docx

advertisement
Uitwisselingsmoment onderweg: Memory
Katrijn van Gils
Spelregels: De kaartjes worden geschud en met de witte kant naar boven gelegd. Vervolgens draait een
speler twee kaartjes om. Alle deelnemers mogen de afbeeldingen zien die op de kaartjes staan. Als de
afbeelding op beide kaartjes hetzelfde is, dan wordt de speler uitgenodigd te antwoorden op de vraag
die correspondeert met de afbeelding op het kaartje. Bij sommige afbeeldingen staan meerdere vragen.
De speler mag kiezen op welke vraag hij antwoordt. Indien de afbeeldingen op de omgedraaide kaartjes
niet gelijk zijn, dan worden de kaartjes terug met de witte kant naar boven gedraaid en is het de beurt
aan de volgende deelnemer.
Variant: Er kan voor gekozen worden om eerst de persoon die het paar heeft gevonden te laten
antwoorden en vervolgens de andere deelnemers die het wensen ook de mogelijkheid te bieden hun
persoonlijke antwoord te delen met de groep.
Een andere variant op het spel is dat de persoon die het paar gevormd heeft, een ander deelnemer mag
aanduiden, die vervolgens antwoordt op de vraag.
Doel: Bij het klassieke memory-spel is het doel van het spel zo veel mogelijk paren te vormen. Bij dit
spel is het competitieve aspect van ondergeschikt belang. Het wil veeleer een aanzet zet om elkaar beter
te leren kennen, stil te staan bij zaken die de deelnemers belangrijk vinden of een opstap te bieden om
verder met elkaar in gesprek te gaan. Hiervoor worden enkele richtvragen gesteld die gekoppeld zijn
aan voorwerpen die men onderweg kan tegenkomen.
1.
Stapschoenen
2.
Richtingaanwijzer
3.
Rugzak
4.
5.
6.
7.
Zon
Tent
Wandelstok
Dagboek
8.
Kruisje
9.
Pluim
10.
11.
12.
13.
Bloem
Kompas
Fruit
Berg
14.
Klavertje
15.
Voetstappen
Waar wil je in de toekomst graag naartoe gaan?
Wat wil je bereiken?
Welke uitdaging wil je aangaan?
Wie of wat helpt jou om (levens)keuzes te maken?
Wat kan een pelgrimstocht of bedevaart vergemakkelijken?
Wat neem je mee in je rugzak op deze pelgrimstocht of
bedevaart? Dit kan figuurlijk (positief of negatief) of letterlijk
zijn.
Wat doet je deugd? Waar kan je van genieten?
Waar vind je rust? Waar of bij wie voel je je veilig?
Wat geeft je steun, waarop vertrouw jij?
Welke herinnering uit je leven of van deze tocht wil je
koesteren?
Is er iets dat je aan God of Jezus wil vertellen/vragen?
Is geloof belangrijk in jouw leven? Op welke manier wel/niet?
Noem een van jouw talenten? Wat kan je goed?
Geef een complement aan iemand anders van de groep.
Wat vind je mooi aan deze pelgrimstocht of bedevaart?
Wat is voor jou een bijzondere of heilige plaats?
Wat geeft jou kracht?
Welke moeilijkheid ben je onderweg of tijdens je leven al
tegengekomen?
Wat was een hoogtepunt in jouw leven?
Wat maakt jou gelukkig?
Wie zou je een beetje geluk willen toewensen?
In wiens voetstappen wil jij graag wandelen? Wie inspireert
jou? Naar wie kijk je op?
Download