Concept Structuurvisie Almere 2.0 Almere 2.0 is een ecologisch, sociaal en economisch duurzame stad en draagt bij aan de ontwikkeling van de noordelijke Randstad en de metropoolregio Amsterdam. Almere kan groeien van 190.000 naar 350.000 inwoners. Wat betekent de Schaalsprong voor de stad en de regio? Concept Structuurvisie Almere 2.0 Inhoudsopgave Voorwoord Door Adri Duivesteijn 1. Inleiding 9 16 2. Opgave en ambitie 24 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 26 27 32 34 36 Inleiding Nationaal en regionaal perspectief Almeers perspectief Dubbele uitdaging Duurzame ontwikkeling 3. Analyse 42 3.1 Uitgangspositie 3.2 Vergelijking 3.3 Verkenningen en bouwstenen 44 50 60 4. Alternatieven en afweging 74 4.1 Alternatieven 4.2 Afweging 76 79 5. Visie Almere 2.0 84 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 Inleiding Ecologische duurzaamheid Sociale duurzaamheid Economische duurzaamheid Ruimtelijke hoofdlijnen Almere 2.0 Schaalsprongas 86 88 93 98 102 108 6. Ruimtelijk programma 112 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 114 116 118 122 124 128 Natuur en landschap Mobiliteit en infrastructuur Werken en voorzieningen Wonen Almere 3.0 Plankaart Almere 2.0 7. Uitwerkingen 7.1 7.2 7.3 7.4 Inleiding Raamwerk 7.2.1 A6 7.2.2 Flevolijn 7.2.3 IJmeerlijn 7.2.4 Stedelijke hoofdinfrastructuur 7.2.5 Groenblauwe hoofdstructuur Nieuwe gebieden 7.3.1 Almere IJland 7.3.2 Almere Pampus 7.3.3 Almere Centrum 7.3.4 Almere Oosterwold Bestaand stedelijk gebied 7.4.1 Almere Haven 7.4.2 Almere Stad 7.4.3 Almere Buiten 7.4.4 Almere Poort 136 138 139 140 144 154 162 164 169 170 200 216 248 266 268 272 276 280 8. Uitvoering 290 8.1 Uitvoeringsprincipes 8.2 Fasering 292 294 9. Vervolgproces 299 Samenvatting 303 Inhoudsopgave bijgeleverde CD-ROM Toelichting: De CD-Rom bevat gevalideerde achtergrond informatie over de onderwerpen, die in de voorliggende Concept Structuurvisie aan bod komen. 1. Randstad Urgent contract Schaalsprong Almere 2.0 Gemeente Almere, Kabinet oktober 2007. 2. Noordvleugelbrief Kabinet, augustus 2006 3. Structuurvisie Randstad 2040 VROM, september 2007. 4. Ontwikkelingsbeeld Noordvleugel 2040 Haarlem/Amsterdam november 2007. 5. Concept Ontwikkelingsvisie Noordvleugel Utrecht 2015-2030 (Eindbalans) Bestuurlijk Overleg Noordvleugel Utrecht, december 2008. 6. Schaalsprong Almere; duurzaam en bereikbaar. Visie van de provincie Flevoland op de schaalsprong Almere in tien punten. Provincie Flevoland, 2009. 7. Concept Koersdocument Structuurvisie Zeewolde Gemeente Zeewolde, voorstel college van B&W aan de raad, juni 2009 8. Masterplan Almere Pampus Gemeente Almere, november 2008 9. Drie Ontwikkelingsstrategieën voor Almere Oost Gemeente Almere, oktober 2008 10. Ruimtelijke Bouwstenen voor het Stedelijk Gebied, Gemeente Almere, oktober 2008 11. Van Bouwstenen naar drie alternatieven, Gemeente Almere, oktober 2008 12. Afwegingskader Almere 2010 – 2030. Naar een voorkeursalternatief Gemeente Almere, februari 2009. 13. Stedelijke Bereikbaarheid Almere, Gemeente Almere, Flevoland, V&W, februari 2008 14. Almere, Mensen maken de Stad- De Sociale Agenda, Gemeente Almere, mei 2009. 15. Vooronderzoek SEER Schaalsprong Almere, Rigo Research en Advies BV, september 2008. 16. Sociaal-economisch effectverkenning voor de Schaalsprong van Almere, Gemeente Almere, Rigo en Experian, mei 2009. 17. Schaalsprong Almere en de concurrentiekracht woonwijken, Gemeente Almere, april 2009. 18. Almere Weerwater Optimale inpassing verbrede A6 Gemeente Almere, juni 2009. 19. Economisch Offensief Almere, advies Wim Meijer Bestuurlijk duo Randstadurgent project Schaalsprong Almere 2030. 20. Almere Inc. – De Economische Visie Almere 2030, Gemeente Almere, december 2008. 21. De Groenblauwe Hoofdstructuur van Almere 2030, Gemeente Almere, juni 2009. 22. Marktpotenties Leisure Waterfront Almere Gemeente Almere, mei 2009. 23. Duurzame Ontwerpconcepten voor watersysteem en ondergrond in Almere Oost. Gemeente Almere, Deltares juni 2008. 24. Model Quickscan to test Almere-City extentions options. (slibstromen) Deltares, juni 2009. 25. Upcycle City; Duurzaamheidsagenda voor Almere Oost Gemeente Almere 2008. 26. Verkenning ruimtelijke inpassing IJmeerlijn. Gemeente Almere, september 2008. 8 9 Voorwoord Door Adri Duivesteijn Almere 2.0: Waar de wensen van mensen de kracht van de stad vormen Almere is de jongste stad van Nederland. Het is slechts vijfendertig jaar geleden dat de eerste heipaal werd gelagen, en dat de eerste inwoners - echte pioniers zich vestigden in de nieuwe polderstad. Waar veel steden honderden jaren oud zijn, zijn velen van ons ouder dan de stad Almere. We realiseren het ons niet altijd, maar Almere is een adolescente stad; een stad die volop in ontwikkeling is. Deze ontwikkeling - de weg naar volwassenheid - raakt de komende jaren opnieuw in stroomversnelling. Was het dertig jaar terug nog de Rijksoverheid die enkelvoudig kon beslissen over het stichten van een stad in een lege polder, nu staat de gemeenteraad voor een vergelijkbare beslissing: de verdubbeling van Almere, een stad die is ontworpen voor 250.000 inwoners naar een stad die plaats moet bieden aan 350.000 inwoners. Hoe de ontwikkeling van de toekomstige stad vorm kan krijgen, staat beschreven in deze Structuurvisie. De druk op de metropoolregio Amsterdam neemt toe. Het verder bebouwen van het oude land zet druk op waardevolle groengebieden als de Amsterdamse Scheggen, de Utrechtse Heuvelrug, het Groene Hart en Waterland. Hoe tegemoet te komen aan de ruimtevraag van de metropoolregio Amsterdam? Het gaat niet alleen om ruimte voor woningbouw, maar ook om ruimte voor economische expansie. De metropool vormt immers ook het internationale economische hart van Nederland. Het kabinet heeft Almere dan ook gevraagd te groeien. Er moeten 60.000 woningen en 100.000 arbeidsplaatsen worden gerealiseerd. Almere heeft die ruimte, en vormt meer en meer een belangrijke schakel in de driehoek Amsterdam-Almere-Utrecht. Almere kán ook groeien. Nu Almere opnieuw voor een aanzienlijke opgave staat, wordt duidelijk welke kansen de Almeerse Founding Fathers creëerden toen zij het idee van een klassieke stad verwierpen, en in het Structuurplan Almere (1977) kozen voor een meerkernenstad. Het plan dat aanvankelijk werd verguisd - gerenommeerde stedenbouwers noemden Almere een ‘antistad’ - blijkt nu een solide basis voor de ontwikkeling van een volwassen, gezonde en duurzame stad. Almere is, als stad met meer kernen, berekend op groei. De vraag is hoe deze groei op verantwoorde wijze kan worden vormgegeven. Wat in ieder geval níet mag gebeuren, is dat de nieuwe Structuurvisie de kwaliteiten van de bestaande stedenbouwkundige structuur aantast. Doorbouwen volgens het Structuurplan uit 1977 vormt dan ook de basis van onze plannen. Als het gaat om de opzet van Almere, bieden in het verleden behaalde resultaten wél garanties voor de toekomst. Juist door voort te bouwen op het oude plan, worden verleden en toekomst op consistente wijze met elkaar verweven. 11 10 Hoe willen wij de oorspronkelijke kwaliteiten behouden en versterken, en tegelijkertijd voldoen aan de vraag naar groei? Wat is nodig om van Almere een volwassen, complete en duurzame stad te maken? De Structuurvisie Almere 2.0 geeft antwoord op deze vragen. Voorwaarde is dat de diversiteit van Almere toeneemt. De stad is nu te eenzijdig, zowel in woningtype, bevolkingssamenstelling als in werkgelegenheid. Het doorbreken van de eenzijdigheid, bijvoorbeeld door het toevoegen van nieuwe en onderscheidende woon- en werkmilieus, maakt Almere tot een stad die meer te bieden heeft. Wij geloven nadrukkelijk niet in blauwdrukken. We bieden wel een doorkijk naar hoe de stad zich na 2030 kan ontwikkelen, omdat wij van onze voorgangers hebben geleerd dat het essentieel is om tijdig ruimte te reserveren. De Structuurvisie is toekomstbestendig; het biedt dan ook voldoende ruimte voor toekomstige ontwikkelingen. We hebben gekozen voor organische stedenbouw. Dit betekent dat we niet nú bepalen hoe wij invulling geven aan Almere, maar dat de toekomst bepaalt hoe de stad haar vorm zal krijgen. Op deze manier creëren wij de mogelijkheid in te spelen op nieuwe (tijds)inzichten, en om kansen te grijpen wanneer die zich voordoen. De Structuurvisie vormt feitelijk een kader of raamwerk, dat mensen uitdaagt zélf initiatief te nemen, met alle creativiteit, energie en gedrevenheid die daarmee gepaard gaat. In Almere maken mensen de stad. In de Structuurvisie is expliciet gekozen voor het ontwikkelen van een duurzame stad die fysiek, economisch en sociaal is verankerd in de omliggende omgeving. Wij kiezen daarbij voor een alzijdige ontwikkeling; een ontwikkeling in westelijke én oostelijke richting. Deze keuze wordt verbeeld in de ‘Schaalsprongas’. De as start letterlijk ín de metropoolregio Amsterdam zelf, om vervolgens via de IJmeerlijn de stap te maken naar Almere. Deze robuuste (OV-)verbinding is voorwaardelijk voor een gezonde groei van Almere. Wanneer de aanleg van de IJmeerlijn wordt gecombineerd met het onontkoombare ecologisch herstel van het Markermeer en IJmeer - door middel van de aanleg van wetlands - ontstaan er mogelijkheden voor het creëren van unieke woon- en werkmilieus, waarin stad en water kunnen worden gecombineerd. Dit eiland - of IJland, zoals wij het noemen vormt de ‘stepping stone’ naar de metropoolregio. Het is letterlijk en figuurlijk een verbindende schakel in de dubbelstad Amsterdam-Almere. In Almere IJland en Almere Pampus worden meer stedelijke woon- en werkmilieus toegevoegd. Een verrijking voor Almere, dat nu grotendeels bestaat uit grondgebonden woningen. Almere Centrum zal vorm krijgen rondom het Weerwater. De ligging is uniek: een dynamisch stadshart aan de ene zijde, een optimaal bereikbare snelweglocatie er tegenover. Door beide zijden te ontwikkelen wordt het Weerwater het mentale hart van de stad. Hier kan de sociale, economische en culturele kracht van de stad lokaal maar ook regionaal en nationaal optimaal tot ontwikkeling komen. Langs de lijn van organische stedenbouw, wordt in Almere Oosterwold een breed scala aan landelijke woon- en werkmilieus gerealiseerd; niet alleen als logische tegenhanger van de stedelijke westzijde van de stad, maar ook in aansluiting op de kwaliteiten van de Gooi- en Vechtstreek. Daarnaast biedt dit gebied tal van reservelocaties voor hoogwaardige stedelijke voorzieningen. Door de nieuwe bouwopgave vorm te geven langs de Schaalsprongas, blijft de hoofdstructuur van het bestaand stedelijk gebied - Almere Haven, Almere Stad en Almere Buiten - behouden. Wij doen dat uit respect voor de oorspronkelijke structuur, en omdat het de bewoners vrijwaart van de negatieve effecten en de onrust die ook met groei gepaard gaan. Om het bestaand stedelijk gebied vervolgens samen met de bewoners meer kracht te geven, en tegen te gaan dat de leefbaarheid achteruit gaat. Er mogen veranderingen komen, maar langs een geleidelijke weg van transformatie, en altijd in goed overleg en op basis van de behoeften van de betrokken bewoners en bedrijven. De integrale wijkaanpak is daarvoor de geëigende manier. 13 12 Namens het college van burgemeester en wethouders, Adri Duivesteijn, Wethouder voor Duurzame en Evenwichtige Ontwikkeling Almere Almere, 26 juni 2009 De Schaalsprong van Almere is meer, veel meer, dan het invullen van een uitleglocatie. Het gaat letterlijk en figuurlijk om het maken van een stad. Wij geloven dat wij met de Structuurvisie - die in overleg met de bestuurlijke vertegenwoordigers van de provincies Flevoland, Noord-Holland en Utrecht, de gemeenten Amsterdam, Lelystad, Zeewolde, het Waterschap Zuiderzeeland en het ministerie van VROM is opgesteld - naast een ruimtelijke ook een sociale en economische strategie hebben ontwikkeld die én de metropoolregio Amsterdam, én de noordvleugel Utrecht, én Almere zal gaan versterken. Deze majeure opgave kan alleen slagen als de regering de Schaalsprong van Almere opvat als een nationale opgave. Een opgave die bovendien dienstbaar is aan één van de meest indringende vraagstukken van vandaag: hoe een werkelijk duurzame stad vorm te geven? Met de uitwerking van de Almere Principles - zeven richtlijnen voor een ecologisch, sociaal en economisch duurzame toekomst - kan Almere de nationale proeftuin op het gebied van duurzaamheid worden. Bij het opstellen van de Structuurvisie gaat het al snel over plannen en bouwen. Het gaat ook om indrukwekkende getallen. Toch is de Schaalsprong van Almere primair een kwalitatieve opgave. Een opgave die zich richt op het bouwen aan voorwaarden waarbinnen een samenleving kan functioneren. Iedere beslissing die nu wordt genomen, heeft invloed op het functioneren van de Almeerse samenleving straks. Het is dan ook onze diepste wens dat Almere 2.0 vooral gemaakt gaat worden door de mensen zelf. De Structuurvisie moet het kader zijn waarbinnen mensen de ruimte krijgen zelf initiatieven te ontplooien. Als dat lukt dan zijn het de wensen van mensen die in 2030 de kracht van de stad vormen! Voor Han Lammers en Teun Koolhaas. Hun bestuurlijke en creatieve gave vormen een inspiratie voor ons die aan de Structuurvisie werkten. 14 Almere is een meerkernige suburbane stad in het groen 15 1 16 17 Inleiding 1. Inleiding “En nu onze ruimtelijke nood hoog gestegen is, en bij de ruimtelijke ordening het accent steeds meer op de ordening en steeds minder op de ruimte valt, biedt het Zuiderzeeproject een unieke kans om in de onmiddellijke nabijheid van de Randstad, centraal gelegen in ons land, nieuwe woon-, werk- en recreatiegebieden in te richten, volgens de eisen die in de toekomst worden gesteld en passend in de ontwikkeling van ons land als geheel.” J.A. Bakker, minister van Verkeer en Waterstaat, 1970 De Randstad is op zoek naar ruimte om te groeien in omvang en kwaliteit. Het kan deze ruimte vinden in Almere. Dat is niet voor het eerst aan de orde. Bijna vijftig jaar geleden werd voor het eerst gedacht over een ‘gebied binnen stedelijke sfeer’ in de zuidwestelijke punt van de toen nog niet bestaande polder Zuidelijk Flevoland. Tien jaar later, in 1970, kreeg de globale opzet van het nieuwe stedelijke gebied vorm en deed de naam ‘Almere’ haar intrede. Sindsdien is er gestaag ontworpen en gebouwd aan deze nieuwe stad voor een kwart miljoen inwoners. Een stad met een eigen identiteit, en ook een stad die vanaf het begin nadrukkelijk in dienst heeft gestaan van de Randstad de economische motor van Nederland. En een stad met thans 190.000 inwoners, die hier hun geliefde woon- werk- en leefomgeving hebben. Het Rijk en de regio hebben opnieuw hun ogen laten vallen op Almere voor een omvangrijke ontwikkeltaak. De metropoolregio Amsterdam en de NV Utrecht zijn de demografische zwaartepunten en economische koplopers van het land. Op internationaal niveau verliest de metropoolregio echter positie. Stedelijke uitbreidingen zitten tot op en over de rand van waardevolle gebieden zoals de Stelling van Amsterdam, het Groene Hart, de Utrechtse Heuvelrug en de scheggen van Amsterdam en Waterland. De vraag naar ruimte - voor woningen en voor economische expansie - blijft echter toenemen. Almere kan deze ruimte bieden. Er is plaats voor 60.000 nieuwe woningen en 100.000 nieuwe arbeidsplaatsen in de periode 2010-2030. Vanuit de overtuiging dat de groei kan bijdragen aan de ontwikkeling van de regio en Almere als een duurzame stad, wil Almere graag aan deze vraag voldoen. De toekomst van Almere wordt hiermee opnieuw in het perspectief van het nationale belang geplaatst. De toekomst van Almere is van nationaal belang. Tegen deze achtergrond hebben het Rijk en Almere op 29 oktober 2007 het RUcontract Schaalsprong Almere 2030 getekend. In dit contract staat verwoord, dat de gemeente Almere een Structuurvisie in afstemming met de regio zal opstellen. Deze Structuurvisie bevat de inhoudelijke uitwerking van de Schaalsprong, zodat een duurzame stad ontstaat, die de metropoolregio versterkt. Het Rijk belooft zich in te zetten voor de noodzakelijke condities voor de Schaalsprong. 18 1. Inleiding De Schaalsprong heeft weliswaar een nationale, regionale en lokale betekenis, maar de feitelijke groei vindt vooral op lokaal niveau plaats. De naam ‘Schaalsprong’ drukt uit dat Almere door de groei tot een andere categorie steden gaat behoren. Hier horen andere kenmerken, andere kansen en andere verantwoordelijkheden bij dan voorheen. De Schaalsprong opent nieuwe mogelijkheden voor Almere. Tegelijkertijd moet de ontwikkeling in nauwe relatie staan tot het bestaande deel van de stad. De Schaalsprong roept de vraag op wat het voor een stad betekent om in vijftig jaar te groeien van nul naar de 190.000 inwoners van nu, en vervolgens door te groeien naar 350.000 inwoners in 2030. Met deze groei gaat Almere behoren tot de vijf grootste steden van Nederland. Onvermijdelijk gaat de Concept Structuurvisie over de toekomstige ruimtelijke structuur van de stad. Het beschrijft de noodzaak van een sociaal programma en de aanwezigheid van culturele voorzieningen, die bij een grote stad horen. Het gaat in op de interventies voor een economisch programma. Het beschrijft de relatie tussen de stad en de metropoolregio. Maar in essentie wordt in de Concept Structuurvisie de basis gelegd voor een samenleving met 350.000 mensen. Zij vormen de kracht van de stad. Zij brengen leven in de stad. Zij maken de stad. De Concept Structuurvisie Almere 2.0 is de inhoudelijke uitwerking van de Schaalsprong. De integrale opgave van de Schaalsprong is in Almere 2.0 doordacht en in haar consequenties uitgewerkt. Hiermee gaat Almere 2.0 verder dan een traditionele ruimtelijke Structuurvisie. Het is een document, dat alle inhoudelijke elementen omvat die een causale relatie hebben met de Schaalsprong. De visie strekt zich verder uit over een groter grondgebied dan Almere. Zij is ingebed in de nationale Structuurvisie Randstad 2040 en in het Ontwikkelingsbeeld Noordvleugel 2040 van de metropoolregio Amsterdam. Deze Concept Structuurvisie is nog geen Structuurvisie in de zin van de Wro (nieuwe Wet ruimtelijke ordening). Het gaat om een visie, die als opmaat dient voor in een later stadium vast te stellen formele Structuurvisie in de zin van de Wro. Aan de Concept Structuurvisie liggen diverse deelstudies ten grondslag. Deze zijn voor een groot deel coproducties van Rijk, regio en Almere. Op basis van de deelstudies is Almere 2.0 samengesteld. Ook de Concept Structuurvisie is in nauwe afstemming met verschillende regionale overheden - de Provincies Flevoland, Noord-Holland en Utrecht, de gemeenten Amsterdam, Lelystad en Zeewolde en het Waterschap Zuiderzeeland - tot stand gekomen. De ambities en keuzen die in de Concept Structuurvisie staan geformuleerd, kunnen dan ook rekenen op een breed regionaal bestuurlijk draagvlak. Het koersdocument voor de Structuurvisie van de gemeente Zeewolde gaat voor het oostelijke plangebied van de Schaalsprong uit van de kaders voor Almere 2.0. Daarnaast zijn gedurende het planvormingsproces gesprekken gevoerd met de gemeenteraad, inwoners van 19 1. Inleiding Almere, experts, departementen, maatschappelijke organisaties, (nationale) instituten en omliggende gemeenten. De inzichten van deze richtinggevende, consulterende en informatieve dialogen zijn verwerkt in de Concept Structuurvisie Almere 2.0. Almere 2.0 is opgebouwd uit een hoofdtekst, die de hoofdlijnen van de visie beschrijft, aangevuld met en begeleid en onderbouwd door neventeksten. Aan deze Structuurvisie liggen tientallen rapporten ten grondslag. Het bevat een unieke rijkdom aan informatie op alle aspecten, die gerelateerd zijn aan het verdubbelen van een stad. Deze informatie is voor een groot deel terug te vinden op de bijgevoegde cd-rom. Daarnaast wordt de Structuurvisie letterlijk verbeeld in de bijgevoegde film. Leeswijzer Hoofdstuk 2 geeft een beschrijving van de ambities van het Rijk, de regio en Almere voor de Schaalsprong. Hierbij worden de uitgangspunten uiteengezet voor een ecologisch, sociaal en economisch duurzame schaalsprong. In hoofdstuk 3 wordt een overzicht gegeven van de verkenningen die ten grondslag liggen aan de Structuurvisie. Dit biedt een analyse van en inzicht in in de relevante aspecten van de Schaalsprong. In hoofdstuk 4 zijn op basis van de verkenningen drie alternatieven opgesteld voor de Schaalsprong. Het hoofdstuk sluit af met de weging van de alternatieven en het raadsbesluit over de gewenste ontwikkelingsrichting voor Almere 2.0. In hoofdstuk 5 wordt deze richting verdiept vanuit het perspectief van een ecologische, sociale en economische duurzame Schaalsprong. Dit leidt tot een samenvattend ruimtelijk beeld: de Schaalsprongas. In hoofdstuk 6 wordt het ruimtelijke programma voor de Schaalsprong uitgewerkt. In hoofdstuk 7 volgen de gebiedsuitwerkingen voor het raamwerk van infrastructuur en de groenblauwe hoofdstructuur, de nieuwe en bestaande stadsdelen. De beschrijvingen bevatten een mogelijke inrichting van de gebieden. Hoofdstuk 8 en 9 gaan tot slot in op de uitvoering van de Schaalsprong en het vervolgproces. 20 1. Inleiding 21 De Schaalsprong van Almere is gelijktijdig een regionale en een lokale opgave. 22 23 2 24 25 Opgave en ambitie Opgave en ambitie 2. 2.1 Inleiding 26 2. Opgave en ambitie 2.2 Nationaal en regionaal perspectief 2.1 Inleiding 2.2 Nationaal en regionaal perspectief In 2007 heeft het Kabinet de gemeente Almere gevraagd te onderzoeken of en hoe 60.000 nieuwe woningen en 100.000 extra arbeidsplaatsen kunnen worden gerealiseerd. Het resultaat is de Structuurvisie Almere 2.0. Deze Structuurvisie laat zien op welke wijze de Schaalsprong het beste kan plaatsvinden. In dit hoofdstuk komen de motieven voor de Schaalsprong aan de orde. Waarom wil de rijksoverheid een grootschalige uitbreiding van Almere? Waarom wil Almere hieraan meewerken? Wat zijn de doelen en belangen van Rijk, regio en gemeente, en in welke ambities vinden zij elkaar? Deze vragen worden eerst vanuit het nationale en regionale perspectief bezien en vervolgens vanuit het Almeerse perspectief. Zo ontstaat het beeld van een dubbele uitdaging en van een opgave met een eigen karakter. Stedelijke regio’s worden steeds meer de centra, waar de internationale kracht zich openbaart. Doorslaggevend voor de kracht van de regio zijn de kwaliteiten van de woonlocaties, de culturele voorzieningen en de bereikbaarheid in combinatie met economische concentratievoordelen. Maar ook de aanwezigheid van waardevolle en mooie natuur en waterrijke gebieden wegen mee bij de keuze voor de vestigingsplaats van (inter)nationale bedrijven. Door uitstekende kwaliteiten te bieden kan een regio in de mondiale hiërarchie een toppositie verwerven. Voor een land zijn succesvolle steden en regio’s bepalend voor de internationale positie. Landen, die hun groeivermogen willen versterken, doen er beter aan te investeren in deze sterke regio’s. Een goed functionerende regio onderscheidt zich niet alleen als geheel van andere regio’s, maar bestaat zelf ook uit een netwerk van kernen met eigen specialisaties. Deze filosofie is onderkend in de Nota Ruimte. De Schaalsprong als culturele opgave Het bouwen aan de stad is een cultureel proces in de breedste zin van het woord. Het is mensenwerk, het weerspiegelt idealen, dromen en belangen, en het is een expressie van de wijze waarop mensen zich met elkaar verhouden. Steden zijn producten en graadmeters van de beschaving, en tegelijkertijd vormen zij het raamwerk waarbinnen de samenleving kan gedijen. ‘De vroegere beschavingen beschouwden steden niet als iets beschamends of onvermijdelijks, maar als bewuste scheppingen voor wier aanleg, onderhoud en verfraaiing men zich terecht offers getroostte’, schrijft de historicus Donald Olsen in zijn boek De stad als kunstwerk. Dit geldt voor vroegere beschavingen maar ook in onze eigen tijd en in onze beschaving. Het geldt zeker in Almere, dat als 20e eeuwse new town nadrukkelijk een bewuste schepping is. De huidige generatie heeft onverminderd de taak zich in te spannen voor aanleg, onderhoud en verfraaiing van de bestaande en de toekomstige stad. Dit besef van culturele verantwoordelijkheid, niet alleen voor nu maar ook voor een lange toekomst, ligt aan de basis van Almere 2.0. De internationale concurrentiekracht van de Randstad staat onder druk. In Nederland is de Randstad zo’n regio met kracht en kwaliteit. Maar de internationale concurrentiekracht van de Randstad staat onder druk. De regio daalt op de verschillende ranglijsten en behoort nu tot de middenmoot. Belangrijke oorzaken zijn een teruggang van bereikbaarheid en leefbaarheid -zeker met oog op de hoge eisen die tegenwoordig worden gesteld - en de toenemende internationale concurrentie van andere regio’s. Het Kabinet besteedt daarom speciale aandacht aan deze regio in de Structuurvisie Randstad 2040. De Randstad vereist een ‘kwaliteitsstrategie’, die zich op duurzaamheid en verscheidenheid richt. Volgens het Kabinet ‘moet deze inzet leiden tot een topregio die veelzijdig en veelkleurig is en een grote afwisseling kent met sterke steden en aantrekkelijke landschappen. Kortom, tot een plek waar het prettig leven, wonen en werken is. De Randstad als duurzame topregio is een Randstad die uitblinkt in een evenwichtige ontwikkeling van ecologische, economische en sociaal-culturele waarden, waarbij ook in de behoeften van toekomstige generaties kan worden voorzien.’ 27 Opgave en ambitie 2. 2.2 Nationaal en regionaal perspectief 28 2. Opgave en ambitie Formeel kader Rijk - Vijfde nota over de ruimtelijke ordening (VROM, 2002): Bescherming waardevolle landschappen (o.a. Groene Hart). Almere heeft een rol in de opvang van nieuwe verstedelijking binnen de Deltametropool. - Nota Ruimte (VROM, 2004): bescherming waardevolle landschappen (o.a. Groene Hart) en groei van Almere met 45.000 woningen in 2010-2030. - Noordvleugelbrief (Kabinet, 2006): Versterking internationale concurrentiepositie, bescherming waardevolle landschappen, groei van Almere met 60.000 woningen en 100.000 arbeidsplaatsen. Principebesluit over buitendijks bouwen en IJmeerlijn in 2009. - Programma Randstad Urgent (Kabinet, 2007): Bescherming waardevolle landschappen. Ruimte voor economische expansie en betere bereikbaarheid. Schaalsprong Almere is nodig ter versterking van internationale concurrentiepositie Randstad. 2.2 Nationaal en regionaal perspectief Gemeente Almere - Structuurplan Almere 2010 (gemeente Almere, 2003): houdt rekening met een Schaalsprong op beide flanken, IJmeerlijn en Stichtselijn. Dit structuurplan is in 2008 vastgesteld als Structuurvisie conform de nieuwe WRO. Het vigerende Structuurplan Almere 2010 (2003) noemt in de ‘doorkijk naar 2030’ de gebieden Pampus buitendijks en ‘Spiegelhout’ als belangrijke uitleglocaties Overzichtskaart van de 33 projecten die deel uitmaken van het rijksprogramma Randstad Urgent. Voor Almere zijn vier projecten in het bijzonder relevant: de Schaalsprong Almere (rode cirkel), de toekomstagenda Markermeer en IJmeer (blauwe rand), openbaar vervoersstudie Schiphol-Amsterdam-AlmereLelystad (zwarte stippellijn) en de planstudie naar de weguitbreiding Schipol-AmsterdamAlmere (oranje lijn) Het Kabinet kiest er in de Structuurvisie Randstad 2040 voor om ‘wat internationaal sterk is, sterker te maken’, om zo een internationaal concurrerend vestigingsklimaat te ontwikkelen. Dit betekent: inzetten op het versterken van de positie van de metropoolregio Amsterdam en de krachtige functies van Rotterdam, Den Haag en Utrecht, om vervolgens deze sterke punten ten goede te laten komen aan de Randstad en aan heel Nederland. - RU-contract Schaalsprong Almere 2030 (Almere - Kabinet, 2007): wederzijdse afspraak Rijk en Almere om in 2009 afspraken te maken over de Schaalsprong Almere (60.000 woningen en 100.000 arbeidsplaatsen) ter versterking van regio en Almere. Besluitvorming in samenhang met IJmeerlijn en TMIJ. - Structuurvisie Randstad 2040 (VROM, 2008): bescherming waardevolle landschappen (o.a. Groene Hart). Almere is grootste verstedelijkingslocatie van de Randstad met 60.000 woningen en 100.000 arbeidsplaatsen. Hiermee ontstaat economische driehoek Amsterdam - Almere - Utrecht. Regio - Provinciaal Omgevingsplan Flevoland (Provincie Flevoland, 2006): faciliteert mogelijkheden voor de Schaalsprong op beide flanken inclusief IJmeerlijn en Stichtselijn. - Ontwikkelingsvisie Noordvleugel Utrecht 2015-2030 (Noordvleugel Utrecht, 2006): bescherming waardevolle landschappen (o.a. Utrechtse heuvelrug). Almere is locatie voor realisering 15.000 woningen en werklocaties uit regio Utrecht. - Ontwikkelingsbeeld Noordvleugel 2040 (Metropoolregio Amsterdam, 2007): Bescherming waardevolle landschappen (o.a. Waterland, scheggen van Amsterdam). Versterking internationale concurrentiepositie. Schaalsprong en IJmeerlijn zijn essentieel voor de ontwikkeling Metropoolregio Amsterdam. - Koersdocument Structuurvisie Zeewolde (gemeente Zeewolde, 2009): stemt overeen met de uitgangspunten voor de Schaalsprong Almere. Om deze ambitie te verwezenlijken, moet in de komende decennia ruimte worden gevonden voor nieuwe en hoogwaardige woon- en werkmilieus. In de gehele Randstad is volgens ramingen behoefte aan een half miljoen nieuwe woningen, waarvan meer dan de helft bestemd is voor de noordelijke Randstad. Tot 2030 gaat het daar om tenminste 150.000 nieuwe woningen en een groot areaal voor bedrijven en voorzieningen in de metropoolregio Amsterdam en 69.000 woningen in de regio Utrecht. De oplossing voor deze dringende opgaven wordt voor een deel gezocht in verdichting van de bestaande steden en voor een deel in uitbreidingslocaties. Zowel in de Structuurvisie Randstad 2040 als in de eerder verschenen Noordvleugelbrief (2006) en Programma Randstadurgent (2007) dicht het Rijk Almere een belangrijke rol toe. In Almere is voldoende ruimte. Deze ruimte kan elders slechts met moeite worden vrijgemaakt of leidt tot aantasting van waardevolle gebieden. Daar komt bij dat de stad zich bevindt op het scharnierpunt van de grote stedelijke centra Amsterdam en Utrecht, niet ver van Schiphol, aan de 29 Ogave en ambitie 2. 2.2 Nationaal en regionaal perspectief poort naar het noorden en omringd door aantrekkelijke gebieden als het IJmeer, het Markermeer, de Oostvaardersplassen en de Utrechtse Heuvelrug. Dat maakt Almere tot ‘de grootste verstedelijkingslocatie in de Randstad tot 2040’, aldus het Kabinet in de Structuurvisie Randstad 2040. De Randstad heeft ruimte nodig om te groeien en Almere heeft die ruimte. ‘De ontwikkeling van Almere zal integraal deel uitmaken van de ontwikkeling van de regio Amsterdam en van het IJmeer. (...) Almere moet in nauwe samenhang met Amsterdam worden ontwikkeld, een positieve aantrekkingskracht krijgen en bijdragen aan de diversiteit van de woningmarkt van de gehele noordelijke Randstad. ... Met de ontwikkeling van Almere ontstaat een economische driehoek Amsterdam-Almere-Utrecht als stedelijk zwaartepunt van de noordelijke Randstad.’ Deze visie is eveneens terug te vinden in zowel het Ontwikkelingsbeeld Noordvleugel 2040 (2008) van de metropoolregio Amsterdam als de visie Utrecht 2040 van de Noordvleugel Utrecht (2007). Beide visies ondersteunen de inzet van het Kabinet om de troefkaart van Almere te spelen in de ambitie te komen tot een versterking van de internationale concurrentiepositie. De Structuurvisie Randstad 2040 (2008) benoemt de economische driehoek Amsterdam-Almere-Utrecht als stedelijk zwaartepunt voor de noordelijke Randstad 30 2. Opgave en ambitie 2.2 Nationaal en regionaal perspectief Kernopgave Randstad 2040 In de Structuurvisie Randstad 2040 (2008) schetst het Kabinet de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de Randstad in de komende decennia. De Structuurvisie bouwt voort op onder meer de Nota Ruimte en het programma Randstad Urgent en streeft naar een samenhangend ruimtelijk beeld. De visie bevat zowel kwantitatieve als kwalitatieve doelstellingen. Kwantitatief De kwantitatieve doelstellingen van Randstad 2040 zijn gebaseerd op de verwachte demografische en economische ontwikkelingen. Anders dan in de rest van Nederland wordt in de Randstad, en vooral in het noordelijke deel, in de komende decennia nog geen krimp verwacht. De bevolking blijft groeien en bij een voortgaande huishoudenverdunning groeit het aantal huishoudens nog sterker. Afhankelijk van het gekozen economisch scenario wordt de woningbehoefte voor de hele Randstad in de periode 2010-2040 geschat op 493.000 tot ruim 1.000.000 nieuwe woningen. In de Structuurvisie is het lage scenario maatgevend. Er zijn ‘ten minste circa 500.000 nieuwe woningen’ nodig in de Randstad, ‘waarvan circa 100.000 na 2030’. De bestuurlijke afspraken over de woningbehoefte tot aan 2030 komen hiermee globaal overeen maar zijn iets specifieker: 150.000 woningen in de Noordvleugel, 69.000 in de regio Utrecht, en 165.000 in de Zuidvleugel. Kwalitatief Het Kabinet streeft met Randstad 2040 ‘naar een duurzame en concurrerende Europese topregio’. Het wil deze toppositie bereiken door een samenhangende ontwikkeling en uitvoering van economisch, ecologisch, sociaal en ruimtelijk beleid: ‘De Randstad als duurzame topregio is een Randstad die uitblinkt in een evenwichtige ontwikkeling van ecologische (‘planet’), economische (‘profit’) en sociaal-culturele (‘people’) waarden, waarbij ook in de behoeften van toekomstige generaties kan worden voorzien. Duurzame ontwikkeling staat dan ook voor een integrale benadering gericht op het verbinden van people, planet en profit met behoud van ontwikkelmogelijkheden in de toekomst’. Over de kwaliteitsstrategie in het verstedelijkingsbeleid schrijft het Kabinet: ‘Een grote bedreiging voor de Randstad vormt de eenvormigheid en het gebrek aan diversiteit in woon-, werk- en leefmilieus. Dit vermindert de aantrekkingskracht op verschillende leefstijlen en doelgroepen die voor de economische en sociale vitaliteit van de steden cruciaal zijn. De contrasten tussen plekken en tussen stad en land moeten worden vergroot. Heel hoge dichtheden moeten voorkomen naast heel lage dichtheden aansluitend bij de historie en de kwaliteit van wijk of buurt. Beide woonmilieus moeten worden versterkt op een manier die tegelijkertijd bijdraagt aan klimaatbestendigheid, veiligheid, gezondheid, welzijn en sociale samenhang. Om contrasten te kunnen vergroten, kiest het Kabinet enerzijds voor verdere bundeling en verdichting en anderzijds voor meer ruimte voor groene woon- en werkmilieus.’ Bron: Ministerie van VROM, Structuurvisie Randstad 2040 (2008) 31 Opgave en ambitie 2. 2.3 Almeers perspectief 2. Opgave en ambitie 32 2.3 Almeers perspectief Almere is een stad met circa 190.000 inwoners, die verknocht zijn geraakt aan de stad. Zij wonen in een groene waterrijke omgeving, participeren in het maatschappelijke leven, gaan naar school, werken en maken gebruik van diverse stedelijke voorzieningen. Gelijktijdig is de Almeerder zich ook bewust van de sleutelpositie, die de stad inneemt in de ontwikkeling van de noordelijke Randstad en de metropoolregio Amsterdam. Dankzij Almere kan de regio zich blijven ontwikkelen en haar dynamiek behouden. 2.3 Almeers perspectief heeft Almere in ruimtelijk opzicht het vermogen om een verdere groei te accommoderen. Almere heeft kwantitatief gezien voldoende ruimte voor de Schaalsprong. Ook in kwalitatief opzicht kan aan de uitbreidingsbehoefte van de regio worden voldaan. De nabijheid van Amsterdam en Utrecht en de ligging aan IJmeer / Markermeer, Oostvaardersplassen en het toekomstige Oostvaarderswold biedt kansen om op grote schaal unieke woon-, werk- en leefmilieus te creëren. Prognose voor de bevolkingsgroei van Almere en programmatoename van het aantal woningen en arbeidsplaatsen tussen 2010 en 2030 Sinds het rapport Verkenningen over de ontwikkeling van de nieuwe stad ‘Almere’ in Flevoland (1970) is de maximumomvang van 250.000 inwoners een vaststaand gegeven. De uitwerking veranderde, maar de hoofdlijnen bleven gelijk. ‘Almere: robuust in de hoofdstructuur, speels in de details’, zo typeerde Teun Koolhaas, stedenbouwkundige en één van de ‘peetvaders’ van Almere, de strategie voor deze new town. Een robuuste hoofdstructuur “Het meest kenmerkend van het structuurplan voor Almere (250.000 inwoners) is de opbouw uit meerdere kernen met daartussen en er omheen landelijk gebied met recreatieve, agrarische en natuurlijke bestemmingen. (...) De structuur is opgebouwd om een centrale kern - Almere - Stad met een capaciteit voor 80 à 100.000 inwoners en centrumfuncties (...) voor geheel Almere. Het hoofdcentrum van Almere ligt in deze kern nabij het hoofdstation. Ter weerszijden van Almere-Stad liggen Almere-Haven (20-25.000 inwoners) aan het Gooimeer en Almere-Buiten (35-40.000 inwoners) richting Lelystad aan de raillijn en hoofdwegen. Ten westen en oosten van Almere Stad treft men respectievelijk aan Almere-Pampus (50-60.000 inwoners) aan het IJmeer en het kleine kernencomplex aan de oostkant met kernen van 5 à 10.000 inwoners tesamen een capaciteit hebbend van 35 à 45.000 inwoners.” Bron: Structuurplan Almere, Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders, 1983 De Schaalsprong betekent een verdubbeling van Almere in al haar facetten. De nieuwe opgave voor Almere gaat voor het eerst uit van een wezenlijk grotere stad, die ongeveer 350.000 inwoners zal tellen. Almere maakt een sprong voorwaarts. Het wordt een stad van een andere categorie. Dat maakt de Schaalsprong tot een bijzondere opgave. Almere wordt een wezenlijk andere stad dan de plannenmakers vanaf 1970 voor ogen heeft gestaan. Hoewel de aard en de omvang van de Schaalsprong (60.000 nieuwe woningen en 100.000 extra arbeidsplaatsen) afwijkt van de oorspronkelijke uitgangspunten, De Schaalsprong gaat om een verdubbeling van een stad in al haar facetten. Denk bijvoorbeeld aan de infrastructuur, woningen, banen, musea, winkels, cultuur, cafés, groen, water, sportvoorzieningen en verenigingen. Het gemeentebestuur van Almere is positief over deze groeiopgave als de stad in staat wordt gesteld om op een verantwoorde wijze te groeien. Het gaat om het creëren van een omgeving, waarin mensen met plezier willen wonen, werken en leven. Waar mensen zich thuis voelen. Waar klein- en grootschalige economieën tot ontwikkeling kunnen komen. Waar mensen met plezier heen gaan. Een stad waar Almeerders trots op kunnen zijn. Kortom de Schaalsprong is zowel op regionaal als lokaal niveau een kwalitatieve opgave, waaraan de kwantitatieve doelstellingen dienstbaar zijn. 33 2. Opgave en ambitie 2.4 Dubbele uitdaging 2.4 Dubbele uitdaging In de Schaalsprong komen de nationale, regionale en lokale ambities bij elkaar. Nationaal en regionaal wordt ingezet op de versterking van de internationale concurrentiepositie van de Randstad en op het behoud van waardevolle landschappen. Almere gebruikt de Schaalsprong om op een verantwoorde wijze uit te groeien tot een grote en tegelijkertijd duurzame stad. Het geheel is meer dan een som der delen; er is sprake van synergie. Een vitale Randstad is in het belang van Almere en een duurzaam Almere biedt meerwaarde voor de Randstad als geheel. Deze dubbele uitdaging is uitgewerkt in het RU-contract Schaalsprong Almere 2030. Op 27 oktober 2007 zetten wethouder Adri Duivesteijn van Almere en minister Jacqueline Cramer namens het Kabinet hun handtekening onder dit contract. In het contract staat aangegeven: ‘Rijk en regio kiezen voor een metropolitane strategie voor de Noordvleugel met als doelen: de versterking van de internationale concurrentiepositie, vergroting van de leefbaarheid en het ontzien van kwetsbare gebieden. Een duurzame economische groei vraagt om een hoogwaardig vestigingsklimaat. In samenhang met de verbetering van de bereikbaarheid is de opgave om in de Noordvleugel aantrekkelijke nieuwe woon/werklocaties te ontwikkelen. Almere heeft kwantitatief ruimte voor de ontwikkeling van 60.000 nieuwe woningen en extra werklocaties - in totaal 100.000 nieuwe arbeidsplaatsen. Ook kan in Almere kwalitatief aan de uitbreidingsbehoefte worden voldaan.’ ‘De groeikansen van Almere betekenen een dubbele uitdaging. Enerzijds groeit Almere uit tot een integraal onderdeel van de Noordvleugel. De stad draagt bij aan de economische structuurversterking van het gehele gebied. Amsterdam en Almere vormen sociaal-economisch een dubbelstad. De steden zijn complementair aan elkaar. Anderzijds ontwikkelt Almere binnen die context een eigen herkenbare identiteit met volwaardige economische en maatschappelijke voorzieningen. De stad ontwikkelt zich tot een complete, evenwichtige stad, met grootstedelijke en 34 2. Opgave en ambitie 2.4 Dubbele uitdaging culturele voorzieningen (...) De gemeente Almere staat positief tegenover deze groeiopgave mits aan een aantal randvoorwaarden wordt voldaan. Het betreft een aantal (nu nog ontbrekende) voorwaarden waarmee de stad in staat wordt gesteld om uit te groeien tot een duurzame, evenwichtige en complete stad. De voorwaarden voorzien er ook in dat negatieve effecten op lokaal, regionaal en nationaal niveau worden vermeden.’ Als gezamenlijk doel leggen Rijk en Almere vast: ‘De doorgroei van Almere naar een complete stad met 350.000 inwoners in 2030 met een eigen herkenbare identiteit, door de bouw van 60.000 woningen, het volwaardig doorontwikkelen van de sociaal-economische structuur met een goede bereikbaarheid via de weg en openbaar vervoer, onder gelijktijdige versterking van de groenblauwe structuur.’ Het contract voegt hieraan de ambitie van duurzame ontwikkeling toe: ‘Het Rijk en Almere hebben gezamenlijk de ambitie om de thema’s duurzaamheid en ecologie als leidende en richtinggevende principes in de stedelijke ontwikkeling te hanteren. Deze principes worden ingezet op alle onderdelen van de Schaalsprong Almere 2030, en vertaald in de ontwerpmethodiek. Hierbij wordt ingezet op het duurzaamheidsprincipe cradle - to - cradle en de biodiversiteit in het stedelijk groen. Deze thema’s worden bepalend voor de eigen identiteit van Almere met bijbehorende aantrekkelijke woon-, werk- en leefmilieus. (...) De ambitie is om hiermee een nieuwe standaard te zetten voor de toepassing van duurzaamheidprincipes bij gebiedsontwikkeling.’ Rijk en Almere spreken af dat zij eind 2009 de afspraken over de Schaalsprong zullen vastleggen in een Integraal Afsprakenkader (IAK) Almere 2030. Hiervoor is deze Structuurvisie de inhoudelijke basis. Op basis van het IAK Almere 2030 start in 2010 de (gefaseerde) uitvoering van de Schaalsprong Almere. 35 Opgave en ambitie 2. 2.5 Duurzame ontwikkeling 2.5 Duurzame ontwikkeling De Schaalsprong is ondanks een indrukwekkende groeiopgave vooral ook een kwalitatieve opgave. De groei moet leiden tot een -in alle opzichten- gezonde stad. Voor de Schaalsprong is -zoals vastgelegd in het RU-contract- duurzaamheid het richtinggevende thema. Om concreet invulling te geven aan deze thematiek, zijn met William McDonough - één van de grondleggers van de cradle-to-cradle filosofie - de Almere Principles, (2008) opgesteld. In de publicatie ‘De Almere Principles’, een coproductie van de gemeente Almere en het bureau McDonough+Partners, is duurzaamheid op principieel niveau uitgewerkt als een breed begrip met ecologische, sociale en economische dimensies. De Almere Principles vormen het vertrekpunt voor een ecologisch, sociaal en economisch duurzame toekomst van Almere. De Almere Principles vormen een inspirerende leidraad. Ze zijn op een zodanige manier geformuleerd dat er universele doelen en idealen in herkenbaar zijn. Tegelijkertijd zijn ze verbonden met de concrete werkelijkheid van Almere. De Principles werken door in alle plannen voor het bestaand stedelijk gebied en nieuwe stadsdelen, in alle sectoren en op alle schaalniveaus. De Schaalsprong is een duurzaamheidsprong met blijvende effecten. De Almere Principles vormen het vertrekpunt ‘voor een ecologisch, sociaal en economisch duurzame toekomst van Almere 2030’. 36 2. Opgave en ambitie 2.5 Duurzame ontwikkeling De Almere Principles Almere, de nieuwe stad die dertig jaar geleden werd ontworpen op uit zee gewonnen land, zal in 2030 leefbaar en gezond zijn. Ze zal zichzelf aanhoudend vernieuwen en omvormen en daarmee de kwaliteiten van haar meerkernen opbouw en haar omgeving versterken. Almere zal een vitale gemeenschap zijn met een rijke verscheidenheid aan woon- en werkmogelijkheden, in een weldadige overvloed van ruimte, water, natuur en cultuurlandschappen, die door de tijd heen kunnen groeien en veranderen. De Almere Principles zijn bedoeld als inspirerend richtsnoer voor iedereen die in de komende decennia betrokken is bij het doorontwerpen van Almere tot duurzame stad. De verwerkelijking van deze visie is een cultuurdaad, en de uitdrukking van een optimistische benadering van de toekomst. 1. Koester diversiteit Om de stad te verrijken, erkennen wij diversiteit als een bepalend kenmerk van robuuste ecologische, sociale en economische systemen. Door op ieder terrein diversiteit te waarderen en aan te moedigen, zal Almere gedijen als een stad die Rijk is aan variatie. 2. Verbind plaats en context Om de stad te verbinden, zullen wij haar identiteit verankeren en versterken. De stad zal vanuit eigen kracht en tot wederzijds voordeel actieve relaties onderhouden met de haar omringende gemeenschappen in breedste zin. 3. Combineer stad en natuur Om de stad betekenis te geven, zullen wij bewust streven naar unieke en bestendige combinaties van het stedelijke en het natuurlijke weefsel, en naar een verhoogd besef van de menselijke verbondenheid met de natuur. 4. Anticipeer op verandering Om op de evolutie van de stad voort te bouwen, zullen wij een ruime mate van flexibiliteit en aanpasbaarheid in onze plannen en programma’s opnemen, en daarmee onvoorspelbare kansen voor toekomstige generaties mogelijk helpen maken. 5. Blijf innoveren Om de stad vooruit te brengen, zullen wij nieuwe en verbeterde processen, technologieën en infrastructuren aanmoedigen en experimenten en kennisuitwisseling ondersteunen. 6. Ontwerp gezonde systemen Om de stad te verduurzamen, zullen wij in onze stedelijke systemen ‘cradle-to-cradle’oplossingen benutten, in het besef van de onderlinge afhankelijkheid van ecologische, sociale en economische gezondheid op ieder schaalniveau. 7. Mensen maken de stad Vanuit de erkenning dat burgers de drijvende kracht zijn in het maken, behouden en verduurzamen van de stad, ondersteunen wij hun streven om hun unieke mogelijkheden te verwezenlijken, met bezieling en waardigheid. De woorden van de Almere Principles zullen tot leven komen en betekenis krijgen door menselijk handelen, en door hen op elk niveau als beginsel te nemen van ieder ontwerp voor de stad als geheel. 37 2. Opgave en ambitie 2.5 Duurzame ontwikkeling Ecologische duurzaamheid Almere is een geplande stad, ontworpen op recent aan het water onttrokken land en toch kent het waardevolle ecologische kwaliteiten. Almere ligt te midden van de natuur. Ze is omgeven met een kustlengte van 42 kilometer en natuurgebieden met (inter)nationale betekenis zoals de Lepelaarplassen, de Oostvaardersplassen, het Horsterwold en het toekomstige Oostvaarderswold. Bovendien heeft Almere een stevige interne groenstructuur. Almere is een treffend voorbeeld van wat ‘natuur’ in Nederland betekent. De mens schept condities door inrichting, beheer en gebruik van het land en het water. Vervolgens maakt de natuur gebruik van deze condities. De overtuiging is dat stad en natuur elkaar hierbij niet uitsluiten maar elkaar aanvullen, versterken en verrijken. Vanaf het ontstaan van Almere hebben de plannenmakers ernaar gestreefd natuur en stad te beschouwen als twee entiteiten die samengaan. Zoals op nationaal en regionaal niveau een bewuste keuze is gemaakt om zorgvuldig met de waardevolle gebieden zoals de Stelling van Amsterdam, de Utrechtse Heuvelrug, Waterland, de Scheggen van Amsterdam en het Groene Hart om te gaan, zo is het in Almere de opgave om de aanwezige groenstructuur voor natuur ook in de toekomst te koesteren. Op ieder schaalniveau moeten natuur en stad worden verbonden. De Schaalsprong biedt een unieke gelegenheid tot duurzame gebiedsontwikkeling. De omvang van de groei en de vrijheid in gezonde systeemkeuzen voor stedelijke nuts- en infrastructurele systemen, maken het mogelijk om duurzame technieken op een grote schaal toe te passen. De ruimte voor innovatie is vrijwel grenzeloos. Sociale duurzaamheid De drijvende krachten achter iedere metropool, achter iedere stad zijn de mensen. Zij zorgen voor dynamiek en vormen sociale structuren. Het daily urban system van inwoners van de metropool reikt verder dan één stad. Zij maken gebruik van het gehele scala aan voorzieningen -cultuur, sport, uitgaansleven, recreatie, banendie de verschillende kernen van de metropool te bieden hebben. De steden van de metropool vormen een complementair geheel. In 2030 vormen Amsterdam, Utrecht en Almere de driehoek in het noordelijk deel van de Randstad. Binnen dit netwerk zijn de kernen van elkaar afhankelijk. Almere is niet los te zien van de sociale en culturele regionale netwerken. Een sociaal duurzame stad biedt inwoners voldoende ruimte voor individuele invulling en stelt hen in de gelegenheid de stad te maken. Het idee van sociale duurzaamheid zet erop in om de ontwikkeling van sociale structuren in de noordelijke Randstad, stad en wijk van het begin af aan in de planvorming te integreren. De sociale structuur van bestaande wijken wordt bestendigd en versterkt. In de nieuwe delen van Almere betekent sociale duurzaamheid dat het denken over de gewenste sociale structuur -vanuit het perspectief van de stad en de metropool - gelijk opgaat met het ontwerpen van de stedenbouwkundige structuur. 38 2. Opgave en ambitie 2.5 Duurzame ontwikkeling Economische duurzaamheid De economische vitaliteit van de noordelijke Randstad is een belangrijk motief voor de Schaalsprong. Een duurzame economie is divers van aard en staat in verbinding met haar omgeving. De economie van de metropool laat zich niet begrenzen door provinciale en gemeentelijke grenzen. Geen enkele stedelijke economie in de metropool kan worden geïsoleerd. Gezamenlijk genereren zij meer kracht dan ieder apart. Hierdoor kan de metropool internationaal op een hoger niveau gaan acteren. Ook in dit verband zijn steden binnen het netwerk complementair en afhankelijk van elkaar. Dat geldt ook voor de economie van Almere. Zij is vanaf het begin ontstaan in verbondenheid met de noordelijke Randstad. De Almeerse economie drijft mee op de kracht van de regio en Almere draagt op haar beurt weer bij aan de kracht van de regionale economie. Het is van belang dat deze kracht de ruimte krijgt om zich verder te ontplooien. Het zorgt voor dynamiek en biedt groeimogelijkheden voor de inwoners van Almere en de regio. De economische groei van Almere vindt dus plaats in zowel de context van de stad als die van de metropool. Met beide zal zij zijn verbonden zowel in de grote diversiteit aan relaties tussen de bedrijven als kennis- en opleidingsinstituten als regionale overheden als arbeidspotentieel. 39 De Schaalsprong van Almere neemt het bestaand stedelijk gebied als vertrekpunt 40 41 3 42 43 Analyse 3. Analyse 3.1 Uitgangspositie 3.1 Uitgangspositie De Schaalsprong bouwt voort op het bestaande Almere. De stad is uitgegroeid tot een veelzijdig stedelijk en landschappelijk gebied, met een vitale en ondernemende bevolking en met uitgesproken kwaliteiten waarop in de toekomst kan worden voortgebouwd. Tegelijkertijd is het Almere van vandaag een stad met vraagstukken, met beloften en potenties die nog niet allemaal zijn ingelost. Almere is voorbereid op groei. Almere heeft een traditie van groei. De bewoners en bestuurders van Almere zijn eraan gewend dat een groot deel van hun stad nog niet bestaat. De tweehonderd inwoners die Almere in 1976 telde -het moment waarop Han Lammers aantrad als landdrost van de Zuidelijke IJsselmeerpolders - wisten dat ze ooit gezelschap zouden krijgen van vele tienduizenden nieuwe stadsgenoten. Nog altijd is Almere vertrouwd met een groeitaak. Ontwerp structuurplan Almere (1977): In de oorspronkelijke opzet voor een meerkernige stad in een robuust groenblauw casco is rekening gehouden met de toekomstige groei van Almere 44 3. Analyse 3.1 Uitgangspositie Structuurplan voor de Zuidelijke IJsselmeerpolders (1961) staat voor het eerst in de zuidwesthoek van de polder een ‘gebied binnen stedelijke sfeer’ op de kaart. ‘Met de bouw van de IJmeersteden tegenover het Gooi zal omstreeks 1975 kunnen worden begonnen’, schreef de regering in de Tweede Nota over de Ruimtelijke Ordening in Nederland (1966). Toch bestond in 1966 al de gedachte aan een stadsontwikkeling met meerdere kernen gelegen in een parkachtig landschap. Dit is tot op de dag van vandaag het meest bepalende ruimtelijke principe van Almere. Later werd dit ‘gebied binnen stedelijke sfeer’ de stad Almere, een verwijzing naar het merengebied dat de Zuiderzee was. De nieuwe stad moest een 20e eeuwse variant op het lustprieel zijn, bedoeld voor de opkomende middengroepen van de welvaartsstaat. Almere werd een uitwijkplaats voor woningzoekenden uit Amsterdam, het Gooi en Utrecht. Zij verruilden de volle stad voor de polder om te genieten van de luxe van een centrale verwarming en eigen tuin. ‘Voor mij was het hele project Almere de verwerkelijking van een ideaal’ zei stedenbouwkundige Teun Koolhaas hierover in Peetvaders van Almere (2001). ‘Nu kregen wij de kans om een landgoed voor een kwart miljoen mensen aan te leggen.’ In kwaliteit is Almere complementair aan de stedelijkheid van Amsterdam. Kenmerkend voor de opzet is de gelijkwaardigheid tussen rood en groen. Er werd in de beginjaren gerefereerd aan het concept van de Tuinstad van Ebenezer Howard. De groenstructuur was bedoeld om het stedelijke weefsel van Almere te dooraderen. Eerst werd de groene structuur aangelegd, later volgde de stedelijke invulling. Dat Almere ontstond als afgeleide van de noden van elders, blijkt ook uit de keuze van de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders (RIJP) om de woningbouw voor negentig procent in eengezinswoningen en laagbouw te realiseren. De argumenten waren rechtstreeks afgeleid van de regionale woningmarkt op het oude land, waar dit woningtype ondervertegenwoordigd was. Een meerkernenstad gaat goed samen met de wens om veel laagbouw te realiseren. Er kan een grote verscheidenheid in woonvormen komen. Veel mensen kunnen dicht bij het groen wonen en het biedt stedenbouwkundige flexibiliteit. Dit was ook nodig, want de groeicijfers in de beginjaren liepen uiteen van 125.000 -250.000 inwoners. Hiertoe is in de opzet van de stad een royale maat van reserveringen voor toekomstige verstedelijking opgenomen. Het vooruitziende reserveringsbeleid uit het verleden is tot op de dag van vandaag één van de succesfactoren voor de groeipotentie van Almere. Almere is van begin af aan niet bedacht als zelfstandige stad. Zij is opgezet als toevoeging aan een omvangrijk en snel groeiend stedelijk gebied. De stedelijke context werd in 1970 al aangeduid als de Noordvleugel van de Randstad. In het Zodoende groeide Almere uit tot een groene meerkernenstad. Het was echter een onevenwichtige groei. De ontwikkeling van suburbane woonmilieus voor de opkomende middengroepen verliep voorspoedig, terwijl de bouw van andere woonvormen en woonmilieus voor andere doelgroepen achterbleef. Dit werkt nog altijd door. Wie afwijkende woonmilieus of woningtypen zoekt (de woning met 45 3. Analyse 3.1 Uitgangspositie kamers en suite, het hele ruime huis, de piepkleine Jordaan-etage, het studenenhuis, wonen in een oude school) heeft weinig kans van slagen in Almere. Almere heeft de aantrekkelijke kwaliteiten van de suburb, maar de samenstelling is nu nog eenzijdig. Almere is in termen van inkomen, opleiding, levensfase en leefstijl een stad van de middenklasse. De eenzijdigheid van de bevolking zorgt voor een selectieve aantrekkingskracht en een beperkte maatschappelijke, economische en culturele dynamiek 3. Analyse 3.1 Uitgangspositie De regionale infrastructuur voor deze forenzenstroom is echter onvolledig ontwikkeld. Toen Almere werd bedacht, was het vanzelfsprekend dat ook de Markerwaard zou worden ingepolderd. Het gebied zou een nieuw hart van de noordelijke Randstad vormen, dat de omliggende landsdelen (Flevoland, Amsterdam, Waterland) met elkaar verbond. Naast de verbindingen via de Hollandse brug werden ter verbetering van het vervoersnet tussen Almere en Amsterdam diverse wegen en een spoorlijn geprojecteerd in de Markerwaard. Het niet afronden van de Zuiderzeewerken heeft negatieve gevolgen gehad voor Almere en de regio. Almere heeft een eenzijdige woningvoorraad. Van alle woningen behoort maar liefst 91% tot het suburbane woonmilieu. Slechts enkele milieus zijn stedelijk of landelijk. Ook woonmilieus voor studenten, 55-plussers en hoger opgeleiden zijn sterk ondervertegenwoordigd Het was vanaf het begin duidelijk dat de werkgelegenheid zich minder vlot en planmatig naar de polder zou verplaatsen dan de woonruimte. Almere werd een forenzenstad. Ondanks de vitaliteit van de Almeerse economie is er nog steeds sprake van een onevenwichtige woonwerkbalans. Op dit moment heeft Almere circa 75.000 arbeidsplaatsen op een bevolkingsomvang van circa 190.000 inwoners. Dagelijks trekt een grote forenzenstroom uit Almere richting Amsterdam en Utrecht. Almere heeft relatief weinig arbeidsplaatsen per inwoner (0,39) en is per saldo nog altijd een forenzengemeente. Dagelijks reizen 19.000 Almeerders de stad uit om elders te werken 46 Toen de inpoldering van de Markerwaard achterwege bleef, werd de oorspronkelijke situering van Almere in het stedelijke netwerk rond Amsterdam letterlijk en figuurlijk -en zeer ingrijpend - geamputeerd. Met het verdwijnen van de Markerwaard van de kaart, was ook de geplande opname van Almere in de ringstructuur van Amsterdam in één keer van tafel. De Zuiderzeewerken zijn onvoltooid. 47 Analyse 3. 3.1 Uitgangspositie 48 3. Analyse 3.1 Uitgangspositie 49 1932: aanleg van de Afsluitdijk is de eerste belangrijke stap die zal leiden tot verregaande verslechtering van de ecologische waarde van de voormalige Zuiderzee 1942: inpoldering van de Noordoostpolder 1969: De Hollandsche brug verbindt de Flevopolder met het vasteland aan de zuidzijde 1974: afluiting van het Markermeer door de Houtribdijk is een eerste stap naar de aanleg van de Markerwaard 1957: inpoldering van oostelijk Flevoland 1961: het structuurplan voor de zuidelijke IJsselmeerpolders toont voor het eerst de twee stedelijke gebieden Lelystad en Almere 1976: de eerste inwoners van Almere betrekken hun woningen in Almere Haven 1981: aanleg van de autosnelweg A6 is een eerste stap naar realisatie van het geplande alzijdige wegennet 1967: Lelystad wordt aangelegd en krijgt een centrale plek in het toekomstige verkeers-netwerk dat de Flevopolder zal verbinden met de regio 1968: inpoldering van zuidelijk Flevoland 1988: aanleg van de Flevolijn met station Lelystad als eindpunt 2006: Definitief besluit om de Markerwaard en daarmee het oorspronkelijke strvuctuurplan voor de Flevopolder niet uit te voeren is bepalend voor de verdere ontwikkeling van Lelystad en Almere Analyse 3. 3.2 3.2 Vergelijking 3. Analyse 50 3.2 Vergelijking 51 Vergelijking Noordelijke Randstad De noordelijke Randstad is een van de belangrijkste stedelijke concentraties in Europa en een van de motoren van de Nederlandse samenleving, haar ruimtelijke structuur en economie. Het concurreert met andere Europese regio’s en functioneert in haar huidige situatie minder goed. Een gebrek aan gedifferentieerde woon-, culturele-, economische- en ecologische kwaliteit en ruimtelijke coherentie vermindert de concurrentiekracht van de noordelijke Randstad. Er is een gebrekkige connectie tussen de stedelijke structuur en de grootschalige natuurlijke landschappen en de mogelijkheden voor recreatief gebruik zijn beperkt. Deze schema’s laten een vergelijking zien van karaktereigenschappen en kerngegevens van drie toonaangevende metropolen in Europa: de Randstad, Greater London en Grand Paris. Voor elk van de drie zijn tevens de gegevens van het stedelijk brandpunt en (een van) de bijbehorende new towns afgebeeld De Randstad zou de landschappelijke kwaliteiten van de Noordzee, het Groene Hart en het Blauwe Hart beter moeten benutten. De Schaalsprong van Almere zou de potenties van het Blauwe Hart moeten benutten en ter verbetering van de kwaliteit van zowel Almere als de Randstad De Randstad is een unieke verzameling van steden en dorpen die elk bijdragen aan de identiteit van de Deltametropool. Almere zou haar bijdrage aan de identiteit van de Randstad sterker moeten definiëren Groot Londen wordt doorsneden door de rivier de Thames en is omgeven door een ‘Green Belt’. Deze groene bufferzone garandeert zowel een compact stadshart als enorme landschappelijke kwaliteiten voor het omliggende stedelijk gebied De identiteit van Londen als metropool wordt voornamelijk gevormd door het hart van de stad, waar een bundel van metropolitaan programma binnen handbereik is Groot Parijs wordt doorsneden door de rivier de Seine en beschikt over grote stadsbossen en -parken die zijn opgenomen in de stad De identiteit van Parijs als metropool wordt voornamelijk gevormd door het hart van de stad, waar een bundel van metropolitaan programma binnen handbereik is Concurrentiepositie Randstad Met Londen en Parijs, zijn de Randstad, de Vlaamse Ruit en het Duitse Rijn/Roergebied de belangrijkste stedelijke concentraties in Noordwest-Europa. Metropolitane functies zijn in Europa vooral te vinden in Londen en Parijs en daarna in steden als Brussel, Kopenhagen, Barcelona, Madrid, Frankfurt, Milaan, München en Amsterdam. Deze steden beconcurreren elkaar op de functies waarin ze sterk zijn. Londen en Parijs doen dat voor alle metropolitane functies. Met deze twee grootste steden in West-Europa vindt daarmee altijd concurrentie plaats. Onder meer in de financiële sector, bij congressen, de vestiging van internationale instellingen en hoofdkantoren en het stedelijk toerisme komt deze concurrentie tot uitdrukking. In deze concurrentie hebben de steden van de Randstad het de laatste jaren moeilijk. Niet alleen met Londen en Parijs, maar ook met dynamische regio’s als Stockholm, Kopenhagen, München en Dublin, is de concurrentie sterk. Bron: Structuurvisie Randstad 2040 Internationale krachten in Europa: Netwerken, verstedelijking en economie. Bron: Structuurvisie Randstad 2040 3. Analyse 3.2 Vergelijking Een bijzondere eigenschap van de Randstad is de lage gemiddelde dichtheid van het aantal inwoners. Dit biedt de stedelijke kernen in de Randstad de mogelijkheid zich sterker te profileren als individuele identiteit in de metropool, met bovendien een sterke relatie met het landschap in de Randstad 52 Almere is in vergelijking tot de new towns Milton Keynes en Marne-laVallée minder goed opgenomen in het verkeersnetwerk van de metropool. Een gebrek aan diversiteit van verbindingen met de regio maakt van Almere een niet optimaal bereikbare stad. 3. Analyse 3.2 Vergelijking 53 3. Analyse 3.2 Vergelijking Almere is nu een middelgrote stad en in bevolkingsomvang vergelijkbaar met Eindhoven (210.000) en Groningen (185.000). Door de toevoeging van 60.000 woningen groeit Almere door naar circa 350.000 inwoners. Bevolkingsgroei tot 2030 Door de Schaalsprong zou Almere bij de vijf grootste steden van Nederland gaan behoren Bron: cbs.nl 54 3. Analyse 3.2 Vergelijking De vergelijking legt een aantal verschillen bloot in onder meer de bevolkingsopbouw, de verhouding tussen wonen en werken, het voorzieningenpeil en de infrastructuur. Hieruit blijkt een disbalans tussen de omvang van de beroepsbevolking en de werkgelegenheid. Ook valt de ontsluitingsstructuur op in vergelijking tot andere middelgrote en grote steden. Het infrastructurele systeem is ‘dunner’ georganiseerd. Hiernaast tekent zich bij het aantal stedelijke voorzieningen een contrast af. Voorzieningen, die elders vanuit een historisch perspectief vanzelfsprekend zijn, ontbreken nog in Almere. Demografische ontwikkeling Landelijke trends De groei van de Nederlandse bevolking neemt snel af en kan in de loop van deze eeuw tot stilstand komen. Er zijn drie belangrijke demografische trends: - Vergrijzing: deze zet zich in de komende decennia voort, met vermoedelijk een piek ongeveer halverwege deze eeuw. In 2040 zijn er naar verwachting vier miljoen 65-plussers, ongeveer twee keer zoveel als nu. - Huishoudenverdunning: het aantal personen per huishouden is met een gemiddelde van 2,2 bijna de helft van wat het vijftig jaar geleden was. Tot het jaar 2020 wordt een verdere daling tot 2,2 verwacht. De verdunning zet zich naar verwachting in afgezwakte vorm in de toekomst voort. Vooral het aantal eenpersoonshuishoudens zal verder toenemen. - Diversificatie: de Nederlandse bevolking diversifieert naar herkomst en nationaliteit. Het aantal niet-westerse allochtonen zal toenemen van 1,7 miljoen (2005) tot 2,3 miljoen (2025). Hun aandeel in de totale bevolking zal stijgen van 10% (2005) tot 12% (2025). Hiermee gaat ze bij de vijf grote steden van Nederland behoren. Dit is een andere categorie steden. Vanouds kent Nederland een onderscheid tussen de ‘grote steden’ Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht en de overige steden. Door de Schaalsprong wordt Almere een ander type stad. Een vergelijking met de middelgrote en grote steden biedt inzicht in Almere’s kwalitatieve positie ten opzichte van de andere middelgrote en grote steden. De vergelijking is globaal van aard, met de erkenning dat historisch en geografisch specifieke kenmerken van iedere stad het moeilijk maken om de vergelijking tot in alle aspecten door te trekken. Bevolkingsontwikkeling Almere Samenhangend met het karakter van Almere als jonge groeigemeente is een opmerkelijke ontwikkeling de opkomst van de tweede generatie Almeerders. Almere heeft een relatief jonge bevolking met een grote natuurlijke aanwas. Daarin wijkt het voorlopig af van het landelijke beeld. Maar dat verandert op termijn. De kinderen van de Almeerse pioniers vormen een snel groeiende groep die een relatief sterke binding met Almere vertoont. Een steeds groter deel van deze tweede generatie wil in Almere blijven wonen. Hiernaast zullen de landelijke demografische trends ook in Almere merkbaar zijn. - Vergrijzing: volgens de gemeentelijke prognose zal het aantal 65-plussers stijgen van ca. 13.000 in 2008 tot ruim 43.000 in 2030. Met 13% zal het percentage ouderen ook dan nog ver onder het landelijk gemiddelde (24%) blijven, maar kan worden gesproken over een versnelde, schoksgewijze vergrijzing. - Huishoudenverdunning: de huishoudens zijn in Almere groter (gemiddeld 2,5 personen) dan het Nederlands gemiddelde (2,2). Almere kent het laagste percentage eenpersoonshuishoudens van de 25 grootste steden. Landelijk bestaat ruim tweederde van alle huishoudens uit één of twee personen, in Almere geldt dat voor ongeveer de helft van de huishoudens. Toch is ook hier de trend naar verdunning evident. Naar verwachting neemt de gemiddelde woningbezetting in Almere af van 2,5 (2008) naar 2,4 (2030). Het aantal één of tweepersoons huishoudens in Almere groeit in die periode van 39.000 tot ruim 80.000. - Diversificatie: in overeenstemming met de Nederlandse trend diversifieert ook de Almeerse bevolking. Van de 183.000 inwoners op 1 januari 2008 waren bijna 48.000 (26%) van niet-westerse allochtone afkomst. De meest recente gemeentelijke prognoses berekenen een percentage van 45% niet-westerse allochtone huishoudens in 2030. 55 3. Analyse De vetgedrukte getallen geven een aantal zwaktes aan in de configuratie van Almere 1.0 Bron: cbs.nl 3.2 Vergelijking 56 3. Analyse 3.2 Vergelijking 57 3. Analyse De vetgedrukte getallen geven een indicatie van de benodigde toename (van inwoners, programma, etc.) ten opzichte van Almere 1.0 die nodig is om Almere 2.0 als volwaardige stad te kunnen laten functioneren In vergelijking met de niet andere steden Bron: cbs.nl 3.2 Vergelijking 58 3. Analyse 3.2 Vergelijking 59 3. Analyse 3.3 Verkenningen en bouwstenen 3.3 Verkenningen en bouwstenen Na de ondertekening van het RU-contract Schaalsprong Almere 2030 is stapsgewijs toegewerkt naar de Concept Structuurvisie Almere 2.0. Samen met de Provincies Flevoland, Utrecht en Noord-Holland, de gemeenten Amsterdam, Zeewolde en Lelystad, het Waterschap Zuiderzeeland en het Rijk zijn diverse studies uitgevoerd. Het betreffen zowel thematische verkenningen als studies naar de ruimtelijke mogelijkheden voor de Schaalsprong. Hiernaast hebben Rijk en regio in het kader van het Programma Randstadurgent onderzoek gedaan naar de condities voor inbedding van de Schaalsprong in de regionale context. Projecten Randstadurgent In het Programma Randstadurgent is -naast het project Schaalsprong Almere- een aantal projecten gedefinieerd, die een nauwe relatie hebben met de Schaalsprong. Zij verbinden Almere met de regio en creëren condities voor een verantwoorde groei van Almere. Het gaat hierbij om infrastructurele- en natuurprojecten. 60 3. Analyse 3.3 Verkenningen en bouwstenen als mogelijk ondersteund door regionale overheden, maatschappelijke organisaties en marktpartijen. In de RAAM-brief worden richtinggevende besluiten opgenomen over deze vijf projecten, met de daarbij gehanteerde overwegingen en financiële onderbouwing. De besluiten in de RAAM-brief vormen de basis voor de afspraken die het Rijk met de gemeente Almere maakt over de Schaalsprong Almere 2030 in het Integraal Afsprakenkader (IAK). De bereikbaarheid van Almere is ontoereikend. Dit betreft zowel de capaciteit van de infrastructuur als de positionering van Almere in het infrastructurele netwerk van de metropool. Conform de Structuurvisie Randstad 2040 - waarin Almere is opgenomen in de driehoek met Amsterdam en Utrecht - zijn de studies voor de infrastructuur gericht op de verbindingen met beide steden. Het project OV SAAL richt zich op de uitbreiding van het openbaar vervoer tussen Amsterdam en Almere. Onderdeel hiervan is de IJmeerlijn. Het project AGU (Almere - Gooi - Utrecht) onderzoekt de oostelijke ontsluiting van Almere via weg (A27) en openbaar vervoer (Stichtselijn). OV SAAL RAAM-brief In een brief aan de Tweede Kamer (december 2008) heeft de minister van Verkeer en Waterstaat mede namens de ministers van VROM, LNV en EZ en de staatssecretaris van V&W aangekondigd op welke wijze het Rijk werkt aan de besluitvorming door het Rijk over een vijftal samenhangende projecten: - Schaalsprong Almere 2030 - Openbaar Vervoerverbinding Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad (OV-SAAL) - Toekomstvisie Markermeer-IJmeer (TMIJ) - Lange termijnverkenning Schiphol in relatie tot vliegveld Lelystad - Pré-verkenning naar het verkeer- en vervoersysteem in het gebied ten oosten van Almere op de corridor naar ’t Gooi en Utrecht (AGU). Deze projecten vertonen diverse samenhangen. Voor gecoördineerde besluitvorming over deze vijf projecten stelt het Kabinet een RAAM-brief (Rijksbesluiten-Amsterdam-Almere-Markermeer) op, zoveel De RAAM-brief gaat in op de besluitvorming over vijf samenhangende projecten in de noordelijke Randstad Het RU-project OV SAAL onderzoekt toekomstige capaciteitsproblemen en mogelijke oplossingen op het traject Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad (SAAL). Het project wordt getrokken door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat in nauwe samenwerking met de gemeenten Amsterdam en Almere, Provincies Flevoland en Noord-Holland, Stadsregio Amsterdam, Prorail en NS. Daarnaast zijn diverse andere partijen bij de planstudie betrokken, waaronder de gemeenten Amstelveen, Diemen, Weesp, Muiden, Ouder-Amstel, Haarlemmermeer en Lelystad, de planbureaus, andere departementen en maatschappelijke organisaties. Op de korte termijn moet de capaciteit en kwaliteit van het bestaande spoor worden verbeterd. Hiervoor wordt de Flevolijn partieel verdubbeld in Almere. Op de middellange en langere termijn (2020/2030) ontstaan opnieuw knelpunten in het openbaar vervoer op de SAAL-corridor door de verwachte reizigersgroei in combinatie met de grootschalige ruimtelijke ontwikkelingen in en rond de corridor. Deze nieuwe woon- en werklocaties liggen bij Schiphol, Amsterdam (Zuidas), Almere en Lelystad (Airport). Er zijn voor de corridor in de eerste onderzoeksfase diverse oplossingen verkend. Voor het oostelijke deel van de corridor zijn er twee hoofdalternatieven - Regiorail via de Hollandse Brug: de huidige spoorlijn versterken en aanvullen met nieuwe spooraftakkingen. Opties binnen dit alternatief zijn onder meer een brug of aquaduct bij Weesp. - Regiorail via het IJmeer: een rechtstreekse spoorverbinding van Schiphol Noordwest via het IJmeer naar Almere. Opties binnen dit alternatief zijn de modaliteit (regiorail, metro, magneetzweefbaan) en de opties tussen een brug of een tunnel in het IJmeer. Préverkenning Almere - ‘t Gooi - Utrecht (AGU) De préverkenning AGU inventariseert de mogelijke bereikbaarheidsproblemen en oplossingsrichtingen aan de oostkant van Almere als gevolg van de Schaalsprong. Het richt zich op de hoofdwegen, het onderliggende wegennet, het spoor en regionaal openbaar vervoer. De zeven oplossingsrichtingen richten zich zowel op het spoor en drie als de weginfrastructuur. Deze oplossingen zijn met elkaar te combineren. Uit dit palet zijn voor de verbinding Almere -Utrecht hoofdkeuzes: - Capaciteitsuitbreiding van bestaande infrastructuur: de bestaande spoorlijn Almere -Hilversum -Utrecht (via de Gooiboog), in combinatie met de capaciteits uitbreiding weginfrastructuur A6-A1-A27; - Capaciteitsuitbreiding van de A27 in combinatie met aanleg van een nieuwe Stichtselijn op het traject Almere -Stichtsebrug -Utrecht / Amersfoort (opschaalbaar en faseerbaar) - Onderzoek naar capaciteitsuitbreiding N30 / A30 61 3. Analyse 3.3 Verkenningen en bouwstenen TMIJ Het RU-project Toekomstvisie Markermeer-IJmeer (TMIJ) behandelt de vraag op welke manier de natuur in het Markermeer en IJmeer zich in de toekomst kan ontwikkelen in combinatie met de mogelijkheden voor stedelijke en recreatieve activiteiten. Deze grote wateren maken deel uit van de internationaal beschermde natuurgebieden van Natura 2000. De ecologische kwaliteit van het Marker- en IJmeer neemt gestaag af als gevolg van de slechte waterkwaliteit, de slibproblematiek en de harde overgangen tussen water en land. De provincies Noord-Holland en Flevoland trekken het project in samenwerking met de gemeenten Amsterdam, Almere en Lelystad, een vertegenwoordiging van de kleine gemeenten in het gebied de ministeries van V&W, LNV en VROM, de twee waterschappen en de organisaties ANWB, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten. In 2008 heeft dit samenwerkingsverband het Ontwikkelingsperspectief Markermeer-IJmeer uitgebracht. Door de aanleg van oermoeras, vooroevers en de aanpak van de slibproblematiek wint het gebied aan natuurkracht voor vogels, planten en waterdieren. Op deze manier ontstaat een natuurgebied dat in potentie kan uitgroeien tot één van de belangrijkste wetlands van Europa. Dit perspectief krijgt de naam een ‘toekomstbestendig ecologisch systeem’ (TBES). Het systeem kenmerkt zich door natuurlijke processen, een voedselpiramide met een brede basis, grote diversiteit aan habitats en daardoor een grote draagkracht voor soorten. Het TBES voldoet ruim aan de internationale natuurdoelen van Natura 2000 en heeft voldoende veerkracht om nieuwe buitendijkse recreatieve en stedelijke ontwikkelingen toe te staan. Voor de NoordHollandse kust ontstaan zones met helder water achter eilanden, dijken of dammen. De meren krijgen nieuwe land-waterovergangen, bijvoorbeeld in de vorm van een groot moeras bij de Houtribdijk. De verbindingen tussen binnen- en buitendijkse natuur worden versterkt met onder meer vispassages en voor- en achteroevers, zoals bij de Lepelaarsplassen. In het RU-project Toekomstvisie Markermeer-IJmeer (TMIJ) brengt de Provincie Flevoland de maatregelen in beeld die dit gebied tot een hoogwaardig ecologisch Blauw Hart van Nederland kunnen transformeren. Met deze ingrepen wordt tevens ingezet op het mogelijk maken van recreatieve en stedelijke ontwikkelingen in de grote wateren. Een hiervan is een mogelijke buitendijkse ontwikkeling van Almere. Tot slot is voor het Rijk de toekomst van Schiphol in relatie tot de ontwikkeling van luchthaven Lelystad onderwerp van onderzoek. Schiphol zit nagenoeg aan haar milieugrenzen. Nagegaan wordt in welke mate en op welke vluchten overgeplaatst kunnen worden naar omliggende regionale luchthavens, waaronder luchthaven Lelystad. Voor de economische ontwikkeling van Almere heeft de uitbreiding van luchthaven Lelystad een potentiële betekenis. Geluidcontouren (47 en 55dB(A) Lden) bij 35.000 vliegbewegingen per jaar (gekleurde vlakken) ten opzichte van 100.000 vliegbewegingen per jaar (stippellijn) 62 3. Analyse 3.3 Verkenningen en bouwstenen Luchthaven Lelystad Uitbreiding van het gebruik van luchthaven Lelystad heeft twee effecten voor de Schaalsprong Almere: mogelijke geluidseffecten op stadsdelen en economische effecten, die relevant zijn voor de realisatie van de 100.000 arbeidsplaatsen. De schattingen over de effecten op de werkgelegenheid lopen uiteen tussen enkele honderden banen tot enkele duizenden banen. Bij 35.000 vliegbewegingen per jaar is er volgens onderzoek van To70 (2009) -geen interferentie tussen de geluidscontouren en de ruimtelijke alternatieven Almere Polderstad, Almere Stad van Water en Groen en Almere Waterstad. Bij een doorgroei van de luchthaven Lelystad naar meer dan 70.000 vliegbewegingen per jaar is er wel sprake van een aanzienlijke interferentie tussen de geluidscontour en het alternatief Almere Polderstad. Deze interferentie is minder bij het voorkeursalternatief Waterstad-plus. De hinder kan worden gemitigeerd door maatregelen als modernisering van de luchtvloot, verleggen van de aanvliegroute, beperken van nachtvluchten of het draaien van de landingsbaan met 5 graden. Thematische bouwstenen Naast de onderzoeken voor de RU-projecten zijn voor de Schaalsprong zelf diverse deelstudies uitgevoerd. Met oog op de sociale en economische duurzaamheid zijn thematische verkenningen uitgevoerd. Dit zijn Almere, mensen maken de stad - de sociale agenda en Almere Inc - de economische visie Almere 2030. Beiden zijn opgezet vanuit het perspectief van de stad en ook geplaatst in de context van de regionale ontwikkeling. 1. Sociale agenda Als gevolg van de doelstelling uit de beginjaren (negentig procent grondgebonden woningen vaak eengezinswoningen in een rij) is Almere op dit moment overwegend een gezinsstad. Circa driekwart van de huishoudens van Almere behoort tot de middengroepen. Ten opzichte van andere steden is er een ondervertegenwoordiging van huishoudens van alleen jongeren en ouderen. Driekwart van de bevolking behoort tot de middengroepen. Bij de gezinnen in Almere werken doorgaans beide partners. De arbeidsparticipatie van de inwoners van Almere is ten opzichte van het landelijke gemiddelde hoog. Hiertegenover staat dat de inwoners Almere zowel ten aanzien van het opleidingsniveau als de schoolprestaties van de kinderen onder het landelijke gemiddelde blijven. Mede als gevolg van een (nog) beperkt aanbod van stedelijke woonmilieus en voorzieningen op het gebied van hoger onderwijs, cultuur en uitgaansleven weet Almere weinig jongeren, hoogopgeleiden en ouderen aan zich te binden. 63 3. Analyse 3.3 Verkenningen en bouwstenen Uit de sociale analyse van Almere blijkt een aantal sterke kenmerken en een aantal kenmerken dat om extra aandacht vraagt. Zij zijn voor een deel verklaarbaar uit de snelle groei van de stad. Almere is in dertig jaar tijd voortvarend gegroeid als woonstad, maar de groei van de bedrijvigheid en het aanbod van stedelijke voorzieningen loopt hierbij een fase achter. In een stad met een normaal ontwikkelingstempo zou een duurzame sociale diversiteit via de weg van autonome ontwikkeling in combinatie met lokale overheidsinterventies op den duur vanzelf ontstaan. Op het moment dat het groeitempo van de stad wordt opgeschroefd is sturen op de sociale diversiteit met meer nadruk een aandachtsveld. 2. Economische visie Ondanks de relatieve achterstand ten opzichte van de bevolkingsgroei in Almere ontwikkelt de werkgelegenheid in Almere zich voortvarend. Deze wordt mede opgestuwd door de krachtige economieën van Utrecht en Amsterdam. Ten opzichte van het landelijke gemiddelde is sprake van een bovengemiddelde groei van zowel de kantorenvoorraad (122 versus 28 procent tussen 1990 en 2006) als van bedrijventerreinen (154 versus 109 procent). In de Randstadvisie 2040 geeft het Kabinet aan dat de economische driehoek Amsterdam - Almere - Utrecht een cruciale spil is om de concurrentiepositie van de Randstad te versterken. Binnen deze driehoek is de as Schiphol - Amsterdam - Almere nu al sterk. Daarnaast neemt de kracht van de as Almere - Utrecht steeds verder toe. Kenmerkend voor Almere is de hoge arbeidsparticipatie, het hoogste aantal starters per hoofd van de bevolking in Nederland en de hoge dichtheid aan ZZP-ers. De werkgelegenheid in Almere is echter overwegend van middelbaar niveau en het aantal hoofdvestigingen van grote en internationaal opererende ondernemingen is relatief laag. Ook laat zich een ondervertegenwoordiging zien van onderzoeksinstituten en onderwijs- en opleidingsinstituten. Economische strategieën: Voor de opgave van 100.000 extra banen tot 2030 zijn vier strategieën nodig die tegelijkertijd dienen te worden opgepakt Aantal banen 2030 Beleidslijnen 10.000 (Inter)nationale pieken ontwikkelen oftewel ‘Proeftuin Almere’: het gaat om nieuwe stuwende sectoren die Almere een eigen economische identiteit geven. De pieken kunnen zijn: Health, ICT, duurzaam bouwen & ontwikkelen en ondernemerschap. Doorgroei clusters Noordvleugel 30.000-40.000 Versterking van doorgroei Noordvleugelclusters (handel, logistiek, zakelijke diensten, retail/leisure) door aanbod van unieke werk- en woonmilieus. Dit leidt tot verplaatsingen binnen de Randstad in geval van groei van bedrijven die elders te krap zitten, maar ook tot nieuw vestigingen in Almere van (inter)nationale bedrijven. Bevolkingsvolgende groei 15.000-25.000 Almere haalt meer economie uit de groei van de bevolking door groei van bedrijven en instellingen in de zorg, retail, onderwijs, publieke diensten, recreatie en toerisme. Autonome groei 25.000-35.000 Doorgroei van Almere in de komende decennia vanuit de huidige economische basis. Strategieën (Inter)nationale pieken 64 3. Analyse 3.3 Verkenningen en bouwstenen De economie van Almere is nog niet volgroeid. Voor economische duurzaamheid moet worden ingezet op vergroting van de diversiteit en haar bijdrage aan het internationaal presteren van de metropolitane economie. De economie van Almere is nog niet volgroeid. Met de doelstelling van 100.000 extra arbeidsplaatsen in de periode 2010 - 2030 ontwikkelt Almere zich tot een economische entiteit binnen de noordelijke Randstad. Voor een deel zal deze invulling krijgen door de doorgroei van de huidige bedrijvigheid in Almere en de groei van de werkgelegenheid die direct is gerelateerd aan de groei van een stad, zoals de gezondheidszorg, onderwijs en detailhandel. Hiernaast moet worden ingezet om (inter)nationale clusters van bedrijvigheid in combinatie met onderwijs en onderzoek. 3. Bouwstenen lokale infrastructuur en groenblauwe hoofdstructuur De ruimtelijke configuratie verandert, het gebruik van het wegennet van de Almeerse dreven en ringen zal toenemen. Ook het gebruik en de context van de groengebieden zal veranderen. In plaats van het oorspronkelijke uitgangspunt van 250.000 inwoners zullen infrastructuur en groen in het perspectief komen te staan van een stad van 350.000 inwoners. Deze en andere effecten zijn beschreven in de Ruimtelijke bouwsteen voor het bestaand stedelijk gebied, de studie Stedelijke Bereikbaarheid Almere en de bouwsteen Groenblauwe hoofdstructuur Almere. De Schaalsprong van Almere heeft effect op het bestaand stedelijk gebied, de lokale infrastructuur en de groenblauwe hoofdstructuur. Binnen de gemeentegrenzen ligt een uitgestrekte groene structuur die vanaf de stadsranden tot diep in het centrum doordringt en zo de contramal van de kernen vormt. Bij de Schaalsprong zal het gebruik van deze gebieden toenemen. De gebieden komen tevens in een ander kader. Een aantal uitgestrekte bosgebieden (Pampushout, Almeerderhout) vormt nu de randen van de stad. Na de 65 3. Analyse 3.3 Verkenningen en bouwstenen Schaalsprong liggen zij midden in de stad. Bij de Schaalsprong zal geïnvesteerd moeten worden in draagkracht, kwaliteit en kwantiteit van de groenblauwe structuur, opdat dit een onderscheidende kwaliteit blijft voor Almere. De Verkenning Stedelijke Bereikbaarheid Almere is een studie van Provincie Flevoland, ministerie V&W en Almere naar de maatregelen die in kader van de Schaalsprong nodig zijn voor de lokale infrastructuur bestaande uit het wegen-, openbaar vervoer- en fietsnetwerk in en rond Almere. Uitgangspunt is dat de stedelijke bereikbaarheid ook bij de uitbreiding van de stad voldoende blijft. Het project volgt de formele procedure van het MIRT. 66 3. Analyse Masterplan Pampus Het Masterplan Almere Pampus (2008) is een onderzoek naar de mogelijkheden voor een westelijke uitbreiding van Almere. Varianten die onderzocht zijn hebben een omvang tussen de 13.500 woningen en 40.000 woningen. De basis voor het Masterplan is gelegd in de Noordvleugelbrief (2006). Het Masterplan is opgesteld in gezamenlijk opdrachtgeverschap van de gemeenten Almere en Amsterdam, het Gemeenschappelijk Ontwikkelingsbedrijf (GOB) van het Rijk, de Provincie Flevoland en het Waterschap Zuiderzeeland. Het Masterplan geeft een uitwerking van drie planvarianten: 1. Een kleine binnendijkse variant met 13.500 woningen in suburbane dichtheden en 9.000 arbeidsplaatsen. Deze variant staat in verbinding met de metropoolregio via de Hollandse Brug. Klein binnendijks 4. Ruimtelijke bouwstenen Pampus, Oost en Bestaande Stad Voor de westelijke en oostelijke uitbreidingsmogelijkheden zijn respectievelijk de bouwstenen Masterplan Almere Pampus en Drie ontwikkelingsstrategieën voor Almere Oost opgesteld. Deze studies bevatten analyse- en beeldmateriaal over de kwantitatieve en kwalitatieve uitbreidingsmogelijkheden op beide flanken. Voor beide gebieden is onderzocht wat de (on)mogelijkheden, effecten en conditionerende voorwaarden zijn. Dit is voor beide flanken gedaan aan de hand van drie varianten met oplopende bouwprogramma’s van circa 15.000 tot circa 40.000 woningen. Uit de ruimtelijke studies blijkt de kracht van de oorspronkelijke stedenbouwkundige opzet van Almere. De meerkernenopzet in een groenblauwe hoofdstructuur geeft Almere het aanpassingsvermogen om met behoud van de huidige kwaliteiten door te groeien naar een stad met 350.000 inwoners. De ontwikkeling aan de flanken schept mogelijkheden voor nieuwe en gedifferentieerde woon-, werk- en leefmilieus. Pampus kan nieuwe hoogstedelijke maritieme woon- en werkmilieus toevoegen aan Almere en de regio. Conditionerend voor een grote westelijke ontwikkeling (circa 20.000 woningen) is de aanleg van een IJmeerlijn. Indien deze uitbreiding tot over de dijk gaat, moet deze ontwikkeling in samenhang worden gebracht met het herstel van de ecologische waarden van het IJmeer. Almere Oost biedt mogelijkheden voor de realisatie van onderscheidende groene landelijke woon-, werk en leefmilieus. Naarmate het bouwprogramma toeneemt (30.000 - 40.000 woningen) zal het woonmilieu meer gaan lijken op het huidige suburbane woonmilieu van Almere. Conditionerend voor een grootschalige oostelijke ontwikkeling is de aanleg van een Stichtselijn en opwaardering van de A27 eventueel in combinatie met een opwaardering van de A30. 3.3 Verkenningen en bouwstenen 2. Een grote binnendijkse variant met 20.000 woningen en even zoveel arbeidsplaatsen in - voor Almeerse begrippen - hoge dichtheden. Dit stadsdeel is rechtstreeks met Amsterdam verbonden via de IJmeerlijn Groot binnendijks 3. Een buitendijkse variant, die bestaat uit de grote binnendijkse variant (20.000 woningen en 20.000 arbeidsplaatsen) plus een buitendijks plandeel (20.000 woningen en 14.000 arbeidsplaatsen) in het IJmeer. Het buitendijkse deel bestaat uit eilanden. Het stadsdeel is rechtstreeks met Amsterdam verbonden met de IJmeerlijn. Deze variant kan alleen in combinatie met een Toekomst Bestendig Ecologisch Systeem worden gerealiseerd. Groot binnendijks en buitendijks 67 3. Analyse 3.3 Verkenningen en bouwstenen Uit het onderzoek blijkt dat Pampus bij een bebouwing vanaf 20.000 woningen voldoende vervoerswaarde creëert voor een IJmeerlijn. Tevens blijkt dat de IJmeerlijn een meerwaarde heeft binnen Amsterdam door de koppeling IJburg - Amsterdam Zuidoost - Zuidas. Hiermee draagt de IJmeerverbinding bij aan een duurzame mobiliteitsrelatie in de metropoolregio. Door de IJmeerlijn in combinatie met de buitendijkse variant neemt het gebruik van het openbaar vervoer in Almere substantieel toe. Almere wordt een OV-stad. Daarnaast blijkt dat - uitgaande van een TBES - een buitendijkse locatie zich kan verhouden tot duurzame natuurwaarden in het IJmeer. 3. Analyse 68 3.3 Verkenningen en bouwstenen 2. Kernencomplex bestaat uit drie zelfstandige kernen met ieder een eigen karakter. In totaal komen er 20.000 woningen en 40.000 arbeidsplaatsen. In grote delen van het plangebied is een aanvullend groenblauw casco opgenomen, aansluitend op het bestaande Almeerderhout, Horsterwold en Oostvaarderswold. Het stadsdeel wordt rechtstreeks met de Utrecht, ‘t Gooi en Amersfoort verbonden met de Stichtselijn en aanpassing van de A27 Kernencomplex De Taskforce Almere Pampus concludeert dat het Masterplan een afdoende basis biedt voor nadere keuzes en optimalisaties op het schaalniveau van stad en regio. Een hoogstedelijk Pampus inclusief IJmeerlijn positioneert Almere op een wezenlijk andere wijze en versterkt de Metropoolregio Amsterdam. De sleutel voor de verdergaande regiovorming van de Metropoolregio Amsterdam is de aanleg van de IJmeerlijn. Drie ontwikkelingsstrategieën voor Almere Oost De drie ontwikkelingsstrategieën voor Almere-Oost is een onderzoek naar de mogelijkheden voor een oostelijke uitbreiding van Almere. Varianten die onderzocht zijn hebben een omvang tussen de 15.000 woningen en 40.000 woningen. De basis voor het onderzoek is gelegd in de Noordvleugelbrief (2006). Het onderzoek is opgesteld in gezamenlijk opdrachtgeverschap van de gemeenten Almere en Zeewolde, de Provincie Flevoland, het samenwerkingsverband NV Utrecht en - namens het Rijk - het Gemeenschappelijk Ontwikkelingsbedrijf (GOB). Het Waterschap Zuiderzeeland participeerde als adviseur. De ontwikkelingsstrategie schetst drie varianten voor de transformatie van het huidige grotendeels agrarische gebied naar een nieuw verstedelijkt landschap. De drie varianten beschrijven de hoekpunten van het speelveld. 1. Polderlandschap is het dunst bebouwde alternatief met 15.000 woningen en 40.000 arbeidsplaatsen grotendeels verspreid in de vormen van linten, vrijstaande woningen en enkele buurtschappen of kleine kernen met basisvoorzieningen. De regionale ontsluiting van het gebied vindt plaats via de huidige infrastructuur (A27, A6 en de Gooiboog) 3. Spiegelstad is een zusterstad van het huidige Almere met in totaal 40.000 woningen en 60.000 arbeidsplaatsen. Het compacte centrum is gebouwd op een overkluizing van de A27 en het spoor. Het stadsdeel is rechtstreeks met Utrecht, ’t Gooi en Amersfoort verbonden met de Stichtselijn in combinatie met de capaciteitsuitbreiding van de A27, A1 en N30. Spiegelstad Polderlandschap De stedelijke uitbreidingen aan de flanken plaatst het bestaand stedelijk gebied in een nieuwe context. Het bestaand stedelijke gebied ontwikkelt zich verder op basis van de kansen, bedreigingen en marktpotenties van die gebieden zelf. De effecten van de groei op het bestaand stedelijk gebied zijn geanalyseerd in de Ruimtelijke bouwsteen voor het bestaand stedelijk gebied. Als gevolg van de groei is een aantal veranderingen onontkoombaar. Deze bieden kansen om huidige kwaliteiten te borgen, kansen om ontbrekende kwaliteiten toe te voegen en kansen om onevenwichtigheden aan te pakken. Vier onderwerpen vragen om aandacht: - positie van het stadscentrum als centraal centrum in het groeiende Almere; - inpassing van nieuwe infrastructuur in het bestaand stedelijk gebied; - inrichting van de overgangsgebieden tussen het bestaand stedelijk gebied en de nieuwe ontwikkelingsgebieden. - concurrentiekracht van bestaande woon- en werkmilieus. 69 3. Analyse 3.3 Verkenningen en bouwstenen Het stadscentrum, de inpassingmaatregelen en de overgangsgebieden vloeien voort uit de opschaling van de stedelijke structuur. Het zijn opgaven die direct een gevolg zijn van de doorgroei van Almere naar 350.000 inwoners. Het vraagstuk van de concurrentiekracht is een ander vraagstuk. Dit heeft zijn oorsprong in de (markt)dynamiek die ontstaat door de grootschalige toevoeging van nieuwe woonen werkgebieden. Uit analyse blijkt dat een aantal buurten te maken heeft met slijtageverschijnselen. Deze zijn vergelijkbaar met even oude wijken in andere steden, maar die in Almere kennen ook een specifieke sociaal-economische problematiek. Als gevolg van de verhuisbewegingen binnen Almere, die de Schaalsprong teweeg zal brengen, is er een mogelijkheid dat deze slijtage versneld zal doorzetten. De Schaalsprong moet worden benut om de bestaande stad te verrijken. Tijdens de Schaalsprong moet adequaat worden gereageerd om mogelijke grootstedelijke problemen in een vroegtijdig stadium te keren. Tevens geeft de bouwsteen aan dat in het bestaand stedelijk gebied in kader van de Schaalsprong circa 10.000 - 15.000 woningen worden gerealiseerd. Dit is de voltooiing van onder andere de bouwlocaties Almere Poort en Noorderplassen. Deze bouwlocaties maken vanaf 2010 deel uit van de Schaalsprong. 70 3. Analyse 3.3 Verkenningen en bouwstenen 71 Almere ‘copy-paste’: Het doorgroeien van Almere als suburbane, niet gedifferentieerde stad is niet in lijn met de uitgangspunten van de Almere Principles en is daarom ongewenst 72 73 4 74 75 Alternatieven en afweging 4. Alternatieven en afweging 4.1 Alternatieven 76 4. Alternatieven en afweging 4.1 Alternatieven De ruimtelijke bouwstenen geven aan dat er - dankzij de gebiedsreserveringen in Almere en Zuidelijk Flevoland - onderscheidende groeirichtingen voor Almere mogelijk zijn. Hiermee biedt de Schaalsprong aan Almere de kans zich naar de omgeving te richten. Aan de westelijke flank richting IJmeer en aan de oostelijke flank in een nieuwe landschappelijke setting van de polder. De ruimtelijke vorm die de Schaalsprong zal aannemen, wordt dus niet gedicteerd door noodzaak. De vorm is onderwerp van een bewuste keuze. Het zwaartepunt van de verstedelijking kan in het westen komen te liggen, of in het oosten, of over beide flanken worden verdeeld. 4.1 Alternatieven In Almere Polderstad wordt aan de oostzijde intensief gebouwd. Hier komt een stedelijk stadsdeel met 40.000 woningen. Dit stadsdeel biedt zowel hoogstedelijke als suburbane milieus. De uitbreiding ligt aan een nieuwe railverbinding de Stichtselijn van Almere Centraal naar Utrecht/Amersfoort. Voor dit alternatief schetst dit tevens de oostelijke economische en sociale oriëntatie van Almere. Aan de westkant worden binnendijks circa 15.000 woningen gebouwd. In dit alternatief is er geen IJmeerlijn. 5.000 Woningen worden toegevoegd aan het bestaand stedelijk gebied. Almere Polderstad Uit de bouwstenen Pampus en Oost zijn drie reële en tegelijkertijd principieel verschillende ruimtelijke alternatieven geconstrueerd. Niet om uiteindelijk één van de alternatieven te kiezen, maar om de hoekpunten van het totale speelveld te definiëren. Op basis van weging van deze drie alternatieven kan binnen dit speelveld vervolgens een optimum - het voorkeursalternatief - worden samengesteld. Almere Waterstad In Almere Waterstad ligt het zwaartepunt van de verstedelijking aan de westzijde. Hier komen 20.000 woningen binnendijks en 17.000 buitendijks in hoogstedelijke maritieme milieus. De IJmeerlijn verbindt dit nieuwe stadsdeel van Almere direct met Amsterdam. Almere wordt in sociaal-cultureel en economisch opzicht onderdeel van de metropoolregio Amsterdam. Deze westelijke locatie zal in samenhang worden ontwikkeld met een verbetering van het ecologische systeem in het IJmeer en Markermeer. Het bestaand stedelijk gebied biedt plaats aan 10.000 woningen. Almere Oost behoudt een vrij open agrarisch karakter. In dit polderlandschap - met hier en daar een dorpskern en verder verspreide bebouwing - is plaats voor circa 15.000 woningen. In Almere Stad van Water en Groen is de nieuwbouw min of meer gelijk verdeeld over beide flanken met ook extra groei in het bestaand stedelijk gebied en nabij het Weerwater. Hier komen in totaal 15.000 woningen. In Pampus komen 20.000 woningen in hoogstedelijke milieus. Er wordt binnen en op de dijk gebouwd, en in beperkte mate ook over de dijk. In het nieuwe boslandschap van Oost ontstaan drie woonkernen van elk 7.000 à 8.000 woningen. Totaal bedraagt het woningbouwprogramma aan de oostkant circa 25.000 woningen. Voor de ontsluiting van de westelijke en oostelijke ontwikkeling worden de IJmeerlijn en Stichtselijn met elkaar verbonden. Almere krijgt hiermee een alzijdige oriëntatie op Amsterdam en Utrecht. Almere Stad van Water en Groen 77 4. Alternatieven en afweging 4.1 Alternatieven 78 4. Alternatieven en afweging 4.1 Alternatieven 4.2 Afweging Effectenmatrix voor Alternatieven Schaalsprong Almere Waterstad Stad van Water en Groen Polderstad 1. Almere ontwikkelt als complete, meerkernige stad een eigen identiteit, optimaal kwaliteiten van stad en omgeving benuttend en versterkend. 1 2 3 2 Een divers aanbod van woningen en leefmilieus met een centrale plaats voor wensen en initiatieven van burgers, en bijdragend aan concurrentiepositie van de Noordvleugel 1 2 3 3 Een diverse economie, die werk biedt aan zoveel mogelijk inwoners, toegevoegde waarde creëert, met innovatie en duurzaamheid als speerpunten, en die bijdraagt aan concurrentiepositie van de Noordvleugel 1 2 3 4 Almere is via weg en OV (hoofd- en onderliggende infra) optimaal bereikbaar en alzijdig verbonden met regio 2 1 3 5 Versterking van (diversiteit in) water, natuur en landschap; bijdrage aan klimaatbestendigheid 1 2 3 2 2 2 7 Divers en subliem aanbod van voorzieningen, in het bijzonder kennis en zorg, dat de 350.000 inwoners volop kansen biedt zich te ontwikkelen 2 1 3 8 Een diverse samenleving met een sterke sociale dynamiek, dankzij initiatieven van burgers en een veilig, levendig en leefbaar publiek domein, die ook bijdraagt aan leefklimaat van de Noordvleugel 1 2 3 - 60.000 woningen in 2030 3 2 1 - procedureel risico 3 2 1 - financiële haalbaarheid 3 1 2 - omvang investeringen infra 2 3 2 - tijdige realisatie infrastructuur 2 3 1 6 Hoogwaardige kringlopen van grondstoffen en afval 9 Een haalbaar project met beheersbare risico’s De drie ruimtelijke alternatieven zijn beoordeeld door de Werkgroep Afwegingskader. Naast de gemeente Almere participeerden het Rijk, de gemeenten Amsterdam, Zeewolde, Lelystad, de Provincies Flevoland, Utrecht, Noord-Holland en het Waterschap Zuiderzeeland. De werkgroep heeft op basis van een aantal criteria een weging gemaakt. Hiervoor zijn de criteria afgeleid van het streven naar ecologische, sociale en economische duurzaamheid en met ‘haalbaarheid’ als aanvullend criterium. De weging staat in het dubbele perspectief van zowel de bijdrage aan de internationale concurrentiepositie van de noordelijke Randstad als de duurzame ontwikkeling van Almere. De werkgroep concludeert dat het westelijk gerichte alternatief Almere Waterstad het beste beantwoordt aan de geformuleerde ambities van een ecologisch, sociaal en economisch duurzame Schaalsprong. ‘Het komt als meest aantrekkelijk alternatief naar voren in het licht van het grote belang dat wordt gehecht aan de ontwikkeling van een complete stad met een eigen identiteit. Dit komt tot uitdrukking in de sterkste diversiteit op economisch, ecologisch en maatschappelijk terrein’, aldus het oordeel van de werkgroep. ‘De bijdrage aan de regio (...) bestaat uit: een keuze voor een westelijke oriëntatie, voor de dubbelstad Amsterdam-Almere en voor inbedding in de metropoolregio waaraan Amsterdam de hoogste bijdrage levert.’ In dit alternatief draagt Almere optimaal bij aan de metropolitane ontwikkeling van de noordelijke Randstad. Er kunnen unieke nieuwe woon- en werkmilieus ontstaan, zowel aan en in het IJmeer als aan de oostkant van de stad. Het alternatief staat of valt met de aanleg van de IJmeerlijn en de ontwikkeling van een Toekomstig Bestendig Ecologische Systeem in het IJmeer en Markermeer. De belangrijkste zwakte van Waterstad is de onzekerheid of het alternatief vóór 2030 kan zijn gerealiseerd. Een andere zwakte van Waterstad is de geringe verbondenheid met de Utrechtse regio. Almere Polderstad wordt als het minst wenselijke alternatief beoordeeld: ‘Het alternatief voegt in termen van type woonmilieus, en daarmee economische potenties en diversificatie van de bevolking, weinig toe aan het bestaande Almere en aan de regio.’ Het alternatief helt naar het oosten, terwijl de relatie met de Amsterdamse regio zou moeten domineren zoals ondermeer blijkt uit de analyse ‘Vele steden maken nog geen Randstad’ van het Ruimtelijk Planbureau. Almere Stad van Water en groen neemt een middenpositie in tussen beide andere alternatieven. Het biedt meer diversiteit ten opzichte van Polderstad, maar minder dan Waterstad. Het is vooral een aantrekkelijk alternatief bij een nadrukkelijke keuze voor inbedding van Almere in de noordelijke Randstad op basis van gelijkwaardige relaties met Utrecht en Amsterdam. 79 4. Alternatieven en afweging 4.1 Alternatieven De werkgroep komt tot de conclusie dat Polderstad afvalt. Zowel Waterstad en Stad van Water en Groen komen in aanmerking, maar kennen tegelijkertijd gebreken. De werkgroep adviseert het voorkeursalternatief samen te stellen uit een combinatie en optimalisering van beide alternatieven. De werkgroep sluit haar rapport af met een schets van het voorkeursalternatief. Dit bouwt inhoudelijk voort op Waterstad en kan daarom worden getypeerd als Waterstad-plus. Deze naam geeft aan dat het geoptimaliseerde alternatief in eerste instantie beoogt zoveel mogelijk kwaliteit en diversiteit van het alternatief Waterstad in stand te houden. Tegelijkertijd wil het een oplossing vinden voor het praktische knelpunt rond het tempo van buitendijks bouwen en de verbinding met de Utrechtse regio. De ‘plus’ is terug te voeren op het alternatief Stad van Water en Groen. Het heeft betrekking op het woningbouwprogramma aan de oostzijde en de verbinding met Utrecht. Met het woningbouwprogramma van Stad van Water en Groen zal er op termijn draagvlak voor de Stichtselijn worden ontwikkeld. Zo ontstaat het totaalbeeld van een voorkeursalternatief met de IJmeerlijn en de Stichtselijn als de dragers voor de gebiedsontwikkeling van de Schaalsprong. De buitendijkse ontwikkeling levert een bijdrage aan een grotere diversiteit voor Almere en kan op regionaal en nationaal niveau een bijzondere toevoeging zijn. Raadsbesluit De gemeenteraad heeft op basis van de bouwstenen en het advies van de Werkgroep Afwegingskader op 19 maart 2009 een richtinggevend besluit genomen over de ontwikkeling van Almere. De raad geeft in haar besluit aan dat ‘het alternatief Waterstad-plus zich bevindt binnen de eerder door de raad genomen besluiten en draagt het college op, om in samenspraak met Rijk en regio, bij de uitwerking uit te gaan van het alternatief Waterstad-plus. Het voorkeursalternatief bestaat daarbij in elk geval uit de volgende robuuste elementen: een IJmeerverbinding (OV, maar ook de economische en culturele verbinding met de Amsterdamse regio), de combinatie van stedelijke ontwikkeling in het westen en dunnere bebouwing in het oosten, investeringen in de ecologische kwaliteit van het IJmeer, de wenselijkheid om doorgroei na 2030 in ogenschouw te nemen.’ Vervolgens spreekt de raad uit ‘dat in de Concept Structuurvisie Almere 2.0 tevens een nadere uitwerking wordt gegeven aan de bouwstenen economische visie en de sociale agenda’. De raad geeft aan dat de Concept Structuurvisie Almere 2.0 voor haar de basis zal vormen voor het IAK Almere 2030. Met dit besluit is de keuze voor de primaire westelijke oriëntatie van Almere gemaakt. Almere keert zich naar buiten en gaat relaties aan met Amsterdam, het Gooi en de regio Utrecht, met de omringende grote wateren, de polder, de natuur en Zeewolde. Almere krijgt een grotere verscheidenheid aan omgevingen 80 4. Alternatieven en afweging 4.1 Alternatieven en sferen, met behoud van de suburbane kwaliteiten maar ook met een nieuw stedelijk gezicht naar het IJmeer en Amsterdam, en met ontspannen landelijk wonen en werken in de oostflank. De noordelijke Randstad en Almere krijgen er met de IJmeerlijn en de Stichtselijn een metropolitane ontwikkelingsas bij. Almere Waterstad-plus vormt het uitgangspunt voor Almere 2.0. 81 Almere kiest met een westelijke oriëntatie voor een maximale bijdrage aan de regio. 83 5 84 85 Visie Almere 2.0 5. Visie Almere 2.0 5.1 Inleiding 5.1 Inleiding Met het besluit van de gemeenteraad (maart 2009) is de hoofdoriëntatie voor Almere 2.0 vastgelegd. In dit hoofdstuk wordt invulling gegeven aan deze richting. Hierbij wordt eerst een uitwerking opgesteld van de afzonderlijke onderdelen van een ecologisch, sociaal en economisch duurzame Schaalsprong. Deze inzichten voeden de ruimtelijke hoofdlijnen van de Schaalsprong. De ruimtelijke hoofdlijnen worden vervolgens vertaald - en verbeeld- in de Schaalsprongas. Deze as loopt van west naar oost dwars door de stad. Op deze as vinden de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van wonen, werken, voorzieningen en infrastructuur plaats. Almere als culturele daad De meeste steden zijn op een bijna achteloze wijze ontstaan. Daar waar een rivier een pad raakte of wegen elkaar kruisten, vestigden zich mensen, en op sommige van die plekken groeiden de gemeenschappen uit tot een stedelijk verband met een geheel eigen dynamiek en identiteit. Historische steden hebben een cultureel sediment dat jaar na jaar en eeuw na eeuw is gevormd uit de optelsom van alle menselijke activiteiten ter plaatse. Iedere steen die op een ander werd gelegd was een overwinning op de natuur, iedere gelegde steen een wilsuiting die zijn oorsprong vindt in het geloof dat het lot in eigen hand ligt. De stad die aldus verrijst is een stolsel van ideeën en idealen. Een hoge uiting van menselijke cultuur. In deze steden proef je onmiddellijk de geschiedenis van zo’n plek, niet alleen in de uiterlijke vorm waarin de stad zich manifesteert, maar vooral ook in de aard van de stedelingen, het karakter van de lokale economie en het cultureel klimaat. Almere is een ander soort stad. De stad is niet achteloos ontstaan, maar het product van een weldoordacht plan. In historische steden hebben zich door de eeuwen heen netwerken ontwikkeld, is menselijk kapitaal gestapeld en ‘oud geld’ neergeslagen in gebouwen, instituties en gemeenschappen. Door de eeuwen heen groeit en krimpt zo’n stedelijke gemeenschap, wordt de stad getest en geteisterd door kansen en rampen en ontstaat in het gunstige geval een complex stedelijk verband. Hoe complexer het patroon van menselijke interactie, hoe hoger de stad scoort op de evolutionaire ladder van sociale, economische en culturele groei. Steden zijn uitingen van de graad van beschaving. Almere maakt in dertig jaar mee, waar oude steden driehonderd jaar de tijd voor hadden. In Almere is de groei van de stad een dominante factor door de kansen die het biedt, door de continue instroom van nieuwkomers, door de hoge interne dynamiek en door de aantrekkingskracht die groei op zichzelf veroorzaakt. Almere is een ‘klein Amerika’, waar mensen uit alle windrichtingen zich vestigen en allen nieuwkomer zijn. In het historische nieuwe land Amerika bood de open vlakte alle ruimte voor de ontvangst van de immigranten, maar in Almere stonden de huizen klaar om de nieuwkomers te ontvangen. Door haar planmatige ontstaan heeft de stad een misleidend karakter in haar uiterlijke verschijningsvorm: achter de gevels wonen jonge gezinnen, pioniers, gelukzoekers en ondernemers die hier gekomen zijn om in deze fase van hun leven een stap voorwaarts te maken. Het feit dat in Almere de groei een immer aanwezige factor is en dat iedereen een nieuwkomer is maakt dat het proces van het vormen van een stedelijke gemeenschap lijkt op een laboratoriumexperiment. Aanvankelijk waren de omstandigheden gecontroleerd, maar nu er inmiddels bijna tweehonderdduizend mensen wonen en er sprake is van een generatie die zich geboren Almeerder kan noemen, gebeurt er iets bijzonders. Er broeit iets in de gemeenschap, er ontstaat binding met de stad bij mensen die kort daarvoor een netwerk buiten Almere hebben verlaten om hier te komen wonen. Er ontstaat een ontwikkelende kracht die zich niet naar buiten maar naar binnen richt. Een kracht die uit de samenleving komt en niet door de overheid wordt gestuurd en die de bron is van waaruit een samenleving met een eigen identiteit ontstaat. En het is precies deze ontwikkeling die de stad zo hard nodig heeft, nu de stad gevraagd is een Schaalsprong te maken. 86 5. Visie Almere 2.0 5.1 Inleiding Stedelijke ontwikkeling is meer dan het bouwen van huizen en het aanleggen van wegen. De ontwikkeling van een stedelijke cultuur, gekenmerkt door de complexiteit en diversiteit van de lokale netwerken, waarin ondernemers, professionals, studenten en kunstenaars elkaar treffen gaat daaraan in normale situaties vooraf. De Schaalsprong is daarom ook een culturele uitdaging. Niemand kan voorspellen wat de identiteit van de stad over pakweg twintig jaar zal zijn, maar vast staat dat de Schaalsprong alleen succesvol zal zijn wanneer met de fysieke groei van de stad er een gemeenschap is ontstaan waarin deze complexiteit en diversiteit op geheel eigen wijze tot uiting komt. 87 Visie Almere 2.0 5. 5.2 Ecologische duurzaamheid 5.2 Ecologische duurzaamheid 88 5. Visie Almere 2.0 5.2 Ecologische duurzaamheid hoofdstructuur geanticipeerd op de grote veranderingen in het grondgebruik aan de oostzijde van Almere. Almere 2.0 doet hier voorinvesteringen in het groen, om goede condities voor de toekomstige stedelijke ontwikkelingen te creëren. Diversiteit groenstructuur De groenstructuur van de stad biedt door haar omvang een kansrijke uitgangspositie voor een grote mate aan diversiteit, van stedelijke tuinen en parkvormen tot en met halfagrarische stadslandschappen en uitgestrekte stadsbossen. Binnen de stedelijke zone krijgt biodiversiteit de ruimte. Almere gaat functioneren als een ecologisch landschap met een grote mate van natuurlijke diversiteit. Dit komt de natuurlijke kwaliteit ten goede en de kwaliteit van het stedelijke leven neemt hierdoor toe. Er wordt een ontwikkelstrategie voor de groenblauwe hoofdstructuur uitgewerkt met hierbinnen tal van mogelijkheden voor ecologie en recreatie (o.a. binnenstedelijke vaarroutes) en die rekening houdt met cultuurhistorie en archeologie. Cultuurhistorie en archeologie Almere ligt te midden van unieke natuurgebieden en beschikt ook binnen de gemeentegrenzen over een uitgestrekt groenblauwe hoofdstructuur. De stad prijst zich gelukkig met zoveel groen en water. Bij verdere groei van de stad worden deze kwaliteiten optimaal ingezet en versterkt. Het draagvermogen van deze structuur wordt aangepast aan een stad met 350.000 inwoners. Almere 2.0 heeft een uitgesproken visie op natuur, ecologie, landschap en water, op lokaal en regionaal niveau. Ecologische duurzaamheid vertaalt zich in vier vormen: groene woon- en werkmilieus, de diversiteit van de groenstructuur, het buitendijkse water en stadslandbouw. De Schaalsprong is gericht op een transformatie van elk van deze vier vormen, vanuit de overtuiging dat ecologische duurzaamheid hand in hand gaat met stedelijke ontwikkeling. Hiernaast grijpt Almere 2.0 de kansen aan voor systeeminnovaties om duurzame gebiedsontwikkelingen te bevorderen. Dit vereist innovaties in de systemen, die de stad draaiende houden. Water, energie en afval worden zoveel mogelijk ondergebracht in gesloten kringlopen. Groene woon- en werkmilieus De bestaande woon- en werkmilieus zijn nu weinig op elkaar aangesloten. In Almere 2.0 gaan de stadsdelen, wijken, straten de verbinding aan met de omliggende landschappen, groene wiggen, parken en wateren. De combinatiekansen van stad en natuur zijn een vast programmaonderdeel van de integrale gebiedsuitwerkingen in het kader van Almere 2.0. Tevens wordt met de ontwikkeling van de groene Al in de steentijd, 10.000 jaar geleden, was het grondgebied van Almere en de rest van de Provincie Flevoland bewoond. Voor zover bekend woonde men destijds bij voorkeur vlakbij of op de wat hogere delen van het (dekzand)landschap. Vanaf circa 6.000 jaar geleden tot de inpoldering in 1968 werd het gebied door de zeespiegelstijging te nat voor bewoning. De ondergrond van Almere bevat bijzondere archeologische resten die vertellen over het leven en landschap in de steentijd. Scheepswrakken herinneren aan de periode van water, toen de Zuiderzee het economische hart van Nederland was. Kronkelpaden in het Cirkelbos refereren aan uitlopers van de voormalige loop van de rivier de Eem, zoals die in de ondergrond van het nu rivierloze Almere bewaard zijn gebleven. Al deze resten zijn plaatsgebonden en uniek. Dat Almere een rijke en eeuwenoude voorgeschiedenis heeft, is voor velen een verrassing. Almere kent twee bijzondere soorten archeologische monumenten. Ten eerste vindplaatsen uit de Steentijd en ten tweede resten van schepen, gezonken in het vroegere ‘Aelmere’, de voormalige ‘Suderzee’ en het IJsselmeer. De bekendste vindplaats is de vroeg prehistorische vindplaats de Hoge Vaart in het huidige tracé van de A27. Deze vindplaats is tot op heden de enige grootschalige opgraving die in Zuidelijk Flevoland heeft plaatsgevonden. Daarnaast liggen er in het tracé van de A27 nog vier steentijdvindplaatsen die ter plaatse behouden konden worden door middel van beschermingsmaatregelen. Sinds 2001 is door uitvoering van het archeologische vooronderzoeksprogramma van de gemeente Almere het aantal bekende vroeg prehistorische vindplaatsen in Almere toegenomen. Tot 1 april 2008 zijn 29 nieuwe waardevolle archeologische vindplaatsen vastgesteld. Ze dateren van 8.500 tot 3.500 voor Christus en variëren in omvang van enkele tientallen vierkante meters tot enkele hectaren. Buitendijks water Het Markermeer en IJmeer zijn, net als de Oostvaardersplassen, beschermde Natura 2000 gebieden. De achteruitgang van de natuurwaarde van het IJmeer en Markermeer is een voorbeeld van waar een waterhuishoudkundige ingreep verkeerd heeft uitgepakt voor de natuur. De Houtribdijk heeft het ecologische systeem geïsoleerd en verstoord. Het slib in de grote wateren blijft opwervelen. 89 5. Visie Almere 2.0 5.2 Ecologische duurzaamheid De aanleg van nieuwe fysieke structuren in het water zoals bijvoorbeeld eilanden en vooroevers kan het opwervelen van slib verminderen. Deze voorstellen maken deel uit van het RU-project Toekomstvisie Markermeer-IJmeer (TMIJ). Evenzeer dragen buitendijkse ontwikkelingen van Almere bij aan het terugdringen van het opwer-velen van slib en het creëren van extra leefgebieden voor natuur. Het herstel van deze internationaal beschermde natuur en de ontwikkeling van de buitendijkse bouwlocatie in het IJmeer is de meest uitgelezen kans om stad en natuur bij de Schaalsprong op het hoogste niveau met elkaar te combineren. Stadslandbouw De nu nog grootschalige landbouw aan de oostkant van Almere gaat met de Schaalsprong een transitie doormaken naar vormen van stadslandbouw. De Landbouwuniversiteit Wageningen heeft in samenwerking met een aantal partijen en ondernemers onderzoek gedaan naar het concept van stadslandbouw in Almere onder de noemer ‘Agromere’. Bij stadslandbouw wordt de ogenschijnlijke spanning tussen stad en landbouw doorbroken. Stad en landbouw vormen een eigentijdse combinatie. Zij versterken elkaar. Stadslandbouw maakt de stad groener en de voedselproductie duurzamer. Juist aan de oostkant van Almere is het kansrijk om verstedelijking te combineren met een duurzame voedselproductie in de vorm van stadslandbouw. Stadslandbouw Stad en landbouw zijn in de stadsontwikkeling van de twintigste eeuw tegenover elkaar komen te staan. Waar de stad kwam, moest de landbouw wijken. Daarbij heeft de schaalvergroting van de landbouw er de afgelopen decennia voor gezorgd dat steeds meer boeren gingen produceren voor de wereldmarkt. De voedselproductie kwam steeds verder af te staan van de mens, waardoor er geen verband meer is tussen de agrarische productie en de afnemers. Dit geldt ook voor agrarische productie in Zuidelijk Flevoland en wat de Almeerder consumeert. Stad en landbouw kunnen opnieuw een verbond met elkaar aangaan. Zij kunnen elkaar versterken. Stadslandbouw maakt de stad groener en de voedselproductie duurzamer. In de polder aan de oostkant van de stad wordt daarom ingezet op de ontwikkeling van stadslandbouw. De kwaliteit van de polder als ondernemers- en productieruimte kan zo worden benut en het gebied zal zo geleidelijk naar een consumptielandschap voor stad en regio transformeren. Stadslandbouw wordt verbonden met landelijke woonmilieus, buurtschappen en kernen. Er ontstaat een fijnmazig landbouwsysteem dat de stad en regio van agrarische producten voorziet. Dit kan gecombineerd worden met vormen van energieproductie, waterzuivering en afvalverwerking. Daarnaast is er volop ruimte voor nieuwe functies en ondernemerschap, gerelateerd aan de groene ruimte op het gebied van recreatie, toerisme en zorg. Dankzij de korte transportlijnen hoeven de producten niet duur te zijn; veel klanten komen zelf op de fiets langs bij de verkooppunten in de polder. Daarnaast worden de producten uit de polder via centrale verkooppunten of buurtsupermarkten verkocht. De stadslandbouw kan voor een deel voorzien in de lokale voedselvraag. Indien bijvoorbeeld de stadslandbouw kan voorzien in tien procent van de lokale voedselvraag wordt op jaarbasis minimaal vijf miljoen autokilometers bespaard, 145 miljoen megajoule energie bespaard (wat overeenkomt met het energieverbruik van ongeveer 4.250 huishoudens) en wordt de CO2uitstoot met 11.000 ton verminderd (vergelijkbaar met de CO2 vastlegging van 500 ha bos). 90 5. Visie Almere 2.0 5.2 Ecologische duurzaamheid Duurzame gebiedsontwikkeling Almere 2.0 biedt kansen voor duurzame gebiedsontwikkeling. Op de ‘klassieke’ duurzaamheidterreinen van energie, afval, water en mobiliteit worden gezonde systemen ontworpen. De inzet op duurzame ontwikkeling en kringloopsluiting is uitgewerkt in de Duurzaamheidagenda. Veel van de technieken en werkvormen die nodig zijn voor een succesvolle duurzame ontwikkeling, bestaan al. Zij zijn echter nog nauwelijks beproefd op de schaal, die bij de Schaalsprong aan de orde is. Andere technieken verkeren nog in een experimentele fase. Gezien de omvang van de ontwikkelingen en vrijheid van systeemkeuzen in de nieuwe gebieden zal Almere toonaangevend zijn voor een sprong in duurzame gebiedsontwikkeling op proces-, systeem- en applicatieniveau. Op deze manier groeit Almere landelijk of zelfs internationaal uit tot een vooraanstaand kenniscentrum en praktijklaboratorium. Het DuurzaamheidsLab Almere zoekt -met iedereen die bij de Schaalsprong betrokken is- naar realistische toepassing van de duurzaamheidbenadering. Voorbeelduitwerkingen gezonde systemen Het Duurzaamheidslab Almere zal de aanjaag- en versnellingsmotor zijn voor innovatie en toepassing van gezonde systemen bij de Schaalsprong. Hiertoe zal zij de samenwerking opzoeken met kennisinstituten en ondernemers die vooraan willen staan bij duurzame gebiedsontwikkeling. Zij zal de aandacht richten op onder meer de onderstaande onderwerpen. Duurzame energievoorziening voor nieuwe wijken en gebouwen Het huidige rijksbeleid is ‘Schoon en Zuinig’ met een energieprestatie voor nieuwbouw, die afneemt van 0,8 naar 0,4 in 2015 en energie neutraal in 2020. Almere 2.0 zet in op duurzame energievoorziening en een energieproducerende stad. Almere is een voor de hand liggend experimenteergebied. De mogelijkheden hiervoor zijn ontwerpaanpassingen zoals zonoriëntatie van gebouwen, verdergaande isolatie in combinatie met implementatie van nieuwe technologieën zoals (elektrische) warmtepompen en waar mogelijk toepassing van bodemwarmte. Een energieproducerende wijk vergt een concentratie van deze systeemaanpassingen en volop inzet van windenergie, zonenergie en restwarmte van verbranding. Duurzame mobiliteit In Almere 2.0 worden de voorwaarden voor elektrisch vervoer ingevoerd. Het gaat hierbij om onder meer het openbaar vervoer en verduurzaming van het autoverkeer. Uitwerkingen voor elektrisch vervoer zijn gericht op het aanbieden van een geschikte elektriciteitsinfrastructuur en oplaadpunten. Hiernaast wordt gestreefd naar het verminderen van uitstoot van verontreinigende stoffen. En voorkomen van geluidsoverlast. Duurzaam grondstofgebruik Voor Almere betekent duurzaam grondstofgebruik onder andere (ophoog)zand dichterbij winnen, bijvoorbeeld uit het Markermeer. Dit heeft tevens potentieel positieve effecten op de slibreductie en natuurontwikkeling ten behoeve van TBES. Het huidige systeem van afvalinzameling en -verwerking wordt getransformeerd in de richting van verdergaande fractiescheiding, waarin afval als grondstof kan dienen. Meer gebruik van gerecycled materiaal in de bouw sluit de materiaalkringloop en levert besparingen op. De omvang van het restafval wordt teruggebracht en lokaal omgezet tot energie. Voor hergebruik van het overig afval worden de cradle-to-cradle technieken ingezet. Duurzaam watersysteem Nederland gaat met het Nationaal Waterplan de verschillende wateropgaven meer integreren in de ruimtelijke ordening. Voor de waterveiligheid in Almere betekent dit dijken met een 91 Visie Almere 2.0 5. 5.2 Ecologische duurzaamheid overstromingsrisico van 1:10.000 jaar. Wateroverlast voorkomen is een extra opgave bij de Schaalsprong. Aan de oostzijde zal de bodem met 50 cm dalen. De overlastnorm is 1:100 jaar. Met een (partiële) ophoging van het maaiveld en aanleg van een goed doordacht watersysteem met minimaal zes procent open water wordt een duurzaam watersysteem gerealiseerd. Dit biedt interessante combinatiemogelijkheden met andere functies zoals natuurontwikkeling, recreatie en wonen. 92 5. Visie Almere 2.0 5.3 Sociale duurzaamheid 5.3 Sociale duurzaamheid Indicatieve verbeelding kringlopen en klimaatbestendigheid Almere 2.0 Almere is een stad, waarin de middenklasse overheerst. Almere is op dit moment meer woonstad dan werkstad en in het woningbestand overheerst het suburbane woonmilieu. Om sociaal duurzaam te zijn, moet de diversiteit van de bevolking toenemen. Bij een Schaalsprong krijgt de Almeerse samenleving niet de tijd om via een geleidelijke organische ontwikkeling haar diversiteit te laten toenemen. Bij de Schaalsprong zal bewust gestuurd moeten worden op het vergroten van de diversiteit van de samenleving en de bijbehorende toename van de kwaliteit van het suburbaan wonen, werken, leven en leren. De bestaande stadsdelen gaan in de komende jaren effecten ondervinden van de Schaalsprong. Dit kan de concurrentiepositie van de bestaande wijken versterken. Tegelijkertijd kan een deel van de bestaande buurten en wijken te maken krijgen met sociaal-economische achteruitgang en een (zichtbare) veroudering van de woonomgeving. Hiervoor wordt ingezet op een preventieve aanpak. Sociaal-economische effectverkenning Voor de Schaalsprong is een sociaal-economische effectverkenning uitgevoerd. Daarbij zijn twee scenario’s voor 2030 doorgerekend: ‘Copy-Paste scenario’ (voortzetting suburbane ontwikkeling) en Almere 2.0. De verkenning geeft inzicht in de effecten van de beide varianten op traditionele sociaal-economische indicatoren als inkomen, opleiding of arbeidsparticipatie en doet ook uitspraken over de potentie van huishoudens als indicatie van de emancipatorische capaciteit van Almere na de Schaalsprong. De effectverkenning onderschrijft de keuzes die zijn gemaakt in Almere 2.0. Vooral de diversiteit aan huishoudentypen neemt sterk toe. Hierdoor zal de stad in sociaal-economische termen duurzamer worden. De verbreding van het palet aan leefstijlen vindt voornamelijk in 93 5. Visie Almere 2.0 5.3 Sociale duurzaamheid de jonge creatieve hoek en bij de senioren plaats. Ook het aandeel hoger opgeleiden in de beroepsbevolking en de percentages van studenten en gepensioneerde nemen toe. Hierdoor treedt in Almere 2.0 gelijktijdig een daling op van de arbeidsparticipatie en gemiddelde inkomens. De groeiende bevolkingsgroepen zijn doorgaans de groepen die de cultuurdragers van de samenleving vormen. Zij entameren de dynamiek en levendigheid voor een stad. Daarnaast vormt de nieuwe groep jonge creatieven het potentieel voor de toekomst van een stad. Almere 2.0 draagt het meest bij aan de diversiteit van Almere, maar tegelijkertijd vertoont deze variant een sterkere concentratie van huishoudens met een minder sterk sociaaleconomische profiel in de bestaande woningvoorraad. Onderstaande diagrammen tonen de huishoudensamenstelling naar leefstijlen bij realisering van Almere 2.0. Ten opzichte van de situatie in 2008 zijn er in 2030 verschuivingen. Er is een toename te zien van de vrije geesten, ontwikkelde stedelingen en welgestelden. Het aandeel dynamische families en traditionalisten neemt af. Vooral in de nieuwe gebieden is sprake van instroom van huishoudentypen die anno 2008 ondervertegenwoordigd zijn. Bevolkingsopbouw van Almere vandaag en in 2030. Voor 2030 zijn 2 verschillende scenario’s doorgerekend: Almere ‘copy-paste’ en Almere 2.0 94 5. Visie Almere 2.0 5.3 Sociale duurzaamheid met een lagere dichtheid aan de oostkant. Beide milieutypen worden elders in de regio in beperkte mate aangeboden. De vraag naar deze woonmilieus groeit. Almere heeft de ruimte om deze woonmilieus te realiseren en daarbij een goede prijs-kwaliteitverhouding te bieden. Door het toevoegen van nieuwe milieus kan bovendien de concurrentiekracht van de bestaande wijken -bestaande uit hoofdzakelijke suburbane woonmilieus- beter worden gehandhaafd. Mensen zijn de drijvende kracht in het maken en behouden van de stad. Deze overtuiging is vertaald in het programma ‘IkbouwmijnhuisinAlmere’, dat particulier opdrachtgeverschap op grote schaal mogelijk maakt. In Almere kan iedereen, volgens de eigen, specifieke (woon)wensen, een huis bouwen. Het programma vergroot niet allen de individuele keuzevrijheid; het schept ook condities voor diversiteit, en creëert karaktervolle buurten en wijken. Mensen die een eigen huis bouwen, verbinden zich met de stad. Zij investeren niet alleen in de eigen woning, maar ook in de (sociale samenhang van de) wijk en de stad. Particulier opdrachtgeverschap - zowel individueel als collectief - is de meest concrete vertaling van het Almere Principle ‘mensen maken de stad’. Binnen het concept van Almere 2.0 krijgen burgers, volgens Almeerse traditie, het eerste recht in de ontwikkeling van de stad. Organische stadsontwikkeling Een stad krijgt door de jaren heen vorm en verandert in een voortdurende wisselwerking tussen plannen en ingrepen ‘van bovenaf’ en ‘van onderop’. Geen enkele stad wordt alleen maar van bovenaf of alleen maar van onderop gemaakt, maar de mengverhouding tussen die twee kan wel sterk verschillen. Om een sociaal duurzame stad te creëren, wordt nadruk gelegd op differentiatie, kwaliteit van de voorzieningen en een preventieve aanpak. Daarom wordt in Almere 2.0 ingezet op de volgende ruimtelijke en beleidsinterventies: 1. Differentiatie woonmilieus Voor het vergroten van de diversiteit van de bevolkingssamenstelling in Almere is er een trendbreuk nodig in het type woonmilieus dat in Almere wordt aangeboden. Dit kan gecombineerd worden met de huidige regionale vraag. Ten opzichte van dertig jaar geleden is er nu een vraag naar unieke woonmilieus, die een toegevoegde waarde hebben voor de internationale concurrentiepositie van de regio. Dat kan in de vorm van de stedelijke en waterrijke maritieme woon- en leefmilieus aan de westkant en in de vorm van nieuwe ‘landelijke’ woonmilieus In Nederland heeft de institutioneel gedreven ‘topdown’-aanpak lange tijd overheerst. Almere wil het evenwicht herstellen door meer nadruk op organische stadsontwikkeling. Het eerste uitgangspunt hierbij is dat de burgers verantwoordelijkheid nemen voor de eigen woonen werksituatie en zeggenschap hebben over de woning en de woonomgeving: ‘mensen maken de stad’. Een tweede uitgangspunt is de geleidelijke ontwikkeling in de tijd en in de ruimte. Deze geleidelijke ontwikkeling doet zich voor op alle schaalniveaus: stadsdeel, kern, bouwblok- en kavelniveau. Ze leidt tot grote verscheidenheid in woonvormen, woonmilieus en ontwikkelingstempo, met ruimte voor onzekerheid en verrassing. Dit betekent een geheel andere manier van denken en bouwen dan de gebruikelijke. Iedere partij krijgt een andere rol. Het is niet langer het primaire doel van de overheid om de woningnood op te lossen, maar om de kwaliteit van de leefomgeving te waarborgen en kaders te scheppen waarbinnen burgers (met hulp van door hen gekozen professionals) zelf invulling geven aan hun woonwensen. 2. Stedelijke voorzieningen Om Almere van een woonstad door te ontwikkelen naar een vitale stad met een gedifferentieerde bevolkingsopbouw, is naast differentiatie van de woonmilieus ook een betere inbedding in de noordelijke Randstad geboden. Metropolitanen maken gebruik van het hele scala aan voorzieningen dat de regio te bieden heeft, zoals de culturele voorzieningen en uitgaansmogelijkheden van Amsterdam en Utrecht, de 95 5. Visie Almere 2.0 5.3 Sociale duurzaamheid landschappelijke kwaliteiten van het Groene Hart en de Utrechtse Heuvelrug, de recreatieve kwaliteiten van de historische binnensteden en het IJmeer. Voor ouderen, studenten en hoger opgeleiden, die zich in Almere gaan vestigen, zal de toegankelijkheid tot dit totale aanbod van voorzieningen in de regio overtuigend moeten zijn. In dit verband is de IJmeerlijn naast een vervoersas ook een culturele en sociale as. De IJmeerlijn verbindt Amsterdam en Almere, waarmee letterlijk een dubbelstad ontstaat. Voor het complementaire deel zal in Almere een toereikend stedelijk voorzieningen-pakket moeten hebben. Almere moet bijschakelen om zich aan te passen aan de nieuwe omvang van de stad en de kwalitatieve doelen van de Schaalsprong. Almere 2.0 is op het terrein van kunst en cultuur een volwassen stad. Diverse doelgroepen, zoals studenten en senioren, vinden aanbod van hun gading in zelfstandige circuits (muziekpodia, toneel, evenementen, uitgaansgelegenheden en musea). Aanvullend op de nabije culturele agenda’s van Amsterdam en Utrecht, heeft Almere een eigenstandig aanbod waarin culturele niches zich een plaats hebben verworven. Het culturele aanbod is dientengevolge divers: het sluit in de breedte aan bij de wensen van de stedelingen, en het omvat instituten en organisaties die ook op landelijk niveau relevant en gekend zijn. Daarnaast biedt Almere 2.0 een ruim aanbod aan recreatieve, leisure- en (top)sportfaciliteiten passend bij de groenblauwe stad die zij is. 3. Onderwijs Voor het aantrekken van jongeren en studenten is de aanwezigheid van hoger en/ of wetenschappelijk onderwijs cruciaal. Op dit moment trekken jongeren weg uit Almere om ergens anders te studeren, terwijl zestig procent aangeeft dat zij een voorkeur zou hebben voor een studie in Almere, als dit tot de mogelijkheden zou behoren. Er is nu sprake van een onnodige uittocht van talentvolle Almeerders. Deze uittocht wordt in Almere 2.0 gestopt. Het binden van deze groepering aan Almere en het binnenhalen van nieuwe jongeren in de stad is van groot belang. Tevens hebben deze opleidingsinstituten direct uitstraling op de stedelijke samenleving en zijn een betekenisvolle economische vestigingsfactor. Hoger en/of wetenschappelijk onderwijs is een noodzakelijk onderdeel van een stad in de categorie, waartoe Almere gaat behoren. Het geeft identiteit en profiel aan de stad. Hiernaast investeert Almere 2.0 in de kwaliteit van het gehele onderwijs met een accent op het basisonderwijs en het MBO. Dit schoolprestaties worden op een hoger niveau gebracht. Uitkomst is een gemiddeld hoger eindniveau van de schoolloopbaan van de Almeerse jeugd. De flankerende maatregelen, die in coalitie met de onderwijssector worden opgesteld, zijn onder meer uitbreiding van voorzieningen op het gebied van voor-, tussen- en naschoolse opvang en activiteiten voor leerlingen. 96 5. Visie Almere 2.0 5.3 Sociale duurzaamheid 4. Concurrentiekracht van het bestaand stedelijk gebied Omdat de stedelijke ontwikkelingen vooral in de flanken van de stad plaatsvinden, kan het bestaand stedelijk gebied zich in een eigen tempo en op eigen kracht verder (door)ontwikkelen. De suburbane woonmilieus die in het bestaand stedelijk gebied overheersen, zijn in de nieuwe stadsdelen ondervertegenwoordigd. Door de Schaalsprong kunnen zich in een aantal wijken en bestaande werklocaties kansen aandienen. Zo kunnen de investeringen in infrastructuur en de groenblauwe hoofdstructuur bijdragen aan een verdere versterking en herpositionering van het bestaand stedelijk gebied binnen Almere en binnen de metropoolregio Amsterdam. In andere wijken en werklocaties kan de dynamiek, die de Schaalsprong met zich meebrengt zonder gericht ingrijpen, geleidelijk leiden tot minder positieve effecten. Almere weet uit ervaring dat nieuwe woon- en werkmilieus aan de flanken zorgen voor doorstroom in het bestaand stedelijk gebied. Dit kan leiden tot een versnelde veroudering van bepaalde delen, concentraties van kwetsbare groepen en downgrading van bestaande bedrijventerreinen. Op een aantal plekken vallen de sociale ontwikkelingen samen met een veroudering van de woon- en werkomgeving. Almere boekt nu al successen door samen met de inwoners te werken aan de vernieuwing van wijken. Stedelijke vernieuwing zal parallel aan de Schaalsprong structureel worden. Almere wil niet wachten tot er een omvangrijke herstructurering van bestaande wijken en werklocaties noodzakelijk is. Almere 2.0 zet in op een innovatieve en preventieve aanpak. Er wordt tijdig geïnvesteerd in de veerkracht van het bestaand stedelijk gebied wat de aantrekkelijkheid en de sociale duurzaamheid ten goede komt. Met sociaal-economische en ruimtelijke acupunctuur werkt Almere aan het laten excelleren van wijken en werklocaties. Zo’n aanpak moet zorgen voor nieuwe en goede voorzieningen, zoals scholen, winkels, kleine centra, broedplaatsen en ruimte voor ondernemerschap. De Schaalsprong in het bestaand stedelijk gebied is in belangrijke mate een sociaal-economische vernieuwing. De fysieke vernieuwing is faciliterend. Gezien de vele belangen en het werken in een bestaande context is het organisch en preventief vernieuwen van wijken een gecompliceerde opgave. De vernieuwing van het bestaand stedelijk gebied zal binnen de Schaalsprong een structurele activiteit worden. Een coalitie van de gemeente met zowel lokale organisaties als Rijkspartners zorgt voor voldoende aandacht en middelen voor deze preventieve aanpak. 97 5. Visie Almere 2.0 5.4 Economische duurzaamheid 5.4 Economische duurzaamheid Almere wordt een woon- en werkstad met een diverse economische structuur met enkele identiteitsbepalende specialismen. De economische structuur is verbonden met de regionale kerngebieden Amsterdam en Utrecht en biedt een basis voor een gevarieerde werkgelegenheid. De economie vertoont een mix van kleine, middelgrote en grote bedrijven, opererend in lokale, regionale, landelijke en internationale netwerken. Het is een economische structuur, waarin zowel gerenommeerde topbedrijven als avontuurlijke starters zich thuis voelen. Inzet is dat Almere vanuit een eigen economische kracht een toegevoegde waarde is voor het internationaal presteren van de metropoolregio. De opgave om in de periode 2010-2030 100.000 extra banen te creëren, is een gezamenlijke opgave van Rijk, regio en Almere. De ambitie dient immers gelijktijdig een nationaal, regionaal en lokaal belang. Almere, regio en Rijk bundelen dan ook de krachten om de Almeerse en regionale economie te verduurzamen. De opgave is uiteen te leggen in circa 50.000 banen via de bevolkingsvolgende werkgelegenheid, veroorzaakt door de uitbreiding van Almere en de autonome groei van de huidige werkgelegenheid. De overige 50.000 banen zijn gericht op clusterontwikkeling. Deze categorie valt uiteen in de doorgroei van economische clusters uit de noordelijke Randstad in Almere - clusters die elders tegen de grenzen van de groei aanzitten - en de ontwikkeling van specifieke Almeerse clusters. Om een economisch duurzame Schaalsprong te creëren, wordt nadruk gelegd op excellent gastheerschap, stimuleren van clusterontwikkeling en bereikbaarheid. Op basis hiervan wordt in Almere 2.0 ingezet op de volgende interventies: 98 5. Visie Almere 2.0 5.4 Economische duurzaamheid 1. Excellent gastheerschap Het gastheerschap betreft een adequaat schakelen en handelen van overheden om de economische groei optimaal te faciliteren. Het is een belangrijke voorwaarde voor zowel de autonome en bevolkingsvolgende groei als de clusterontwikkeling. Excellent gastheerschap betekent dat de dienstverlening van de overheden voor de bedrijven op alle onderdelen voortvarend en van hoge kwaliteit is. De dienstverlening is gericht op alle soorten bedrijvigheid, van startende en/of kleinschalige bedrijven tot multinationals. Voor deze bedrijven is het handelen van de overheden en gelieerde organisaties zoals de Kamer van Koophandel op elkaar afgestemd. Bedrijven worden excellent gefaciliteerd bij de vestiging, continuering, vernieuwing en doorgroei. Voor het bedrijfsleven wordt de loper in Almere uitgerold. Het gaat om het totale scala aan activiteiten: - Ruim aanbod aan werklocaties van verschillende kwaliteiten; - Aandacht voor herinrichting bestaande bedrijventerreinen; - Adequate dienstverlening; - Almere branding en gebiedspromotie; - Ondersteuning bij innovatie en kennisinfrastructuur; - Stimulering ondernemerschap en starters; - Ondersteuning internationalisering bedrijfsleven; - Goed opgeleide beroepsbevolking. 2. Strategische clusterontwikkeling Almere biedt de ruimte die de economie van de noordelijke Randstad en de metropoolregio Amsterdam nodig heeft voor verdere groei. Inzet van de regio is gericht op impulsen voor de kenniseconomie. In Almere bouwt het bedrijfsleven voort op de economische clusters uit de regio zoals ICT, handel, logistiek, zakelijke diensten en leisure. Zo zijn er mogelijkheden voor nationale distributiecentra, die goederen verwerken in en uit de metropoolregio (Schiphol en zeehaven) in combinatie met hoogwaardige assemblage. In de zakelijke dienstverlening onderscheidt Almere zich ten opzichte van andere locaties in de metropool met enkele bijzondere concepten zoals een business centre voor duurzame ontwikkeling of regionaal business park. Toerisme en leisure blijven ook in de toekomst groeien. Dit biedt voor Almere mogelijkheden voor uitbreiding van het aantal hotels, congresfaciliteiten en de ontwikkeling van themaparken. Voor dergelijke grootschalige concepten -die op dit moment nog onbekend zijnreserveert Almere 2.0 ruimte. Tevens heeft een aantal huidige ondernemingen in Almere de potentie om in combinatie met andere ondernemingen in de Noordvleugel en onderzoeken onderwijsinstituten uit te groeien tot innovatieve clusters van bedrijvigheid. Deze clusters zullen de economie van Almere kleur geven. Het initiëren van deze clusterontwikkeling betekent een meerjarige aanpak, waarbij ondernemers, 99 Visie Almere 2.0 5. 5.4 Economische duurzaamheid onderwijs- en onderzoeksinstituten gezamenlijk optrekken en verantwoordelijkheid nemen. De rol van de overheden (Rijk, regio en gemeente) richt zich op het faciliteren van deze clusterontwikkeling. In het rapport Economisch Offensief (2009) heeft de heer Wim Meijer, ambassadeur van de Schaalsprong, deze aanpak verder uitgewerkt. Zijn advies richt zich op het entameren van interacties in de economische velden van duurzame gebiedsontwikkeling, ICT & media, handel & logistiek, health & wellness & life sciences en luchthaven Lelystad. De interventies in het kader van Almere 2.0 voor de clusterontwikkeling zijn: 1. Economic Development Board (EDB) Almere In de EDB participeren personen vanuit het bedrijfsleven, onderzoeks- en onderwijsinstellingen en overheden, die een koploperspositie innemen voor de ontwikkeling van de geïdentificeerde clusters. Zij nemen verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van de clusters. De deelnemers van de EDB zijn het gezicht van de clusters, waarmee Almere zich gaat profileren. Hiertoe initieert en coördineert de EDB het opstellen en uitvoeren van onderzoek- en investeringsagenda’s voor de clusters. 100 5. Visie Almere 2.0 5.4 Economische duurzaamheid 4. Bereikbaarheid Naast de beleidsinterventies voor een duurzame economie is een alzijdige goede bereikbaarheid voor de economische ontwikkeling van Almere cruciaal. Van belang is de positionering op de economische as Almere - Amsterdam (Flevolijn, IJmeerlijn, Hanzelijn, A6) en de economische as Almere - Gooi - Utrecht (A27 en Stichtselijn). De verbindingen op deze assen zorgen er letterlijk voor dat de economie van Almere wordt verankerd in een regionale context. De economische as SchipholAmsterdam-Almere-Lelystad krijgt zo mogelijk nog meer betekenis met de Hanzelijn en de doorgroei van luchthaven Lelystad als onderdeel van het multiairport-systeem in de metropoolregio Amsterdam. Met oog op multimodale bereikbaarheid van Almere worden de mogelijkheden onderzocht voor vervoer over water en havenfaciliteiten. Hierbij is een overslag bij de Stichtsekant een optie. Economische potentie Luchthaven Lelystad 2. Vestiging van wetenschappelijke onderzoek- en kennisinstituten en hoger en universitair onderwijs. Voor clusterontwikkeling van (inter)nationale betekenis gericht op de kenniseconomie is de aanwezigheid van hoogwaardige kennis onmisbaar. In Almere 2.0 is er hoger onderwijs en/of wetenschappelijk onderwijs en zijn er kennis- en onderzoeksinstituten, die van directe waarde zijn voor de economische clusters van Almere. 3. Intensivering regionale samenwerking Ondernemingen en onderzoeks- en opleidingsinstituten nemen hun eigen verantwoordelijkheid op het gebied van (het toepasbaar maken) van innovaties. Als het gaat om kennisontwikkeling en productinnovaties zullen zij een voorhoede positie moeten gaan innemen om tot de internationale top te kunnen toetreden. De bijdrage van de overheden concentreert zich op het faciliteren van deze interacties tussen ondernemers, onderzoekers en opleiders. Om te komen tot adequate facilitering zet Almere 2.0 in op intensievere regionale samenwerking, zowel in de richting van de metropoolregio Amsterdam als de NV Utrecht. Immers clusterontwikkeling van (inter)nationale betekenis laat zich niet inperken door gemeentelijke en provinciale grenzen. Uiteindelijk kan deze regionale samenwerking resulteren in één gezamenlijke regionale uitvoeringsorganisatie of ontwikkelingsmaatschappij gericht op clusterontwikkeling. Hierin participeren overheden, ondernemers, onderzoeksinstituten en opleidinginstituten. Wim Meijer besteedt in zijn advies voor een economisch offensief specifiek aandacht aan de potentie van luchthaven Lelystad voor de ambitie van 100.000 arbeidsplaatsen. Nu de grenzen van de groei voor Schiphol in het zicht komen, wordt gekeken naar alternatieven voor de opvang van de groei van het luchtverkeer. Luchthaven Lelystad is een regionale luchthaven met potenties voor verdere groei. Deze luchthaven is gelegen aan de economische as Schiphol - Amsterdam - Almere - Lelystad. In zijn advies geeft Wim Meijer aan dat deze regionale luchthaven niet moet uitgroeien om de restanten van Schiphol op te vangen. Luchthaven Lelystad zal een eigen profiel moeten krijgen. Het kan hiermee een stuwende factor worden voor de werkgelegenheid en kan een significante bijdrage worden geleverd aan de ambitie van 100.000 arbeidsplaatsen. Het is één van de concrete investeringen, die het Rijk kan doen in kader van de economische ambitie voor de Schaalsprong. De ontwikkeling van luchthaven Lelystad kan worden gekoppeld aan de ontwikkeling van het bedrijventerrein OMALA. Dit is een samenwerkingsverband van de Provincie Flevoland en de gemeenten Lelystad en Almere. Dit terein richt zich op de luchthaven gebonden regionale economie, aangevuld met het segment ‘modern gemengd’ inclusief handel en logistiek. 101 5. Visie Almere 2.0 5.5 Ruimtelijke hoofdlijnen Almere 2.0 102 5. Visie Almere 2.0 5.5 Ruimtelijke hoofdlijnen Almere 2.0 5.5 Ruimtelijke hoofdlijnen Almere 2.0 Almere 2.0 respecteert de meerkernige structuur en ontwikkelt deze verder. De eerste opzet van de stad (Verkenningen, 1970) ging uit van zeven kernen van uiteenlopend formaat. Het latere Structuurplan Almere (1983) onderscheidde vier kernen plus een ‘oostelijk kernencomplex’. Op dit moment zijn drie grote kernen gerealiseerd. Met het vierde stadsdeel Almere Poort is een start gemaakt. Almere 2.0 voorziet in een stedelijk gebied dat, in een iets andere compositie, uit acht kernen zal bestaan. Door de groei te richten op de flanken van de stad, wordt feitelijk het oorspronkelijke stedenbouwkundige plan voltooid. De oostelijke en westelijke ontwikkelingen zijn immers vanaf het ontstaan van Almere voorzien. De Schaalsprong completeert de oorspronkelijk gekozen opzet van de stad. Binnen die gekozen stedenbouwkundige structuur is het mogelijk om, met respect voor de hoofdopzet, te komen tot een toegesneden binnenstedelijke verdichting. Hiermee kunnen unieke kwaliteiten aan Almere worden toegevoegd. De echte kansen voor verdichting liggen in de toekomstige transformatie van de stad. De bouw van het -internationaal geprezen- Stadshart en het stationsgebied zijn treffende illustraties van een bijna natuurlijk proces van binnenstedelijke verdichting, gekoppeld aan de transformatie van de stad. Almere 2.0 is met de regio verbonden. In Almere 2.0 zijn de verschillende stadsdelen beter met elkaar en met de regio verbonden. De bestaande hoofdinfrastructuur wordt gevormd door de spoorlijn en de A6. Het functionele belang van deze as in het nationale netwerk neemt nog toe; de A6 wordt verdubbeld en ook de capaciteit van de Flevolijn wordt vergroot. Tevens wordt de spoorlijn naar Lelystad als Hanzelijn doorgetrokken naar Zwolle. Voor een economisch en sociaal duurzame Schaalsprong wordt een nieuwe infrastructurele drager op de west-oost-gerichte as toegevoegd. Met de IJmeerlijn wordt Almere 2.0 verbonden met Amsterdam en Schiphol. De Stichtselijn (faseerbaar en opschaalbaar) verbindt Almere 2.0 met de Utrechtse regio. 103 5. Visie Almere 2.0 5.5 Ruimtelijke hoofdlijnen Almere 2.0 Almere 2.0 is gedifferentieerd. Almere 2.0 streeft naar een grotere differentiatie. Om de verscheidenheid aan woon-, werk- en leefmilieus te vergroten verschillen de nieuwe kernen van elkaar en van de bestaande suburbane kernen: met hoge stedelijk dichtheden aan het water in het westen en landelijke dunheid in het oosten. In het bestaande bebouwde gebied zijn geen grootschalige ruimtelijke ingrepen voorzien. Zij dragen juist door het behoud en versterking van hun suburbane karakter bij aan de gewenste diversiteit. 104 5. Visie Almere 2.0 5.5 Ruimtelijke hoofdlijnen Almere 2.0 Almere 2.0 heeft een goede relatie met het omringende landschap. Almere 2.0 combineert stad en natuur. Almere wordt sterker dan voorheen verbonden met de grote groenblauwe gebieden die de stad omringen en de groenblauwe hoofdstructuur die in de stad aanwezig is. In het oosten ontstaat een grote mate van functiemenging tussen landschap, wonen, werken en stadslandbouw. In het westen ontstaat een verbond tussen de ecologie van het IJmeer en de buitendijkse woon- en werklocaties. 105 5. Visie Almere 2.0 5.5 Ruimtelijke hoofdlijnen Almere 2.0 106 5. Visie Almere 2.0 5.5 Ruimtelijke hoofdlijnen Almere 2.0 Almere 2.0 is een duurzaam ontwikkelde stad. Almere 2.0 reserveert ruimte voor de toekomst. Almere 2.0 staat voor duurzame stedelijke ontwikkeling. De cradle-to-cradle filosofie vormt de leidraad en bepaalt mede de identiteit van de toekomstige stad. Voor gezonde systemen voor energie, water en afvalkringlopen wordt in de Concept Structuurvisie ruimte gereserveerd. Almere 2.0 is zowel een visie op wat er wordt gedaan, als een visie op wat er wordt opengelaten. Het motto is ‘vastleggen wat moet, openlaten wat kan’. Op twee niveaus wordt ruimte gereserveerd. Almere 2.0 gaat niet gedetailleerd in op de uitwerking van de onderdelen van de Schaalsprong. Die worden op hoofdlijnen aangeduid en zullen in latere fasen afzonderlijk worden uitgewerkt. Almere 2.0 gaat er daarnaast van uit dat het ‘eindbeeld’ van de Schaalsprong slechts een tussenstand is in de toekomst van Almere. Er wordt ruimte gereserveerd voor Almere 3.0 om ook na 2030 (extra) te kunnen uitbreiden. Hiermee plaatst de Schaalsprong zichzelf in de Almeerse traditie. In Almere 2.0 krijgen de inwoners van Almere en de regio de ruimte om de stad te maken. De Concept Structuurvisie biedt ruimte en een kader voor ontwikkelingen van velerlei aard. Inwoners, bedrijven, organisaties kunnen binnen dit kader zelf initiatieven ontplooien. 107 5. Visie Almere 2.0 5.6 Schaalsprongas 5.6 Schaalsprongas De grote ingrepen waarin Almere 2.0 voorziet, vinden hun ruimtelijke neerslag in een langgerekt gebied van het westen via het centrale deel van Almere naar het oosten van de stad. Deze nieuwe as wordt de Schaalsprongas genoemd. Hier vinden de belangrijkste ruimtelijke ontwikkelingen op het gebied van wonen, werken, infrastructuur, groenblauwe hoofdstructuur en voorzieningen plaats. De Schaalsprong vindt zijn ruimtelijke weerslag in de Schaalsprongas. In het westen van Almere (Almere IJland en Almere Pampus) komen hoogstedelijke woon- en werkmilieus die door de IJmeerlijn direct met Amsterdam zijn verbonden. In het oosten (Almere Oosterwold) is ruimte voor landelijke milieus in lage dichtheden. West, centrum en oost zijn verbonden met een nieuwe vervoersas loodrecht op de Flevolijn en de A6. Deze bestaande as blijft als onderdeel van de economische as Schiphol - Amsterdam - Almere - Lelystad (Airport) van groot belang. Op het kruispunt van de bestaande en nieuwe as ontwikkelt Almere Centrum zich verder, waarbij zij de sprong maakt naar de zuidelijke oever van het Weerwater. Dit gebied vormt het fysieke en mentale centrum van de stad. De bestaande stadsdelen transformeren zonder grootschalige ruimtelijke ingrepen. Hier domineren kleinschalige veranderingen van sociaal-economische aard. 108 5. Visie Almere 2.0 5.6 Schaalsprongas 109 110 De Schaalsprongas Nieuwe OV-as: IJmeerlijn en Stichtselijn Nieuwe woon- en werkmilieus Versterkte bestaande stad Ecologische Schaalsprong Versterkt groen-blauw casco 111 6 112 113 Programma Programma 6. 6.1 Natuur en landschap 6.1 Natuur en landschap 114 6. Programma Gebied Omschrijving 1. Markermeerkust Aanleg van ecologische vooroevers rond de toekomstige wooneilanden. 2. IJmeerkust Aanleg van stranden, pieren en aanlegplaatsen. 21 3. Gooimeerkust Aanleg van smalle zone met natuurlijke recreatielandschappen aan de voet van de dijk. 29 4. Pampushout Transformatie van polderbos naar stadsbos en (gedeeltelijk) park. 220 5. 6. Poorthout Trekwegzone Transformatie van polderbos naar stadsbos. Aanplant van een raamwerk van polderkamers met bomenrijen, taluds, wadi’s. 203 227 7. Almeerderhout Transformatie van polderbos naar hét stadsbos van Almere. Gedeeltelijk instandhouding. 971 8. Weerwater Transformatie van stadsbos naar park en aanleg wandelroutes rond het meer. 18 9. Eemvallei Aanleg van een nieuwe, moerasrijke landschapstructuur, op locatie Eemgeul in Pleistoceen. 234 10. Tureluurbossen Aanleg van nieuw polderbos als schakel tussen Almeerderhout en Horsterwold. 249 11. Dwarsverbindingen Plantage Aanleg van groene verbindingen in de vorm van lanen, bosjes, plantages en routes. 184 Totaal      Verbindingen 12. Groene radiale routes Opwaardering en aanleg ontbrekende schakels van het verbindende fietsnetwerk door de groengebieden. Inrichting van pleisterplaatsen. 80 13. Blauwe as Verbreding sluizen, verhoging bruggen en realisatie aanlegplaatsen op de vaarroute tussen Havenkom en Noorderplassen.  12 Transformatie bestaande groengebieden (1638 ha) Nieuwe aanleg groengebieden (667 ha) Dit geheel leidt tot een ruimtelijk programma dat is opgebouwd uit de onderdelen: kustontwikkeling, transformatie bestaande groengebieden, aanleg van nieuwe groengebieden en realisatie van betere verbindingen. Hiernaast wordt in Almere Oosterwold ruimte gereserveerd voor stadslandbouw. 115 Kwantitatieve gegevens landschap Type ontwikkeling Kustontwikkeling (110 ha) De Schaalsprong biedt een uitgelezen kans - en maakt het door de toenemende stedelijke druk ook noodzakelijk - om kwaliteit en diversiteit toe te voegen aan de bestaande groenblauwe hoofdstructuur. Hiernaast wordt het draagvermogen van de hoofdstructuur in kwantitatief opzicht uitgebreid zodat het toereikend is voor een stad met 350.000 inwoners. Aan de buitenzijde verbindt Almere zich met een ecologisch hersteld IJmeer en het nieuwe natuurgebied Oostvaarderswold. In de bestaande groenblauwe hoofdstructuur ligt het accent op doorontwikkeling en vergroten van de diversiteit. 6.1 Natuur en landschap Oppervlak in ha 61 2.415 Programma 6. 6.2 Mobiliteit en infrastructuur 116 6. Programma 6.2 Mobiliteit en infrastructuur 6.2 Mobiliteit en infrastructuur De draagkracht van de infrastructuur moet op het peil worden gebracht van een stad met 350.000 inwoners. Dit heeft zowel betrekking op de regionale verbindingen als op de lokale infrastructuur. Op regionaal schaalniveau gaat het om maatregelen gericht op capaciteitsuitbreiding van het infrastructurele netwerk en de alzijdige verbondenheid van Almere met de metropoolregio Amsterdam, regio Utrecht en Amersfoort en naar het noorden met Lelystad en Zwolle. De lokale infrastructuur wordt verbeterd door ingrepen in de dreven en ringstructuur. Naast de verbetering van infrastructuur en de aanleg van infrastructuur voor de nieuwe gebieden wordt geïnvesteerd in een betere bereikbaarheid van Almere Centrum, capaciteitsverhoging van het openbaar vervoer en stimulering van het fietsgebruik door aantrekkelijke en sociaal veilige doorgaande routes. Als gevolg van de uitbreiding van het infrastructurele netwerk stijgt de druk op het leefmilieu. Aandachtspunt is de ruimtelijke en milieutechnische inpassing van de infrastructuur. Programma infrastructuur Schaal Openbaar Vervoer Noordvleugel Project Flevolijn Omschrijving Uitbreiding capaciteit openbaar vervoer in corridor Schiphol-Lelystad. Partiële verdubbeling Flevolijn in Almere. Op middellange termijn totale verdubbeling. IJmeerlijn Realisatie IJmeerlijn als metropoolverbinding op corridor Schiphol - Amsterdam - Almere - Lelystad. Twee opties voor verlenging van IJmeerlijn ten oosten van Almere Centrum: a. vanaf Almere Centrum deels ondergronds via oostoever Weerwater naar Hout Noord; b. vanaf Almere Centrum via Tussen de Vaarten naar Hout-Noord. (Inter)nationaal railvervoer (30 >100km) Stichtselijn Uitbreiding railnetwerk op lange termijn (na 2030) met verbinding tussen Almere en Hilversum / Utrecht via Stichtsebrug. Vooruitlopend daarop een hoogwaardige busverbinding op dit traject. Hanzelijn Opening Hanzelijn in 2012. Daarmee is Almere aangesloten op het landelijke intercitynetwerk (Amsterdam/Schiphol-Groningen/Leeuwarden). HSL shuttles Bus & Tram Mogelijke aansluiting van Almere op nationale en internationale HSL-netwerk. Uitbreiding busbanenstelsel naar Pampus en Hout. Tangentiële lijnen tussen Haven en Poort en tussen Hout en Buiten. Op termijn mogelijk vervanging van bus door tram. bijvoorbeeld op cirkellijn Pampus-Centrum-Weerwater-HavenPoort-Pampus. Programma infrastructuur Schaal Hoofdstructuur Almere Wegvervoer Noordvleugel Project VSBA - ringwegen Uitbreiding capaciteit ringwegen voor toename verkeer. Extra rijstrook bij de Hogering en volledig ongelijkvloerse kruising met Tussenring. VSBA - nieuwe stadsdelen Aanleg van netwerk van fietsroutes en dreven in nieuwe stadsdelen, met aansluitingen op de hoofdinfrastructuur van Almere. VSBA bestaande stad Bereikbaarheid stadscentrum op peil houden. Overstapvoorzieningen en doorstromingsmaatregelen. SAA Verbreding snelwegen tussen Schiphol en Almere (A9-A10-A1-A6). Verdubbeling en ontvlechting A6 tot 4x2 rijstroken. AGU Verbreding A27 tot 2x3 rijstroken en uitbreiding knooppunt A6/A27/ Tussenring. Extra aansluiting op A27 bij Hout-Noord: Opwaardering N30 (Almere-Nijkerk) voor het autoverkeer van en naar het zuidoosten van het land (op lange termijn). 117 6. Programma 6.3 Werken en voorzieningen 6.3 Werken en voorzieningen 118 6. Programma Extra reserveruimte van 135 hectare voor bedrijventerrein is gereserveerd aanpalend aan de locaties A6/A27 en A27/A30. Deze extra reserveruimte wordt benut, als de markt voor bedrijventerreinen zich in die richting (omvang en locaties) ontwikkelt. 6.3 Werken en voorzieningen 119 Locaties arbeidsplaatsen Gebieden IJland Pampus Poort Stadscentrum Centrum Buiten Weerwaterzone De Vaart 4-6 A6-Park Stichtsekant Oosterwold (incl. (A6/A27) A27/A30 Totaal Centra 1.000 2.000 12.400 8.500 1.000 3.500     3.600   32.000 Woonwijken 4.000 7.500 9.000     500       11.000   32.000 Bedrijventerreinen     4.000       4.000 4.000 7.000 14.500 2.500 36.000 Totaal 5.000 9.500 25.400 8.500 1.000 4.000 4.000 4.000 7.000 29.100 2.500 100.000 Kantoren (m2 bvo) Bedrijven(netto ha) 10 10 30 Ruimtebeslag kantoren en bedrijven In Almere 2.0 wordt ruimte gereserveerd voor 100.000 nieuwe arbeidsplaatsen. Zowel in kwantiteit als kwaliteit moet op elk moment voldoende aanbod voor handen zijn. Bestaande bedrijventerreinen worden indien nodig heringericht en er worden nieuwe grote en kleine bedrijventerreinen en kantoorlocaties gereserveerd. Almere zorgt met een gericht woonwerkbeleid voor een ruime beschikbaarheid van de kleinste werkeenheid (werken aan huis), met in aansluiting daarop iets grotere eenheden in en bij de woonwijken. Aan het andere eind van het spectrum reserveert Almere 2.0 ruimte voor grote publiekstrekkers. Er wordt ruimte gereserveerd voor nieuwe locatieconcepten. Deze hebben een (boven)regionale betekenis en zijn een aanvulling op de locaties van de Amsterdamse en Utrechtse regio. Zij hebben een onderscheidend werkmilieu zoals een business park of een campus. Gebieden IJland Pampus Poort Almere Centrum Centrum Buiten Weerwaterzone Stad overig A6-Park Stichtsekant Oosterwold (incl. (A6/A27) A27/A30 Reservelocaties OMALA Totaal 500.000 230.000 20.000 100.000 200.000 1.050.000 80 65 110 185 55 135 pm 680 Typologie bedrijventerreinen Type Binnenstedelijk Modern gemengd Industrie Netwerkknoop Business to consumer Parkachtig Institutencampus Reservelocaties Totaal Totaal netto ha. 78 85 80 175 48 30 49 135 680 Ruimtebeslag stedelijk/regionale voorzieningen (bruto ha) IJland Pampus Poort Stadscentrum Weerwaterzone Oosterwold Totaal 10 15 30 7 15 180 257 6. Programma 6.3 Werken en voorzieningen 120 6. Programma 6.3 Werken en voorzieningen Nieuwe locatieconcepten 1. Almere 1.0: 76.500 arbeidsplaatsen 2. Almere 2.0: 176.500 arbeidsplaatsen Cluster concentratiegebieden De economische visie benoemt een aantal cluster zoals health, wellness & lifestyle, duurzame gebiedsontwikkeling en media & ICT. Voor deze clusters wordt op strategische plekken ruimte gereserveerd bijvoorbeeld voor het Business & Science Centre Duurzame Gebiedsontwikkeling en Media Valley. Instituten en hoogwaardige productie Aan de oostkant van de stad is ruimte voor grootschalige landschappelijke werkmilieus. Hier passen onderzoeksinstituten en moderne industriële productieplants. 1. 2. Almere 2.0: verdeling van 100.000 nieuwe arbeidsplaatsen per stadsdeel Business-to-consumer Ten zuiden van het knooppunt A6/A27 passen consumentengerichte activiteiten, zoals grootschalige perifere detailhandel met onder andere een megamall, gespecialiseerde flagshipstores, winkels met bijzondere merken en winkelconcepten met leisure component, grootschalige detailhandelsvestigingen, afhaalmagazijnen van internetwinkels en showrooms. Kantoren in het blauw Voor hoogwaardige kantorenparken zijn kansen ten zuidwesten van de knoop A6/A27 en bij Almere Weerwater. De kantoren staan in een waterrijke omgeving, mogelijk zelfs op poten in het water, en ze zijn goed zichtbaar vanuit de omgeving. Kantoorvilla’s In de nieuwe villawijken aan de oostkant van de stad passen kantoorvilla’s. Het Kantoorvillapark krijgt de sfeer van oude lanen als de Utrechtseweg in Zeist of de Amersfoortsestraat tussen Utrecht en Amersfoort. De gebruikers zijn kleine of middelgrote organisaties met specialistische diensten. Binnenstedelijke kantoorlocaties Binnenstedelijke kantoorlocaties komen in Almere Pampus en Oosterwold. Bij de entree van de wijk zijn het kleinschalige ontwikkelingen voor kleinschalige bedrijvigheid, zoals ondernemers uit de wijk en wijkgerichte voorzieningen (fitness, wijkzorgcentrum). Bedrijvigheid in de woonomgeving In de nieuwe stadsdelen zal wordt ingezet op werken aan huis en in de wijk. Hiervoor kunnen de nieuwe stadsdelen plaats bieden aan circa 25.000 arbeidsplaatsen. Almere 2.0 brengt de stedelijke voorzieningen op het peil dat bij een stad van deze omvang hoort. Het gaat om lokale voorzieningen en om voorzieningen en attracties, die vanuit de hele regio of het hele land publiek trekken. Hoger onderwijs en culturele voorzieningen krijgen ruimte in het centrum. In Almere Weerwater is plaats voor een grote publiekstrekker. In Almere Oosterwold passen zowel grootschalige als kleinschalige vormen van groene recreatie en toerisme, terwijl sport en waterrecreatie op hun plaats zijn in Poort en Pampus. Hiernaast beschikt Almere 2.0 over een aantal reservelocaties voor toekomstige -nu nog onbekende- grootschalige concepten. 121 6. Programma 6.4 Wonen 122 6. Programma 6.4 Wonen 123 6.4 Wonen 1. Almere 1.0: 80.000 woningen De stad heeft een overwegend suburbaan karakter 2. Almere 2.0: 140.000 woningen. Een eerste stap naar meer differentiatie door vergroting van het aandeel stedelijke en landelijke woonmilieus 1. 2. Almere 2.0: verdeling van 60.000 nieuwe woningen per stadsdeel Almere 2.0 draagt bij aan de regionale woonbehoefte. Ditmaal gebeurt dat door juist niet overwegend suburbaan te bouwen, maar door nadrukkelijk te kiezen voor stedelijke en landelijke woonmilieus. De nieuwe delen van de stad voegen afwijkende woonmilieus toe aan Almere: stedelijk in het westen, landelijk in het oosten. Bij een groei van 80.000 naar 140.000 woningen neemt het aandeel ‘suburbaan’ af van 90 naar 65 procent. In de verdere uitwerking van het woonprogramma gelden de eisen van sociale duurzaamheid en betaalbaarheid (dertig procent sociale woningbouw). Daarnaast ontstaan verschillende mogelijkheden om wonen en werken te combineren. Het programma ‘IkbouwmijnhuisinAlmere’ krijgt de ruimte. Zo wordt het woningbestand in de loop der tijd ‘van onderop’ steeds verder verfijnd en gedifferentieerd. Aantal woningen per deelgebied Deelgebieden Best. stad/Poort Pampus IJland Weerwater Hout-Noord Polder Totaal Aantal woningen per woonmilieu 2010-2015 6.000 1.000 0 0 3.000 0 10.000 2015-2020 4.000 7.000 0 0 2.000 3.000 16.000 2020-2025 1.000 6.000 5.000 1.000 1.000 3.000 17.000 2025-2030 0 6.000 5.000 1.000 1.000 4.000 17.000 Totaal 11.000 20.000 10.000 2.000 7.000 10.000 60.000 Aantallen Centrumstedelijk Centrumrand Woonstraatwijk Villawijk Landelijk Totaal 2010-2015 1.550 1.550 6.300 300 300 10.000 2015-2020 3.250 3.250 6.700 1.100 1.700 16.000 2020-2025 3.300 7.300 3.800 1.000 1.600 17.000 2025-2030 3.100 7.100 3.400 1.300 2.100 17.000 Totaal 11.200 19.200 20.200 3.700 5.700 60.000 6. Programma 6.5 6.5 Almere 3.0 Almere 3.0 124 6. Programma 6.5 Almere 3.0 Reserveringen voor Almere 3.0 Schaal Regionale weginfrastructuur Almere 3.0 Omschrijving 1. Opwaardering N30 naar A30 richting Barneveld 2. Bypass A27 3. Tunnelverbinding Almere-Purmerend als onderdeel van optie voor buitenring metropoolregio Amsterdam 4. Verbinding Schiphol-Hilversum als onderdeel van optie voor buitenring metropoolregio Amsterdam 5. IJmeerweg, parallel aan IJmeerlijn 6. Verbinding IJmeerweg-A10 Noord als onderdeel van koppeling ring Amsterdam en ring Almere Almere 2.0 is geen blauwdruk die de ontwikkelingen tot in detail vastlegt. Het biedt juist ruimte. Ook zal er tegelijkertijd ruimte moeten blijven voor volgende generaties. Hiervoor worden strategische reserveringen vastgelegd met mogelijk een grote betekenis voor de toekomst na 2030. Almere 2.0 is geen blauwdruk en maakt verschillende ontwikkelingsrichtingen in de toekomst mogelijk. De reserveringen hebben een verschillende vorm in de verschillende deelgebieden. Op Almere IJland worden één of meerdere eilanden vrijgehouden, binnen Almere Pampus een deel van de plots, in Almere Weerwater een geconcentreerd deel en in Almere Oosterwold de gebieden in de invloedssfeer van de toekomstige Stichtselijn. Naast deze potentiële ontwikkellocaties wordt ruimte gereserveerd voor mogelijke toekomstige uitbreidingen van infrastructuur, grootschalige recreatieve voorzieningen en bedrijventerreinen. Schaal Regionaal openbaar vervoer Almere 3.0 Omschrijving 1. Doortrekken IJmeerlijn via Weerwater (1a) of Parkwijk (1b) naar Hout Noord, verlenging Stichtselijn naar Utrecht 2. HSL-verbinding via A6-corridor naar Groningen/Hamburg 3. Flevolink Schaal Lokaal openbaar vervoer Almere 3.0 Schaal Omschrijving Kleine cirkeltram van Pampus, via Kustzone Poort, NS-Station Poort, Haven, Zuidoever Weerwater, Almere Centraal en terug naar Pampus. Omschrijving Ontwikkellocaties Almere 3.0 Hout-Zuid Almere Weerwater 2e fase IJland 2e fase A6/A27 A27/A30 A6/A27 IJland Ontwikkellocatie bedrijventerreinen Ontwikkellocatie grootschalige recreatieve voorzieningen 125 6. Programma 6.5 Almere 3.0 Driesterrenattracties Almere leent zich voor het bieden van ruimte aan grootschalige (inter)nationale evenementen en grootschalige concepten op wetenschappelijk, commercieel en recreatief gebied. Voorbeelden zijn: - Almere Olympische Stad 2028 Nederland denkt na over kandidaatstelling voor de Olympische Spelen in 2028. Hiervoor zijn nieuwe sportaccommodaties nodig. Almere heeft een gunstige ligging: dicht bij Amsterdam, midden in Nederland en Almere heeft ruimte. 126 6. Programma Voor de toekomstige ontwikkeling van Almere 3.0 zijn op basis van de reserveringen in deze Structuurvisie verschillende ontwikkelingsrichtingen mogelijk: Almere zou de gereserveerde ruimten open kunnen houden voor een verdere ontwikkeling van de infrastructuur om een maximale hoeveelheid gebouwd programma aan te kunnen trekken en zich verder te kunnen verdichten - Randstad Meeting Point Er is in de noordelijke Randstad behoefte aan ruimte voor congressen, beurzen en grote indoorevenementen. De grootste aanbieder, de RAI, kan de vraag niet aan. Er is behoefte aan meer capaciteit, bijvoorbeeld in Almere: dicht bij Amsterdam en goed bereikbaar. - Tivoli Almere Het attractiepark Tivoli in Kopenhagen biedt vermaak en ontspanning voor miljoenen bezoekers. Met 400.000 bloemen in bloei, 135.000 planten en 115.000 lichtbollen is het een sprookjesachtige omgeving. De combinatie van tuinen, attracties en water maakt Tivoli tot een gewilde bestemming voor een breed publiek. Vooralsnog ontbreekt een dergelijk verblijfsmilieu binnen de noordelijke Randstad. Almere biedt hiervoor mogelijkheden. Almere zou de gereserveerde ruimten open kunnen houden en in kunnen zetten voor het houden van een grootschalig publiek event als de Floriade, wat daarna als collectie van parken over zou kunnen blijven, of als de Olympische spelen, waardoor een serie sportclusters in de stad toegevoegd wordt Almere zou haar reserveringen in kunnen zetten voor een verdere differentiatie en specifieke invulling per gebied 6.5 Almere 3.0 127 6. Programma 6.6 Plankaart 128 6. Programma 6.6 Plankaart De samenvoeging van de Schaalsprongas en de ruimtelijke programma’s resulteert in de plankaart Almere 2.0. De plankaart is opgebouwd uit een aantal lagen. De basis is de kaart van het bestaand stedelijk gebied inclusief alle vastgelegde ontwikkelingen. Hieraan zijn de ruimtelijke reserveringen voor Almere 2.0 toegevoegd. Dit betreft reserveringen voor infrastructuur, groenblauwe hoofdstructuur en ontwikkelingsgebieden. De volgende laag betreft de reserveringen voor Almere 3.0. Dit zijn reserveringen op de lange termijn voor extra ontwikkelingsgebieden, verbindingen en groenblauwe structuur. Vervolgens staan op de kaart aangegeven: de opwaardering van bestaande groene elementen, de infrastructuur van het bestaand stedelijk gebied en de hoofdlijnen van de gebiedsontwikkelingen langs de Schaalsprongas. Bij elkaar vormen deze lagen de plankaart van de Concept Structuurvisie Almere 2.0. Deze plankaart heeft geen formele planologische status. Bestaande stad Op te waarderen elementen en gebieden Almere 2.0 Nieuwe elementen en gebieden Almere 2.0 6.6 Plankaart 129 6. Programma 6.6 Plankaart 130 6. Programma Reserveringen infrastructuur Reserveringen programma Reserveringen landschap Reserveringen Almere 2.0 totaal 6.6 Plankaart 131 De Schaalsprongas 132 133 Concept Structuurvisie Almere 2.0 134 135 7 136 137 Uitwerkingen 7. Uitwerkingen 7.1 Inleiding 138 7. Uitwerkingen 7.2 Raamwerk 7.1 Inleiding 7.2 Raamwerk In dit hoofdstuk staan de gebiedsuitwerkingen. Achtereenvolgens komen het raamwerk van infrastructuur en de groenblauwe hoofdstructuur, de nieuwe stadsdelen en het bestaand stedelijk gebiedsdelen aan de orde. De beschrijvingen bevatten een mogelijke inrichting van de gebieden. De uitwerkingen bevatten geen vastgezet eindbeeld, maar een ontwikkelingsconcept. Binnen dit concept zijn meerdere invullingen mogelijk. Hiermee worden de potenties van Almere 2.0 zichtbaar; zowel als kansen voor de regio als kansen voor Almere. Het raamwerk van de stad is opgebouwd uit de hoofdinfrastructuur en de groenblauwe hoofdstructuur. Het oorspronkelijke raamwerk is opgezet voor een stad met maximaal 250.000 inwoners. Voor de Schaalsprong wordt dit draagvermogen verstevigd, zodat het is toegerust op 350.000 inwoners. Achtereenvolgens volgt een beschrijving van de capaciteitsuitbreiding van de A6 en de Flevolijn, de IJmeerlijn met Stichtselijn en tot slot de aanpassingen voor de groenblauwe hoofdstructuur. 139 7. Uitwerkingen 7.2 Raamwerk 7.2.1 A6 7.2.1 A6 De verbreding van de A6 verbetert de bereikbaarheid van de stad en maakt nieuwe ontwikkelingen mogelijk. Het weggebruik op de corridor Schiphol - Amsterdam - Almere is de afgelopen vijftien jaar sterk gegroeid. De capaciteit van de corridor is ontoereikend. Op de A6 in Almere staan weggebruikers bijna dagelijks vast. Door de Schaalsprong zal het weggebruik verder toenemen. In oktober 2007 heeft het Kabinet besloten om de capaciteit van de corridor - of de Schaalsprong doorgang vindt of niet- uit te breiden. Dit vindt plaats voor 2017. De nieuwe A6 krijgt ter hoogte van Almere een opzet van doorgaande rijbanen (regionale functie) en parallelle banen (lokale functie). Hiermee wordt de A6 verbreed van 2x2 naar 4x2 rijbanen. Een dergelijk ingreep is in potentie een risico; het kan de stad in tweeën splitsen en het kan wenselijke ontwikkelingen letterlijk in de weg staan. Daarom wordt de verdubbelde A6 op zorgvuldige wijze ingepast in de bestaande en geplande structuur van de stad. 140 7. Uitwerkingen 7.2 Raamwerk 7.2.1 A6 Strategische locaties langs de A6 zijn de aansluitingen met de verbindingen naar de stadsdelen. Deze bevatten een ontwikkelingskans voor Almere. De vier locaties zijn: -Poort van Flevoland (Hollandsebrug) - Almere Weerwater - Almere Oosterwold - Ecoduct Oostvaarderswold De ontwikkeling van de dwarsverbindingen - de bruggen en tunnels onder en over de A6 - zorgen ervoor dat de stad een eenheid wordt: de ritssluiting van Almere. Ten tijde van de aanleg van de A6 waren de tunnels onder de A6 veelal recreatieve verbindingen van de stad naar het buitengebied. Met de Schaalsprong worden deze routes binnenstedelijke verbindingen: van stadsdeel naar stadsdeel. De verbindingen zijn belangrijk voor de coherentie van het stedelijke gebied. De verbreding van de A6, de verdere groei van Almere en de ontwikkeling van de strategische locaties vereisen aanpassingen aan de onderdoorgangen. Door de verbreding van de A6 worden onderdoorgangen langer. Dit vraagt in het ontwerp aandacht voor sociale en verkeersveiligheid. De groei van Almere veroorzaakt meer en ander lokaal stadsverkeer. Dit leidt tot uitbreiding van het aantal dwarsverbindingen. 141 142 143 7. Uitwerkingen 7.2 Raamwerk 7.2.2 Flevolijn 7.2.2 Flevolijn 144 7. Uitwerkingen 7.2 Raamwerk 7.2.2 Flevolijn delen. Het doel is om de spoorverbreding zorgvuldig in te passen - met name met oog op de aangrenzende bebouwing - en de barrièrewerking voor de stad zo veel mogelijk te beperken. Gezien de geringe ruimte tussen bestaand spoor en omringende bebouwing lijkt parallelle spooruitbreiding het meest haalbaar. Hiermee wordt het spoor aan weerszijden met ongeveer tien meter verbreed. Hier bovenop komt een veiligheidszone van dertig meter aan weerszijden van het spoor. In deze zone is geen permanente verblijfsruimte toegestaan. Het aantal treinen neemt toe van acht naar twaalf per uur in beide richtingen. De capaciteitsuitbreiding van het bestaande spoor - de Flevolijn - is onderdeel van het RU-project OV SAAL (Schiphol - Amsterdam - Almere - Lelystad). Door de Schaalsprong neemt het aantal reizigers toe met tweehonderd procent. Hiervoor biedt het huidige spoor onvoldoende capaciteit. Voor een betere en snellere verbinding tussen Flevoland en Amsterdam zal het Kabinet de Flevolijn uitbreiden. Dit betekent voor Almere een gedeeltelijke verdubbeling van het spoor (2013). Mogelijk zal later het gehele tracé van de Flevolijn in Almere viersporig worden. De gedeeltelijke uitbreiding van het spoor is voor het treinverkeer van Almere naar Amsterdam een substantiële verbetering. Intercity’s en stoptreinen kunnen onafhankelijk van elkaar gebruik maken van het traject. De frequentie van het aantal treinen per uur wordt hiermee zodanig opgevoerd dat zonder spoorboekje kan worden gereisd tussen Schiphol, Amsterdam en Almere. De uitbreiding heeft in Almere consequenties voor het ruimtebeslag, de zestig kruisingen en de zes stations. Vergelijkbaar met de verdubbeling van de A6 bestaat ook hier het risico op barrièrewerking. Het spoor verdeelt de stad in twee Op dit moment is het spoor een langgerekt groen lint dat door Almere loopt. Onderdelen zijn het groene spoortalud, aanliggende groenzones en het spoorbaanpad als doorgaande fietsroute. Deze groene lijn door de stad heeft een recreatief en parkachtig karakter. Het park verbindt voor de fietser de aanliggende stadsdelen. Bij de spoorverdubbeling wordt deze groene ruimte verdergaand ingericht. Dit wordt De Lijn genoemd. Hierin worden groene taluds van het spoorlichaam en de noodzakelijke groene geluidsschermen opgenomen. De Lijn wordt verbonden met de kruisende groenstructuren uit de omliggende wijken en stadsdelen. Het maximaliseren van de groenvoorzieningen is de ambitie voor de inpassing van het spoor. Samen met de inpassing worden de zestig kruisingen opgewaardeerd, met het doel Almere noord en zuid met elkaar te verbinden. Middelen voor deze opwaardering zijn hoogwaardig materiaalgebruik, een lichtplan en incidenteel het verbreden van de onderdoorgang. De Flevolijn bedient zes stations in de verschillende stadsdelen van Almere en een evenementenstation aan de kust van Poort. Met de ontwikkeling van de kustboulevard van Almere Poort moet dit evenementenstation definitief worden ingepast. 145 7. Uitwerkingen 7.2 Raamwerk 7.2.2 Flevolijn 146 7. Uitwerkingen Onderdoorgangen Zes categoriën onderdoorgangen Dijklichaam en knelpunten Groen talud Voorbeelduitwerking: Nieuwe situatie station Parkwijk Stations 7.2 Raamwerk 7.2.2 Flevolijn 147 148 Visiekaart Flevolijn Flevolijn + Spoorverdubbeling + Inpassing IJmeerlijn + Continue groen talud + Opwaardering onderdoorgangen + Opwaardering stations 149 150 151 152 153 7. Uitwerkingen 7.2 Raamwerk 7.2.3 IJmeerlijn en Stichtselijn 7.2.3 IJmeerlijn en Stichtselijn 154 7. Uitwerkingen 7.2 Raamwerk 7.2.3 IJmeerlijn en Stichtselijn op dit ene punt bij elkaar. Dit komt niet ten goede aan het functioneren van de infrasystemen en de ontwikkeling van de regio. Met een enkele verbinding via de Hollandsebrug zal Almere door haar perifere ligging slechts ten dele onderdeel zijn van de metropoolregio. Met oog op de versterking van de regio - één van de doelstellingen van de Schaalsprong - is het noodzakelijk aansluiting te maken op het metropolitane netwerk. De IJmeerlijn verankert Almere in dit netwerk, waardoor ruimtelijke, economische en sociale structuren letterlijk en figuurlijk met elkaar worden vervlochten. De IJmeerlijn verbindt de inwoners van Almere met de economische en culturele centra van de Metropoolregio. De IJmeerlijn is onderdeel van het RU-project OV SAAL. Voor de uitbreiding van het spoor op het traject Schiphol - Amsterdam - Almere - Lelystad op de lange termijn - na 2020 - onderzoekt het Rijk de mogelijkheden. Onderdeel hiervan is de studie naar de IJmeerlijn. De IJmeerlijn verbindt de ongeveer 100.000 tot 150.000 inwoners van Almere IJland, Almere Pampus en IJburg met de economische en culturele centra van de Metropoolregio. Er komt een rechtstreekse verbinding tussen Almere Centrum, Amsterdam-Zuidoost, Amsterdam-Zuidas en Schiphol. Met één overstap zijn Amsterdam-Centrum, Amstelveen, Amsterdam-West en Almere Haven binnen handbereik. Daarbij vergroot de lijn de betrouwbaarheid van het gehele regionale vervoersnet. Door de hoge frequentie waarmee de treinen of metro’s gaan rijden is er een lage instapdrempel die bijdraagt aan een betere modal split. Almere wordt met IJmeerlijn een OV stad. In Almere wordt de IJmeerlijn opgenomen in het tracé van de Muziekdreef en wordt voor Almere Centrum aangesloten op de Flevolijn. Bij de realisatie van de IJmeerlijn aan de Amsterdamse zijde vormen de passages op IJburg, het Diemerzeedijkpark en het IJmeer belangrijke aandachtspunten voor de inpassing van de lijn. De keuze voor een ondergrondse of bovengrondse ligging van de lijn op IJburg is een principekeuze: de gifbelt die IJburg ooit was en het fijnmazige stratenpatroon van de Amsterdamse wijk staan niet toe dat de lijn tussentijds van ondergronds naar bovengronds overgaat. Beide opties - boven en onder de grond - zijn mogelijk. Voorlopige berekening vervoerwaarde IJmeerlijn De ideeën voor een verbinding tussen Almere en Amsterdam over het IJmeer zijn zo oud als de plannen voor Almere zelf. Het Structuurplan voor de Zuidelijke IJsselmeerpolders uit 1961 voorzag in een aantal verbindingen tussen het nieuwe en het oude land. Naast de uiteindelijke gerealiseerde verbindingen over de Hollandsebrug en Stichtsebrug zouden er op termijn verbindingen via het IJmeer en de Markerwaard komen. De inpoldering van de Markerwaard ging niet door en het snel groeiende Almere werd steeds sterker afhankelijk van de twee bestaande bruggen. Voor de aansluiting met de metropoolregio Amsterdam is de Hollandsebrug een bottleneck. Alle vervoersbewegingen - regionaal en lokaal, auto, trein, bus en fiets - tussen Zuidwestelijk Flevoland en de metropoolregio Amsterdam komen Voorlopige - in het kader van OV-SAAL uitgevoerde - berekeningen van de vervoerwaarde van de IJmeerlijn leveren een aantal interessante uitkomsten: - de aanleg van een IJmeerlijn leidt in 2030 bij een westelijke uitbreiding van Almere (scenario Waterstad) tot een reizigersgroei van 10-20% tussen Flevoland en het ‘vaste’ land op de doorsnede Hollandse Brug/IJmeer; - Naar verwachting zullen dan ca. 40-50.000 reizigers per etmaal gebruik maken van de IJmeerlijn; - Het aantal reizigers over de bestaande lijn via de Hollandse Brug zal in dat geval groeien naar ca. 80.000 per etmaal. - Zonder IJmeerlijn zullen ruim 110.000 reizigers gebruik maken van de bestaande lijn, die dan ook aanzienlijk zal moeten worden uitgebreid. 155 7. Uitwerkingen 7.2 Raamwerk 7.2.3 IJmeerlijn en Stichtselijn De IJmeerlijn wordt verlengd naar Utrecht via Almere Oosterwold en de Stichtsebrug. Dit is de Stichtselijn. De combinatie van Stichtselijn en IJmeerlijn vormt een hoogfrequente tangentiële vervoersader, die de gehele noordelijke Randstad bedient. In kader van het project AGU (Almere - Gooi - Utrecht) onderzoekt het Rijk de mogelijkheden voor de Stichtselijn. De Stichtselijn heeft een vergelijkbare metropolitane betekenis als de IJmeerlijn. Deze lijn zorgt voor een verdergaande vervlechting van de economische en sociale structuren met de Utrechtse regio. Er zijn momenteel meerdere tracés in Almere in studie voor de Stichtselijn. De Stichtselijn is faseerbaar en opschaalbaar. In eerste instantie eindigt de spoorlijn in Hout Noord. Deze lijn krijgt een vervolg; een hoogwaardige busverbinding via Huizen en Hilversum naar Utrecht. Deze busverbinding kan op later moment opgewaardeerd worden naar een spoorverbinding. 156 7. Uitwerkingen 7.2 Raamwerk 7.2.3 IJmeerlijn en Stichtselijn Overzicht mogelijke principedoorsnedes voor de aanlanding op IJland Bestaande situatie dijk Ophogen binnendijks tot op dijkniveau. Bij optie tunnel wordt (plaatselijk) een nieuwe waterkering aangelegd (kanteldijk) Tunnel door ‘sleuf’ (zonder dak) in ophoging Dwarsverbindingen als eenvoudige kunstwerken over ‘sleuf’ Overzicht mogelijke principedoorsnedes over gehele trace IJmeerlijn: bovengronds, ondergronds of als combinatie Aanlanding brug, los van dijk Hoge ligging in Pampus Binnendijks Overzicht mogelijke principedoorsnedes voor de aanlanding op de dijk van de Flevopolder ter plaatse van Pampus Tunnel komt boven op natuur/recreatie eiland. Vervolg hoge ligging over eiland, dijk en binnendijks onder ophoging binnendijks Tunnel komt boven op natuur/recreatie eiland. Vervolg hoge ligging over eiland, dijk en binnendijks Met ophoging binnendijks Tunnel komt boven op eiland, passeert de dijk over de kruin en blijft op dezelfde hoogte in Pampus Binnendijks. Ongelijkvloerse kruisingen in stedelijk gebied (bruggen of tunnels) 157 Tracé IJmeerlijn en Stichtselijn 158 159 Uitzicht over het IJmeer vanaf het eiland Pampus: de IJmeerlijn loopt in een tunnel onder het IJmeer door 160 161 7. Uitwerkingen 7.2 Raamwerk 7.2.4 Stedelijke hoofdinfrastructuur 7.2.4 Stedelijke hoofdinfrastructuur De capaciteit van de hoofdinfrastructuur wordt uitgebreid om de lokale bereikbaarheid te garanderen. De verdubbeling van de stad betekent dat de capaciteit van de hoofdinfrastructuur onder druk komt te staan. Deze is berekend op maximaal 250.000 inwoners. Door de ruimtelijke opzet kan de capaciteit van de hoofdinfrastructuur echter worden uitgebreid zonder dat er grote ingrepen in het bestaand stedelijk gebied noodzakelijk zijn. De gescheiden infrastructuur voor fiets, bus en auto wordt ook in de nieuwe stadsdelen doorgezet. Zo blijft Almere de fiets- en OV stad, die het nu al is. In de dunner bebouwde delen van Almere Oosterwold wordt er waar dat kan pragmatisch mee omgegaan. De busbanen zijn zo aangelegd dat vertramming mogelijk is. Uit de vervoersstudies blijkt dat vertramming tot 2030 nog niet aan de orde zal zijn. Om het OV-gebruik verder te optimaliseren zullen ook de overstapvoorzieningen en de P&R-mogelijkheden op de stations gelijke tred houden met de groei van de stad. 162 7. Uitwerkingen 7.2 Raamwerk 7.2.4 Stedelijke hoofdinfrastructuur De Hoge Ring, de Tussenring en de Waterlandse weg vormen het hoofdverkeerssysteem van Almere. Deze wegen zijn in eigendom en beheer bij de Provincie Flevoland. Er is gekozen voor het uitgangspunt dat de ‘ringen moeten draaien’. Knelpunten op de ringen hebben immers impact op een groot deel van de reizende Almeerders en kunnen tot knelpunten elders in de stad leiden. Dit betekent dat de Hoge Ring in het westen tussen de A6 en de afslag naar Pampus/Muziekwijk verbreed wordt naar twee maal drie rijstroken. Ook het deel van de Tussenring nabij de A6 wordt verbreed. Voor het resterende (westelijke) deel van de Hoge Ring tot aan de Tussenring en de Tussenring zelf wordt volstaan met het ongelijkvloers maken van de kruisingen. Ook de Waterlandse weg wordt verbreed naar twee maal twee rijstroken. Op de dreven, die de wijken en stadsdelen van Almere verbinden, worden doorstromingsmaatregelen genomen. Dit heeft vooral betrekking op het aanpassen van de kruispunten. In het centrum ontstaat bij de Schaalsprong een verkeersknelpunt. Het centrum gaat in Almere 2.0 substantieel meer bezoekers aantrekken. Het krijgt een regionale functie. De oplossing voor het verkeersknelpunt is het sluiten van de Centrumring achter het station. Ook de toegangen vanuit het noorden en het zuiden naar het centrum van Almere Buiten moeten als gevolg van de uitbreiding aan de oostflank van Almere worden verruimd. 163 7. Uitwerkingen 7.2 Raamwerk 7.2.5 Groenblauwe hoofdstructuur 7.2.5 Groenblauwe hoofdstructuur De groenblauwe hoofdstructuur wordt versterkt als drager van de meerkernige stad. De stad gaat de verbinding met het landschap en het water aan. Almere gaat functioneren als een ecologisch landschap. De interne groenblauwe hoofdstructuur wordt versterkt en doorontwikkeld. Iedere groene wig krijgt een eigen programma, groeninrichting en beheer. Een netwerk van fiets- en wandelroutes door parken en stadsbossen verbindt de stad met het ommeland. Almere vult het metropolitane landschap aan en verankert zich ruimtelijk in de metropoolregio door de ontwikkeling van drie regioparken. Langs de kust van het Gooi- en IJmeer wordt het Waterpark aangelegd, aan de oostzijde komt de Poldertuin en het Oostvaardersland wordt een keten van polderplassen en -bossen. Aan de kust van het IJmeer en Gooimeer worden de krachten van water, ecologie, recreatie, landschap en verstedelijking gebundeld in het Waterpark. De aanleg van ecologische vooroevers en luwtedammen moet de ecologische kracht van het IJmeer en Markermeer verbeteren, zodat de kust in de toekomst verder verrijkt kan worden met stranden, vlonders en wooneilanden. Er ontstaat een landschap dat zowel vanuit het oogpunt van de natuur als dat van de stadsbewoner waardevol is. 164 7. Uitwerkingen 7.2 Raamwerk 7.2.5 Groenblauwe hoofdstructuur De Poldertuin zet in op stadslandbouw in een fijnmazig en toegankelijk landschap. Te denken valt aan landgeoederen, zorgboerderijen, educatie of verkoop van voedsel van eigen grond. Zo ontstaat er op bestaande en nieuwe erven ruimte voor wonen en werken. Daarnaast wordt dwars door de polder het nieuwe landschapspark Eemvallei aangelegd. Het Oostvaarderswold vormt de nieuwe natuurlijke oostgrens van de stad en wordt met Almere Oosterwold verbonden door wandel- en fietspaden, die ook de bereikbaarheid van het achterliggende agrarisch middengebied garanderen. Het gebied wordt ingericht als toegankelijk moeraslandschap. De bestaande bossen (Horsterwold, Almeerderhout) worden met elkaar verbonden en daarmee opgenomen in de bossenreeks in de zuidrand van de Flevopolder. Binnen de stad richt de aandacht zich op de vier groene wiggen rondom de ontwikkelgebieden Pampus en Oosterwold: Pampushout Zuid (Poorthout), Pampushout Noord, Trekwegzone en Almeerderhout. Deze gebieden liggen nu nog in het buitengebied, maar straks midden in de stad. Pampushout Noord en Almeerderhout krijgen daarbij bijzondere aandacht. Deze wiggen lopen als een groene ruggengraat dwars door Almere en verbinden zo de nieuwe wijken met het Stadshart en het Weerwater, dat het centrale stadspark van Almere wordt. De route langs de Weerwateroever, die afwisselend parkachtig en stenig is, wordt aangevuld met nieuwe bruggen. De raakpunten van de verschillende wiggen met het Weerwater worden gemarkeerd met bijvoorbeeld een paviljoen of museum. Bij de Trekwegzone wordt een voorinvestering in het nieuwe polderkamerlandschap gedaan, door aanleg van bede bomenlanen, wadi’s en groene taluds. In de groene structuur ontstaan nu de eerste vormen van stedelijkheid. Stadslandgoed de Kemphaan, het Boathouse aan de Noorderplassen en de Schouwburg aan het Weerwater zijn sprekende voorbeelden. Het zijn iconen in het landschap; het landschap versterkt de kwaliteit van het gebouw en omgekeerd versterkt de architectuur van het gebouw de beleving van het landschap. Door het ontwikkelen van dergelijke iconen op strategische plekken aan de kust, aan het Weerwater en in de karakteristieke landschappen, wordt de ambitie van Almere om stad en natuur te combineren overtuigend neergezet. Er wordt een Blauwe As gerealiseerd die het Gooimeer en Almere Haven via het Weerwater, de Leeghwaterplas en de Noorderplassen met het Markermeer verbindt. Hiermee wordt een regionaal rondje voor boten (zonder mast) via Almere mogeljk gemaakt. Dit kan leiden tot economische impulsen langs de route zoals bij Almere Haven en Waterwijk. De Eemvallei wordt bevaarbaar, waterlopen worden gebruikt voor recreatievaart. Langs de oevers komt ruimte voor initiatieven van ondernemers. 165 166 Verbeelding Oostvaardersland 167 168 7. Uitwerkingen 7.3 Nieuwe gebieden 7.3 Nieuwe gebieden Zoals de bestaande as van de A6 en de Flevolijn de ruimtelijke drager is waarlangs de huidige kernen zich in de afgelopen decennia hebben ontwikkeld (Almere Haven, Almere Stad, Almere Buiten en Almere Poort), is de nieuwe Schaalsprongas, gevormd door de IJmeerlijn en de Stichtselijn, de drager van de nieuw te ontwikkelen gebieden. Waar de Schaalsprongas een robuuste keuze is in ruimte en tijd, kenmerkt de ontwikkeling van de gebieden langs deze as zich door flexibiliteit, wendbaarheid en aanpasbaarheid. Hier kunnen gespreid in de tijd keuzen worden gemaakt over programma, fasering en het ruimtelijk concept. Dit hoofdstuk beschrijft - in de volgorde van ligging aan de Schaalsprongas - de potentie, het profiel en het indicatieve programma van de gebieden: Almere IJland, Almere Pampus, Almere Centrum, Almere Weerwater en Almere Oosterwold. 169 7. Uitwerkingen 7.3 Nieuwe gebieden 7.3.1 Almere IJland 170 7. Uitwerkingen 7.3 Nieuwe gebieden 7.3.1 Almere IJland Ontwikkeling IJmeerverbinding + Ontwikkeling ecologie + Ontwikkelpotentie IJland Almere IJland benut de kans die de combinatie van de IJmeerlijn en het ecologisch herstel van het IJmeer en het Markermeer biedt. Met de realisatie van de Schaalsprong komt in het noordelijk deel van de Randstad een focus op het IJmeer te liggen. De huidige ecologische kwaliteiten van het IJmeer en Markermeer zijn, als gevolg van de ingrepen voor de Zuiderzeewerken, marginaal. Het gebied van Markermeer-IJmeer-Vechtplassen-Waterland heeft de potentie om te transformeren tot het Blauwe Hart. Het is een kwaliteitsimpuls voor de noordelijke Randstad met het formaat van het Groene Hart. De ontwikkeling van het Blauwe Hart draagt bij aan de ontwikkeling van een sequentie van grootschalige landschappen van het Waddengebied, het IJsselmeer met zijn omliggende gebieden, via het Blauwe Hart, het Groene Hart, de Biesbosch tot aan de Zeeuwse delta. Almere IJland komt voort uit een kans die wordt gecreëerd door de combinatie van de noodzakelijke nieuwe vervoersas voor de Schaalsprong (IJmeerlijn) en het noodzakelijke ecologische herstel van het IJmeer en Markermeer. De IJmeerlijn is nodig om stedelijke milieus te kunnen creëren, die op korte afstand van Amsterdam liggen. = IJland 7.3.1 Almere IJland 171 7. Uitwerkingen 7.3 Nieuwe gebieden 7.3.1 Almere IJland 172 7. Uitwerkingen Uitgangspunten voor de ontwikkeling van IJland IJland respecteert de randvoorwaarden IJland respecteert het landschap IJland draagt bij aan het natuurlijk systeem op grote schaal IJland bouwt met de natuur 7.3 Nieuwe gebieden 7.3.1 Almere IJland 173 7. Uitwerkingen 7.3 Nieuwe gebieden 7.3.1 Almere IJland 174 7. Uitwerkingen Uitgangspunten voor de ontwikkeling van IJland IJland stimuleert, maar heroverweegt mobiliteit IJland is een unieke, diverse en rijke waterstad IJland is flexibel en evolutionair IJland creëert gezonde systemen 7.3 Nieuwe gebieden 7.3.1 Almere IJland 175 Uitwerkingen 7. 7.3 Nieuwe gebieden 7.3.1 Almere IJland Uit de sociaal-economische effectverkenning blijkt dat een IJmeerlijn een positief effect heeft op het realiseren van een meer diverse bevolkingsopbouw in Almere. Tevens verbindt de as belangrijke economische kerngebieden in de metropoolregio Amsterdam met elkaar. Een reductie van de hoeveelheid slib in het IJmeer en Markermeer is noodzakelijk voor ecologisch herstel. Dit is mogelijk door de aanleg van vooroevers en het kleiner maken van de passage tussen IJmeer en Markermeer. Op het snijpunt van de noodzakelijke IJmeerlijn en de ingrepen voor een noodzakelijk ecologisch herstel van IJmeer en Markermeer ontstaat een kans om een uniek woon-, werk- en recreatiemilieu met een internationale aantrekkingskracht te creëren. Het is een ontwikkeling, die geplaatst kan worden in de historische evolutie van de Zuiderzee en IJmeer tot land; IJland. Dit nieuwe stadsdeel verbindt het stedelijke metropoolgebied met het grootschalige natuurlandschap. Een team van MVRDV, West 8 en McDonough+Partners heeft voor deze locatie een eerste uitwerking opgesteld. Deze uitwerking is in een separate publicatie opgenomen. Vertrekpunt van het ontwerpteam is dat IJland substantieel bijdraagt aan de verbetering van het natuurlijke systeem van het IJmeer en Markermeer. Het heeft positieve effecten op de reductie van slibverplaatsing, op de waterkwaliteit en op de toename van biotopen. De vernauwing tussen Waterland en Flevoland krijgt vorm door de aanleg van een grootschalig moerassig gebied, met ondieptes, rietlanden en kreken, die dienen als filter. Zij verbeteren de waterkwaliteit. De natuurinrichting leidt tot kalm en ondiep water langs de oevers. De waterkwaliteit zal hierdoor toenemen. Hierdoor ontstaat een uitstekende biotoop voor onderwaterplanten, driehoeksmossels, vissen en vogels. IJland bouwt met de natuur. In het voorstel van het ontwerpteam wordt het eiland ontwikkeld met materiaal uit een put in het IJmeer. Deze voorziet in klei voor aanleg van het natuurgebied en zand voor de bouwgrond. Het ontwikkelt een overgang tussen natuur en bewoning. De gradiënt verloopt van een dichtere bewoning rond het station van de IJmeerlijn aan de westzijde naar een dunne bewoning van het nieuwe natuurgebied aan de oostzijde. De oevers van het IJland zijn een rijk biotoop en dragen gelijktijdig bij aan de filtering van het water. IJland is een ‘natuur producerende omgeving’. Het ontwerpteam geeft aan dat de ontwikkeling van IJland kan starten met een compacte kern van 5000 woningen in een hoge dichtheid op loopafstand rond het station. Vanuit deze centrale plaats is er een netwerk van straten en bruggen, groene publieke ruimten en natuurvriendelijke verlichting. Met compacte, intiemere publieke ruimten, afgewisseld met grote open ruimten. Aan de IJmeerbaai ligt het waterfront. Het is een omgeving, die op het water is georiënteerd, met een 176 7. Uitwerkingen 7.3 Nieuwe gebieden 7.3.1 Almere IJland 177 clustering van recreatieve voorzieningen zoals haven, sportvoorzieningen, hotels, cafés, restaurants en winkels. Het is een krekenstad met natuurlijke oevers, boardwalks, bruggen en pieren. De woningen staan op grote individuele kavels, geclusterd in een gevarieerde collectie van typologieën, in collectieve blokken en in het riet. De ontwikkeling van IJland is afhankelijk van het succes. Het is mogelijk in een volgende fase tot 10.000 woningen bij te bouwen. Op IJland is er een reservering gemaakt voor nog onbekende toekomstige programma’s bijvoorbeeld een Olympisch dorp of bijzondere culturele voorzieningen. IJland heeft gezonde systemen. Het water dat wordt afgevoerd is even schoon als het water dat wordt aangevoerd. IJland genereert zijn eigen schone, duurzame energie. Bij overproductie wordt het overschot doorgeleverd aan het net. Bij de bebouwing wordt maximaal ingezet op duurzaamheid en cradle-to-cradle. Dit gebeurt onder andere door toepassing van duurzame systemen en materiaalgebruik. De nieuwste innovaties vinden hier hun weg naar toepassing. Het ontwerpteam heeft van Almere IJland een hybride tussen natuur en bewoning gemaakt. Het menselijk habitat valt samen met het natuurlijk habitat. Door natuur en bewoning te combineren met de ontwikkeling van een duurzame omgeving, heeft het de potentie zich te ontwikkelen als model voor de duurzame stad. Programma Almere IJland Woningen Werkgelegenheid Voorzieningen Arbeidsplaatsen 10.000 10 ha. netto binnenstedelijk bedrijventerrein 10 hectare grootstedelijke voorzieningen 5.000 Ruimtegebruik Almere IJland (bruto ha.) Woonwijken Bedrijventerreinen Overig bebouwd gebied Hoofd groenstructuur Water Infrastructuur 147,0 15,0 10,3 57,2 14,4 14,4 7. Uitwerkingen 7.3 Nieuwe gebieden 7.3.1 Almere IJland 178 7. Uitwerkingen Randvoorwaarden en invloeden IJland Bestaande recreatieve vaarroutes worden gerespecteerd Zoneringskaart voor de ontwikkeling van IJland De bestaande openheid van het IJmeer en het Markermeer wordt behouden Een blokkade reduceert de instroom van slib 7.3 Nieuwe gebieden 7.3.1 Almere IJland 179 7. Uitwerkingen 7.3 Nieuwe gebieden 7.3.1 Almere IJland 180 7. Uitwerkingen Randvoorwaarden en invloeden IJland Een filter garandeert de doorstroming en verbetert de waterkwaliteit en habitat verder Een offshore ontwikkeling definieert een waterfront aan de IJmeerbaai Een put in het IJmeer voorziet in lokaal bouwmateriaal IJland heeft een verder verbeterd netwerk met veren en boten over het water 7.3 Nieuwe gebieden 7.3.1 Almere IJland 181 7. Uitwerkingen 7.3 Nieuwe gebieden 7.3.1 Almere IJland 7. Uitwerkingen 182 Fasering IJland Fase 1: verdubbeling Lepelaarsplassen Fase 3: uitbreiding natuurontwikkeling en verdere ontwikkeling van blokkade en bebouwing Fase 2: ontwikkeling eerste eilanden en compacte ontwikkleing van 5.000 woningen Fase 4: verdere uitbreiding van natuur en bebouwing in een lagere dichtheid tot een mogelijk totaal van 10.000 woningen 7.3 Nieuwe gebieden 7.3.1 Almere IJland 183 185 184 Visiekaart Almere IJland Alternatief model IJland 186 187 188 189 190 191 192 193 194 195 196 197 198 199 7. Uitwerkingen 7.3 Nieuwe gebieden 7.3.2 Almere Pampus 7.3.2 Almere Pampus Met de ontwikkeling van Pampus richt de stad zich naar het IJmeer en Amsterdam. In combinatie met de IJmeerlijn is dit de fysieke uitdrukking van dubbelstad Amsterdam - Almere. Met de korte en directe verbinding naar Amsterdam en de ligging aan het IJmeer is Pampus een locatie met metropolitaan karakter. Het wordt een stadsdeel met hoge stedelijke dichtheden aan de kust, de haven en op en achter de dijk. Het benadrukt daarmee de strakke grens van de polder. Dit vormt een contrast met de kustlijn van IJland, die een natuurlijke en organische vormtaal heeft. Pampushout deelt Pampus in twee delen. Een kleiner ontwikkelingsgebied ten oosten van Pampushout en een groter gebied in de zuidwest hoek van de Flevopolder. De natuurlijke kwaliteit van dit groengebied wordt versterkt en het bos wordt omgevormd tot een kwalitatief stadspark. Het karakter van Almere Pampus is aan de kustzone (hoog)stedelijk met een gemengd programma aan een boulevard. Achter deze zone wordt er in lagere dichtheden gebouwd. Hier zijn meer grondgebonden woningen en een gemengd 200 7. Uitwerkingen 7.3 Nieuwe gebieden 7.3.2 Almere Pampus 201 woon-werkmilieu. Pampus heeft een structuur van blokken en stroken bebouwing aan dijkstraten. Deze straten komen allen uit op zowel de boulevard als in het stadspark. De stroken bebouwing hebben verschillende breedten wat een gevarieerde invulling en gefaseerde ontwikkeling mogelijk maakt. Voor de dijkstraten zijn verschillende profielen mogelijk, wisselend van brede lanen tot intieme stegen. Ze klimmen tussen de bebouwing geleidelijk omhoog tot op dijkniveau. Er ontstaat een variatie van hoogteverschillen en dynamiek in het gebied. Aan de boulevard bevindt zich onder de dijkstraten en blokken ruimte voor parkeervoorzieningen. In de stroken is ruimte gereserveerd voor de ontwikkeling van specifieke stedelijke programma’s in Almere 3.0. Hiermee kan in Pampus op later moment een verdere differentiatie en verdichting plaats vinden. Tot het moment van deze ontwikkeling hebben de reserveringen een functie als tijdelijke publieke ruimten. Twee locaties in Almere Pampus geven een extra accent. De bestaande Pampushaven krijgt een inrichting als stedelijke baai. Deze buitenhaven heeft een recreatieve functie. In het water naast en op de pier verrijst een aantal bouwblokken. De huidige natuur in Pampushaven krijgt meer luwe ruimte buitengaats. Centraal in het gebied wordt een station aan de IJmeerlijn ontwikkeld. Dit station wordt omringd door een woningbouw en werklocaties in hogere dichtheden. Programma Almere Pampus Woonwijken Bedrijventerreinen Voorzieningen Arbeidsplaatsen 20.000 110 ha. netto binnenstedelijk bedrijventerrein 15 hectare grootstedelijke voorzieningen 9.500 Ruimtegebruik Almere Pampus (bruto ha.) Bestaand Woonwijken Bedrijventerreinen Overig bebouwd gebied Hoofd groenstructuur Water Infrastructuur Te reserveren gebied 0,77 156,5 14,4 15,8 Nieuw 404,0 14,0 34,0 98,2 25,0 65,7 18,9 7. Uitwerkingen 7.3 Nieuwe gebieden 7.3.2 Almere Pampus 202 7. Uitwerkingen 7.3 Nieuwe gebieden 7.3.2 Almere Pampus Concept Bestaande groenstructuur Ontwikkelgebied Pleinen Avenue en diagonale ontsluiting Te behouden en nieuwe groengebieden IJmeerlijn en stations Verdichting langs de kust en rondom (toekomstige) stations Differentiatie en reserveringen 203 Visiekaart Almere Pampus 204 205 206 207 7. Uitwerkingen Voor de ontwikkeling van Almere Pampus zijn verschillend uitwerkingen mogelijk. Op basis van hetzelfde programma zijn alternatieve modellen voorstelbaar met verschillende specifieke kwaliteiten 7.3 Nieuwe gebieden 7.3.2 Almere Pampus 208 7. Uitwerkingen Dijkstraten Baaien Binnentuinen Combinatie 7.3 Nieuwe gebieden 7.3.2 Almere Pampus 209 210 211 212 213 214 215 Uitwerkingen 7. 7.3 Nieuwe gebieden 7.3.3 Almere Centrum 7. Uitwerkingen 216 7.3.3 Almere Centrum 7.3 Nieuwe gebieden 7.3.3 Almere Centrum Stadshart Binnen de contouren van het huidige centrum zijn nog enkele kavels in ontwikkeling. De komende twintig jaar groeit het centrum mee met de stad. De aangrenzende bedrijventerreinen Markerkant en Randstad komen binnen de invloedsfeer van het centrum te liggen. Zij transformeren geleidelijk tot een intensiever bebouwd en meer gemengd stedelijk gebied. Ten oosten van het huidige winkelgebied worden de ‘Oostkavels’ ontwikkeld met stedelijke woonblokken boven winkels en voorzieningen. De volgende ontwikkelstap voor het Stadshart is gericht op het verbreden van het aanbod. Het aanbod wordt uitgebreid met hoger onderwijs, cultuur, zorg en grootstedelijke publieke functies. Almere Centrum is de vestigingsplaats voor (kennis)instituten op gebied van architectuur, new towns en duurzaamheid. Bij het uitbreiden van het winkelapparaat gaat het niet om meer van het zelfde, maar om de toevoeging van onderscheidende formules en speciaalzaken. Ambitiekaart Centrumgebied op basis van het gebiedsprogrammaplan Stadscentrum Almere Almere Centrum is het culturele hart van de stad. Hier bevinden zich de winkels en is een concentratie van grootstedelijke publieke voorzieningen. Almere Centrum omvat het Stadshart, de stationsomgeving en het Weerwater. Programma en ruimtegebruik toevoeging Almere Stadscentrum Woningen Kantoren Voorzieningen Arbeidsplaatsen 0 230.000 m2 bvo 7 hectare grootstedelijke voorzieningen 8.500 Ruimtegebruik Almere Stadscentrum Bestaand Woningen Kantoren Voorzieningen Arbeidsplaatsen 0,77 156,5 Nieuw 404,0 14,0 34,0 98,2 217 7. Uitwerkingen 7.3 Nieuwe gebieden 7.3.3 Almere Centrum 218 7. Uitwerkingen Stationsomgeving 7.3 Nieuwe gebieden 7.3.3 Almere Centrum Station Almere Centrum Het ontbreekt het huidige station Almere Centrum en zijn omgeving aan de stedenbouwkundige en architectonische kwaliteiten die passen bij dé hoofdentree en hét transferstation van de toekomstige vierde of vijfde stad van Nederland. Het station groeit mee met de ontwikkeling van de stad, zowel in capaciteit als kwaliteit. De opgave voor Almere Centrum bestaat zowel uit de doorontwikkeling tot een multimodaal knooppunt als het realiseren van een aantrekkelijke stationsomgeving dat is afgestemd op de verdere ontwikkeling van het Almere Centrum. Gezien de onzekerheden en de lange doorlooptijd wordt een flexibele ontwikkelingsstrategie opgezet. Het station wordt ontwikkeld als een schakel in de stad. De looproutes van en naar het station sluiten aan op de stedelijke routes van de omgeving. De herontwikkeling van het station kan samen opgaan met een intensivering van stedelijke functies in de directe omgeving. Scenario uitbreiding spoor, optie 1: IJmeerlijn op niveau +1 ten zuiden van de bestaande sporen Flevolijn op niveau +1 ten noorden van de bestaande sporen Station Almere Centrum groeit uit tot een hoogwaardig vervoersknooppunt en een schakel in de stad. Station Almere Centrum groeit uit tot een intercity-knooppunt. Dit betekent een impuls voor het gebied in de ruime omtrek van het station. Het aantal treinreizigers van en naar Almere groeit van circa 40.000 per etmaal in 2009 tot 100.000 in 2030. Het stationsgebied moet ruimte bieden aan uitbreiding van het station en de groei van het ‘voor- en natransport’. Dit geeft aanleiding tot de herstructurering van het gehele stationsgebied zodat een multifunctioneel gebied met ‘16-uurlevendigheid’ ontstaat. Deze ontwikkeling vindt in een aantal fasen plaats. In de eerste fase wordt de doorkoppeling ter plaatse van het station tussen het zakencentrum en het winkelgebied verbeterd: de stationspassage. In een later stadium wordt dit mogelijk uitgebreid naar een stationsplaza. Om de bereikbaarheid van Almere Centrum te verbeteren worden de twee poten van de Centrumring met elkaar verbonden. Hiernaast wordt rekening gehouden met het doortrekken van de Amsterdamweg naar de Centrumring en de herstructurering van de Krakeling. Scenario uitbreiding spoor, optie 2: IJmeerlijn op niveau -1 ten zuiden van de bestaande sporen Flevolijn op niveau +1 ten zuiden van de bestaande sporen Scenario uitbreiding spoor, optie 3: IJmeerlijn op niveau +2 boven bestaande sporen Flevolijn op niveau +1 ten zuiden van de bestaande sporen 219 7. Uitwerkingen Continuïteit Stadsweefsel: Ontwikkeling noord-zuid verbinding 7.3 Nieuwe gebieden 7.3.3 AlmeAre Centrum Ontwikkeling reizigersmachine 220 7. Uitwerkingen 7.3 Nieuwe gebieden 7.3.3 Almere Centrum Ontwikkeling nieuw stationsgebouw: De bebouwing kan op verschillende manieren gefaseerd uitgevoerd worden, zodat er afhankelijk van de omstandigheden verschillende eindbeelden kunnen ontstaan. Zo zijn een torenreeks aan weerszijde van de sporen met een afzonderlijk dak, een halve of een volledige tafel mogelijk Almere 1.0 Bestaande situatie Bestaand Almere 2.0 Fase 1: Versterken bestaande verbinding Fase 1: Passage Almere 3.0 Fase 2: Meerdere verbindingen Fase 2: Plaza 221 Visiekaart Stationsomgeving Almere 3.0 223 222 Almere 2.0 224 225 226 227 Uitwerkingen 7. 7.3 Nieuwe gebieden 7.3.3 Almere Centrum Weerwater 228 7. Uitwerkingen 7.3 Nieuwe gebieden 7.3.3 Almere Centrum 229 centrum van Almere gecreëerd. Hiermee ontstaan de condities voor een gemengd stedelijk programma dat plaats biedt aan minimaal 2000 woningen en 5000 arbeidsplaatsen. Almere Weerwater is zowel een ontwikkellocatie als de verbindende schakel tussen Almere Haven en Almere Stad. Met de ligging van Almere Weerwater en het Stadshart aan beide zijden van het Weerwater ontstaat een bipolair stadscentrum. Beide delen van het dit centrum hebben hun eigen karakter en zijn complementair aan elkaar. Het Stadshart met haar centrum- en winkelfunctie. Almere Weerwater met functiecombinaties van wonen, werken en bijzondere bovenregionale voorzieningen, zoals leisure, sport, zorg en wetenschappelijke instituten. In termen van winkelbestand concurreren het Stadshart en Almere Weerwater niet met elkaar. Het Weerwater wordt hét centrale stadspark van Almere. Hiervoor worden investeringen gedaan. De oevers, stranden en delen van de omliggende parken en bossen worden heringericht en er komen meer recreatieve voorzieningen. Het gebied wordt ontsloten door een hoogwaardige openbaarvervoersverbinding (trein, tram of bus) langs de oostelijke oever van het Weerwater. Almere Weerwater is de uitbreiding van het centrum en vormt de verbindende schakel tussen Stad en Haven. Met de groei van de stad maakt het centrum zelf ook een Schaalsprong. Het Weerwater ontwikkelt zich tot het fysieke en mentale centrum van de stad, met aan de ene zijde het bestaande levendige stadshart en aan de andere kant een nieuwe ontwikkellocatie: Almere Weerwater. Daartussen ligt het Weerwater als het centrale stadspark van Almere. Almere Weerwater kan alleen onderdeel van Almere Centrum worden als de gebruikskwaliteit van het gebied toeneemt en de barrièrewerking van de A6 tussen de noord- en zuidzijde van de stad wordt opgeheven. Om dit te realiseren wordt bij de verbreding van de A6 de snelweg op maaiveld gelegd. Vervolgens wordt de weg aan weerszijden aangeterpt, zodat de A6 op termijn kan worden overkluisd. De lengte van de overkluizing is in de tijd opschaalbaar van 850 meter tot 1.500 meter. De overkluizing wordt gerealiseerd als ‘groene tunnel’ bedekt met gras en beplanting. Hiermee wordt het risico dat de A6 de stad in tweeën splitst teniet gedaan en wordt er een ontwikkellocatie aan de snelweg en tegelijkertijd in het Met de interventies voor het stadshart, de stationsomgeving en de aanpak van het Weerwater krijgt Almere Centrum een andere positie in de regio. Het wordt een aantrekkelijk winkelcentrum, cultureel centrum, uitgaanscentrum en onderwijsen zakencentrum. Almere Centrum is een icoon voor Almere. Het straalt uit waar Almere voor staat: jong, innovatief, ruimte voor natuur, dynamisch. Voor de ontwikkeling van Almere Weerwater staan verschillende optie’s open: afhankelijk van de mate van overkluizing van de A6 (overkapping, korte tunnel of lange tunnel) en afhankelijk van het programma, variërend van een groene naar een meer stedelijke uitstraling. Programma Almere Weerwater Woonwijken Werkgelegenheid Voorzieningen Arbeidsplaatsen 2.000 50.000 m bvo kantoren Kleinschalige bedrijvigheid 2 15 tot 20 hectare grootstedelijke voorzieningen (o.a. Leisure, zorg, sport, instituten) 4.000 Programma en ruimtegebruik Weerwater (bruto ha.) Woningen Werkgelegenheid Voorzieningen Hoofd groenstructuur Water Infrastructuur 27,2 ha. 4,9 ha. 16,0 ha. 7. Uitwerkingen 7.3 Nieuwe gebieden 7.3.3 Almere Centrum 230 7. Uitwerkingen 7.3 Nieuwe gebieden 7.3.3 Almere Centrum 231 Fasering van de inpassing A6 Ruimtelijke ingrepen voor ontwikkeling van Almere Weerwater Bestaande situatie Ruimtelijke visie: Verbinding noord- en zuidzijde stad, wegnemen milieu invloeden door middel van ‘groene tunnel’, realiseren vervoersknoop en infrabundel en bijdragen aan de ontwikkeling van centraal park Weerwater met de Weerwaterboulevard Bestaande asymmetrische situatie, A6 als barière Almere Weerwater als verbinding tussen noord- en zuid zijde A6 Milieu invloeden A6 bestaande situatie Wegnemen millieu invloeden bij overkluizing Ontwikkeling Almere Weerwater tussen Stad en Haven Verlaging tot maaiveld bij verbreding Weerwater als centraal park Aanterpingen Overkluizing Doorsnede overkluizing A6: Geïntegreerde busbaan, dreef, lokale ontsluiting, bebouwing met parkeervoorzieningen en de mogelijke hogesnelheidslijn Bebouwing + parkeren De Steiger Bebouwing + parkeren Lokale ontsluiting Dreef 0 10 20 50 100 Lokale ontsluiting A6 Busbaan Bebouwing + parkeren Weerwater 7. Uitwerkingen 7.3 Nieuwe gebieden 7.3.3 Almere Centrum 232 7. Uitwerkingen A6 op maaiveld met aanterping: bouwoppervlak Almere 2.0 met doorkijk naar Almere 3.0 Overkapping A6 : nuancering bouwoppervlak Almere 2.0 met doorkijk naar Almere 3.0 A6 op maaiveld met aanterping: geluidscontouren Overkappingen A6 geluidscontouren Ontwikkeling woonprogramma mogelijk Ontwikkeling overig programma mogelijk 7.3 Nieuwe gebieden 7.3.3 Almere Centrum 233 7. Uitwerkingen 7.3 Nieuwe gebieden 7.3.3 Almere Centrum 234 7. Uitwerkingen Tunnel 850 meter: nuancering bouwoppervlak Almere 2.0 met doorkijk naar Almere 3.0 Tunnel 1500 meter: nuancering bouwoppervlak Almere 2.0 met doorkijk naar Almere 3.0 Tunnel 850 meter: geluidscontouren Tunnel 1500 meter: geluidscontouren 7.3 Nieuwe gebieden 7.3.3 Almere Centrum 235 Visiekaart Almere Weerwater 237 236 Detail west-zijde overkluizing A6 238 239 240 241 242 243 244 245 246 247 7. Uitwerkingen 7.3 Nieuwe gebieden 7.3.4 Almere Oosterwold 7.3.4 Almere Oosterwold 248 7. Uitwerkingen 7.3 Nieuwe gebieden 7.3.4 Almere Oosterwold Almere Hout Almere Hout krijgt verschillende woonkernen in de bosrand. De eerste kern, het bestaande Vogelhorst, wordt geleidelijk uitgebreid. Dit gebeurt door de mensen zelf; de kavels worden uitgegeven aan particuliere opdrachtgevers. Met de aanleg van de tweede kern - Almere Hout-Noord - wordt in 2011 gestart. Hout-Noord is één van de eerste uitwerkingen van de Almere Principles. Het wordt een kern, waar niet het marktdenken centraal staat, maar de realisatie van een sociaal duurzame wijk. Het programma van eisen legt nadruk op sociale structuren, cohesie en zelforganisatie, en bevat garanties voor het beheer op de lange termijn. In Hout-Noord worden de nieuwste inzichten over sociale duurzaamheid in praktijk gebracht. Op termijn ontwikkelt Hout-Noord zich verder in oostelijke richting. In Hout-Noord is ruimte gereserveerd voor een vrijliggende busbaan, die aantakt op de busbaan in Almere Stad. De omgeving rond het toekomstige station wordt ontwikkeld tot een voorzieningencentrum. In Hout Zuid ligt een reservering voor een mogelijke derde kern. De ontwikkeling van deze kern wordt gekoppeld aan de aanleg van de Stichtselijn. Almere Oosterwold geeft ruimte voor individuele woon- en werkidealen en organische groei. De oostzijde van de stad vormt het overgangsgebied tussen de stad en de agrarische polder. Het biedt ruimte voor landelijk wonen in het groen met een lage dichtheid en is hiermee de tegenpool van de hoogstedelijke ontwikkeling aan de westzijde van de stad. Almere Oosterwold zet in op ruimte voor individuele woonidealen en organische groei. Het biedt een ontwikkelingsstrategie voor de transformatie van het grootschalige polderlandschap naar een kleinschalig landschap met ruimte voor bewoning, stadslandbouw en recreatie. Almere Oosterwold bestaat uit twee deelgebieden: het zuidwestelijk deel is Almere Hout, het noordoostelijk deel heeft de naam Almere Eemvallei. Ook in landschappelijk opzicht toont het gebied twee gezichten. Almere Eemvallei is nu nog wijds en open en is grotendeels in gebruik voor grootschalige landbouw. Almere Hout behoort tot de polderrand met een stevige groene structuur, afgewisseld met woningbouw. Almere Eemvallei Almere Eemvallei ligt ingebed in de bosrijke omgeving van Almeerderhout en het te ontwikkelen Oostvaarderswold. De bestaande polderwegen, die Almere met de rest van de Flevopolder verbinden, en de bestaande boerenerven worden gehandhaafd. Op voorhand wordt voor een aantal ontwikkelingen ruimte gereserveerd. Dit zijn het A6-park - een gemengd bedrijvenpark met grootschalige detailhandel - de tracés voor de toekomstige A30, een mogelijke bypass van de A27 naar de A6 en de Stichtselijn. Daarnaast wordt ruimte vrijgehouden voor de ontwikkeling van twee mogelijke kernen na 2030. Rondom het gebied komt een ringweg voor de ontsluiting. Centraal in het gebied ligt de vroegere stroomgeul van de Eemvallei. Deze stroomgeul is nu onzichtbaar, maar de bodem is in deze zone erg grillig en gevoelig voor zetting. Daarom wordt de zone vrijgehouden van bebouwing en krijgt een inrichting met water, moeraszones, bos, parkelementen en recreatieve fiets- en wandelroutes. Het gebied heeft een functie voor de waterberging. Een natuurlijke inrichting met waterplanten, mogelijkheden voor seizoensberging en rietvelden leiden tot een goede waterkwaliteit. Langs de Eemvallei is er ruimte voor buitenplaatsen, zorglandgoederen en gemengde boerenerven. De Eemvallei is een ordenende structuur. Het vormt een groter en herkenbaar element met een afwijkende vormentaal in de omliggende kavelgewijze ontwikkeling van Almere Oosterwold. De resterende groene ruimte biedt ruimte aan wonen in lage dichtheden. Door de invulling van het gebied vrij te laten en de kavels stap-voor-stap te laten 249 7. Uitwerkingen 7.3 Nieuwe gebieden 7.3.4 Almere Oosterwold 250 occuperen, met een vrijheid in vorm, grootte, bouwhoogte en invulling, wordt het gebied gefaseerd ontwikkeld. Er ontstaat een gevarieerde collectie van individuele woonidealen: een cirkelvormige kavel met een centralistische bebouwing, een langgerekte kavel met een majestueuze oprijlaan, een kavel met organische vormen, een standaard rechthoekig kavel en een goedkope restkavel, met een invulling van vrijstaande villa’s, kleinere clusters, een rijtje woningen en een enkele toren zijn mogelijk. Voorstelbaar is een verzameling van nieuwe erven, kleine buurtschappen, clusters en dorpskernen. De kavels zijn zoveel mogelijk zelfvoorzienend en zijn ‘licht’ aangesloten op nutsvoorzieningen. Energie wordt zoveel mogelijk lokaal opgewekt en het water wordt zoveel mogelijk lokaal gezuiverd. Elke kavel wordt omringd met een zone voor ontsluiting, landschap en mogelijk open water. De zone heeft een constante breedte, welke tegelijk met elke kavel wordt ontwikkeld. Door de hogere verkeersdruk aan de randen van het gebied is daar meer verharding nodig. In de meer luwe delen van het gebied is er meer ruimte voor natuur en stadslandbouw. Door op elk kavel een zone als ‘schootsveld’ rondom de bebouwing vrij te houden, worden de openheid en zichtlijnen door het gebied behouden en ontstaat een karakteristiek landschap met weides, akkers en plantages. Deze ‘schootsvelden’ worden tevens ingezet voor lokale recreatieve voorzieningen, parken en natuurontwikkeling. Hiermee wordt de ontwikkeling van het woon- en werkprogramma gecombineerd met de ontwikkeling van groen. 7. Uitwerkingen 7.3 Nieuwe gebieden 7.3.4 Almere Oosterwold Vaste elementen ontwikkelgebied voor de vrije invulling van Almere Eemvallei Hout Noord + A6 park Ringweg Eemvallei Reserveringen Almere 3.0 Wegen langs reserveringen Ontwikkelgebied Almere 3.0 Met deze ontwikkelingstrategie ontstaat een rijk van gebouwde idealen gecombineerd met een collectie van groene gebieden: Almere Oosterwold. Ruimtegebruik Almere Oosterwold (bruto ha.) Bestaand Woonwijken Bedrijventerreinen Regionale voorzieningen Overig bebouwd gebied Hoofd groenstrcutuur Water Infrasctructuur Te reserveren gebied 16,8 370,2 158,6 28,4 Nieuw 1798,0 223,3 150,0 24,7 400,0 0,0 59,3 259,0 Programma Almere Oosterwold Woningen Werkgelegenheid Voorzieningen Arbeidsplaatsen 17.000 200.000 m2 bvo kantoren 135 ha. bedrijventerreinen 18 hectare grootstedelijke voorzieningen 26.6000 251 7. Uitwerkingen 7.3 Nieuwe gebieden 7.3.4 Almere Oosterwold Kavelprincipe: Om een zekere mate van openheid in Almere Eemvallei te garanderen moet een bouwkavel altijd omgeven zijn door een onbebouwd schootsveld met minimale breedte 252 7. Uitwerkingen 7.3 Nieuwe gebieden 7.3.4 Almere Oosterwold Catalogus straatprofielen: Bij de ontwikkeling van individuele of collectieve kavels kan gekozen worden uit verschillende straatprofielen. 1 Standaard weg 2 Standaard weg met kanaal bouwkavel schootsveld 3 Standaard weg met twee smalle kanalen 4 Standaard weg met twee brede kanalen 5 Ringweg 6 Standaard weg met gescheiden fiets- en voetpad 7 Smalle weg 8 Gravel weg 253 7. Uitwerkingen Organische stedenbouw: Voor de ontwikkeling van Almere Eemvallei is men vrij in het bepalen van de grootte, vorm en programmering van het kavel, mits het principe van het onbebouwde schootsveld wordt gerespecteerd. 7.3 Nieuwe gebieden 7.3.4 Almere Oosterwold 254 7. Uitwerkingen 7.3 Nieuwe gebieden 7.3.4 Almere Oosterwold Voorbeeld van organische groei Almere Eemvallei 1 2 3 4 5 6 255 7. Uitwerkingen 7.3 Nieuwe gebieden 7.3.4 Almere Oosterwold 256 7. Uitwerkingen Fasering Almere Eemvallei Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 7.3 Nieuwe gebieden 7.3.4 Almere Oosterwold 257 Visiekaart Almere Eemvallei 258 259 261 260 Alternatieve uitwerking Almere Eemvallei 262 263 264 265 7. Uitwerkingen 7.4 7.4 Het bestaand stedelijk gebied Het bestaand stedelijk gebied Ambitiekaart bestaande stad: Almere zet in op de opwaardering van het stadscentrum, de lokale infrastructuur en de groene hoofdstructuur. 266 7. Uitwerkingen 7.4 Het bestaand stedelijk gebied meer aandacht. Almere staat dus aan de vooravond van een ware transformatie: én verder groeien én stedelijke vernieuwing. De bestaande wijken in Almere moeten verduurzamen in ecologisch, sociaal en economisch opzicht. De kansen, die dit tot gevolg heeft, worden benut om de concurrentiekracht van het bestaand stedelijk gebied sterker te maken. Een eventuele negatieve trend wordt lokaal omgebogen door een preventieve aanpak. Het zijn zorgvuldige interventies. Met ruimtelijke en sociaal acupunctuur wordt gewerkt aan het laten excelleren van wijken. Het gaat hierbij om natuurlijke transformaties van het bestaand stedelijk gebied vanuit de eigen kracht en karakteristiek van de stadsdelen en wijken. In dit hoofdstuk worden per stadsdeel de effecten en interventies als gevolg van de Schaalsprong geschetst. De overige aspecten, die eveneens van betekenis zijn voor de ontwikkeling van de stadsdelen, staan beschreven in de programmaplannen voor de stadsdelen van de gemeente Almere. Deze geven een volledig beeld van het toekomstig functioneren van de stadsdelen en de activiteiten die hiertoe worden ondernomen. De Schaalsprong respecteert de suburbane kwaliteit van het bestaand stedelijk gebied. De Schaalsprong respecteert de oorspronkelijke suburbane opzet van het bestaand stedelijk gebied. Hier zijn geen grote fysieke ingrepen voorzien. De suburbane opzet wint aan kwaliteit en waarde voor Almere, doordat dit milieu in de nieuwe stad is ondervertegenwoordigd. De positie en status van de bestaande stadsdelen verandert in het geheel. De nieuwe woningbouw aan de flanken van Almere leidt tot een doorstroom van succesvolle huishoudens binnen Almere en nieuwe instroom van huishoudens uit de regio. Zij willen zich aan Almere binden en krijgen hier de mogelijkheid voor een eerste of volgende stap in hun wooncarrière. In de bestaande wijken wordt ingezet op een verdergaande sociale differentiatie, zodat hier diverse doelgroepen een aangename woon- en leefomgeving hebben en ongewenste concentraties worden voorkomen. Naast de sociale kant vraagt het fysieke onderhoud van de stad om aandacht. De volgorde waarin de stad is gebouwd, bepaalt ook de volgorde van verouderen. De beheernoodzaak dient zich aan nu een aantal Almeerse wijken zo’n 25-30 jaar oud is. Dit is het moment dat de openbare ruimte (groot) onderhoud nodig heeft. Gelijktijdig vragen ook delen van de woningvoorraad in deze wijken om steeds 267 7. Uitwerkingen 7.4 Het bestaand stedelijk gebied 7.4.1 Almere Haven 7.4.1 Almere Haven 268 7. Uitwerkingen 7.4 Het bestaand stedelijk gebied 7.4.1 Almere Haven een concentratie eenoudergezinnen, risicojongeren en lage inkomens. Indien nodig wordt met een preventieve aanpak de concurrentiekracht van de wijken op peil gehouden. De bedrijvigheid in de wijken heeft de laatste jaren een forse bijdrage geleverd aan de banengroei in Haven. De verwachting is dat deze trend zich voortzet. Dit betekent extra aandacht aan passende vormen van bedrijfshuisvesting voor startende ondernemers en voor doorgroeiende bedrijven. Hiervoor kan binnen de wijk ruimte geboden worden. De zone langs de Dreven is een zoekgebied voor bedrijfsruimte vanuit de wijkeconomie, zoals startende en doorgroeiende ondernemers, bevolkingsvolgende bedrijven en instellingen (zorgsector, satellietkantoren). Juist de bedrijvigheid in de wijk en langs de dreven tezamen met de ontwikkelingen op bedrijventerrein de Steiger en het centrum kunnen tot een bedrijvige as in Almere Haven leiden. De Steiger kent een verouderde bedrijvenstructuur. Er liggen mogelijkheden om mee te profiteren van de (mogelijke) overkluizing van de A6. Almere Haven koestert haar kleinschalige karakter en wordt beter verbonden met de rest van de stad. Almere Haven is het oudste stadsdeel van Almere. Het is de historische kern aan het Gooimeer van waaruit Almere is opgebouwd. De Havenkom is het middelpunt van het stadsdeel. Deze heeft de laatste jaren een levendig karakter gekregen. Het ligt voor de hand het stadsdeelcentrum en haar arsenaal aan winkels en horeca op te schalen. Dit betekent een verdere uitbouw van de recreatieve en toeristische sfeer. Verdere impulsen aan de recreatieve ontwikkeling voor Haven ontstaan wanneer het waternetwerk en de Havenkom worden gekoppeld aan de Blauwe As. Voor Almere Haven is de stedenbouwkundige hofjesstructuur uit de jaren ’70 karakteristiek. Deze bewust vormgegeven kleinschaligheid met naar binnen gerichte woonmilieus zorgt voor een onderscheidend woonmilieu ten opzichte van de rest van Almere. Dit concept is door de tijd heen in Haven consequent doorgevoerd. Hierdoor is er een dorpse sfeer ontstaan. Bewoners voelen zich meer Havenaar dan Almeerder. Almere Haven heeft in sociaal-economisch opzicht zowel minder sterke als kwalitatief hoogstaande wijken. In de ring rond het centrum is De aanpassing van de A6 vraagt op verschillende punten om aandacht. Dit zijn het Zilverstrand en Kromslootpark, het Vroegevogelbos en langs de rand van bebouwde kom van Almere Haven. Huidige ontwikkelingen (een greep uit het Pogrammaplan Almere Haven): - - - - - Kustzone Centrumontwikkeling Sportpart De Wierden Versterking vitaliteit oudere wijken: fysiek, sociaal, economisch (De Wierden, De Werven, De Hoven, Centrumgebied) Verbeteren groen-blauwe kwaliteiten 269 270 271 7. Uitwerkingen 7.4 Het bestaand stedelijk gebied 7.4.2 Almere Stad 7.4.2 Almere Stad 272 7. Uitwerkingen 7.4 Het bestaand stedelijk gebied 7.4.2 Almere Stad op de nabijheid van stedelijke voorzieningen maar tegelijk houden van de relatieve rust van een suburbane woonwijk. Almere Stad beschikt over relatief veel bedrijventerreinen in de nabijheid van het centrum. Sommige van deze terreinen vormden ooit de rand van de stad (Markerkant en Hollandsekant). Door hun ligging nabij het centrum bieden ze steeds vaker ruimte aan maatschappelijke en commerciële voorzieningen. Deze transformatieprocessen zullen door de Schaalsprong doorzetten. Dit geldt in versterkte mate voor Markerkant, Randstad en Hollandsekant. Op dit moment kent het grootste deel van Almere Stad een suburbaan woonmilieu met weinig diversiteit. De concurrentiekracht - in het licht van de Schaalsprong is voor bepaalde delen een punt van aandacht. Gedurende de Schaalsprong vinden er gerichte interventies van sociaal-economische aard plaats. Afhankelijk van deelgebied en problematiek betreft dit een wisselende mix van leefbaarheidsaanpak, verbeterde programmering voorzieningen, versterking wijkprofiel, verdergaande functiemenging en revitalisering van de openbare ruimte. Almere Stad versterkt haar centrale positie in de groeiende stad. Almere Stad is het grootste stadsdeel van Almere; met ruim 100.000 inwoners vormt het een stad op zich temidden van de andere stadsdelen. Het geografische en functionele zwaartepunt van Almere Stad is Almere Centrum. Hieromheen liggen de centrumrandwijken Stedenwijk en Staatsliedenwijk en de overige suburbane woonwijken. Twee groene aders, het Beatrixpark en de Leeghwaterplas, vormen beeldbepalende structuren. Met de doorgroei van Almere Centrum komt een goede bereikbaarheid onder druk te staan. Hiertoe worden de radiale verbindingen uitgebreid. Gelijktijdig transformeren de monofunctionele dreven naar multifunctionele assen. In oostelijke richting wordt een reservering opgenomen voor de aanleg van de verlengde Vrijheidsdreef naar Almere Buiten. De transformatie geldt vooral voor de Muziekdreef waarin de IJmeerlijn wordt getraceerd. Almere-Stad West komt in de meest dynamische zone van de Schaalsprongas te liggen. Dit genereert kansen voor een meer stedelijk suburbaan woonmilieu. Het gebied wordt aantrekkelijk voor stedelijk georiënteerde inwoners, die prijs stellen Huidige ontwikkelingen (een greep uit het Pogrammaplan Almere Stad & Stadscentrum): - - - - Versterking positie en doorontwikkeling Stadscentrum: economisch, cultureel, onderwijs Centrumrandopgave: Stedenwijk-Staatsliedenwijk-Randstad Markerkant, Hollandse Kant Versterking vitaliteit bestaande wijken: fysiek, sociaal, economisch (Stedenwijk, Staatsliedenwijk, Tussen de Vaarten, Kruidenwijk, Danswijk, Waterwijk) 273 274 275 7. Uitwerkingen 7.4 Het bestaand stedelijk gebied 7.4.3 Almere Buiten 7.4.3 Almere Buiten 276 7. Uitwerkingen 7.4 Het bestaand stedelijk gebied 7.4.3 Almere Buiten aandacht om te voorkomen dat ze bij de groei van Almere de concurrentie met andere buurten verliezen. Daartoe zijn investeringen nodig in die buurten zelf, in de voorzieningenstructuur en in de groenstructuur. Almere Buiten grenst nu alleen aan de zuidwestzijde aan een stedelijk gebied: Almere Stad. De grootste veranderingen door de Schaalsprong vinden aan de zuidoostkant plaats. In het huidige agrarische polderlandschap wordt Almere Oosterwold ontwikkeld. Dit heeft effecten op de Trekwegzone en het gebruik van het centrum van Almere Buiten. Almere Buiten blijft ruimte bieden aan het suburbane woonideaal. Het chronologisch derde stadsdeel van Almere is met een groen raamwerk doorvlochten met als hoogtepunten het parkgebied Meridiaan en de Oostvaardersplassen. De Evenaar vormt de ruggengraat waarlangs economische activiteiten een plaats hebben gekregen met onder andere het doe-het-zelfcentrum Doemere en winkelcentrum Buitenmere. Hier is een aantal uitbreidingen voorzien zoals maatschappelijke voorzieningen, kantoren, bedrijven en doorgroei van Buitenmere. De Schaalsprong leidt tot een intensivering van het verkeer op de dreven. Voor een eventueel tekort aan wegcapaciteit wordt een reservering opgenomen voor een verbinding tussen Almere Buiten en Almere Stad (de Verlengde Vrijheidsdreef). De twaalf buurten van Almere Buiten zijn van west naar oost ontwikkeld; ze laten de ontwikkeling van 25 jaar stedenbouw en architectuur in Nederland zien. De gemiddelde aandacht voor het ontwerp van sommige buurten is groter dan in andere wijken van Almere. Zo hebben de nieuwste buurten van Buiten, de Stripheldenbuurt en de Sieradenbuurt een aantal unieke kwaliteiten. De woonbuurten in Almere Buiten die minder onderscheidend zijn, verdienen Het stadsdeelcentrum van Almere Buiten is nu het hart van het stadsdeel. Dit wordt versterkt door de uitbreiding van Buitenmere. Met de ontwikkeling van Almere Oosterwold krijgt het stadsdeelcentrum een regionale functie. De inwoners van Oosterwold gaan ook ten dele gebruik maken van het centrum van Buiten. Met de ontwikkeling van Almere Oosterwold komt de zone tussen de Lage Vaart en de A6 in een andere context te liggen. Het huidige overgangsgebied tussen Almere Buiten en polderlandschap ligt na de Schaalsprong tussen twee stadsdelen. De inrichting wordt hierop aangepast. De Trekwegzone krijgt een inrichting met groene kamers aan weerszijden van de A6. De kamers zijn geschikt voor sport, leisure en - vooral in het deel ten zuiden van de A6 - economische functies. Door de investeringen in de groene structuur en verbindingen met omliggende groengebieden (Oostvaardersland) wordt het karakter van Almere Buiten ‘op de rand van stad en land’ versterkt. Huidige ontwikkelingen (een greep uit het Pogrammaplan Almere Buiten): - - - - - - Centrumontwikkeling Doorontwikkeling Doemere irt A6/A27 Buitenhout, verbinding Hout Zone Lage Vaart - A6 Versterking vitaliteit bestaande wijken: fysiek, sociaal, economisch ( Bouwmeesterbuurt, Molenbuurt & Hoofdstedenbuurt, Oostvaardersbuurt, Eilandenbuurt) Versterken relatie met Oostvaardersplassen 277 278 279 Uitwerkingen 7. 7.4 Het bestaand stedelijk gebied 7.4.4 Almere Poort 7.4.4 Almere Poort 280 7. Uitwerkingen 7.4 Het bestaand stedelijk gebied 7.4.4 Almere Poort 281 in de kustontwikkeling van Pampus. De kust vormt hierbij één doorgaande lijn, waar Almere zich aan de waterzijde presenteert. Een dergelijk lange kustlengte is elders in midden Nederland niet voor handen. Aan de noordzijde wordt Almere Poort begrensd door Pampushout. Dit is nu nog een bosgebied in de polder. Door de ontwikkeling van zowel Poort als Pampus komt dit als groengebied tussen twee stadsdelen te liggen. De inrichting van Pampushout wordt hier op aangepast. Het gebied krijgt een kwaliteitsimpuls en een meer recreatieve inrichting. Programma Almere Poort Woningen Werkgelegenheid Voorzieningen Arbeidsplaatsen Almere Poort wordt de strandstad aan het IJmeer. Almere Poort onderscheidt zich van de andere bestaande stadsdelen van Almere. Het stadsdeel richt zich meer dan de andere stadsdelen op de regio. Almere Poort heeft een regionale functie als kantorencentrum, leisure-paradijs en badplaats. Het is de strandstad aan het IJmeer. Het stadsdeel krijgt evenveel arbeidsplaatsen als inwoners. Het station Almere Poort wordt een belangrijk overstappunt voor het lokale openbaarvervoersnet naar onder meer Almere Haven en Pampus. Rondom het station ligt het Olympiakwartier, een stedelijk milieu met veel ruimte voor kantoren. De ontwikkeling van de Kustzone Almere Poort is een stap op weg naar het profiel van Almere als waterstad. Deze Kustzone is een unieke plek in het midden van Nederland, dankzij de ligging aan het IJmeer met een strand op het zuidwesten, het zicht op Amsterdam en de gunstige ligging in de metropoolregio Amsterdam. Dit wordt versterkt door de kwaliteit van het landschap en het nautische karakter van het gebied. De Kustzone Almere Poort is de start van een uitgestrekte westelijke kustontwikkeling. Deze kustontwikkeling gaat bij de Schaalsprong over 11.000 500.000 m bvo kantoren 30 ha. bedrijventerrein 2 30 hectare grootstedelijke voorzieningen 25.400 282 283 Uitwerking Concept Structuurvisie Almere 2.0 284 285 286 287 288 289 8 290 291 Uitvoering 8. Uitvoering 8.1 Uitvoeringsprincipes 8.1 Uitvoeringsprincipes De Schaalsprong is een omvangrijke en complexe opgave en heeft een groot aantal belanghebbenden. De realisatie van de Schaalsprong strekt zich uit over een periode van twintig jaar. In deze periode doen zich minimaal vijf wisselingen voor in de volksvertegenwoordigingen op lokaal, regionaal en nationaal niveau. Perioden van economische groei en krimp wisselen elkaar af. Er ontstaan nieuwe inzichten. Mensen trekken naar Almere en maken samen met de huidige bewoners de stad. De ontwikkeling van het project leidt onherroepelijk tot nieuwe inzichten op verschillende gebieden. Inherent aan een dergelijk proces met een dergelijke tijdsspanne, zovele actoren en vernieuwende en omvangrijke vraagstukken is een mate van onvoorspelbaarheid. Hiermee bevat ook de uitvoering onvermijdelijk onzekere factoren. De risico’s die het proces kunnen vertragen of de wezenskenmerken van Almere 2.0 kunnen aantasten, moeten beheersbaar blijven. Gelijktijdig moet er ook ruimte zijn om de kansen, die zich ongetwijfeld aandienen, te pakken. De uitvoering van de Schaalsprong wordt ingericht via de volgende principes: Flexibiliteit De Concept Structuurvisie is beschreven als een ontwikkelingsrichting. Het is geen gefixeerd eindbeeld op een gefixeerde einddatum. De realisatie vindt gefaseerd plaats, zodat - op basis van nieuwe inzichten - tussentijds kan worden bijgestuurd, maar altijd met behoud van de gezamenlijke ambitie van Rijk, regio en Almere. Almere 2.0 heeft geen gefixeerd eindbeeld en planning. Kwaliteit De kwaliteit in ecologische, sociale en economische zin vormt de kern van Almere 2.0. De Schaalsprong is een kwalitatieve opgave. De ervaring is echter dat tegenvallers in tijd, geld en uitvoeringsmogelijkheden kunnen leiden tot verlaging van het kwaliteitsniveau. De sturing moet gericht zijn op borging van de essentiële kwaliteiten. Vroegtijdig investeren De Schaalsprong volgt de goede Almeerse gewoonte van voorinvesteren in de draagconstructie van de stad, die bestaat uit de groenblauwe hoofdstructuur en de infrastructuur. Na voldoende zekerheidsstelling voor deze draagconstructies start de realisatie van de woon- en werkgebieden. 292 8. Uitvoering 8.1 Uitvoeringsprincipes Faseerbaar De Schaalsprong bestaat uit tientallen deelprojecten, gegroepeerd in ‘ontwikkelenveloppen’. Iedere envelop bestaat uit een bouwlocatie plus de conditionerende investeringen in de draagconstructie van infrastructuur en de groenblauwe hoofdstructuur. De samenhangende enveloppen worden gegroepeerd in ontwikkelpakketten die in gelijke mate over de uitvoeringsperiode worden verdeeld. Elk ontwikkelpakket omvat een verantwoord afgerond geheel. Elk ontwikkelpakket is een verantwoord afgerond geheel. Partnerschap De Schaalsprong is een project dat omvangrijk, divers en kapitaalintensief is en zich uitstrekt over een periode van circa twintig jaar. Het project staat in nauwe samenhang met andere RU-projecten. De gezamenlijke ambities kunnen alleen worden verwezenlijkt als sprake is van een langdurig en een wederkerig commitment van de betrokken overheden. De uitvoeringsverantwoordelijkheid is daarom een afspiegeling van de belangen die door de Schaalsprong worden gediend. Ruimte voor de inwoner In Almere maken mensen de stad. De Concept Structuurvisie biedt inwoners, ondernemers en partijen ruimte voor de invulling van hun eigen toekomst. Almere 2.0 biedt een raamwerk waarin initiatieven de ruimte krijgen. 293 8. Uitvoering 8.2 Fasering 8.2 Fasering Almere 2.0 beoogt een intelligente ontwikkelingsstrategie te zijn, die een aantal robuuste, tijdloze hoofdkeuzen over de ruimtelijke dragers combineert met een flexibele ontwikkeling langs die dragers. Almere 2.0 is geen eindbeeld. Ook de weg naar Almere 2.0 ligt niet vast. De fasering kan op verschillende manieren worden uitgewerkt. Er gelden daarbij enkele harde richtlijnen. De gekozen westelijke oriëntatie, met een verstedelijking van Pampus en IJland, kan alleen succesvol zijn in combinatie met de nieuwe IJmeerlijn. De ontwikkeling van dit gebied kan pas voluit van start gaan na een definitief besluit over deze IJmeerlijn. Ook de ontwikkeling van IJland zelf vergt een langjarige procedure. Een tijdige afstemming met de ecologische Schaalsprong van het Markermeer en IJmeer is cruciaal. Het tempo van de Schaalsprong is mede afhankelijk van de besluitvorming over deze twee onderdelen, die zijn ondergebracht bij de RU-projecten OV SAAL en TMIJ. Op basis van de uitvoeringprincipes zijn zes ontwikkelpakketten samengesteld. In het eerste pakket worden de lopende gebiedsontwikkelingen Almere Poort en Almere Hout Noord voltooid. Het tweede pakket bevat het eerste oostelijk deel van Pampus en de tweede kern in Almere Hout. Deze zijn beide niet afhankelijk van de aanleg van nieuwe regionale infrastructuur. Met het derde pakket kan gestart worden zodra er zekerheid is over de realisatie van de IJmeerlijn en de aanpassingen van de A27 inclusief de aanleg van de HOV verbinding met de regio Utrecht. Dan start de ontwikkeling van de hoogstedelijke milieus van Almere Pampus, Almere Weerwater en de landelijke milieus in Oosterwold. Voorafgaand aan de realisatie van deze landelijke milieus is een tijdige investering in de uitbreiding van de groene structuur aan de oostzijde van de stad noodzakelijk. In het vierde pakket worden de onderdelen van het voorgaande pakket afgerond en begint de ontwikkeling van IJland. Voor de toekomst na 2030 is een vijfde ontwikkelpakket samengesteld. Dit is een reservepakket en kan ook eerder worden ingezet als alternatief voor niet uit te voeren delen van de andere pakketten. 294 8. Uitvoering 8.2 Fasering 295 in natuur en infrastructuur en de aanlooptijd voor gebiedsontwikkelingen, in de eerste jaren vermoedelijk lager liggen. Op basis van de huidige ervaringen en kennis lijkt de realisatie van hogere jaargemiddelden in het tweede decennium van de Schaalsprong niet realistisch en riskant, zeker gezien de overeengekomen kwalitatieve ambities voor de Schaalsprong. De datum van 2030 moet met verstand worden benaderd. Met andere woorden: het lange termijn perspectief en de gezamenlijke ambities staan voorop. Indien nodig moet tijdens de uitvoeringsperiode soepel kunnen worden geschakeld tussen versnellen en vertragen. Voor het versnellen en vertragen wordt niet alleen per ontwikkelpakket maar ook voor de totale omvang van het project een planning en controlesysteem opgesteld. Dit geeft inzicht in de voortgang van de realisatie. Daarnaast is op stedelijk niveau een monitoringsprogramma met parameters die ‘de staat van de stad’ weergeven. Daarbij gaat het naast fysieke parameters om inzicht in de ontwikkeling van de ecologische, sociale en economische duurzaamheid (aantal en soort arbeidsplaatsen, onderwijs, veiligheid, cultuur, milieu). Op basis van deze monitor worden zowel het gaspedaal als de rem bediend. 1. Vastgestelde plannen | 2010 | | | 2015 | | | 2020 | | | 2025 | | | 2030 | 2. IJmeerlijn onafhankelijk (afronden Hout-Noord, Oosterwold 1 en start Pampus Dijk) | 2010 | | | 2015 | | | 2020 | | | 2025 | | | 2030 | 3. IJmeer bijna gereed (Oosterwold 2, afronden Pampus Dijk) | 2010 | | | 2015 | | | 2020 | | | 2025 | | | 2030 | | | | 2015 | | | 2020 | | | 2025 | | | 2030 | | 2015 | | | 2020 | | | 2025 | | | 2030 | 4. IJland Naast deze vijf pakketten, allen gericht op gebiedsontwikkelingen, is er een zesde generiek pakket. Hierin zijn maatregelen opgenomen, die niet direct zijn gerelateerd aan de ontwikkeling van gebieden. Het gaat om interventies op het gebied van onderwijs, cultuur, economie, recreatie, natuur en sport gedurende de gehele planperiode. De kwantitatieve doelstellingen uit het RU-contract vergen een gemiddelde productie van 3.000 woningen en 5.000 arbeidsplaatsen per jaar, gedurende twintig jaar. De werkelijke productie zal, gezien de noodzakelijke voorinvesteringen | 2010 5. Strategische reservering | 2010 | | 8. Uitvoering 8.2 Fasering 296 1. Vastgestelde plannen | 2010 | | 8. Uitvoering 8.2 Fasering 297 4. IJland | 2015 | | | 2020 | | | 2025 | | | 2030 | | 2010 | | | 2015 | | | 2020 | | Ontwikkellocaties: Bestaande Stad Poort 2e fase Hout 1e fase Condities: SAA (A9-A10-A1-A6) OV Saal (1e & 2e fase) VSBA: Verbreding hoge ring Wijkontsluiting & bus Hout Noord Groen: Stadspark Weerwater Poorthout Gooimeerkust Trekwegzone 2010 | | | 2015 | | | 2020 | | | 2025 | | | 2030 | | | | 2015 | | | 2020 | | | 2025 | | | | Ontwikkellocaties: Eemvallei 2 Pampus 2e fase Pampus 3e fase Condities: HOV Gooi Via Stichtse brug IJmeer Uitvoering (2e fase) OV SAAL 3e Fase, IJmeerlijn) VSBA: Wijkontsluiting Eemvallei 2 Wijkontsluiting & Bus Pampus Groen: Oostvaarderswold Eempark IJmeerstrand | 2010 | | | 2015 | | | 2020 | | | 2025 | | Ontwikkellocaties: Hout Zuid Weerwaterzone 2e fase IJland 2e fase Eemvallei 3 Condities: Stichtse Lijn (Hout-Zuid) Lange Overkluizing A6 (Weerwaterzone 2de fase) VSBA: Wijkontsluiting IJland Groen: Park IJland Vooroevers IJland 3. IJmeer bijna gereed (Eemvallei 2, afronden Pampus) 2010 | | 2030 | | 2030 | 5. Strategische reserveringen Ontwikkellocaties: Hout Noord 2de fase & Midden Eemvallei 1e fase Weerwaterzone Pampus 1e fase Condities: Aansluiting A27-Hout Noord Uitbreiding A27 Waterlandse weg HOV Gooi Via Stichtse brug VSBA: Wijkontsluiting Eemvallei 1efase Wijkontsluiting Pampus 1e fase Groen: Oosterwold Pampushout | 2025 Ontwikkellocaties: IJland 1ste fase Condities: Toekomstverkenning IJmeer/ Markermeer (juridische basis) OV SAAL (3e fase IJmeerlijn) VSBA: Wijkontsluiting IJland Groen: Park IJland Vooroevers IJland 2. IJmeerlijn onafhankelijk (afronden Hout-Noord, Oosterwold 1 en start Pampus, Weerwater 1) | | 2030 | 9 298 299 Vervolgproces 9. Vervolgproces 300 9. Vervolgproces Almere 2.0 is een concept Structuurvisie. Het is het voornemen van het Almeerse college van B&W. In het document zijn de inzichten verwerkt van een groot aantal studies en verkenningen. Almere 2.0 is in afstemming met de betrokken regionale overheden opgesteld. Deze Concept Structuurvisie is nog geen Structuurvisie in de zin van de Wro. Het gaat om een visie voor de toekomst die als opmaat dient voor in een later stadium vast te stellen formele Structuurvisie in de zin van de Wro. De wijze waarop dit proces wordt voortgezet is afhankelijk van de onderstaande drie factoren. opgenomen. Potentiële ontwikkellocaties en uitbreiding van (regionale) infrastructuur staan op de plankaart aangeduid. Dit Structuurplan is in 2003 door de gemeenteraad van Almere vastgesteld. Vooralsnog is het vigerende structuurplan voor Almere de wettelijke basis voor ruimtelijke ontwikkeling op structuurniveau. Per 1 juli 2008 is dit plan van rechtswege omgezet in een Structuurvisie in de zin van de nieuwe WRO. Hierin worden welliswaar uitspraken over de Schaalsprong gedaan, maar deze structuurvisie beschrijft niet de gehele Schaalsprong, omdat een aantal ontwikkelingen nog niet kon worden voorzien. RAAM-brief De Schaalsprong van Almere is geen geïsoleerd project. Het is afhankelijk van omliggende RU-projecten, die onder meer van belang zijn voor de conditionerende voorwaarden van de Schaalsprong. Dit betreffen OV SAAL (Flevolijn en IJmeerlijn), AGU (oostelijke ontsluiting Almere via A27 en Stichtselijn), Luchthaven Lelystad en Toekomstvisie Markermeer-IJmeer. Deze vier projecten zijn in ontwikkeling. Binnen de vier projecten worden alternatieven onderzocht op onder meer effectiviteit en haalbaarheid. De onderzoeksresultaten zijn medio 2009 beschikbaar. Deze worden in verband gebracht met het voorgestelde besluit van het college over de gewenste ontwikkeling van Almere. Op basis van de inzichten van deze vijf projecten legt het Kabinet in oktober 2009 het gewenste samenhangende ontwikkelingsperspectief voor de regio vast in de RAAM-brief. De toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van Almere in het kader van de Schaalsprong en de gerelateerde RU-projecten moeten, voordat deze worden uitgevoerd, van een adequate juridische grondslag worden voorzien. Momenteel wordt nagegaan voor welke planonderdelen de vigerende Structuurvisie uit 2003 juridisch en inhoudelijk nog voldoende grondslag biedt. Dit zal waarschijnlijk geen eenduidig beeld opleveren voor alle onderdelen van de Schaalsprong. Op basis van dit inzicht wordt bepaald wat vervolgens de meest adequate planologische route is voor de juridische borging van de Schaalsprong. Daarnaast zal in juridische en procedurele zin afstemming en samenhang moeten zijn met de gerelateerde RU-projecten zoals de IJmeerlijn, TMIJ en uitbreiding A27. Hiertoe zullen de verschillende mogelijkheden, die het instrumentarium van de WRO (nieuwe Structuurvisie, regionale- of rijksstructuurvisie, intergemeentelijk visievorming etcetera) biedt, ten opzichte van elkaar worden afgewogen. Voor de uitvoering van de Schaalsprong moeten de inhoud van de RAAM-brief en de inhoud van de Concept Structuurvisie Almere 2.0 op elkaar worden afgestemd. Op basis van de inhoud van de RAAM-brief zal het college de eventuele consequenties voor de inhoud van de Concept Structuurvisie aan de regionale partners en gemeenteraad voorleggen. Integraal Afsprakenkader Almere 2030 De Concept Structuurvisie Almere 2.0 is conform het raadsbesluit van 19 maart 2009 de inhoudelijke basis van de gemeente Almere voor het IAK. Dit contract wordt in oktober 2009 met het Rijk getekend. In dit IAK verbinden partijen zich aan afspraken om de Schaalsprong te realiseren. De uiteindelijke inhoud van het IAK Almere 2030 kan op onderdelen afwijken van de inhoud van de Concept Structuurvisie Almere 2.0. Juridische grondslag Structuurvisie De stedelijke ontwikkelingen op Almeers grondgebied zijn op dit moment vastgelegd in het Structuurplan Almere 2010. Het structuurplan richt zich primair op het oorspronkelijke beeld van Almere uit 1983: een stad met 250.000 inwoners. Wel is bij het opstellen van dit Structuurplan naar de toekomst gekeken. De ruimtelijke mogelijkheden van een eventuele Schaalsprong zijn verkend en In het IAK Almere 2030 en de RAAM-brief zullen de wijze van planologische borging voor de Schaalsprong en gerelateerde RU-projecten worden vastgelegd. Indien voor onderdelen van de Schaalsprong een nadere juridische borging nodig is, wordt voorzien in formele inspraak- en besluitvormingsprocedures en de eventueel benodigde aanvullende onderzoeken en toetsen. 301 302 303 Samenvatting Samenvatting 304 Samenvatting Nationaal en regionaal wordt ingezet op de versterking van de internationale concurrentiepositie van de noordelijke Randstad en op het behoud van waardevolle landschappen zoals het Groene Hart, de Utrechtse Heuvelrug, de scheggen van Amsterdam en Waterland. Er is ruimte nodig voor economische expansie en woningbouw. Almere is de grootste potentiële verstedelijkingslocatie in de Randstad. Met de ontwikkeling van Almere ontstaat de economische driehoek Amsterdam-Almere-Utrecht. Almere wil aan de nationale en regionale ambitie meewerken als dit tot een verantwoorde groei van de stad leidt. In het RU-contract Schaalsprong Almere 2030 staat: ‘De doorgroei van Almere naar een complete stad met 350.000 inwoners in 2030 met een eigen herkenbare identiteit, door de bouw van 60.000 woningen, het volwaardig doorontwikkelen van de sociaal economische structuur (100.000 arbeidsplaatsen) met een goede bereikbaarheid via de weg en openbaar vervoer, onder gelijktijdige versterking van de groenblauwe structuur.’ ‘Het Rijk en Almere hebben gezamenlijk de ambitie om de thema’s duurzaamheid en ecologie als richtinggevende principes in de stedelijke ontwikkeling te hanteren. Uit de sociale analyse blijkt dat de huidige samenleving van Almere hoofdzakelijk bestaat uit gezinnen. Voor een sociaal duurzame samenleving is een toename van diversiteit gewenst. Hiervoor zal Almere in de toekomst meerdere doelgroepen aan de stad moeten binden door het aanbieden van nieuwe woonmilieus en stedelijke voorzieningen. De Schaalsprong is een duurzaamheidsgroei. De Almere Principles vormen het vertrekpunt voor een ecologisch, sociaal en economisch duurzame stad. Voor de westelijke en oostelijke ruimtelijke uitbreidingen zijn Masterplan Almere Pampus en Drie ontwikkelingsstrategieën voor Almere Oost opgesteld. Voor beide gebieden is onderzocht wat de (on)mogelijkheden zijn van de uitbreidingen. Dit is onderzocht aan de hand van een drietal alternatieven met oplopende bouwprogramma’s van 15.000 tot 30.000 / 40.000 woningen voor zowel de westelijke als oostelijke ontwikkeling. Pampus kan nieuwe maritieme en hoogstedelijke woon- en werkmilieus toevoegen aan Almere en de regio. Almere Oost biedt mogelijkheden voor de realisatie van onderscheidende landelijke woon-, werk en leefmilieus. Rijk en Almere spreken af dat zij eind 2009 de afspraken voor de Schaalsprong vastleggen in een Integraal Afsprakenkader (IAK) Almere 2030. Hiervoor is deze Concept Structuurvisie Almere 2.0 de inhoudelijke basis. Hiermee gaat Almere 2.0 verder dan een traditionele ruimtelijke Structuurvisie. Het is een integraal document, dat alle inhoudelijke elementen omvat die een causale relatie hebben met de Schaalsprong. De Concept Structuurvisie is afgestemd met de Provincies Flevoland, Noord-Holland, Utrecht, de gemeenten Amsterdam, Lelystad en Zeewolde en het Waterschap Zuiderzeeland. Samenhangende regionale projecten Het project Schaalsprong Almere heeft een samenhang met andere RU-projecten. Zij verankeren Almere in een regionale context. Het gaat hierbij om infrastructuuren natuurprojecten: OV SAAL (uitbreiding openbaar vervoer tussen Schiphol, Amsterdam, Almere en Lelystad waaronder de Flevolijn en IJmeerlijn), AGU (oostelijke ontsluiting Almere via A27 en Stichtselijn), Toekomstvisie MarkermeerIJmeer (ecologische herstel van de grote wateren) en toekomst Schiphol in relatie tot de ontwikkeling van luchthaven Lelystad. Analyse Aan de basis van de Concept Structuurvisie ligt een aantal thematische en ruimtelijke bouwstenen. Dit zijn coproducties in wisselende samenstelling van Rijk, regio en Almere. Uit de economische analyse blijkt dat de werkgelegenheid zich in Almere voortvarend ontwikkelt. Zij heeft echter nog wel een achterstand uit de beginjaren in te halen. De economie wordt mede opgestuwd door de omliggende krachtige economieën van Utrecht en Amsterdam. Bij de Schaalsprong zal Almere verdergaand geïncorporeerd moeten raken in de economie van de Noordvleugel. De Schaalsprong van Almere zal effecten hebben op het bestaand stedelijk gebied. De lokale infrastructuur en de groenblauwe hoofdstructuur van Almere gaan intensiever gebruikt worden. Dit geldt eveneens voor de centrumvoorzieningen. Hiernaast kan de concurrentiepositie van bepaalde delen van het bestaand stedelijk gebied onder druk komen te staan. Alternatieven en afweging Uit de bouwstenen Pampus en Oost zijn drie ruimtelijke alternatieven geconstrueerd: Almere Waterstad (accent op westelijke ontwikkeling), Almere Stad van Water en Groen (alzijdige ontwikkeling) en Almere Polderstad (accent op oostelijke ontwikkeling). Een werkgroep van Rijk, regio en Almere heeft deze alternatieven beoordeeld op zowel de bijdragen aan de nationale en regionale ambities als de lokale ambities ten aanzien van de Schaalsprong. Polderstad draagt nauwelijks bij aan de ambities van Rijk, regio en Almere en wordt daarom afgewezen. Voor het voorkeursalternatief wordt een combinatie gemaakt van de alternatieven Waterstad en Stad van Water en Groen. Dit is het alternatief Waterstad-plus. Zo ontstaat het totaalbeeld van een voorkeursalternatief met IJmeerlijn en Stichtselijn als de robuuste dragers van de Schaalsprong. De combinatie van westelijke en oostelijke ontwikkeling levert een bijdrage aan een grotere diversiteit van regio en Almere. 305 Samenvatting 306 Op basis van dit advies neemt de gemeenteraad op 19 maart 2009 het volgende richtinggevende besluit: ‘het alternatief Waterstad-plus zich bevindt binnen de eerder door de raad genomen besluiten en draagt het college op, om in samenspraak met Rijk en regio, bij de uitwerking uit te gaan van het alternatief Waterstad-plus. Visie Almere 2.0 Het gemeenteraadsbesluit is uitgewerkt voor de afzonderlijke onderdelen van een ecologisch, sociaal en economisch duurzame Schaalsprong. Ecologische duurzaamheid Almere is omgeven door unieke natuurgebieden en beschikt over een uitgestrekt groenblauwe hoofdstructuur. Bij verdere groei van de stad worden deze kwaliteiten optimaal ingezet vanuit de overtuiging dat ecologische duurzaamheid samengaat met stedelijke ontwikkeling. Het draagvermogen van deze structuur wordt aangepast aan een stad met 350.000 inwoners. Ecologische duurzaamheid vertaalt zich in vier vormen van grondgebruik: groene woon- en werkmilieus, diversiteit van de groenstructuur, het buitendijkse water en stadslandbouw. Hiernaast grijpt Almere 2.0 de kansen aan voor grootschalige systeeminnovaties ter bevordering van duurzame gebiedsontwikkelingen. Sociale duurzaamheid De doorgroei van Almere naar een sociaal duurzame stad is gediend bij differentiatie van de bevolkingssamenstelling en toename van de kwaliteit in het suburbaan wonen, werken, leven en leren. Almere gaat studenten, hoger opgeleiden en senioren aan de stad binden. Het voorzieningenpakket van de stad (hoger onderwijs, differentiatie woonmilieus, cultuur) wordt hierop afgestemd. Hiernaast wordt ingezet op een preventieve aanpak van de kwetsbare delen van het bestaand stedelijk gebied. Economische duurzaamheid De opgave van 100.000 extra banen in de periode 2010 - 2030 is een gezamenlijke opgave van Almere, regio en Rijk. De inzet wordt gericht op excellent gastheerschap voor een optimale dienstverlening voor bedrijfvestiging en het stimuleren van clusterontwikkeling, die van (inter)nationale betekenis is. Dit gebeurt in samenwerking met ondernemers, overheden, onderwijsinstellingen en onderzoeksinstituten. Goede verbindingen op de economische assen Almere - Amsterdam en Almere - Gooi - Utrecht zijn van cruciaal belang voor de economische ontwikkeling van de noordelijke Randstad. Samenvatting Hoofdlijnen Almere 2.0 Bij de uitwerking van Almere 2.0 staat het respect voor de oorspronkelijke meerkernen structuur van Almere in een blauwgroene omgeving voorop. Stad en natuur gaan met elkaar de verbinding aan. Het stedelijke gebied gaat uit acht kernen bestaan. Deze hebben een verbeterde verbondenheid. De grote ingrepen zijn geschakeerd in een langgerekt gebied van het westen naar het oosten dwars door de stad: de Schaalsprongas. Op de kant van de Schaalsprongas komen hoogstedelijke woon- en werkmilieus die door de IJmeerlijn uitstekend met Amsterdam zijn verbonden. In het oosten is ruimte voor landschappelijke milieus in lage dichtheden. Centraal in Almere liggen langs de as de interventiegebieden: Almere Centrum en Almere Weerwater. Almere 2.0 is geen blauwdruk. Het biedt ruimte voor ontwikkelingen. Zo is er binnen het raamwerk ruimte voor initiatieven van onderop volgens het principe ‘mensen maken de stad’. Daarnaast laat de schaalsprong ook ruimte voor de toekomst na 2030. Uitwerking De beschrijvingen bevatten ontwikkelingsconcepten. Hierbinnen zijn meerdere invullingen mogelijk. Raamwerk Het raamwerk van de stad is opgebouwd uit de hoofdinfrastructuur en de blauwgroene hoofdstructuur. Voor de Schaalsprong wordt dit draagvermogen vergroot, zodat dit een stad met 350.000 inwoners kan dragen. Voor de infrastructuur gaat het om de capaciteitsuitbreiding van de A6 en de Flevolijn, de aanleg van de IJmeerlijn met Stichtselijn en de aanpassing van de stedelijke hoofdinfrastructuur. Deze infrastructuur wordt zorgvuldig in de stad ingepast, waarbij ontwikkelingskansen worden benut. Cruciaal voor Almere 2.0 is de aanleg van de IJmeerlijn en een faseerbare en opschaalbare Stichtselijn. Aan de westkant van de stad is als gevolg van het annuleren van de Markerwaard sprake van een amputatie van het infrastructuurnetwerk. Door de IJmeerlijn wordt Almere opgenomen in het netwerk van de metropool en kunnen de ruimtelijke, economische en sociale structuren tussen regio en Almere met elkaar vervlechten. De interne groenblauwe structuur wordt versterkt en doorontwikkeld. Het wordt omgevormd tot een palet van parken en stadsbossen. Iedere groene wig krijgt een eigen programma, groeninrichting en beheer. 307 Samenvatting Almere IJland Almere IJland is een buitendijkse ontwikkeling, die inspeelt op de combinatie van de noodzakelijke IJmeerlijn en het noodzakelijke ecologische herstel van IJmeer en Markermeer. Op het snijpunt van de IJmeerlijn en het ecologische herstel ontstaat een kans om een uniek buitendijks woon, werk en recreatiemilieu te creëren. Dit nieuwe stadsdeel verbindt het stedelijke gebied van de metropool met het omliggende grootschalige natuurlandschap. Het is de hoogste graad van combinatie tussen stad en natuur. Almere Pampus Met de ontwikkeling van Pampus richt de stad haar gezicht naar het IJmeer en Amsterdam. Pampus is een locatie met een metropolitaan karakter. Het wordt een stadsdeel met hoge stedelijke dichtheden. Twee locaties in Almere Pampus geven een extra accent: Pampushaven en het station van de IJmeerlijn. Almere Centrum en Almere Weerwater Almere Centrum vormt het culturele hart van de stad. De doorontwikkeling van Almere Centrum is gericht op: verbreden van aanbod, uitbreiding met Almere Weerwater en doorontwikkeling van het stationsgebied Almere Centrum. Met de ligging van Almere Weerwater en het Stadshart aan beide zijden van het Weerwater ontstaat een bipolair stadscentrum. Almere Weerwater wordt onderdeel van Almere Centrum door investeringen in de gebruikskwaliteit en het slechten van de barrièrewerking van de A6. Oosterwold Het gebied geeft ruimte aan landelijk wonen met een lage dichtheid en is hiermee de tegenpool van de hoogstedelijke ontwikkeling aan de westzijde van de stad. Almere Oosterwold zet in op een grootschalige ontwikkeling van individuele woonidealen en organische groei (particulier opdrachtgeverschap). Het bestaand stedelijk gebied: Haven, Stad, Buiten en Poort Het suburbane karakter van de bestaande stadsdelen blijft behouden. De identiteiten van de afzonderlijke stadsdelen worden versterkt. Er zijn geen grote fysieke ingrepen voorzien. Voor de kwetsbare delen binnen het bestaand stedelijk gebied wordt ingezet op een preventieve aanpak. Dit zijn vooral lokale ingrepen van sociaal economische aard. De verkeersinfrastructuur voor het verkeer en de groenblauwe hoofdstructuur wordt aangepast aan de schaalsprong, evenals de overgangsgebieden tussen de bestaande en nieuwe stadsdelen. 308 Samenvatting Uitvoering De Schaalsprong is een omvangrijke en complexe opgave met een groot aantal betrokkenen. De realisatie van de Schaalsprong strekt zich uit over twintig jaar. Om de Concept Structuurvisie een overeenkomstige werkingskracht te geven is een aantal principes van belang. Flexibiliteit : de Concept Structuurvisie is geen gefixeerd eindbeeld maar een ontwikkelingsrichting, die kansen en ruimte biedt voor stedelijke ontwikkeling Fasering : per fase is er een pakket deelprojecten samengesteld in ontwikkelenveloppen en gebiedspakketten. Inzet is dat elke fase van de Schaalsprong een afgerond geheel vormt; Partnerschap : Gezamenlijk streven vele partijen een aantal ambities na. Dit kan alleen slagen bij een langdurig en wederkerig commitment. Vervolgproces De Schaalsprong Almere is nauw verbonden met omliggende RU-projecten: OV SAAL, AGU, Luchthaven Lelystad en Toekomstvisie Markermeer-IJmeer. Voor deze vijf projecten zal het Kabinet in het najaar 2009 een samenhangend ontwikkelingsperspectief uiteenzetten in de RAAM-brief. Parallel hieraan stellen Rijk, Provincie en Almere het Integraal Afsprakenkader (IAK) Almere 2030 vast. Dit bevat de wederkerige afspraken ten aanzien van de realisatie van de Schaalsprong. 309 Colofon Dit document is opgesteld in opdracht van de Stuurgroep Almere 2030 In samenwerking met: Inwoners van Almere Lokale en regionale stakeholders Gemeenteraad van Almere Gemeente Amsterdam Gemeente Lelystad Gemeente Zeewolde Provincie Flevoland Provincie Noord-Holland NV Utrecht Waterschap Zuiderzeeland Gemeenschappelijk Ontwikkelingsbedrijf Ministerie van VROM Stuurgroep Schaalsprong Almere (college van B&W en ambtelijk opdrachtgevers): Adri Duivesteijn Annemarie Jorritsma Johanna Haanstra Arno Visser Martine Visser Anja Grootoonk Jan Vogel Vincent van Woerkom Henk Mulder Herman Schartman Ward de Meulemeester Marianne van de Berg Henk Meijer Bestuurlijk Afstemmingsoverleg Adri Duivesteijn (wethouder Almere) Maarten van Poelgeest (wethouder Amsterdam) Ton Hooijmaijers (gedeputeerde Noord Holland) Jos Huizinga (wethouder Zeewolde) Bart Krol (gedeputeerde Utrecht) Anne Bliek (gedeputeerde Flevoland) Hans ten Velden (namens het rijk / ministerie van VROM) Henk Tiesinga (dijkgraaf Waterschap Zuiderzeeland) Jop Fackeldey (wethouder Lelystad) Henk Mulder (directeur DSO) Herman Schartman (projectdirecteur Schaalsprong) Projectdirectie Henk Meijer Marcel Stolk Inhoudelijke bijdragen MVRDV: Winy Maas Jacob van Rijs Nathalie de Vries Jeroen Zuidgeest Klaas Hofman Martine Vledder Sabina Favaro Hui Hsin Liao Francesco Pasquale Fokke Moerel Paul Kroese Johannes Schele Stefan de Koning Oana Rades Silke Volkert Fabian Wagner Wouter Oostendorp Marta Pozo Naiara Arregi Jaap van Dijk Marta Gierczynska Daniel Marmot Pablo Munoz Paya Di Miao Manuel Galipeau Tekstredactie Ward de Meulemeester Fred Feddes Gemeente Almere: Wiebe Oosterhoff Bart Stoffels Gerard van Rijk Ivonne de Nood Renze Borkent Bart Teulings Harmen Otto Smedes Hans Hogenhout Hester Kersten Alex van Oost Marcel Blokland Arnold van Dam Lummieke IJmker Marloes Konings Maura Keijzers Joyce Kloppenburg Hinne Paul Krolis Erwin Lindeijer Thijs van der Steeg Annemiek Veltkamp Frank Kramer Harry Zondag Bert Gloudemans Peter Wichman Dirk van de Wiel Stefan Steinmetz Jaap Meindersma Johan Bouwmeester Tonny Sampiemon Gert Breugem Ton Schippers Gerhard Dekker Jo van der Veen Concept Structuurvisie Almere 2.0 is een productie van Gemeente Almere en MVRDV Copyright op alle materiaal Gemeente Almere en MVRDV De teams van de deelprojecten VSBA Flevolijn IJland Stationsgebied Weerwater Fotografie (p. 142, 166, 270, 274, 278, 282) Ralph Kämena Visualisaties Luxigon MVRDV Druk OBT BV, Den Haag Grafisch ontwerp Stout / Kramer: Marco Stout Evelyne Kramer Nicole Martens Juni 2009 134 135 Concept Structuurvisie Almere 2.0 nieuwe woongebieden nieuwe werkgebieden bestaand groen casco nieuw groen casco open gebied nieuwe woongebieden op te waarderen nieuwe werkgebieden cascogroen bestaand groen casco kustontwikkeling nieuw groen casco water werkgebieden open gebied en woongebieden op te casco waarderen groen cascogroen open gebied kustontwikkeling strategische water reserveringen 3.0 werkgebieden en woongebieden autoweg groen knooppunt casco nieuw open gebied opgewaardeerd knooppunt strategische spoorbaan reserveringen 3.0 treinstation autoweg busbaan nieuw knooppunt infrastructuur opgewaardeerd knooppunt spoorbaan treinstation busbaan infrastructuur 0 1 2 3 4 5km