rekenspelletjes-groep-3-4-5

Ideeën om spelenderwijs thuis de
rekenvaardigheid te stimuleren
voor groep 3-4-5
Opgesteld door
Marjolein Berkhout
rekencoördinator
obs Letterland
November 2009
Tel en getalrij spelletjes
 Van klein naar groot (groep 3,4,5)
Wat heb je nodig?
Papier en pen
Hoe speel je het spel?
Schrijf op kaartjes allerlei getallen (let op bij groep 3 en 4 tot 100 en bij groep 5
tot 1000)
Geef iedereen evenveel kaartjes omgekeerd.(bijvoorbeeld 5)
Kijk wie het snelst de getalkaartjes van klein naar groot heeft gelegd. Die is de
winnaar.
 Spelletjes voor in de auto bijvoorbeeld (groep 3,4,5)
Tellen in sprongen van 2,5,10 of 25. Zowel heen als terug.
Tellen vanaf een willekeurig getal; bijvoorbeeld vanaf 12-13-14-15 of 15-1413-12. Of in sprongen van 10 vanaf een willekeurig getal. Bijvoorbeeld 2-1222-32.
Eventueel met behulp van een getallenlijn van de gamma.
Welk getal komt er voor en welk getal komt na. Bijvoorbeeld voor 12 komt 11.
Na 33 komt 34.
 Ploffen (groep 3,4,5)
Je gaat tellen en maakt een afspraak dat bijvoorbeeld als je bij een getal bent
waar een 6 in voorkomt je het woord 'plof' zegt.
Bijvoorbeeld: 1-2-3-4-5-plof-7-8........13-14-15-plof-17-18-19
 Maak je eigen kralenketting (groep 3,4)
Wat heb je nodig?
Touw en gekleurde kralen.
Kralen rijgen in groepjes van 2 om 2 of 5 om 5.
obs Letterland - Almere
 Raad mijn getal (groep 3,4,5)
Je hebt een getal in je hoofd. De ander raadt steeds een getal.
Jij antwoord bijvoorbeeld met; veel hoger of veel lager of hoger, lager.
 Burenbingo (groep 3,4)
Wat heb je nodig?
Pen en papier
Hoe speel je het spel?
Maak een kader met negen vakjes
Schrijf in ieder vakje een getal: Baken af binnen een getallengebied:
bijvoorbeeld; alleen getallen tussen 1 en 25. Nu kun je bingo spelen.
Bij burenbingo wordt een getal genoemd (binnen het gekozen getallengebied).
Je mag niet het genoemde getal wegkruisen, maar je moet de buurgetallen
wegkruisen. - Wie het eerste zijn kaart vol heeft, wint het spel.
Bijvoorbeeld:
Nummer 12. Je kruist niet nummer 12 weg, maar de nummers 11 en 13, want
dat zijn de buren.
obs Letterland - Almere
Sommen spelletjes
 Flitsen met het stoplicht (groep 3,4,5)
Wat heb je nodig?
Pen, papier (in kaartjes geknipt), een stopwatch of zandloper en een stoplicht
gemaakt van papier met de kleuren rood, oranje en groen.
Dit is een automatiseringsspelletje wat je kunt toepassen bij allerlei sommen.
Hoe speel je het spel?
Maak kaartjes met sommen. Bijvoorbeeld min en plussommen tot 10 of 20 of
100 of 1000. Keersommen of deelsommen. Schrijf niet het antwoord op.
Het doel is zoveel mogelijk goede antwoorden te krijgen binnen een gestelde
tijd, bijvoorbeeld een minuut. Je laat een kaartje steeds kort zien. Het
antwoord moet snel volgen, binnen 5 seconden.
Lukt dat dan leg je het kaartje op groen.
Duurt het iets langer, maar is het antwoord wel goed; dan leg je het kaartje op
oranje.
Is het antwoord fout of wordt er geen antwoord gegeven. Dan leg je het kaartje
op rood.
!Het idee is dat kinderen snel verbetering zien ten opzichte van de keren
ervoor. Dit motiveert ze om nog meer goede antwoorden te kunnen
onthouden.
 Memorie (groep 3,4,5)
Wat heb je nodig?
Even grote kaartjes en pen.
Hoe speel je het spel?
Iedereen kent memorie. Je zoekt twee kaartjes die bij elkaar horen. En je
probeert te onthouden welke kaartjes waar liggen.
Ook memorie kun je toepassen bij allerlei soorten sommen. Optellen en
aftrekken tot 20 of tot 100 of 1000. Deelsommen tot 100 en de tafels.
Je schrijft op 1 kaartje een som en op een ander kaartje het antwoord.
Maak het niet te groot en baken af. Bijvoorbeeld een tafelmemorie met alleen
de tafels van 2,4 en 8.
obs Letterland - Almere
Draai alle kaartjes om en speel met minimaal twee personen het spelletje
memorie.
Je wint als je de meeste setjes hebt.
 Dobbelen (groep 3,4,5)
Wat heb je nodig?
Dobbelstenen (tot 6 stuks), pen en papier.
Hoe speel je het spel?
Je bouwt dit spel op qua niveau.
Je begint met twee dobbelstenen.
Ieder mag drie keer gooien per beurt.
Er moeten zoveel mogelijk punten worden gehaald.
Ieder krijgt 5 beurten.
Na drie keer gooien tel je het aantal ogen. Schrijf dit op een blaadje.
Na 5 beurten tel je de punten bij elkaar op. Wie de meeste punten heeft, heeft
gewonnen.
Als twee dobbelstenen te makkelijk is, speel je met 3, 4, 5 of 6 dobbelstenen.
Begin makkelijk.
 Duizenden (groep 5)
Wat heb je nodig?
Pen, papier en drie dobbelstenen.
Hoe speel je het spel?
Ieder mag drie keer gooien met 3 dobbelstenen.
Het doel is na drie beurten zo dicht mogelijk bij het getal 1000 te komen.
Iedere beurt schrijf je de cijfers als 1 getal op.
Bijvoorbeeld: je gooit een 3, 6 en 7. Je kiest nu of je opschrijft:
- 673, 736 of 367.
obs Letterland - Almere
Let op je moet drie keer gooien, dus ondertussen rekenen dat je dicht bij de
1000 komt.
 Familie sommen (groep 3,4,5)
Wat heb je nodig?
Pen en papier en timer.
Hoe speel je het spel?
Familiesommen zijn sommen die op elkaar lijken. Dit kunnen zowel min als
plussommen zijn.
Maak zoveel mogelijk sommen die op elkaar lijken
Wie de langste rij heeft, wint. Je kunt een tijd afspreken.
Bijvoorbeeld:
2 + 3= 5
8 - 4=4
12 + 3=15
18 - 4=14
22 + 3=15
28 - 4=24
Overige tips
- www.rekenweb.nl: voor vele leuke spelletjes afgestemd op leerjaar.
- www.scalaleukerleren.nl (voor rekenspelletjes als malle getallen)
- Bij de Gamma, Praxis en Ikea vind je gratis centimeters die je kunt gebruiken
als getallenlijn tot 100.
obs Letterland - Almere