieden Almere 2.0
6.6 Plankaart
129
6. Programma
6.6 Plankaart
130
6. Programma
Reserveringen infrastructuur
Reserveringen programma
Reserveringen landschap
Reserveringen Almere 2.0 totaal
6.6 Plankaart
131
De Schaalsprongas
132
133
Concept Structuurvisie Almere 2.0
134
135
7
136
137
Uitwerkingen
7. Uitwerkingen
7.1 Inleiding
138
7. Uitwerkingen
7.2 Raamwerk
7.1 Inleiding
7.2 Raamwerk
In dit hoofdstuk staan de gebiedsuitwerkingen. Achtereenvolgens komen het
raamwerk van infrastructuur en de groenblauwe hoofdstructuur, de nieuwe
stadsdelen en het bestaand stedelijk gebiedsdelen aan de orde. De beschrijvingen
bevatten een mogelijke inrichting van de gebieden. De uitwerkingen bevatten geen
vastgezet eindbeeld, maar een ontwikkelingsconcept. Binnen dit concept zijn
meerdere invullingen mogelijk. Hiermee worden de potenties van Almere 2.0
zichtbaar; zowel als kansen voor de regio als kansen voor Almere.
Het raamwerk van de stad is opgebouwd uit de hoofdinfrastructuur en de
groenblauwe hoofdstructuur. Het oorspronkelijke raamwerk is opgezet voor
een stad met maximaal 250.000 inwoners. Voor de Schaalsprong wordt dit
draagvermogen verstevigd, zodat het is toegerust op 350.000 inwoners.
Achtereenvolgens volgt een beschrijving van de capaciteitsuitbreiding van de
A6 en de Flevolijn, de IJmeerlijn met Stichtselijn en tot slot de aanpassingen
voor de groenblauwe hoofdstructuur.
139
7. Uitwerkingen
7.2 Raamwerk
7.2.1 A6
7.2.1 A6
De verbreding van de A6
verbetert de bereikbaarheid
van de stad en maakt nieuwe
ontwikkelingen mogelijk.
Het weggebruik op de corridor Schiphol - Amsterdam - Almere is de afgelopen
vijftien jaar sterk gegroeid. De capaciteit van de corridor is ontoereikend. Op de A6
in Almere staan weggebruikers bijna dagelijks vast. Door de Schaalsprong zal het
weggebruik verder toenemen. In oktober 2007 heeft het Kabinet besloten om de
capaciteit van de corridor - of de Schaalsprong doorgang vindt of niet- uit te
breiden. Dit vindt plaats voor 2017.
De nieuwe A6 krijgt ter hoogte van Almere een opzet van doorgaande rijbanen
(regionale functie) en parallelle banen (lokale functie). Hiermee wordt de A6
verbreed van 2x2 naar 4x2 rijbanen. Een dergelijk ingreep is in potentie een risico;
het kan de stad in tweeën splitsen en het kan wenselijke ontwikkelingen letterlijk
in de weg staan. Daarom wordt de verdubbelde A6 op zorgvuldige wijze ingepast
in de bestaande en geplande structuur van de stad.
140
7. Uitwerkingen
7.2 Raamwerk
7.2.1 A6
Strategische locaties langs de A6 zijn de aansluitingen met de verbindingen naar
de stadsdelen. Deze bevatten een ontwikkelingskans voor Almere.
De vier locaties zijn:
-Poort van Flevoland (Hollandsebrug)
- Almere Weerwater
- Almere Oosterwold
- Ecoduct Oostvaarderswold
De ontwikkeling van de dwarsverbindingen - de bruggen en tunnels onder en over
de A6 - zorgen ervoor dat de stad een eenheid wordt: de ritssluiting van Almere.
Ten tijde van de aanleg van de A6 waren de tunnels onder de A6 veelal recreatieve
verbindingen van de stad naar het buitengebied. Met de Schaalsprong worden
deze routes binnenstedelijke verbindingen: van stadsdeel naar stadsdeel.
De verbindingen zijn belangrijk voor de coherentie van het stedelijke gebied.
De verbreding van de A6, de verdere groei van Almere en de ontwikkeling van
de strategische locaties vereisen aanpassingen aan de onderdoorgangen.
Door de verbreding van de A6 worden onderdoorgangen langer. Dit vraagt in
het ontwerp aandacht voor sociale en verkeersveiligheid. De groei van Almere
veroorzaakt meer en ander lokaal stadsverkeer. Dit leidt tot uitbreiding van het
aantal dwarsverbindingen.
141
142
143
7. Uitwerkingen
7.2 Raamwerk
7.2.2 Flevolijn
7.2.2 Flevolijn
144
7. Uitwerkingen
7.2 Raamwerk
7.2.2 Flevolijn
delen. Het doel is om de spoorverbreding zorgvuldig in te passen - met name met
oog op de aangrenzende bebouwing - en de barrièrewerking voor de stad zo veel
mogelijk te beperken.
Gezien de geringe ruimte tussen bestaand spoor en omringende bebouwing lijkt
parallelle spooruitbreiding het meest haalbaar. Hiermee wordt het spoor aan
weerszijden met ongeveer tien meter verbreed. Hier bovenop komt een
veiligheidszone van dertig meter aan weerszijden van het spoor. In deze zone
is geen permanente verblijfsruimte toegestaan.
Het aantal treinen neemt toe
van acht naar twaalf per
uur in beide richtingen.
De capaciteitsuitbreiding van het bestaande spoor - de Flevolijn - is onderdeel
van het RU-project OV SAAL (Schiphol - Amsterdam - Almere - Lelystad). Door
de Schaalsprong neemt het aantal reizigers toe met tweehonderd procent.
Hiervoor biedt het huidige spoor onvoldoende capaciteit. Voor een betere en
snellere verbinding tussen Flevoland en Amsterdam zal het Kabinet de Flevolijn
uitbreiden. Dit betekent voor Almere een gedeeltelijke verdubbeling van het spoor
(2013). Mogelijk zal later het gehele tracé van de Flevolijn in Almere viersporig
worden. De gedeeltelijke uitbreiding van het spoor is voor het treinverkeer
van Almere naar Amsterdam een substantiële verbetering. Intercity’s en
stoptreinen kunnen onafhankelijk van elkaar gebruik maken van het traject.
De frequentie van het aantal treinen per uur wordt hiermee zodanig opgevoerd
dat zonder spoorboekje kan worden gereisd tussen Schiphol, Amsterdam
en Almere.
De uitbreiding heeft in Almere consequenties voor het ruimtebeslag, de zestig
kruisingen en de zes stations. Vergelijkbaar met de verdubbeling van de A6
bestaat ook hier het risico op barrièrewerking. Het spoor verdeelt de stad in twee
Op dit moment is het spoor een langgerekt groen lint dat door Almere loopt.
Onderdelen zijn het groene spoortalud, aanliggende groenzones en het
spoorbaanpad als doorgaande fietsroute. Deze groene lijn door de stad heeft een
recreatief en parkachtig karakter. Het park verbindt voor de fietser de aanliggende
stadsdelen. Bij de spoorverdubbeling wordt deze groene ruimte verdergaand
ingericht. Dit wordt De Lijn genoemd. Hierin worden groene taluds van het
spoorlichaam en de noodzakelijke groene geluidsschermen opgenomen. De Lijn
wordt verbonden met de kruisende groenstructuren uit de omliggende wijken en
stadsdelen. Het maximaliseren van de groenvoorzieningen is de ambitie voor de
inpassing van het spoor.
Samen met de inpassing worden de zestig kruisingen opgewaardeerd, met
het doel Almere noord en zuid met elkaar te verbinden. Middelen voor deze
opwaardering zijn hoogwaardig materiaalgebruik, een lichtplan en incidenteel
het verbreden van de onderdoorgang. De Flevolijn bedient zes stations in de
verschillende stadsdelen van Almere en een evenementenstation aan de kust van
Poort. Met de ontwikkeling van de kustboulevard van Almere Poort moet dit
evenementenstation definitief worden ingepast.
145
7. Uitwerkingen
7.2 Raamwerk
7.2.2 Flevolijn
146
7. Uitwerkingen
Onderdoorgangen
Zes categoriën onderdoorgangen
Dijklichaam en knelpunten
Groen talud
Voorbeelduitwerking:
Nieuwe situatie station Parkwijk
Stations
7.2 Raamwerk
7.2.2 Flevolijn
147
148
Visiekaart Flevolijn
Flevolijn
+
Spoorverdubbeling
+
Inpassing IJmeerlijn
+
Continue groen talud
+
Opwaardering
onderdoorgangen
+
Opwaardering stations
149
150
151
152
153
7. Uitwerkingen
7.2 Raamwerk
7.2.3 IJmeerlijn en Stichtselijn
7.2.3 IJmeerlijn en Stichtselijn
154
7. Uitwerkingen
7.2 Raamwerk
7.2.3 IJmeerlijn en Stichtselijn
op dit ene punt bij elkaar. Dit komt niet ten goede aan het functioneren
van de infrasystemen en de ontwikkeling van de regio.
Met een enkele verbinding via de Hollandsebrug zal Almere door haar perifere
ligging slechts ten dele onderdeel zijn van de metropoolregio. Met oog op de
versterking van de regio - één van de doelstellingen van de Schaalsprong - is het
noodzakelijk aansluiting te maken op het metropolitane netwerk. De IJmeerlijn
verankert Almere in dit netwerk, waardoor ruimtelijke, economische en sociale
structuren letterlijk en figuurlijk met elkaar worden vervlochten.
De IJmeerlijn verbindt de
inwoners van Almere met de
economische en culturele
centra van de Metropoolregio.
De IJmeerlijn is onderdeel van het RU-project OV SAAL. Voor de uitbreiding van
het spoor op het traject Schiphol - Amsterdam - Almere - Lelystad op de lange
termijn - na 2020 - onderzoekt het Rijk de mogelijkheden. Onderdeel hiervan is
de studie naar de IJmeerlijn.
De IJmeerlijn verbindt de ongeveer 100.000 tot 150.000 inwoners van Almere
IJland, Almere Pampus en IJburg met de economische en culturele centra van de
Metropoolregio. Er komt een rechtstreekse verbinding tussen Almere Centrum,
Amsterdam-Zuidoost, Amsterdam-Zuidas en Schiphol. Met één overstap zijn
Amsterdam-Centrum, Amstelveen, Amsterdam-West en Almere Haven binnen
handbereik. Daarbij vergroot de lijn de betrouwbaarheid van het gehele regionale
vervoersnet. Door de hoge frequentie waarmee de treinen of metro’s gaan rijden is
er een lage instapdrempel die bijdraagt aan een betere modal split. Almere wordt
met IJmeerlijn een OV stad.
In Almere wordt de IJmeerlijn opgenomen in het tracé van de Muziekdreef en
wordt voor Almere Centrum aangesloten op de Flevolijn. Bij de realisatie van
de IJmeerlijn aan de Amsterdamse zijde vormen de passages op IJburg, het
Diemerzeedijkpark en het IJmeer belangrijke aandachtspunten voor de inpassing
van de lijn. De keuze voor een ondergrondse of bovengrondse ligging van de lijn
op IJburg is een principekeuze: de gifbelt die IJburg ooit was en het fijnmazige
stratenpatroon van de Amsterdamse wijk staan niet toe dat de lijn tussentijds
van ondergronds naar bovengronds overgaat. Beide opties - boven en onder de
grond - zijn mogelijk.
Voorlopige berekening vervoerwaarde IJmeerlijn
De ideeën voor een verbinding tussen Almere en Amsterdam over het IJmeer
zijn zo oud als de plannen voor Almere zelf. Het Structuurplan voor de Zuidelijke
IJsselmeerpolders uit 1961 voorzag in een aantal verbindingen tussen het nieuwe
en het oude land. Naast de uiteindelijke gerealiseerde verbindingen over de
Hollandsebrug en Stichtsebrug zouden er op termijn verbindingen via het IJmeer
en de Markerwaard komen. De inpoldering van de Markerwaard ging niet door en
het snel groeiende Almere werd steeds sterker afhankelijk van de twee bestaande
bruggen. Voor de aansluiting met de metropoolregio Amsterdam is de Hollandsebrug een bottleneck. Alle vervoersbewegingen - regionaal en lokaal, auto, trein, bus
en fiets - tussen Zuidwestelijk Flevoland en de metropoolregio Amsterdam komen
Voorlopige - in het kader van OV-SAAL uitgevoerde - berekeningen van de vervoerwaarde van
de IJmeerlijn leveren een aantal interessante uitkomsten:
- de aanleg van een IJmeerlijn leidt in 2030 bij een westelijke uitbreiding van Almere
(scenario Waterstad) tot een reizigersgroei van 10-20% tussen Flevoland en het ‘vaste’
land op de doorsnede Hollandse Brug/IJmeer;
- Naar verwachting zullen dan ca. 40-50.000 reizigers per etmaal gebruik maken van
de IJmeerlijn;
- Het aantal reizigers over de bestaande lijn via de Hollandse Brug zal in dat geval groeien
naar ca. 80.000 per etmaal.
- Zonder IJmeerlijn zullen ruim 110.000 reizigers gebruik maken van de bestaande lijn,
die dan ook aanzienlijk zal moeten worden uitgebreid.
155
7. Uitwerkingen
7.2 Raamwerk
7.2.3 IJmeerlijn en Stichtselijn
De IJmeerlijn wordt verlengd naar Utrecht via Almere Oosterwold en de
Stichtsebrug. Dit is de Stichtselijn. De combinatie van Stichtselijn en IJmeerlijn
vormt een hoogfrequente tangentiële vervoersader, die de gehele noordelijke
Randstad bedient. In kader van het project AGU (Almere - Gooi - Utrecht) onderzoekt
het Rijk de mogelijkheden voor de Stichtselijn. De Stichtselijn heeft een
vergelijkbare metropolitane betekenis als de IJmeerlijn. Deze lijn zorgt voor een
verdergaande vervlechting van de economische en sociale structuren met de
Utrechtse regio. Er zijn momenteel meerdere tracés in Almere in studie voor de
Stichtselijn. De Stichtselijn is faseerbaar en opschaalbaar. In eerste instantie
eindigt de spoorlijn in Hout Noord. Deze lijn krijgt een vervolg; een hoogwaardige
busverbinding via Huizen en Hilversum naar Utrecht. Deze busverbinding kan op
later moment opgewaardeerd worden naar een spoorverbinding.
156
7. Uitwerkingen
7.2 Raamwerk
7.2.3 IJmeerlijn en Stichtselijn
Overzicht mogelijke principedoorsnedes
voor de aanlanding op IJland
Bestaande situatie dijk
Ophogen binnendijks tot op dijkniveau. Bij optie tunnel wordt
(plaatselijk) een nieuwe waterkering aangelegd (kanteldijk)
Tunnel door ‘sleuf’ (zonder dak)
in ophoging
Dwarsverbindingen als
eenvoudige kunstwerken
over ‘sleuf’
Overzicht mogelijke principedoorsnedes
over gehele trace IJmeerlijn: bovengronds,
ondergronds of als combinatie
Aanlanding brug, los van dijk
Hoge ligging in Pampus
Binnendijks
Overzicht mogelijke principedoorsnedes voor
de aanlanding op de dijk van de Flevopolder
ter plaatse van Pampus
Tunnel komt boven op natuur/recreatie eiland. Vervolg hoge ligging
over eiland, dijk en binnendijks onder ophoging binnendijks
Tunnel komt boven op natuur/recreatie eiland. Vervolg hoge ligging
over eiland, dijk en binnendijks Met ophoging binnendijks
Tunnel komt boven op eiland, passeert de dijk over de kruin en
blijft op dezelfde hoogte in Pampus Binnendijks.
Ongelijkvloerse kruisingen in stedelijk gebied (bruggen of tunnels)
157
Tracé IJmeerlijn en Stichtselijn
158
159
Uitzicht over het IJmeer vanaf
het eiland Pampus:
de IJmeerlijn loopt in een tunnel
onder het IJmeer door
160
161
7. Uitwerkingen
7.2 Raamwerk
7.2.4 Stedelijke hoofdinfrastructuur
7.2.4 Stedelijke hoofdinfrastructuur
De capaciteit van de
hoofdinfrastructuur wordt
uitgebreid om de lokale
bereikbaarheid te garanderen.
De verdubbeling van de stad betekent dat de capaciteit van de hoofdinfrastructuur
onder druk komt te staan. Deze is berekend op maximaal 250.000 inwoners.
Door de ruimtelijke opzet kan de capaciteit van de hoofdinfrastructuur echter
worden uitgebreid zonder dat er grote ingrepen in het bestaand stedelijk gebied
noodzakelijk zijn.
De gescheiden infrastructuur voor fiets, bus en auto wordt ook in de nieuwe
stadsdelen doorgezet. Zo blijft Almere de fiets- en OV stad, die het nu al is. In de
dunner bebouwde delen van Almere Oosterwold wordt er waar dat kan pragmatisch
mee omgegaan. De busbanen zijn zo aangelegd dat vertramming mogelijk is.
Uit de vervoersstudies blijkt dat vertramming tot 2030 nog niet aan de orde zal zijn.
Om het OV-gebruik verder te optimaliseren zullen ook de overstapvoorzieningen en
de P&R-mogelijkheden op de stations gelijke tred houden met de groei van de stad.
162
7. Uitwerkingen
7.2 Raamwerk
7.2.4 Stedelijke hoofdinfrastructuur
De Hoge Ring, de Tussenring en de Waterlandse weg vormen het hoofdverkeerssysteem van Almere. Deze wegen zijn in eigendom en beheer bij de Provincie
Flevoland. Er is gekozen voor het uitgangspunt dat de ‘ringen moeten draaien’.
Knelpunten op de ringen hebben immers impact op een groot deel van de reizende
Almeerders en kunnen tot knelpunten elders in de stad leiden. Dit betekent dat de
Hoge Ring in het westen tussen de A6 en de afslag naar Pampus/Muziekwijk
verbreed wordt naar twee maal drie rijstroken. Ook het deel van de Tussenring
nabij de A6 wordt verbreed. Voor het resterende (westelijke) deel van de Hoge Ring
tot aan de Tussenring en de Tussenring zelf wordt volstaan met het ongelijkvloers
maken van de kruisingen. Ook de Waterlandse weg wordt verbreed naar twee
maal twee rijstroken.
Op de dreven, die de wijken en stadsdelen van Almere verbinden, worden doorstromingsmaatregelen genomen. Dit heeft vooral betrekking op het aanpassen
van de kruispunten. In het centrum ontstaat bij de Schaalsprong een verkeersknelpunt. Het centrum gaat in Almere 2.0 substantieel meer bezoekers aantrekken.
Het krijgt een regionale functie. De oplossing voor het verkeersknelpunt is het
sluiten van de Centrumring achter het station. Ook de toegangen vanuit het
noorden en het zuiden naar het centrum van Almere Buiten moeten als gevolg
van de uitbreiding aan de oostflank van Almere worden verruimd.
163
7. Uitwerkingen
7.2 Raamwerk
7.2.5 Groenblauwe hoofdstructuur
7.2.5 Groenblauwe hoofdstructuur
De groenblauwe hoofdstructuur
wordt versterkt als drager
van de meerkernige stad.
De stad gaat de verbinding met het landschap en het water aan. Almere gaat
functioneren als een ecologisch landschap. De interne groenblauwe hoofdstructuur
wordt versterkt en doorontwikkeld. Iedere groene wig krijgt een eigen programma,
groeninrichting en beheer. Een netwerk van fiets- en wandelroutes door parken en
stadsbossen verbindt de stad met het ommeland.
Almere vult het metropolitane landschap aan en verankert zich ruimtelijk in de
metropoolregio door de ontwikkeling van drie regioparken. Langs de kust van
het Gooi- en IJmeer wordt het Waterpark aangelegd, aan de oostzijde komt de
Poldertuin en het Oostvaardersland wordt een keten van polderplassen en -bossen.
Aan de kust van het IJmeer en Gooimeer worden de krachten van water, ecologie,
recreatie, landschap en verstedelijking gebundeld in het Waterpark. De aanleg van
ecologische vooroevers en luwtedammen moet de ecologische kracht van het
IJmeer en Markermeer verbeteren, zodat de kust in de toekomst verder verrijkt kan
worden met stranden, vlonders en wooneilanden. Er ontstaat een landschap dat
zowel vanuit het oogpunt van de natuur als dat van de stadsbewoner waardevol is.
164
7. Uitwerkingen
7.2 Raamwerk
7.2.5 Groenblauwe hoofdstructuur
De Poldertuin zet in op stadslandbouw in een fijnmazig en toegankelijk landschap.
Te denken valt aan landgeoederen, zorgboerderijen, educatie of verkoop van
voedsel van eigen grond. Zo ontstaat er op bestaande en nieuwe erven ruimte
voor wonen en werken. Daarnaast wordt dwars door de polder het nieuwe
landschapspark Eemvallei aangelegd.
Het Oostvaarderswold vormt de nieuwe natuurlijke oostgrens van de stad en
wordt met Almere Oosterwold verbonden door wandel- en fietspaden, die ook
de bereikbaarheid van het achterliggende agrarisch middengebied garanderen.
Het gebied wordt ingericht als toegankelijk moeraslandschap. De bestaande
bossen (Horsterwold, Almeerderhout) worden met elkaar verbonden en
daarmee opgenomen in de bossenreeks in de zuidrand van de Flevopolder.
Binnen de stad richt de aandacht zich op de vier groene wiggen rondom de
ontwikkelgebieden Pampus en Oosterwold: Pampushout Zuid (Poorthout),
Pampushout Noord, Trekwegzone en Almeerderhout. Deze gebieden liggen nu
nog in het buitengebied, maar straks midden in de stad. Pampushout Noord en
Almeerderhout krijgen daarbij bijzondere aandacht. Deze wiggen lopen als een
groene ruggengraat dwars door Almere en verbinden zo de nieuwe wijken met
het Stadshart en het Weerwater, dat het centrale stadspark van Almere wordt.
De route langs de Weerwateroever, die afwisselend parkachtig en stenig is, wordt
aangevuld met nieuwe bruggen. De raakpunten van de verschillende wiggen met
het Weerwater worden gemarkeerd met bijvoorbeeld een paviljoen of museum.
Bij de Trekwegzone wordt een voorinvestering in het nieuwe polderkamerlandschap
gedaan, door aanleg van bede bomenlanen, wadi’s en groene taluds.
In de groene structuur ontstaan nu de eerste vormen van stedelijkheid.
Stadslandgoed de Kemphaan, het Boathouse aan de Noorderplassen en de
Schouwburg aan het Weerwater zijn sprekende voorbeelden. Het zijn iconen in
het landschap; het landschap versterkt de kwaliteit van het gebouw en omgekeerd
versterkt de architectuur van het gebouw de beleving van het landschap. Door het
ontwikkelen van dergelijke iconen op strategische plekken aan de kust, aan het
Weerwater en in de karakteristieke landschappen, wordt de ambitie van Almere
om stad en natuur te combineren overtuigend neergezet.
Er wordt een Blauwe As gerealiseerd die het Gooimeer en Almere Haven via het
Weerwater, de Leeghwaterplas en de Noorderplassen met het Markermeer
verbindt. Hiermee wordt een regionaal rondje voor boten (zonder mast) via Almere
mogeljk gemaakt. Dit kan leiden tot economische impulsen langs de route zoals bij
Almere Haven en Waterwijk. De Eemvallei wordt bevaarbaar, waterlopen worden
gebruikt voor recreatievaart. Langs de oevers komt ruimte voor initiatieven van
ondernemers.
165
166
Verbeelding Oostvaardersland
167
168
7. Uitwerkingen
7.3 Nieuwe gebieden
7.3 Nieuwe gebieden
Zoals de bestaande as van de A6 en de Flevolijn de ruimtelijke drager is
waarlangs de huidige kernen zich in de afgelopen decennia hebben ontwikkeld
(Almere Haven, Almere Stad, Almere Buiten en Almere Poort), is de nieuwe
Schaalsprongas, gevormd door de IJmeerlijn en de Stichtselijn, de drager van de
nieuw te ontwikkelen gebieden. Waar de Schaalsprongas een robuuste keuze is in
ruimte en tijd, kenmerkt de ontwikkeling van de gebieden langs deze as zich door
flexibiliteit, wendbaarheid en aanpasbaarheid. Hier kunnen gespreid in de tijd
keuzen worden gemaakt over programma, fasering en het ruimtelijk concept. Dit
hoofdstuk beschrijft - in de volgorde van ligging aan de Schaalsprongas - de
potentie, het profiel en het indicatieve programma van de gebieden: Almere IJland,
Almere Pampus, Almere Centrum, Almere Weerwater en Almere Oosterwold.
169
7. Uitwerkingen
7.3 Nieuwe gebieden
7.3.1 Almere IJland
170
7. Uitwerkingen
7.3 Nieuwe gebieden
7.3.1 Almere IJland
Ontwikkeling IJmeerverbinding
+
Ontwikkeling ecologie
+
Ontwikkelpotentie IJland
Almere IJland benut de kans die
de combinatie van de IJmeerlijn en
het ecologisch herstel van het
IJmeer en het Markermeer biedt.
Met de realisatie van de Schaalsprong komt in het noordelijk deel van de Randstad
een focus op het IJmeer te liggen. De huidige ecologische kwaliteiten van het
IJmeer en Markermeer zijn, als gevolg van de ingrepen voor de Zuiderzeewerken,
marginaal. Het gebied van Markermeer-IJmeer-Vechtplassen-Waterland heeft de
potentie om te transformeren tot het Blauwe Hart. Het is een kwaliteitsimpuls voor
de noordelijke Randstad met het formaat van het Groene Hart. De ontwikkeling van
het Blauwe Hart draagt bij aan de ontwikkeling van een sequentie van grootschalige
landschappen van het Waddengebied, het IJsselmeer met zijn omliggende gebieden,
via het Blauwe Hart, het Groene Hart, de Biesbosch tot aan de Zeeuwse delta.
Almere IJland komt voort uit een kans die wordt gecreëerd door de combinatie
van de noodzakelijke nieuwe vervoersas voor de Schaalsprong (IJmeerlijn) en het
noodzakelijke ecologische herstel van het IJmeer en Markermeer. De IJmeerlijn
is nodig om stedelijke milieus te kunnen creëren, die op korte afstand van
Amsterdam liggen.
=
IJland
7.3.1 Almere IJland
171
7. Uitwerkingen
7.3 Nieuwe gebieden
7.3.1 Almere IJland
172
7. Uitwerkingen
Uitgangspunten voor de
ontwikkeling van IJland
IJland respecteert de randvoorwaarden
IJland respecteert het landschap
IJland draagt bij aan het natuurlijk systeem
op grote schaal
IJland bouwt met de natuur
7.3 Nieuwe gebieden
7.3.1 Almere IJland
173
7. Uitwerkingen
7.3 Nieuwe gebieden
7.3.1 Almere IJland
174
7. Uitwerkingen
Uitgangspunten voor de
ontwikkeling van IJland
IJland stimuleert, maar heroverweegt
mobiliteit
IJland is een unieke, diverse en rijke
waterstad
IJland is flexibel en evolutionair
IJland creëert gezonde systemen
7.3 Nieuwe gebieden
7.3.1 Almere IJland
175
Uitwerkingen
7.
7.3 Nieuwe gebieden
7.3.1 Almere IJland
Uit de sociaal-economische effectverkenning blijkt dat een IJmeerlijn een positief
effect heeft op het realiseren van een meer diverse bevolkingsopbouw in Almere.
Tevens verbindt de as belangrijke economische kerngebieden in de metropoolregio
Amsterdam met elkaar. Een reductie van de hoeveelheid slib in het IJmeer en
Markermeer is noodzakelijk voor ecologisch herstel. Dit is mogelijk door de
aanleg van vooroevers en het kleiner maken van de passage tussen IJmeer en
Markermeer.
Op het snijpunt van de noodzakelijke IJmeerlijn en de ingrepen voor een noodzakelijk ecologisch herstel van IJmeer en Markermeer ontstaat een kans om een
uniek woon-, werk- en recreatiemilieu met een internationale aantrekkingskracht
te creëren. Het is een ontwikkeling, die geplaatst kan worden in de historische
evolutie van de Zuiderzee en IJmeer tot land; IJland. Dit nieuwe stadsdeel verbindt
het stedelijke metropoolgebied met het grootschalige natuurlandschap.
Een team van MVRDV, West 8 en McDonough+Partners heeft voor deze locatie
een eerste uitwerking opgesteld. Deze uitwerking is in een separate publicatie
opgenomen. Vertrekpunt van het ontwerpteam is dat IJland substantieel bijdraagt
aan de verbetering van het natuurlijke systeem van het IJmeer en Markermeer.
Het heeft positieve effecten op de reductie van slibverplaatsing, op de
waterkwaliteit en op de toename van biotopen. De vernauwing tussen Waterland
en Flevoland krijgt vorm door de aanleg van een grootschalig moerassig gebied,
met ondieptes, rietlanden en kreken, die dienen als filter. Zij verbeteren de
waterkwaliteit. De natuurinrichting leidt tot kalm en ondiep water langs de oevers.
De waterkwaliteit zal hierdoor toenemen. Hierdoor ontstaat een uitstekende
biotoop voor onderwaterplanten, driehoeksmossels, vissen en vogels.
IJland bouwt met de natuur. In het voorstel van het ontwerpteam wordt het eiland
ontwikkeld met materiaal uit een put in het IJmeer. Deze voorziet in klei voor
aanleg van het natuurgebied en zand voor de bouwgrond. Het ontwikkelt een
overgang tussen natuur en bewoning. De gradiënt verloopt van een dichtere
bewoning rond het station van de IJmeerlijn aan de westzijde naar een dunne
bewoning van het nieuwe natuurgebied aan de oostzijde. De oevers van het
IJland zijn een rijk biotoop en dragen gelijktijdig bij aan de filtering van het water.
IJland is een ‘natuur producerende omgeving’.
Het ontwerpteam geeft aan dat de ontwikkeling van IJland kan starten met een
compacte kern van 5000 woningen in een hoge dichtheid op loopafstand rond het
station. Vanuit deze centrale plaats is er een netwerk van straten en bruggen,
groene publieke ruimten en natuurvriendelijke verlichting. Met compacte, intiemere
publieke ruimten, afgewisseld met grote open ruimten. Aan de IJmeerbaai ligt het
waterfront. Het is een omgeving, die op het water is georiënteerd, met een
176
7. Uitwerkingen
7.3 Nieuwe gebieden
7.3.1 Almere IJland
177
clustering van recreatieve voorzieningen zoals haven, sportvoorzieningen, hotels,
cafés, restaurants en winkels. Het is een krekenstad met natuurlijke oevers,
boardwalks, bruggen en pieren. De woningen staan op grote individuele kavels,
geclusterd in een gevarieerde collectie van typologieën, in collectieve blokken en in
het riet. De ontwikkeling van IJland is afhankelijk van het succes. Het is mogelijk in
een volgende fase tot 10.000 woningen bij te bouwen. Op IJland is er een
reservering gemaakt voor nog onbekende toekomstige programma’s bijvoorbeeld
een Olympisch dorp of bijzondere culturele voorzieningen.
IJland heeft gezonde systemen. Het water dat wordt afgevoerd is even schoon als
het water dat wordt aangevoerd. IJland genereert zijn eigen schone, duurzame
energie. Bij overproductie wordt het overschot doorgeleverd aan het net. Bij de
bebouwing wordt maximaal ingezet op duurzaamheid en cradle-to-cradle. Dit
gebeurt onder andere door toepassing van duurzame systemen en materiaalgebruik. De nieuwste innovaties vinden hier hun weg naar toepassing.
Het ontwerpteam heeft van Almere IJland een hybride tussen natuur en bewoning
gemaakt. Het menselijk habitat valt samen met het natuurlijk habitat. Door natuur
en bewoning te combineren met de ontwikkeling van een duurzame omgeving,
heeft het de potentie zich te ontwikkelen als model voor de duurzame stad.
Programma Almere IJland
Woningen
Werkgelegenheid
Voorzieningen
Arbeidsplaatsen
10.000
10 ha. netto binnenstedelijk bedrijventerrein
10 hectare grootstedelijke voorzieningen
5.000
Ruimtegebruik Almere IJland (bruto ha.)
Woonwijken
Bedrijventerreinen
Overig bebouwd gebied
Hoofd groenstructuur
Water
Infrastructuur
147,0
15,0
10,3
57,2
14,4
14,4
7. Uitwerkingen
7.3 Nieuwe gebieden
7.3.1 Almere IJland
178
7. Uitwerkingen
Randvoorwaarden en invloeden IJland
Bestaande recreatieve vaarroutes worden
gerespecteerd
Zoneringskaart voor de ontwikkeling
van IJland
De bestaande openheid van het IJmeer en
het Markermeer wordt behouden
Een blokkade reduceert de instroom van slib
7.3 Nieuwe gebieden
7.3.1 Almere IJland
179
7. Uitwerkingen
7.3 Nieuwe gebieden
7.3.1 Almere IJland
180
7. Uitwerkingen
Randvoorwaarden en invloeden IJland
Een filter garandeert de doorstroming en
verbetert de waterkwaliteit en habitat verder
Een offshore ontwikkeling definieert een
waterfront aan de IJmeerbaai
Een put in het IJmeer voorziet in lokaal
bouwmateriaal
IJland heeft een verder verbeterd netwerk
met veren en boten over het water
7.3 Nieuwe gebieden
7.3.1 Almere IJland
181
7. Uitwerkingen
7.3 Nieuwe gebieden
7.3.1 Almere IJland
7. Uitwerkingen
182
Fasering IJland
Fase 1: verdubbeling Lepelaarsplassen
Fase 3: uitbreiding natuurontwikkeling
en verdere ontwikkeling van blokkade
en bebouwing
Fase 2: ontwikkeling eerste eilanden en
compacte ontwikkleing van 5.000 woningen
Fase 4: verdere uitbreiding van natuur
en bebouwing in een lagere dichtheid tot
een mogelijk totaal van 10.000 woningen
7.3 Nieuwe gebieden
7.3.1 Almere IJland
183
185
184
Visiekaart Almere IJland
Alternatief model IJland
186
187
188
189
190
191
192
193
194
195
196
197
198
199
7. Uitwerkingen
7.3 Nieuwe gebieden
7.3.2 Almere Pampus
7.3.2 Almere Pampus
Met de ontwikkeling van
Pampus richt de stad
zich naar het IJmeer
en Amsterdam.
In combinatie met de IJmeerlijn is dit de fysieke uitdrukking van dubbelstad
Amsterdam - Almere. Met de korte en directe verbinding naar Amsterdam en de
ligging aan het IJmeer is Pampus een locatie met metropolitaan karakter. Het wordt
een stadsdeel met hoge stedelijke dichtheden aan de kust, de haven en op en
achter de dijk. Het benadrukt daarmee de strakke grens van de polder. Dit vormt een
contrast met de kustlijn van IJland, die een natuurlijke en organische vormtaal heeft.
Pampushout deelt Pampus in twee delen. Een kleiner ontwikkelingsgebied ten
oosten van Pampushout en een groter gebied in de zuidwest hoek van de
Flevopolder. De natuurlijke kwaliteit van dit groengebied wordt versterkt en
het bos wordt omgevormd tot een kwalitatief stadspark.
Het karakter van Almere Pampus is aan de kustzone (hoog)stedelijk met een
gemengd programma aan een boulevard. Achter deze zone wordt er in lagere
dichtheden gebouwd. Hier zijn meer grondgebonden woningen en een gemengd
200
7. Uitwerkingen
7.3 Nieuwe gebieden
7.3.2 Almere Pampus
201
woon-werkmilieu. Pampus heeft een structuur van blokken en stroken bebouwing
aan dijkstraten. Deze straten komen allen uit op zowel de boulevard als in het
stadspark. De stroken bebouwing hebben verschillende breedten wat een
gevarieerde invulling en gefaseerde ontwikkeling mogelijk maakt. Voor de
dijkstraten zijn verschillende profielen mogelijk, wisselend van brede lanen tot
intieme stegen. Ze klimmen tussen de bebouwing geleidelijk omhoog tot op
dijkniveau. Er ontstaat een variatie van hoogteverschillen en dynamiek in het
gebied. Aan de boulevard bevindt zich onder de dijkstraten en blokken ruimte voor
parkeervoorzieningen. In de stroken is ruimte gereserveerd voor de ontwikkeling
van specifieke stedelijke programma’s in Almere 3.0. Hiermee kan in Pampus op
later moment een verdere differentiatie en verdichting plaats vinden. Tot het
moment van deze ontwikkeling hebben de reserveringen een functie als tijdelijke
publieke ruimten.
Twee locaties in Almere Pampus geven een extra accent. De bestaande
Pampushaven krijgt een inrichting als stedelijke baai. Deze buitenhaven heeft
een recreatieve functie. In het water naast en op de pier verrijst een aantal
bouwblokken. De huidige natuur in Pampushaven krijgt meer luwe ruimte
buitengaats. Centraal in het gebied wordt een station aan de IJmeerlijn ontwikkeld.
Dit station wordt omringd door een woningbouw en werklocaties in hogere
dichtheden.
Programma Almere Pampus
Woonwijken
Bedrijventerreinen
Voorzieningen
Arbeidsplaatsen
20.000
110 ha. netto binnenstedelijk bedrijventerrein
15 hectare grootstedelijke voorzieningen
9.500
Ruimtegebruik Almere Pampus (bruto ha.)
Bestaand
Woonwijken
Bedrijventerreinen
Overig bebouwd gebied
Hoofd groenstructuur
Water
Infrastructuur
Te reserveren gebied
0,77
156,5
14,4
15,8
Nieuw
404,0
14,0
34,0
98,2
25,0
65,7
18,9
7. Uitwerkingen
7.3 Nieuwe gebieden
7.3.2 Almere Pampus
202
7. Uitwerkingen
7.3 Nieuwe gebieden
7.3.2 Almere Pampus
Concept
Bestaande groenstructuur
Ontwikkelgebied
Pleinen
Avenue en diagonale ontsluiting
Te behouden en nieuwe groengebieden
IJmeerlijn en stations
Verdichting langs de kust en rondom (toekomstige) stations
Differentiatie en reserveringen
203
Visiekaart Almere Pampus
204
205
206
207
7. Uitwerkingen
Voor de ontwikkeling van Almere Pampus
zijn verschillend uitwerkingen mogelijk.
Op basis van hetzelfde programma zijn
alternatieve modellen voorstelbaar met
verschillende specifieke kwaliteiten
7.3 Nieuwe gebieden
7.3.2 Almere Pampus
208
7. Uitwerkingen
Dijkstraten
Baaien
Binnentuinen
Combinatie
7.3 Nieuwe gebieden
7.3.2 Almere Pampus
209
210
211
212
213
214
215
Uitwerkingen
7.
7.3 Nieuwe gebieden
7.3.3 Almere Centrum
7. Uitwerkingen
216
7.3.3 Almere Centrum
7.3 Nieuwe gebieden
7.3.3 Almere Centrum
Stadshart
Binnen de contouren van het huidige centrum zijn nog enkele kavels in
ontwikkeling. De komende twintig jaar groeit het centrum mee met de stad.
De aangrenzende bedrijventerreinen Markerkant en Randstad komen binnen
de invloedsfeer van het centrum te liggen. Zij transformeren geleidelijk tot een
intensiever bebouwd en meer gemengd stedelijk gebied. Ten oosten van het
huidige winkelgebied worden de ‘Oostkavels’ ontwikkeld met stedelijke
woonblokken boven winkels en voorzieningen.
De volgende ontwikkelstap voor het Stadshart is gericht op het verbreden van
het aanbod. Het aanbod wordt uitgebreid met hoger onderwijs, cultuur, zorg en
grootstedelijke publieke functies. Almere Centrum is de vestigingsplaats voor
(kennis)instituten op gebied van architectuur, new towns en duurzaamheid.
Bij het uitbreiden van het winkelapparaat gaat het niet om meer van het zelfde,
maar om de toevoeging van onderscheidende formules en speciaalzaken.
Ambitiekaart Centrumgebied op basis van het
gebiedsprogrammaplan Stadscentrum Almere
Almere Centrum
is het culturele hart
van de stad.
Hier bevinden zich de winkels en is een concentratie van grootstedelijke publieke
voorzieningen. Almere Centrum omvat het Stadshart, de stationsomgeving en
het Weerwater.
Programma en ruimtegebruik toevoeging Almere Stadscentrum
Woningen
Kantoren
Voorzieningen
Arbeidsplaatsen
0
230.000 m2 bvo
7 hectare grootstedelijke voorzieningen
8.500
Ruimtegebruik Almere Stadscentrum
Bestaand
Woningen
Kantoren
Voorzieningen
Arbeidsplaatsen
0,77
156,5
Nieuw
404,0
14,0
34,0
98,2
217
7. Uitwerkingen
7.3 Nieuwe gebieden
7.3.3 Almere Centrum
218
7. Uitwerkingen
Stationsomgeving
7.3 Nieuwe gebieden
7.3.3 Almere Centrum
Station Almere Centrum
Het ontbreekt het huidige station Almere Centrum en zijn omgeving aan de stedenbouwkundige
en architectonische kwaliteiten die passen bij dé hoofdentree en hét transferstation van de
toekomstige vierde of vijfde stad van Nederland. Het station groeit mee met de ontwikkeling
van de stad, zowel in capaciteit als kwaliteit. De opgave voor Almere Centrum bestaat zowel uit
de doorontwikkeling tot een multimodaal knooppunt als het realiseren van een aantrekkelijke
stationsomgeving dat is afgestemd op de verdere ontwikkeling van het Almere Centrum. Gezien
de onzekerheden en de lange doorlooptijd wordt een flexibele ontwikkelingsstrategie opgezet.
Het station wordt ontwikkeld als een schakel in de stad. De looproutes van en naar het station
sluiten aan op de stedelijke routes van de omgeving. De herontwikkeling van het station kan
samen opgaan met een intensivering van stedelijke functies in de directe omgeving.
Scenario uitbreiding spoor, optie 1:
IJmeerlijn op niveau +1 ten zuiden
van de bestaande sporen
Flevolijn op niveau +1 ten noorden
van de bestaande sporen
Station Almere Centrum
groeit uit tot een hoogwaardig
vervoersknooppunt
en een schakel in de stad.
Station Almere Centrum groeit uit tot een intercity-knooppunt. Dit betekent een
impuls voor het gebied in de ruime omtrek van het station. Het aantal treinreizigers
van en naar Almere groeit van circa 40.000 per etmaal in 2009 tot 100.000 in
2030. Het stationsgebied moet ruimte bieden aan uitbreiding van het station en
de groei van het ‘voor- en natransport’. Dit geeft aanleiding tot de herstructurering
van het gehele stationsgebied zodat een multifunctioneel gebied met ‘16-uurlevendigheid’ ontstaat. Deze ontwikkeling vindt in een aantal fasen plaats. In
de eerste fase wordt de doorkoppeling ter plaatse van het station tussen het
zakencentrum en het winkelgebied verbeterd: de stationspassage. In een later
stadium wordt dit mogelijk uitgebreid naar een stationsplaza. Om de bereikbaarheid van Almere Centrum te verbeteren worden de twee poten van de
Centrumring met elkaar verbonden. Hiernaast wordt rekening gehouden met het
doortrekken van de Amsterdamweg naar de Centrumring en de herstructurering
van de Krakeling.
Scenario uitbreiding spoor, optie 2:
IJmeerlijn op niveau -1 ten zuiden
van de bestaande sporen
Flevolijn op niveau +1 ten zuiden
van de bestaande sporen
Scenario uitbreiding spoor, optie 3:
IJmeerlijn op niveau +2 boven
bestaande sporen
Flevolijn op niveau +1 ten zuiden
van de bestaande sporen
219
7. Uitwerkingen
Continuïteit Stadsweefsel:
Ontwikkeling noord-zuid verbinding
7.3 Nieuwe gebieden
7.3.3 AlmeAre Centrum
Ontwikkeling reizigersmachine
220
7. Uitwerkingen
7.3 Nieuwe gebieden
7.3.3 Almere Centrum
Ontwikkeling nieuw stationsgebouw:
De bebouwing kan op verschillende
manieren gefaseerd uitgevoerd worden,
zodat er afhankelijk van de omstandigheden
verschillende eindbeelden kunnen ontstaan.
Zo zijn een torenreeks aan weerszijde van de
sporen met een afzonderlijk dak, een halve of
een volledige tafel mogelijk
Almere 1.0
Bestaande situatie
Bestaand
Almere 2.0
Fase 1: Versterken bestaande verbinding
Fase 1: Passage
Almere 3.0
Fase 2: Meerdere verbindingen
Fase 2: Plaza
221
Visiekaart Stationsomgeving
Almere 3.0
223
222
Almere 2.0
224
225
226
227
Uitwerkingen
7.
7.3 Nieuwe gebieden
7.3.3 Almere Centrum
Weerwater
228
7. Uitwerkingen
7.3 Nieuwe gebieden
7.3.3 Almere Centrum
229
centrum van Almere gecreëerd. Hiermee ontstaan de condities voor een gemengd
stedelijk programma dat plaats biedt aan minimaal 2000 woningen en 5000
arbeidsplaatsen. Almere Weerwater is zowel een ontwikkellocatie als de
verbindende schakel tussen Almere Haven en Almere Stad.
Met de ligging van Almere Weerwater en het Stadshart aan beide zijden van het
Weerwater ontstaat een bipolair stadscentrum. Beide delen van het dit centrum
hebben hun eigen karakter en zijn complementair aan elkaar. Het Stadshart met
haar centrum- en winkelfunctie. Almere Weerwater met functiecombinaties van
wonen, werken en bijzondere bovenregionale voorzieningen, zoals leisure, sport,
zorg en wetenschappelijke instituten. In termen van winkelbestand concurreren
het Stadshart en Almere Weerwater niet met elkaar.
Het Weerwater wordt hét centrale stadspark van Almere. Hiervoor worden
investeringen gedaan. De oevers, stranden en delen van de omliggende parken
en bossen worden heringericht en er komen meer recreatieve voorzieningen.
Het gebied wordt ontsloten door een hoogwaardige openbaarvervoersverbinding
(trein, tram of bus) langs de oostelijke oever van het Weerwater.
Almere Weerwater is de
uitbreiding van het centrum
en vormt de verbindende
schakel tussen Stad en Haven.
Met de groei van de stad maakt het centrum zelf ook een Schaalsprong. Het
Weerwater ontwikkelt zich tot het fysieke en mentale centrum van de stad, met
aan de ene zijde het bestaande levendige stadshart en aan de andere kant een
nieuwe ontwikkellocatie: Almere Weerwater. Daartussen ligt het Weerwater als het
centrale stadspark van Almere.
Almere Weerwater kan alleen onderdeel van Almere Centrum worden als de
gebruikskwaliteit van het gebied toeneemt en de barrièrewerking van de A6 tussen
de noord- en zuidzijde van de stad wordt opgeheven. Om dit te realiseren wordt bij
de verbreding van de A6 de snelweg op maaiveld gelegd. Vervolgens wordt de weg
aan weerszijden aangeterpt, zodat de A6 op termijn kan worden overkluisd. De
lengte van de overkluizing is in de tijd opschaalbaar van 850 meter tot 1.500
meter. De overkluizing wordt gerealiseerd als ‘groene tunnel’ bedekt met gras en
beplanting. Hiermee wordt het risico dat de A6 de stad in tweeën splitst teniet
gedaan en wordt er een ontwikkellocatie aan de snelweg en tegelijkertijd in het
Met de interventies voor het stadshart, de stationsomgeving en de aanpak van het
Weerwater krijgt Almere Centrum een andere positie in de regio. Het wordt een
aantrekkelijk winkelcentrum, cultureel centrum, uitgaanscentrum en onderwijsen zakencentrum. Almere Centrum is een icoon voor Almere. Het straalt uit waar
Almere voor staat: jong, innovatief, ruimte voor natuur, dynamisch. Voor de
ontwikkeling van Almere Weerwater staan verschillende optie’s open: afhankelijk
van de mate van overkluizing van de A6 (overkapping, korte tunnel of lange tunnel)
en afhankelijk van het programma, variërend van een groene naar een meer
stedelijke uitstraling.
Programma Almere Weerwater
Woonwijken
Werkgelegenheid
Voorzieningen
Arbeidsplaatsen
2.000
50.000 m bvo kantoren
Kleinschalige bedrijvigheid
2
15 tot 20 hectare grootstedelijke voorzieningen
(o.a. Leisure, zorg, sport, instituten)
4.000
Programma en ruimtegebruik Weerwater (bruto ha.)
Woningen
Werkgelegenheid
Voorzieningen
Hoofd groenstructuur
Water
Infrastructuur
27,2 ha.
4,9 ha.
16,0 ha.
7. Uitwerkingen
7.3 Nieuwe gebieden
7.3.3 Almere Centrum
230
7. Uitwerkingen
7.3 Nieuwe gebieden
7.3.3 Almere Centrum
231
Fasering van de inpassing A6
Ruimtelijke ingrepen voor ontwikkeling van
Almere Weerwater
Bestaande situatie
Ruimtelijke visie:
Verbinding noord- en zuidzijde stad,
wegnemen milieu invloeden door
middel van ‘groene tunnel’, realiseren
vervoersknoop en infrabundel en
bijdragen aan de ontwikkeling van
centraal park Weerwater met de
Weerwaterboulevard
Bestaande asymmetrische situatie, A6 als
barière
Almere Weerwater als verbinding tussen noord- en
zuid zijde A6
Milieu invloeden A6 bestaande situatie
Wegnemen millieu invloeden bij overkluizing
Ontwikkeling Almere Weerwater tussen Stad en Haven
Verlaging tot maaiveld bij verbreding
Weerwater als centraal park
Aanterpingen
Overkluizing
Doorsnede overkluizing A6:
Geïntegreerde busbaan, dreef,
lokale ontsluiting, bebouwing met
parkeervoorzieningen en de mogelijke
hogesnelheidslijn
Bebouwing
+
parkeren
De Steiger
Bebouwing
+
parkeren
Lokale
ontsluiting
Dreef
0
10 20
50
100
Lokale
ontsluiting
A6
Busbaan
Bebouwing
+
parkeren
Weerwater
7. Uitwerkingen
7.3 Nieuwe gebieden
7.3.3 Almere Centrum
232
7. Uitwerkingen
A6 op maaiveld met aanterping:
bouwoppervlak Almere 2.0
met doorkijk naar Almere 3.0
Overkapping A6 :
nuancering bouwoppervlak Almere 2.0
met doorkijk naar Almere 3.0
A6 op maaiveld met aanterping:
geluidscontouren
Overkappingen A6
geluidscontouren
Ontwikkeling
woonprogramma mogelijk
Ontwikkeling overig
programma mogelijk
7.3 Nieuwe gebieden
7.3.3 Almere Centrum
233
7. Uitwerkingen
7.3 Nieuwe gebieden
7.3.3 Almere Centrum
234
7. Uitwerkingen
Tunnel 850 meter:
nuancering bouwoppervlak Almere 2.0
met doorkijk naar Almere 3.0
Tunnel 1500 meter:
nuancering bouwoppervlak Almere 2.0
met doorkijk naar Almere 3.0
Tunnel 850 meter:
geluidscontouren
Tunnel 1500 meter:
geluidscontouren
7.3 Nieuwe gebieden
7.3.3 Almere Centrum
235
Visiekaart Almere Weerwater
237
236
Detail west-zijde overkluizing A6
238
239
240
241
242
243
244
245
246
247
7. Uitwerkingen
7.3 Nieuwe gebieden
7.3.4 Almere Oosterwold
7.3.4 Almere Oosterwold
248
7. Uitwerkingen
7.3 Nieuwe gebieden
7.3.4 Almere Oosterwold
Almere Hout
Almere Hout krijgt verschillende woonkernen in de bosrand. De eerste kern, het
bestaande Vogelhorst, wordt geleidelijk uitgebreid. Dit gebeurt door de mensen
zelf; de kavels worden uitgegeven aan particuliere opdrachtgevers. Met de aanleg
van de tweede kern - Almere Hout-Noord - wordt in 2011 gestart. Hout-Noord is
één van de eerste uitwerkingen van de Almere Principles. Het wordt een kern,
waar niet het marktdenken centraal staat, maar de realisatie van een sociaal
duurzame wijk. Het programma van eisen legt nadruk op sociale structuren,
cohesie en zelforganisatie, en bevat garanties voor het beheer op de lange termijn.
In Hout-Noord worden de nieuwste inzichten over sociale duurzaamheid in praktijk
gebracht. Op termijn ontwikkelt Hout-Noord zich verder in oostelijke richting. In
Hout-Noord is ruimte gereserveerd voor een vrijliggende busbaan, die aantakt op
de busbaan in Almere Stad. De omgeving rond het toekomstige station wordt
ontwikkeld tot een voorzieningencentrum.
In Hout Zuid ligt een reservering voor een mogelijke derde kern. De ontwikkeling
van deze kern wordt gekoppeld aan de aanleg van de Stichtselijn.
Almere Oosterwold geeft
ruimte voor individuele
woon- en werkidealen
en organische groei.
De oostzijde van de stad vormt het overgangsgebied tussen de stad en de
agrarische polder. Het biedt ruimte voor landelijk wonen in het groen met een
lage dichtheid en is hiermee de tegenpool van de hoogstedelijke ontwikkeling
aan de westzijde van de stad. Almere Oosterwold zet in op ruimte voor individuele
woonidealen en organische groei. Het biedt een ontwikkelingsstrategie voor de
transformatie van het grootschalige polderlandschap naar een kleinschalig
landschap met ruimte voor bewoning, stadslandbouw en recreatie.
Almere Oosterwold bestaat uit twee deelgebieden: het zuidwestelijk deel is
Almere Hout, het noordoostelijk deel heeft de naam Almere Eemvallei. Ook in
landschappelijk opzicht toont het gebied twee gezichten. Almere Eemvallei is nu
nog wijds en open en is grotendeels in gebruik voor grootschalige landbouw.
Almere Hout behoort tot de polderrand met een stevige groene structuur,
afgewisseld met woningbouw.
Almere Eemvallei
Almere Eemvallei ligt ingebed in de bosrijke omgeving van Almeerderhout en het te
ontwikkelen Oostvaarderswold. De bestaande polderwegen, die Almere met de rest
van de Flevopolder verbinden, en de bestaande boerenerven worden gehandhaafd.
Op voorhand wordt voor een aantal ontwikkelingen ruimte gereserveerd. Dit zijn
het A6-park - een gemengd bedrijvenpark met grootschalige detailhandel - de
tracés voor de toekomstige A30, een mogelijke bypass van de A27 naar de A6 en
de Stichtselijn. Daarnaast wordt ruimte vrijgehouden voor de ontwikkeling van twee
mogelijke kernen na 2030. Rondom het gebied komt een ringweg voor de
ontsluiting.
Centraal in het gebied ligt de vroegere stroomgeul van de Eemvallei. Deze
stroomgeul is nu onzichtbaar, maar de bodem is in deze zone erg grillig en gevoelig
voor zetting. Daarom wordt de zone vrijgehouden van bebouwing en krijgt een
inrichting met water, moeraszones, bos, parkelementen en recreatieve fiets- en
wandelroutes. Het gebied heeft een functie voor de waterberging. Een natuurlijke
inrichting met waterplanten, mogelijkheden voor seizoensberging en rietvelden leiden
tot een goede waterkwaliteit. Langs de Eemvallei is er ruimte voor buitenplaatsen,
zorglandgoederen en gemengde boerenerven. De Eemvallei is een ordenende
structuur. Het vormt een groter en herkenbaar element met een afwijkende
vormentaal in de omliggende kavelgewijze ontwikkeling van Almere Oosterwold.
De resterende groene ruimte biedt ruimte aan wonen in lage dichtheden. Door
de invulling van het gebied vrij te laten en de kavels stap-voor-stap te laten
249
7. Uitwerkingen
7.3 Nieuwe gebieden
7.3.4 Almere Oosterwold
250
occuperen, met een vrijheid in vorm, grootte, bouwhoogte en invulling, wordt het
gebied gefaseerd ontwikkeld. Er ontstaat een gevarieerde collectie van individuele
woonidealen: een cirkelvormige kavel met een centralistische bebouwing, een
langgerekte kavel met een majestueuze oprijlaan, een kavel met organische
vormen, een standaard rechthoekig kavel en een goedkope restkavel, met een
invulling van vrijstaande villa’s, kleinere clusters, een rijtje woningen en een enkele
toren zijn mogelijk. Voorstelbaar is een verzameling van nieuwe erven, kleine
buurtschappen, clusters en dorpskernen.
De kavels zijn zoveel mogelijk zelfvoorzienend en zijn ‘licht’ aangesloten op
nutsvoorzieningen. Energie wordt zoveel mogelijk lokaal opgewekt en het water
wordt zoveel mogelijk lokaal gezuiverd. Elke kavel wordt omringd met een zone
voor ontsluiting, landschap en mogelijk open water. De zone heeft een constante
breedte, welke tegelijk met elke kavel wordt ontwikkeld. Door de hogere
verkeersdruk aan de randen van het gebied is daar meer verharding nodig.
In de meer luwe delen van het gebied is er meer ruimte voor natuur en
stadslandbouw. Door op elk kavel een zone als ‘schootsveld’ rondom de
bebouwing vrij te houden, worden de openheid en zichtlijnen door het gebied
behouden en ontstaat een karakteristiek landschap met weides, akkers en
plantages. Deze ‘schootsvelden’ worden tevens ingezet voor lokale recreatieve
voorzieningen, parken en natuurontwikkeling. Hiermee wordt de ontwikkeling van
het woon- en werkprogramma gecombineerd met de ontwikkeling van groen.
7. Uitwerkingen
7.3 Nieuwe gebieden
7.3.4 Almere Oosterwold
Vaste elementen ontwikkelgebied voor de
vrije invulling van Almere Eemvallei
Hout Noord + A6 park
Ringweg
Eemvallei
Reserveringen Almere 3.0
Wegen langs reserveringen
Ontwikkelgebied Almere 3.0
Met deze ontwikkelingstrategie ontstaat een rijk van gebouwde idealen
gecombineerd met een collectie van groene gebieden: Almere Oosterwold.
Ruimtegebruik Almere Oosterwold (bruto ha.)
Bestaand
Woonwijken
Bedrijventerreinen
Regionale voorzieningen
Overig bebouwd gebied
Hoofd groenstrcutuur
Water
Infrasctructuur
Te reserveren gebied
16,8
370,2
158,6
28,4
Nieuw
1798,0
223,3
150,0
24,7
400,0
0,0
59,3
259,0
Programma Almere Oosterwold
Woningen
Werkgelegenheid
Voorzieningen
Arbeidsplaatsen
17.000
200.000 m2 bvo kantoren
135 ha. bedrijventerreinen
18 hectare grootstedelijke voorzieningen
26.6000
251
7. Uitwerkingen
7.3 Nieuwe gebieden
7.3.4 Almere Oosterwold
Kavelprincipe:
Om een zekere mate van openheid in Almere
Eemvallei te garanderen moet een bouwkavel
altijd omgeven zijn door een onbebouwd
schootsveld met minimale breedte
252
7. Uitwerkingen
7.3 Nieuwe gebieden
7.3.4 Almere Oosterwold
Catalogus straatprofielen:
Bij de ontwikkeling van individuele of
collectieve kavels kan gekozen worden uit
verschillende straatprofielen.
1 Standaard weg
2 Standaard weg met kanaal
bouwkavel
schootsveld
3 Standaard weg met twee smalle kanalen
4
Standaard weg met twee brede kanalen
5 Ringweg
6 Standaard weg met gescheiden fiets- en voetpad
7 Smalle weg
8 Gravel weg
253
7. Uitwerkingen
Organische stedenbouw:
Voor de ontwikkeling van Almere Eemvallei is
men vrij in het bepalen van de grootte, vorm
en programmering van het kavel, mits het
principe van het onbebouwde schootsveld
wordt gerespecteerd.
7.3 Nieuwe gebieden
7.3.4 Almere Oosterwold
254
7. Uitwerkingen
7.3 Nieuwe gebieden
7.3.4 Almere Oosterwold
Voorbeeld van organische groei
Almere Eemvallei
1
2
3
4
5
6
255
7. Uitwerkingen
7.3 Nieuwe gebieden
7.3.4 Almere Oosterwold
256
7. Uitwerkingen
Fasering Almere Eemvallei
Fase 1
Fase 2
Fase 3
Fase 4
7.3 Nieuwe gebieden
7.3.4 Almere Oosterwold
257
Visiekaart Almere Eemvallei
258
259
261
260
Alternatieve uitwerking
Almere Eemvallei
262
263
264
265
7. Uitwerkingen
7.4
7.4 Het bestaand stedelijk gebied
Het bestaand stedelijk gebied
Ambitiekaart bestaande stad:
Almere zet in op de opwaardering van
het stadscentrum, de lokale infrastructuur
en de groene hoofdstructuur.
266
7. Uitwerkingen
7.4 Het bestaand stedelijk gebied
meer aandacht. Almere staat dus aan de vooravond van een ware transformatie:
én verder groeien én stedelijke vernieuwing. De bestaande wijken in Almere
moeten verduurzamen in ecologisch, sociaal en economisch opzicht.
De kansen, die dit tot gevolg heeft, worden benut om de concurrentiekracht van
het bestaand stedelijk gebied sterker te maken. Een eventuele negatieve trend
wordt lokaal omgebogen door een preventieve aanpak. Het zijn zorgvuldige
interventies. Met ruimtelijke en sociaal acupunctuur wordt gewerkt aan het laten
excelleren van wijken. Het gaat hierbij om natuurlijke transformaties van het
bestaand stedelijk gebied vanuit de eigen kracht en karakteristiek van de
stadsdelen en wijken.
In dit hoofdstuk worden per stadsdeel de effecten en interventies als gevolg van de
Schaalsprong geschetst. De overige aspecten, die eveneens van betekenis zijn voor de
ontwikkeling van de stadsdelen, staan beschreven in de programmaplannen voor de
stadsdelen van de gemeente Almere. Deze geven een volledig beeld van het toekomstig functioneren van de stadsdelen en de activiteiten die hiertoe worden ondernomen.
De Schaalsprong respecteert
de suburbane kwaliteit van het
bestaand stedelijk gebied.
De Schaalsprong respecteert de oorspronkelijke suburbane opzet van het bestaand
stedelijk gebied. Hier zijn geen grote fysieke ingrepen voorzien. De suburbane
opzet wint aan kwaliteit en waarde voor Almere, doordat dit milieu in de nieuwe
stad is ondervertegenwoordigd. De positie en status van de bestaande stadsdelen
verandert in het geheel. De nieuwe woningbouw aan de flanken van Almere leidt
tot een doorstroom van succesvolle huishoudens binnen Almere en nieuwe
instroom van huishoudens uit de regio. Zij willen zich aan Almere binden en krijgen
hier de mogelijkheid voor een eerste of volgende stap in hun wooncarrière. In de
bestaande wijken wordt ingezet op een verdergaande sociale differentiatie, zodat
hier diverse doelgroepen een aangename woon- en leefomgeving hebben en
ongewenste concentraties worden voorkomen.
Naast de sociale kant vraagt het fysieke onderhoud van de stad om aandacht.
De volgorde waarin de stad is gebouwd, bepaalt ook de volgorde van verouderen.
De beheernoodzaak dient zich aan nu een aantal Almeerse wijken zo’n 25-30 jaar
oud is. Dit is het moment dat de openbare ruimte (groot) onderhoud nodig heeft.
Gelijktijdig vragen ook delen van de woningvoorraad in deze wijken om steeds
267
7. Uitwerkingen
7.4 Het bestaand stedelijk gebied
7.4.1 Almere Haven
7.4.1 Almere Haven
268
7. Uitwerkingen
7.4 Het bestaand stedelijk gebied
7.4.1 Almere Haven
een concentratie eenoudergezinnen, risicojongeren en lage inkomens. Indien nodig
wordt met een preventieve aanpak de concurrentiekracht van de wijken op peil
gehouden.
De bedrijvigheid in de wijken heeft de laatste jaren een forse bijdrage geleverd
aan de banengroei in Haven. De verwachting is dat deze trend zich voortzet.
Dit betekent extra aandacht aan passende vormen van bedrijfshuisvesting voor
startende ondernemers en voor doorgroeiende bedrijven. Hiervoor kan binnen de
wijk ruimte geboden worden. De zone langs de Dreven is een zoekgebied voor
bedrijfsruimte vanuit de wijkeconomie, zoals startende en doorgroeiende
ondernemers, bevolkingsvolgende bedrijven en instellingen (zorgsector,
satellietkantoren). Juist de bedrijvigheid in de wijk en langs de dreven tezamen
met de ontwikkelingen op bedrijventerrein de Steiger en het centrum kunnen tot
een bedrijvige as in Almere Haven leiden. De Steiger kent een verouderde
bedrijvenstructuur. Er liggen mogelijkheden om mee te profiteren van de
(mogelijke) overkluizing van de A6.
Almere Haven koestert haar
kleinschalige karakter en
wordt beter verbonden met
de rest van de stad.
Almere Haven is het oudste stadsdeel van Almere. Het is de historische kern aan
het Gooimeer van waaruit Almere is opgebouwd. De Havenkom is het middelpunt
van het stadsdeel. Deze heeft de laatste jaren een levendig karakter gekregen. Het
ligt voor de hand het stadsdeelcentrum en haar arsenaal aan winkels en horeca op
te schalen. Dit betekent een verdere uitbouw van de recreatieve en toeristische
sfeer. Verdere impulsen aan de recreatieve ontwikkeling voor Haven ontstaan
wanneer het waternetwerk en de Havenkom worden gekoppeld aan de Blauwe As.
Voor Almere Haven is de stedenbouwkundige hofjesstructuur uit de jaren ’70
karakteristiek. Deze bewust vormgegeven kleinschaligheid met naar binnen
gerichte woonmilieus zorgt voor een onderscheidend woonmilieu ten opzichte
van de rest van Almere. Dit concept is door de tijd heen in Haven consequent
doorgevoerd. Hierdoor is er een dorpse sfeer ontstaan. Bewoners voelen zich meer
Havenaar dan Almeerder. Almere Haven heeft in sociaal-economisch opzicht zowel
minder sterke als kwalitatief hoogstaande wijken. In de ring rond het centrum is
De aanpassing van de A6 vraagt op verschillende punten om aandacht. Dit zijn
het Zilverstrand en Kromslootpark, het Vroegevogelbos en langs de rand van
bebouwde kom van Almere Haven.
Huidige ontwikkelingen
(een greep uit het Pogrammaplan Almere Haven):
-
-
-
-
-
Kustzone
Centrumontwikkeling
Sportpart De Wierden
Versterking vitaliteit oudere wijken: fysiek, sociaal, economisch
(De Wierden, De Werven, De Hoven, Centrumgebied)
Verbeteren groen-blauwe kwaliteiten
269
270
271
7. Uitwerkingen
7.4 Het bestaand stedelijk gebied
7.4.2 Almere Stad
7.4.2 Almere Stad
272
7. Uitwerkingen
7.4 Het bestaand stedelijk gebied
7.4.2 Almere Stad
op de nabijheid van stedelijke voorzieningen maar tegelijk houden van de relatieve
rust van een suburbane woonwijk.
Almere Stad beschikt over relatief veel bedrijventerreinen in de nabijheid van
het centrum. Sommige van deze terreinen vormden ooit de rand van de stad
(Markerkant en Hollandsekant). Door hun ligging nabij het centrum bieden ze
steeds vaker ruimte aan maatschappelijke en commerciële voorzieningen.
Deze transformatieprocessen zullen door de Schaalsprong doorzetten.
Dit geldt in versterkte mate voor Markerkant, Randstad en Hollandsekant.
Op dit moment kent het grootste deel van Almere Stad een suburbaan woonmilieu
met weinig diversiteit. De concurrentiekracht - in het licht van de Schaalsprong is voor bepaalde delen een punt van aandacht. Gedurende de Schaalsprong
vinden er gerichte interventies van sociaal-economische aard plaats. Afhankelijk
van deelgebied en problematiek betreft dit een wisselende mix van leefbaarheidsaanpak, verbeterde programmering voorzieningen, versterking wijkprofiel,
verdergaande functiemenging en revitalisering van de openbare ruimte.
Almere Stad versterkt
haar centrale positie in
de groeiende stad.
Almere Stad is het grootste stadsdeel van Almere; met ruim 100.000 inwoners
vormt het een stad op zich temidden van de andere stadsdelen. Het geografische
en functionele zwaartepunt van Almere Stad is Almere Centrum. Hieromheen
liggen de centrumrandwijken Stedenwijk en Staatsliedenwijk en de overige
suburbane woonwijken. Twee groene aders, het Beatrixpark en de Leeghwaterplas,
vormen beeldbepalende structuren.
Met de doorgroei van Almere Centrum komt een goede bereikbaarheid onder
druk te staan. Hiertoe worden de radiale verbindingen uitgebreid. Gelijktijdig
transformeren de monofunctionele dreven naar multifunctionele assen. In
oostelijke richting wordt een reservering opgenomen voor de aanleg van de
verlengde Vrijheidsdreef naar Almere Buiten. De transformatie geldt vooral
voor de Muziekdreef waarin de IJmeerlijn wordt getraceerd.
Almere-Stad West komt in de meest dynamische zone van de Schaalsprongas te
liggen. Dit genereert kansen voor een meer stedelijk suburbaan woonmilieu. Het
gebied wordt aantrekkelijk voor stedelijk georiënteerde inwoners, die prijs stellen
Huidige ontwikkelingen
(een greep uit het Pogrammaplan Almere Stad & Stadscentrum):
-
-
-
-
Versterking positie en doorontwikkeling Stadscentrum: economisch, cultureel, onderwijs
Centrumrandopgave: Stedenwijk-Staatsliedenwijk-Randstad
Markerkant, Hollandse Kant
Versterking vitaliteit bestaande wijken: fysiek, sociaal, economisch
(Stedenwijk, Staatsliedenwijk, Tussen de Vaarten, Kruidenwijk, Danswijk, Waterwijk)
273
274
275
7. Uitwerkingen
7.4 Het bestaand stedelijk gebied
7.4.3 Almere Buiten
7.4.3 Almere Buiten
276
7. Uitwerkingen
7.4 Het bestaand stedelijk gebied
7.4.3 Almere Buiten
aandacht om te voorkomen dat ze bij de groei van Almere de concurrentie met
andere buurten verliezen. Daartoe zijn investeringen nodig in die buurten zelf,
in de voorzieningenstructuur en in de groenstructuur.
Almere Buiten grenst nu alleen aan de zuidwestzijde aan een stedelijk gebied:
Almere Stad. De grootste veranderingen door de Schaalsprong vinden aan de
zuidoostkant plaats. In het huidige agrarische polderlandschap wordt Almere
Oosterwold ontwikkeld. Dit heeft effecten op de Trekwegzone en het gebruik
van het centrum van Almere Buiten.
Almere Buiten blijft ruimte
bieden aan het suburbane
woonideaal.
Het chronologisch derde stadsdeel van Almere is met een groen raamwerk doorvlochten met als hoogtepunten het parkgebied Meridiaan en de Oostvaardersplassen. De Evenaar vormt de ruggengraat waarlangs economische activiteiten
een plaats hebben gekregen met onder andere het doe-het-zelfcentrum Doemere
en winkelcentrum Buitenmere. Hier is een aantal uitbreidingen voorzien zoals
maatschappelijke voorzieningen, kantoren, bedrijven en doorgroei van Buitenmere.
De Schaalsprong leidt tot een intensivering van het verkeer op de dreven. Voor een
eventueel tekort aan wegcapaciteit wordt een reservering opgenomen voor een
verbinding tussen Almere Buiten en Almere Stad (de Verlengde Vrijheidsdreef).
De twaalf buurten van Almere Buiten zijn van west naar oost ontwikkeld; ze
laten de ontwikkeling van 25 jaar stedenbouw en architectuur in Nederland zien.
De gemiddelde aandacht voor het ontwerp van sommige buurten is groter
dan in andere wijken van Almere. Zo hebben de nieuwste buurten van Buiten,
de Stripheldenbuurt en de Sieradenbuurt een aantal unieke kwaliteiten. De
woonbuurten in Almere Buiten die minder onderscheidend zijn, verdienen
Het stadsdeelcentrum van Almere Buiten is nu het hart van het stadsdeel.
Dit wordt versterkt door de uitbreiding van Buitenmere. Met de ontwikkeling van
Almere Oosterwold krijgt het stadsdeelcentrum een regionale functie. De inwoners
van Oosterwold gaan ook ten dele gebruik maken van het centrum van Buiten.
Met de ontwikkeling van Almere Oosterwold komt de zone tussen de Lage Vaart en
de A6 in een andere context te liggen. Het huidige overgangsgebied tussen Almere
Buiten en polderlandschap ligt na de Schaalsprong tussen twee stadsdelen.
De inrichting wordt hierop aangepast. De Trekwegzone krijgt een inrichting met
groene kamers aan weerszijden van de A6. De kamers zijn geschikt voor sport,
leisure en - vooral in het deel ten zuiden van de A6 - economische functies.
Door de investeringen in de groene structuur en verbindingen met omliggende
groengebieden (Oostvaardersland) wordt het karakter van Almere Buiten
‘op de rand van stad en land’ versterkt.
Huidige ontwikkelingen
(een greep uit het Pogrammaplan Almere Buiten):
-
-
-
-
-
-
Centrumontwikkeling
Doorontwikkeling Doemere irt A6/A27
Buitenhout, verbinding Hout
Zone Lage Vaart - A6
Versterking vitaliteit bestaande wijken: fysiek, sociaal, economisch (
Bouwmeesterbuurt, Molenbuurt & Hoofdstedenbuurt, Oostvaardersbuurt, Eilandenbuurt)
Versterken relatie met Oostvaardersplassen
277
278
279
Uitwerkingen
7.
7.4 Het bestaand stedelijk gebied
7.4.4 Almere Poort
7.4.4 Almere Poort
280
7. Uitwerkingen
7.4 Het bestaand stedelijk gebied
7.4.4 Almere Poort
281
in de kustontwikkeling van Pampus. De kust vormt hierbij één doorgaande lijn,
waar Almere zich aan de waterzijde presenteert. Een dergelijk lange kustlengte is
elders in midden Nederland niet voor handen.
Aan de noordzijde wordt Almere Poort begrensd door Pampushout. Dit is nu nog
een bosgebied in de polder. Door de ontwikkeling van zowel Poort als Pampus
komt dit als groengebied tussen twee stadsdelen te liggen. De inrichting van
Pampushout wordt hier op aangepast. Het gebied krijgt een kwaliteitsimpuls en
een meer recreatieve inrichting.
Programma Almere Poort
Woningen
Werkgelegenheid
Voorzieningen
Arbeidsplaatsen
Almere Poort
wordt de strandstad
aan het IJmeer.
Almere Poort onderscheidt zich van de andere bestaande stadsdelen van Almere.
Het stadsdeel richt zich meer dan de andere stadsdelen op de regio. Almere Poort
heeft een regionale functie als kantorencentrum, leisure-paradijs en badplaats.
Het is de strandstad aan het IJmeer.
Het stadsdeel krijgt evenveel arbeidsplaatsen als inwoners. Het station Almere
Poort wordt een belangrijk overstappunt voor het lokale openbaarvervoersnet
naar onder meer Almere Haven en Pampus. Rondom het station ligt het
Olympiakwartier, een stedelijk milieu met veel ruimte voor kantoren.
De ontwikkeling van de Kustzone Almere Poort is een stap op weg naar het profiel
van Almere als waterstad. Deze Kustzone is een unieke plek in het midden van
Nederland, dankzij de ligging aan het IJmeer met een strand op het zuidwesten,
het zicht op Amsterdam en de gunstige ligging in de metropoolregio Amsterdam.
Dit wordt versterkt door de kwaliteit van het landschap en het nautische karakter
van het gebied. De Kustzone Almere Poort is de start van een uitgestrekte
westelijke kustontwikkeling. Deze kustontwikkeling gaat bij de Schaalsprong over
11.000
500.000 m bvo kantoren
30 ha. bedrijventerrein
2
30 hectare grootstedelijke voorzieningen
25.400
282
283
Uitwerking Concept Structuurvisie Almere 2.0
284
285
286
287
288
289
8
290
291
Uitvoering
8. Uitvoering
8.1 Uitvoeringsprincipes
8.1 Uitvoeringsprincipes
De Schaalsprong is een omvangrijke en complexe opgave en heeft een groot
aantal belanghebbenden. De realisatie van de Schaalsprong strekt zich uit over
een periode van twintig jaar. In deze periode doen zich minimaal vijf wisselingen
voor in de volksvertegenwoordigingen op lokaal, regionaal en nationaal niveau.
Perioden van economische groei en krimp wisselen elkaar af. Er ontstaan nieuwe
inzichten. Mensen trekken naar Almere en maken samen met de huidige bewoners
de stad. De ontwikkeling van het project leidt onherroepelijk tot nieuwe inzichten
op verschillende gebieden. Inherent aan een dergelijk proces met een dergelijke
tijdsspanne, zovele actoren en vernieuwende en omvangrijke vraagstukken is een
mate van onvoorspelbaarheid. Hiermee bevat ook de uitvoering onvermijdelijk
onzekere factoren. De risico’s die het proces kunnen vertragen of de wezenskenmerken van Almere 2.0 kunnen aantasten, moeten beheersbaar blijven.
Gelijktijdig moet er ook ruimte zijn om de kansen, die zich ongetwijfeld aandienen,
te pakken. De uitvoering van de Schaalsprong wordt ingericht via de volgende
principes:
Flexibiliteit
De Concept Structuurvisie is beschreven als een ontwikkelingsrichting. Het is geen
gefixeerd eindbeeld op een gefixeerde einddatum. De realisatie vindt gefaseerd
plaats, zodat - op basis van nieuwe inzichten - tussentijds kan worden bijgestuurd,
maar altijd met behoud van de gezamenlijke ambitie van Rijk, regio en Almere.
Almere 2.0 heeft geen gefixeerd
eindbeeld en planning.
Kwaliteit
De kwaliteit in ecologische, sociale en economische zin vormt de kern van Almere
2.0. De Schaalsprong is een kwalitatieve opgave. De ervaring is echter dat
tegenvallers in tijd, geld en uitvoeringsmogelijkheden kunnen leiden tot verlaging
van het kwaliteitsniveau. De sturing moet gericht zijn op borging van de essentiële
kwaliteiten.
Vroegtijdig investeren
De Schaalsprong volgt de goede Almeerse gewoonte van voorinvesteren in de
draagconstructie van de stad, die bestaat uit de groenblauwe hoofdstructuur en de
infrastructuur. Na voldoende zekerheidsstelling voor deze draagconstructies start
de realisatie van de woon- en werkgebieden.
292
8. Uitvoering
8.1 Uitvoeringsprincipes
Faseerbaar
De Schaalsprong bestaat uit tientallen deelprojecten, gegroepeerd in
‘ontwikkelenveloppen’. Iedere envelop bestaat uit een bouwlocatie plus de
conditionerende investeringen in de draagconstructie van infrastructuur en de
groenblauwe hoofdstructuur. De samenhangende enveloppen worden gegroepeerd
in ontwikkelpakketten die in gelijke mate over de uitvoeringsperiode worden
verdeeld. Elk ontwikkelpakket omvat een verantwoord afgerond geheel.
Elk ontwikkelpakket is een
verantwoord afgerond geheel.
Partnerschap
De Schaalsprong is een project dat omvangrijk, divers en kapitaalintensief is en
zich uitstrekt over een periode van circa twintig jaar. Het project staat in nauwe
samenhang met andere RU-projecten. De gezamenlijke ambities kunnen alleen
worden verwezenlijkt als sprake is van een langdurig en een wederkerig
commitment van de betrokken overheden. De uitvoeringsverantwoordelijkheid is
daarom een afspiegeling van de belangen die door de Schaalsprong worden
gediend.
Ruimte voor de inwoner
In Almere maken mensen de stad. De Concept Structuurvisie biedt inwoners,
ondernemers en partijen ruimte voor de invulling van hun eigen toekomst.
Almere 2.0 biedt een raamwerk
waarin initiatieven de ruimte
krijgen.
293
8. Uitvoering
8.2 Fasering
8.2 Fasering
Almere 2.0 beoogt een intelligente ontwikkelingsstrategie te zijn, die een aantal
robuuste, tijdloze hoofdkeuzen over de ruimtelijke dragers combineert met een
flexibele ontwikkeling langs die dragers. Almere 2.0 is geen eindbeeld. Ook de weg
naar Almere 2.0 ligt niet vast. De fasering kan op verschillende manieren worden
uitgewerkt. Er gelden daarbij enkele harde richtlijnen.
De gekozen westelijke oriëntatie, met een verstedelijking van Pampus en IJland,
kan alleen succesvol zijn in combinatie met de nieuwe IJmeerlijn. De ontwikkeling
van dit gebied kan pas voluit van start gaan na een definitief besluit over deze
IJmeerlijn. Ook de ontwikkeling van IJland zelf vergt een langjarige procedure.
Een tijdige afstemming met de ecologische Schaalsprong van het Markermeer
en IJmeer is cruciaal. Het tempo van de Schaalsprong is mede afhankelijk van
de besluitvorming over deze twee onderdelen, die zijn ondergebracht bij de
RU-projecten OV SAAL en TMIJ.
Op basis van de uitvoeringprincipes zijn zes ontwikkelpakketten samengesteld.
In het eerste pakket worden de lopende gebiedsontwikkelingen Almere Poort en
Almere Hout Noord voltooid. Het tweede pakket bevat het eerste oostelijk deel van
Pampus en de tweede kern in Almere Hout. Deze zijn beide niet afhankelijk van
de aanleg van nieuwe regionale infrastructuur. Met het derde pakket kan gestart
worden zodra er zekerheid is over de realisatie van de IJmeerlijn en de aanpassingen van de A27 inclusief de aanleg van de HOV verbinding met de regio
Utrecht. Dan start de ontwikkeling van de hoogstedelijke milieus van Almere
Pampus, Almere Weerwater en de landelijke milieus in Oosterwold. Voorafgaand
aan de realisatie van deze landelijke milieus is een tijdige investering in de
uitbreiding van de groene structuur aan de oostzijde van de stad noodzakelijk.
In het vierde pakket worden de onderdelen van het voorgaande pakket afgerond
en begint de ontwikkeling van IJland. Voor de toekomst na 2030 is een vijfde
ontwikkelpakket samengesteld. Dit is een reservepakket en kan ook eerder worden
ingezet als alternatief voor niet uit te voeren delen van de andere pakketten.
294
8. Uitvoering
8.2 Fasering
295
in natuur en infrastructuur en de aanlooptijd voor gebiedsontwikkelingen,
in de eerste jaren vermoedelijk lager liggen.
Op basis van de huidige ervaringen en kennis lijkt de realisatie van hogere
jaargemiddelden in het tweede decennium van de Schaalsprong niet realistisch
en riskant, zeker gezien de overeengekomen kwalitatieve ambities voor de
Schaalsprong. De datum van 2030 moet met verstand worden benaderd.
Met andere woorden: het lange termijn perspectief en de gezamenlijke ambities
staan voorop.
Indien nodig moet tijdens de uitvoeringsperiode soepel kunnen worden geschakeld
tussen versnellen en vertragen. Voor het versnellen en vertragen wordt niet alleen
per ontwikkelpakket maar ook voor de totale omvang van het project een planning
en controlesysteem opgesteld. Dit geeft inzicht in de voortgang van de realisatie.
Daarnaast is op stedelijk niveau een monitoringsprogramma met parameters die
‘de staat van de stad’ weergeven. Daarbij gaat het naast fysieke parameters om
inzicht in de ontwikkeling van de ecologische, sociale en economische duurzaamheid (aantal en soort arbeidsplaatsen, onderwijs, veiligheid, cultuur, milieu).
Op basis van deze monitor worden zowel het gaspedaal als de rem bediend.
1. Vastgestelde plannen
|
2010
|
|
|
2015
|
|
|
2020
|
|
|
2025
|
|
|
2030
|
2. IJmeerlijn onafhankelijk (afronden Hout-Noord, Oosterwold 1 en start Pampus Dijk)
|
2010
|
|
|
2015
|
|
|
2020
|
|
|
2025
|
|
|
2030
|
3. IJmeer bijna gereed (Oosterwold 2, afronden Pampus Dijk)
|
2010
|
|
|
2015
|
|
|
2020
|
|
|
2025
|
|
|
2030
|
|
|
|
2015
|
|
|
2020
|
|
|
2025
|
|
|
2030
|
|
2015
|
|
|
2020
|
|
|
2025
|
|
|
2030
|
4. IJland
Naast deze vijf pakketten, allen gericht op gebiedsontwikkelingen, is er een
zesde generiek pakket. Hierin zijn maatregelen opgenomen, die niet direct zijn
gerelateerd aan de ontwikkeling van gebieden. Het gaat om interventies op het
gebied van onderwijs, cultuur, economie, recreatie, natuur en sport gedurende
de gehele planperiode.
De kwantitatieve doelstellingen uit het RU-contract vergen een gemiddelde
productie van 3.000 woningen en 5.000 arbeidsplaatsen per jaar, gedurende
twintig jaar. De werkelijke productie zal, gezien de noodzakelijke voorinvesteringen
|
2010
5. Strategische reservering
|
2010
|
|
8. Uitvoering
8.2 Fasering
296
1. Vastgestelde plannen
|
2010
|
|
8. Uitvoering
8.2 Fasering
297
4. IJland
|
2015
|
|
|
2020
|
|
|
2025
|
|
|
2030
|
|
2010
|
|
|
2015
|
|
|
2020
|
|
Ontwikkellocaties:
Bestaande Stad
Poort 2e fase
Hout 1e fase
Condities:
SAA (A9-A10-A1-A6)
OV Saal (1e & 2e fase)
VSBA:
Verbreding hoge ring
Wijkontsluiting & bus Hout Noord
Groen:
Stadspark Weerwater
Poorthout
Gooimeerkust
Trekwegzone
2010
|
|
|
2015
|
|
|
2020
|
|
|
2025
|
|
|
2030
|
|
|
|
2015
|
|
|
2020
|
|
|
2025
|
|
|
|
Ontwikkellocaties:
Eemvallei 2
Pampus 2e fase
Pampus 3e fase
Condities:
HOV Gooi Via Stichtse brug
IJmeer Uitvoering (2e fase)
OV SAAL 3e Fase, IJmeerlijn)
VSBA:
Wijkontsluiting Eemvallei 2
Wijkontsluiting & Bus Pampus
Groen:
Oostvaarderswold
Eempark
IJmeerstrand
|
2010
|
|
|
2015
|
|
|
2020
|
|
|
2025
|
|
Ontwikkellocaties:
Hout Zuid
Weerwaterzone 2e fase
IJland 2e fase
Eemvallei 3
Condities:
Stichtse Lijn (Hout-Zuid)
Lange Overkluizing A6
(Weerwaterzone 2de fase)
VSBA:
Wijkontsluiting IJland
Groen:
Park IJland
Vooroevers IJland
3. IJmeer bijna gereed (Eemvallei 2, afronden Pampus)
2010
|
|
2030
|
|
2030
|
5. Strategische reserveringen
Ontwikkellocaties:
Hout Noord 2de fase & Midden
Eemvallei 1e fase
Weerwaterzone
Pampus 1e fase
Condities:
Aansluiting A27-Hout Noord
Uitbreiding A27
Waterlandse weg
HOV Gooi Via Stichtse brug
VSBA:
Wijkontsluiting Eemvallei 1efase
Wijkontsluiting Pampus 1e fase
Groen:
Oosterwold
Pampushout
|
2025
Ontwikkellocaties:
IJland 1ste fase
Condities:
Toekomstverkenning IJmeer/
Markermeer (juridische basis)
OV SAAL (3e fase IJmeerlijn)
VSBA:
Wijkontsluiting IJland
Groen:
Park IJland
Vooroevers IJland
2. IJmeerlijn onafhankelijk (afronden Hout-Noord, Oosterwold 1 en start Pampus, Weerwater 1)
|
|
2030
|
9
298
299
Vervolgproces
9. Vervolgproces
300
9. Vervolgproces
Almere 2.0 is een concept Structuurvisie. Het is het voornemen van het Almeerse
college van B&W. In het document zijn de inzichten verwerkt van een groot aantal
studies en verkenningen. Almere 2.0 is in afstemming met de betrokken regionale
overheden opgesteld. Deze Concept Structuurvisie is nog geen Structuurvisie in de
zin van de Wro. Het gaat om een visie voor de toekomst die als opmaat dient voor
in een later stadium vast te stellen formele Structuurvisie in de zin van de Wro.
De wijze waarop dit proces wordt voortgezet is afhankelijk van de onderstaande
drie factoren.
opgenomen. Potentiële ontwikkellocaties en uitbreiding van (regionale) infrastructuur staan op de plankaart aangeduid. Dit Structuurplan is in 2003 door de
gemeenteraad van Almere vastgesteld. Vooralsnog is het vigerende structuurplan
voor Almere de wettelijke basis voor ruimtelijke ontwikkeling op structuurniveau.
Per 1 juli 2008 is dit plan van rechtswege omgezet in een Structuurvisie in de zin
van de nieuwe WRO. Hierin worden welliswaar uitspraken over de Schaalsprong
gedaan, maar deze structuurvisie beschrijft niet de gehele Schaalsprong, omdat
een aantal ontwikkelingen nog niet kon worden voorzien.
RAAM-brief
De Schaalsprong van Almere is geen geïsoleerd project. Het is afhankelijk van
omliggende RU-projecten, die onder meer van belang zijn voor de conditionerende
voorwaarden van de Schaalsprong. Dit betreffen OV SAAL (Flevolijn en IJmeerlijn),
AGU (oostelijke ontsluiting Almere via A27 en Stichtselijn), Luchthaven Lelystad en
Toekomstvisie Markermeer-IJmeer. Deze vier projecten zijn in ontwikkeling. Binnen
de vier projecten worden alternatieven onderzocht op onder meer effectiviteit en
haalbaarheid. De onderzoeksresultaten zijn medio 2009 beschikbaar. Deze worden
in verband gebracht met het voorgestelde besluit van het college over de gewenste
ontwikkeling van Almere. Op basis van de inzichten van deze vijf projecten legt het
Kabinet in oktober 2009 het gewenste samenhangende ontwikkelingsperspectief
voor de regio vast in de RAAM-brief.
De toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van Almere in het kader van de
Schaalsprong en de gerelateerde RU-projecten moeten, voordat deze worden
uitgevoerd, van een adequate juridische grondslag worden voorzien. Momenteel
wordt nagegaan voor welke planonderdelen de vigerende Structuurvisie uit 2003
juridisch en inhoudelijk nog voldoende grondslag biedt. Dit zal waarschijnlijk geen
eenduidig beeld opleveren voor alle onderdelen van de Schaalsprong. Op basis van
dit inzicht wordt bepaald wat vervolgens de meest adequate planologische route is
voor de juridische borging van de Schaalsprong. Daarnaast zal in juridische en
procedurele zin afstemming en samenhang moeten zijn met de gerelateerde
RU-projecten zoals de IJmeerlijn, TMIJ en uitbreiding A27. Hiertoe zullen de
verschillende mogelijkheden, die het instrumentarium van de WRO (nieuwe
Structuurvisie, regionale- of rijksstructuurvisie, intergemeentelijk visievorming
etcetera) biedt, ten opzichte van elkaar worden afgewogen.
Voor de uitvoering van de Schaalsprong moeten de inhoud van de RAAM-brief
en de inhoud van de Concept Structuurvisie Almere 2.0 op elkaar worden
afgestemd. Op basis van de inhoud van de RAAM-brief zal het college de
eventuele consequenties voor de inhoud van de Concept Structuurvisie aan
de regionale partners en gemeenteraad voorleggen.
Integraal Afsprakenkader Almere 2030
De Concept Structuurvisie Almere 2.0 is conform het raadsbesluit van 19 maart
2009 de inhoudelijke basis van de gemeente Almere voor het IAK. Dit contract
wordt in oktober 2009 met het Rijk getekend. In dit IAK verbinden partijen zich
aan afspraken om de Schaalsprong te realiseren. De uiteindelijke inhoud van het
IAK Almere 2030 kan op onderdelen afwijken van de inhoud van de Concept
Structuurvisie Almere 2.0.
Juridische grondslag Structuurvisie
De stedelijke ontwikkelingen op Almeers grondgebied zijn op dit moment
vastgelegd in het Structuurplan Almere 2010. Het structuurplan richt zich primair
op het oorspronkelijke beeld van Almere uit 1983: een stad met 250.000
inwoners. Wel is bij het opstellen van dit Structuurplan naar de toekomst gekeken.
De ruimtelijke mogelijkheden van een eventuele Schaalsprong zijn verkend en
In het IAK Almere 2030 en de RAAM-brief zullen de wijze van planologische
borging voor de Schaalsprong en gerelateerde RU-projecten worden vastgelegd.
Indien voor onderdelen van de Schaalsprong een nadere juridische borging nodig
is, wordt voorzien in formele inspraak- en besluitvormingsprocedures en de
eventueel benodigde aanvullende onderzoeken en toetsen.
301
302
303
Samenvatting
Samenvatting
304
Samenvatting
Nationaal en regionaal wordt ingezet op de versterking van de internationale
concurrentiepositie van de noordelijke Randstad en op het behoud van waardevolle
landschappen zoals het Groene Hart, de Utrechtse Heuvelrug, de scheggen van
Amsterdam en Waterland. Er is ruimte nodig voor economische expansie en
woningbouw. Almere is de grootste potentiële verstedelijkingslocatie in de
Randstad. Met de ontwikkeling van Almere ontstaat de economische driehoek
Amsterdam-Almere-Utrecht. Almere wil aan de nationale en regionale ambitie
meewerken als dit tot een verantwoorde groei van de stad leidt.
In het RU-contract Schaalsprong Almere 2030 staat: ‘De doorgroei van Almere
naar een complete stad met 350.000 inwoners in 2030 met een eigen herkenbare
identiteit, door de bouw van 60.000 woningen, het volwaardig doorontwikkelen
van de sociaal economische structuur (100.000 arbeidsplaatsen) met een goede
bereikbaarheid via de weg en openbaar vervoer, onder gelijktijdige versterking van
de groenblauwe structuur.’ ‘Het Rijk en Almere hebben gezamenlijk de ambitie om
de thema’s duurzaamheid en ecologie als richtinggevende principes in de
stedelijke ontwikkeling te hanteren.
Uit de sociale analyse blijkt dat de huidige samenleving van Almere hoofdzakelijk
bestaat uit gezinnen. Voor een sociaal duurzame samenleving is een toename van
diversiteit gewenst. Hiervoor zal Almere in de toekomst meerdere doelgroepen aan
de stad moeten binden door het aanbieden van nieuwe woonmilieus en stedelijke
voorzieningen.
De Schaalsprong is een duurzaamheidsgroei. De Almere Principles vormen het
vertrekpunt voor een ecologisch, sociaal en economisch duurzame stad.
Voor de westelijke en oostelijke ruimtelijke uitbreidingen zijn Masterplan Almere
Pampus en Drie ontwikkelingsstrategieën voor Almere Oost opgesteld. Voor
beide gebieden is onderzocht wat de (on)mogelijkheden zijn van de uitbreidingen.
Dit is onderzocht aan de hand van een drietal alternatieven met oplopende
bouwprogramma’s van 15.000 tot 30.000 / 40.000 woningen voor zowel
de westelijke als oostelijke ontwikkeling. Pampus kan nieuwe maritieme en
hoogstedelijke woon- en werkmilieus toevoegen aan Almere en de regio.
Almere Oost biedt mogelijkheden voor de realisatie van onderscheidende
landelijke woon-, werk en leefmilieus.
Rijk en Almere spreken af dat zij eind 2009 de afspraken voor de Schaalsprong
vastleggen in een Integraal Afsprakenkader (IAK) Almere 2030. Hiervoor is deze
Concept Structuurvisie Almere 2.0 de inhoudelijke basis. Hiermee gaat Almere 2.0
verder dan een traditionele ruimtelijke Structuurvisie. Het is een integraal
document, dat alle inhoudelijke elementen omvat die een causale relatie hebben
met de Schaalsprong. De Concept Structuurvisie is afgestemd met de Provincies
Flevoland, Noord-Holland, Utrecht, de gemeenten Amsterdam, Lelystad en
Zeewolde en het Waterschap Zuiderzeeland.
Samenhangende regionale projecten
Het project Schaalsprong Almere heeft een samenhang met andere RU-projecten.
Zij verankeren Almere in een regionale context. Het gaat hierbij om infrastructuuren natuurprojecten: OV SAAL (uitbreiding openbaar vervoer tussen Schiphol,
Amsterdam, Almere en Lelystad waaronder de Flevolijn en IJmeerlijn), AGU
(oostelijke ontsluiting Almere via A27 en Stichtselijn), Toekomstvisie MarkermeerIJmeer (ecologische herstel van de grote wateren) en toekomst Schiphol in relatie
tot de ontwikkeling van luchthaven Lelystad.
Analyse
Aan de basis van de Concept Structuurvisie ligt een aantal thematische en
ruimtelijke bouwstenen. Dit zijn coproducties in wisselende samenstelling van
Rijk, regio en Almere.
Uit de economische analyse blijkt dat de werkgelegenheid zich in Almere
voortvarend ontwikkelt. Zij heeft echter nog wel een achterstand uit de beginjaren
in te halen. De economie wordt mede opgestuwd door de omliggende krachtige
economieën van Utrecht en Amsterdam. Bij de Schaalsprong zal Almere
verdergaand geïncorporeerd moeten raken in de economie van de Noordvleugel.
De Schaalsprong van Almere zal effecten hebben op het bestaand stedelijk gebied.
De lokale infrastructuur en de groenblauwe hoofdstructuur van Almere gaan
intensiever gebruikt worden. Dit geldt eveneens voor de centrumvoorzieningen.
Hiernaast kan de concurrentiepositie van bepaalde delen van het bestaand
stedelijk gebied onder druk komen te staan.
Alternatieven en afweging
Uit de bouwstenen Pampus en Oost zijn drie ruimtelijke alternatieven geconstrueerd: Almere Waterstad (accent op westelijke ontwikkeling), Almere Stad van
Water en Groen (alzijdige ontwikkeling) en Almere Polderstad (accent op oostelijke
ontwikkeling). Een werkgroep van Rijk, regio en Almere heeft deze alternatieven
beoordeeld op zowel de bijdragen aan de nationale en regionale ambities als de
lokale ambities ten aanzien van de Schaalsprong. Polderstad draagt nauwelijks bij
aan de ambities van Rijk, regio en Almere en wordt daarom afgewezen. Voor het
voorkeursalternatief wordt een combinatie gemaakt van de alternatieven Waterstad
en Stad van Water en Groen. Dit is het alternatief Waterstad-plus. Zo ontstaat het
totaalbeeld van een voorkeursalternatief met IJmeerlijn en Stichtselijn als de
robuuste dragers van de Schaalsprong. De combinatie van westelijke en oostelijke
ontwikkeling levert een bijdrage aan een grotere diversiteit van regio en Almere.
305
Samenvatting
306
Op basis van dit advies neemt de gemeenteraad op 19 maart 2009 het volgende
richtinggevende besluit: ‘het alternatief Waterstad-plus zich bevindt binnen de
eerder door de raad genomen besluiten en draagt het college op, om in
samenspraak met Rijk en regio, bij de uitwerking uit te gaan van het alternatief
Waterstad-plus.
Visie Almere 2.0
Het gemeenteraadsbesluit is uitgewerkt voor de afzonderlijke onderdelen van
een ecologisch, sociaal en economisch duurzame Schaalsprong.
Ecologische duurzaamheid
Almere is omgeven door unieke natuurgebieden en beschikt over een uitgestrekt
groenblauwe hoofdstructuur. Bij verdere groei van de stad worden deze kwaliteiten
optimaal ingezet vanuit de overtuiging dat ecologische duurzaamheid samengaat
met stedelijke ontwikkeling. Het draagvermogen van deze structuur wordt
aangepast aan een stad met 350.000 inwoners. Ecologische duurzaamheid
vertaalt zich in vier vormen van grondgebruik: groene woon- en werkmilieus,
diversiteit van de groenstructuur, het buitendijkse water en stadslandbouw.
Hiernaast grijpt Almere 2.0 de kansen aan voor grootschalige systeeminnovaties
ter bevordering van duurzame gebiedsontwikkelingen.
Sociale duurzaamheid
De doorgroei van Almere naar een sociaal duurzame stad is gediend bij
differentiatie van de bevolkingssamenstelling en toename van de kwaliteit in
het suburbaan wonen, werken, leven en leren. Almere gaat studenten, hoger
opgeleiden en senioren aan de stad binden. Het voorzieningenpakket van de stad
(hoger onderwijs, differentiatie woonmilieus, cultuur) wordt hierop afgestemd.
Hiernaast wordt ingezet op een preventieve aanpak van de kwetsbare delen van
het bestaand stedelijk gebied.
Economische duurzaamheid
De opgave van 100.000 extra banen in de periode 2010 - 2030 is een
gezamenlijke opgave van Almere, regio en Rijk. De inzet wordt gericht op excellent
gastheerschap voor een optimale dienstverlening voor bedrijfvestiging en het
stimuleren van clusterontwikkeling, die van (inter)nationale betekenis is. Dit
gebeurt in samenwerking met ondernemers, overheden, onderwijsinstellingen
en onderzoeksinstituten. Goede verbindingen op de economische assen
Almere - Amsterdam en Almere - Gooi - Utrecht zijn van cruciaal belang voor
de economische ontwikkeling van de noordelijke Randstad.
Samenvatting
Hoofdlijnen Almere 2.0
Bij de uitwerking van Almere 2.0 staat het respect voor de oorspronkelijke
meerkernen structuur van Almere in een blauwgroene omgeving voorop. Stad en
natuur gaan met elkaar de verbinding aan. Het stedelijke gebied gaat uit acht
kernen bestaan. Deze hebben een verbeterde verbondenheid. De grote ingrepen
zijn geschakeerd in een langgerekt gebied van het westen naar het oosten dwars
door de stad: de Schaalsprongas. Op de kant van de Schaalsprongas komen
hoogstedelijke woon- en werkmilieus die door de IJmeerlijn uitstekend met
Amsterdam zijn verbonden. In het oosten is ruimte voor landschappelijke milieus in
lage dichtheden. Centraal in Almere liggen langs de as de interventiegebieden:
Almere Centrum en Almere Weerwater.
Almere 2.0 is geen blauwdruk. Het biedt ruimte voor ontwikkelingen. Zo is er
binnen het raamwerk ruimte voor initiatieven van onderop volgens het principe
‘mensen maken de stad’. Daarnaast laat de schaalsprong ook ruimte voor de
toekomst na 2030.
Uitwerking
De beschrijvingen bevatten ontwikkelingsconcepten. Hierbinnen zijn meerdere
invullingen mogelijk.
Raamwerk
Het raamwerk van de stad is opgebouwd uit de hoofdinfrastructuur en de
blauwgroene hoofdstructuur. Voor de Schaalsprong wordt dit draagvermogen
vergroot, zodat dit een stad met 350.000 inwoners kan dragen. Voor de
infrastructuur gaat het om de capaciteitsuitbreiding van de A6 en de Flevolijn,
de aanleg van de IJmeerlijn met Stichtselijn en de aanpassing van de stedelijke
hoofdinfrastructuur. Deze infrastructuur wordt zorgvuldig in de stad ingepast,
waarbij ontwikkelingskansen worden benut.
Cruciaal voor Almere 2.0 is de aanleg van de IJmeerlijn en een faseerbare en
opschaalbare Stichtselijn. Aan de westkant van de stad is als gevolg van het
annuleren van de Markerwaard sprake van een amputatie van het infrastructuurnetwerk. Door de IJmeerlijn wordt Almere opgenomen in het netwerk
van de metropool en kunnen de ruimtelijke, economische en sociale structuren
tussen regio en Almere met elkaar vervlechten.
De interne groenblauwe structuur wordt versterkt en doorontwikkeld. Het wordt
omgevormd tot een palet van parken en stadsbossen. Iedere groene wig krijgt
een eigen programma, groeninrichting en beheer.
307
Samenvatting
Almere IJland
Almere IJland is een buitendijkse ontwikkeling, die inspeelt op de combinatie van
de noodzakelijke IJmeerlijn en het noodzakelijke ecologische herstel van IJmeer en
Markermeer. Op het snijpunt van de IJmeerlijn en het ecologische herstel ontstaat
een kans om een uniek buitendijks woon, werk en recreatiemilieu te creëren.
Dit nieuwe stadsdeel verbindt het stedelijke gebied van de metropool met het
omliggende grootschalige natuurlandschap. Het is de hoogste graad van
combinatie tussen stad en natuur.
Almere Pampus
Met de ontwikkeling van Pampus richt de stad haar gezicht naar het IJmeer en
Amsterdam. Pampus is een locatie met een metropolitaan karakter. Het wordt een
stadsdeel met hoge stedelijke dichtheden. Twee locaties in Almere Pampus geven
een extra accent: Pampushaven en het station van de IJmeerlijn.
Almere Centrum en Almere Weerwater
Almere Centrum vormt het culturele hart van de stad. De doorontwikkeling van
Almere Centrum is gericht op: verbreden van aanbod, uitbreiding met Almere
Weerwater en doorontwikkeling van het stationsgebied Almere Centrum.
Met de ligging van Almere Weerwater en het Stadshart aan beide zijden van het
Weerwater ontstaat een bipolair stadscentrum. Almere Weerwater wordt onderdeel
van Almere Centrum door investeringen in de gebruikskwaliteit en het slechten van
de barrièrewerking van de A6.
Oosterwold
Het gebied geeft ruimte aan landelijk wonen met een lage dichtheid en is hiermee
de tegenpool van de hoogstedelijke ontwikkeling aan de westzijde van de stad.
Almere Oosterwold zet in op een grootschalige ontwikkeling van individuele
woonidealen en organische groei (particulier opdrachtgeverschap).
Het bestaand stedelijk gebied: Haven, Stad, Buiten en Poort
Het suburbane karakter van de bestaande stadsdelen blijft behouden. De identiteiten van de afzonderlijke stadsdelen worden versterkt. Er zijn geen grote fysieke
ingrepen voorzien. Voor de kwetsbare delen binnen het bestaand stedelijk gebied
wordt ingezet op een preventieve aanpak. Dit zijn vooral lokale ingrepen van
sociaal economische aard. De verkeersinfrastructuur voor het verkeer en de
groenblauwe hoofdstructuur wordt aangepast aan de schaalsprong, evenals
de overgangsgebieden tussen de bestaande en nieuwe stadsdelen.
308
Samenvatting
Uitvoering
De Schaalsprong is een omvangrijke en complexe opgave met een groot aantal
betrokkenen. De realisatie van de Schaalsprong strekt zich uit over twintig jaar.
Om de Concept Structuurvisie een overeenkomstige werkingskracht te geven is
een aantal principes van belang.
Flexibiliteit : de Concept Structuurvisie is geen gefixeerd eindbeeld maar een
ontwikkelingsrichting, die kansen en ruimte biedt voor stedelijke ontwikkeling
Fasering : per fase is er een pakket deelprojecten samengesteld in
ontwikkelenveloppen en gebiedspakketten. Inzet is dat elke fase van de
Schaalsprong een afgerond geheel vormt;
Partnerschap : Gezamenlijk streven vele partijen een aantal ambities na. Dit kan
alleen slagen bij een langdurig en wederkerig commitment.
Vervolgproces
De Schaalsprong Almere is nauw verbonden met omliggende RU-projecten: OV
SAAL, AGU, Luchthaven Lelystad en Toekomstvisie Markermeer-IJmeer. Voor deze
vijf projecten zal het Kabinet in het najaar 2009 een samenhangend ontwikkelingsperspectief uiteenzetten in de RAAM-brief. Parallel hieraan stellen Rijk, Provincie
en Almere het Integraal Afsprakenkader (IAK) Almere 2030 vast. Dit bevat de
wederkerige afspraken ten aanzien van de realisatie van de Schaalsprong.
309
Colofon
Dit document is opgesteld in opdracht
van de Stuurgroep Almere 2030
In samenwerking met:
Inwoners van Almere
Lokale en regionale stakeholders
Gemeenteraad van Almere
Gemeente Amsterdam
Gemeente Lelystad
Gemeente Zeewolde
Provincie Flevoland
Provincie Noord-Holland
NV Utrecht
Waterschap Zuiderzeeland
Gemeenschappelijk Ontwikkelingsbedrijf
Ministerie van VROM
Stuurgroep Schaalsprong Almere
(college van B&W en ambtelijk opdrachtgevers):
Adri Duivesteijn
Annemarie Jorritsma
Johanna Haanstra
Arno Visser
Martine Visser
Anja Grootoonk
Jan Vogel
Vincent van Woerkom
Henk Mulder
Herman Schartman
Ward de Meulemeester
Marianne van de Berg
Henk Meijer
Bestuurlijk Afstemmingsoverleg
Adri Duivesteijn (wethouder Almere)
Maarten van Poelgeest (wethouder Amsterdam)
Ton Hooijmaijers (gedeputeerde Noord Holland)
Jos Huizinga (wethouder Zeewolde)
Bart Krol (gedeputeerde Utrecht)
Anne Bliek (gedeputeerde Flevoland)
Hans ten Velden (namens het rijk / ministerie van VROM)
Henk Tiesinga (dijkgraaf Waterschap Zuiderzeeland)
Jop Fackeldey (wethouder Lelystad)
Henk Mulder (directeur DSO)
Herman Schartman (projectdirecteur Schaalsprong)
Projectdirectie
Henk Meijer
Marcel Stolk
Inhoudelijke bijdragen
MVRDV:
Winy Maas
Jacob van Rijs
Nathalie de Vries
Jeroen Zuidgeest
Klaas Hofman
Martine Vledder
Sabina Favaro
Hui Hsin Liao
Francesco Pasquale
Fokke Moerel
Paul Kroese
Johannes Schele
Stefan de Koning
Oana Rades
Silke Volkert
Fabian Wagner
Wouter Oostendorp
Marta Pozo
Naiara Arregi
Jaap van Dijk
Marta Gierczynska
Daniel Marmot
Pablo Munoz Paya
Di Miao
Manuel Galipeau
Tekstredactie
Ward de Meulemeester
Fred Feddes
Gemeente Almere:
Wiebe Oosterhoff
Bart Stoffels
Gerard van Rijk
Ivonne de Nood
Renze Borkent
Bart Teulings
Harmen Otto Smedes
Hans Hogenhout
Hester Kersten
Alex van Oost
Marcel Blokland
Arnold van Dam
Lummieke IJmker
Marloes Konings
Maura Keijzers
Joyce Kloppenburg
Hinne Paul Krolis
Erwin Lindeijer
Thijs van der Steeg
Annemiek Veltkamp
Frank Kramer
Harry Zondag
Bert Gloudemans
Peter Wichman
Dirk van de Wiel
Stefan Steinmetz
Jaap Meindersma
Johan Bouwmeester
Tonny Sampiemon
Gert Breugem
Ton Schippers
Gerhard Dekker
Jo van der Veen
Concept Structuurvisie Almere 2.0
is een productie van
Gemeente Almere en MVRDV
Copyright op alle materiaal
Gemeente Almere en MVRDV
De teams van de deelprojecten
VSBA
Flevolijn
IJland
Stationsgebied
Weerwater
Fotografie (p. 142, 166, 270, 274, 278, 282)
Ralph Kämena
Visualisaties
Luxigon
MVRDV
Druk
OBT BV, Den Haag
Grafisch ontwerp
Stout / Kramer:
Marco Stout
Evelyne Kramer
Nicole Martens
Juni 2009
134
135
Concept Structuurvisie Almere 2.0
nieuwe woongebieden
nieuwe werkgebieden
bestaand groen casco
nieuw groen casco
open gebied
nieuwe woongebieden
op te waarderen
nieuwe
werkgebieden
cascogroen
bestaand groen casco
kustontwikkeling
nieuw groen casco
water
werkgebieden
open gebied en woongebieden
op te casco
waarderen
groen
cascogroen
open gebied
kustontwikkeling
strategische
water
reserveringen 3.0
werkgebieden
en woongebieden
autoweg
groen knooppunt
casco
nieuw
open gebied
opgewaardeerd
knooppunt
strategische
spoorbaan
reserveringen 3.0
treinstation
autoweg
busbaan
nieuw
knooppunt
infrastructuur
opgewaardeerd
knooppunt
spoorbaan
treinstation
busbaan
infrastructuur
0
1
2
3
4
5km
Download