CVDR Nr. CVDR112945_1 3 juni 2016 Officiële uitgave van Almelo. Beleidsregel kosten kinderopvang op grond van sociale of medische indicatie Gemeenteblad van Almelo Geldende tekst regelingnummer: 2412 Nr. 12 Collegebesluit van 13 september 2011, houdende vaststelling van de beleidsregel kosten kinderopvang op grond van een sociale of medische indicatie. Beleidsregel kosten kinderopvang op grond van een sociale of medische indicatie Artikel 1. Doel en grondslag beleidsregel Deze beleidsregel heeft als doel te voorzien in een tegemoetkoming in de kosten van kinder-opvang op grond van een sociale en/of medische indicatie. Deze beleidsregel vindt zijn grondslag in artikel 3 en artikel 18 van de Verordening wet kinderopvang. Artikel 2. Begripsbepalingen 1. In deze beleidsregel wordt verstaan onder: het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almelo; a. de wet: de Wet kinderopvang; b. de verordening: de verordening Wet kinderopvang; c. adviesorgaan: de instelling die op verzoek van het college advies uitbrengt over de noodzaak d. van kinderopvang. 2. Voor zover niet anders is bepaald hebben begrippen in deze beleidsregel dezelfde betekenis als in de wet of de verordening. Artikel 3. Verordening De verordening is van overeenkomstige toepassing, tenzij anders is bepaald in deze beleidsregel. Artikel 4. Doelgroep Deze beleidsregel is van toepassing op ouders /verzorgers en/of kinderen welke volgens de gemeentelijke basisadministratie woonachtig zijn in de gemeente Almelo en: die tot een categorie van personen behoren met een lichamelijke, verstandelijke of psychische a. beperking welke kinderopvang noodzakelijk maakt of; ten aanzien van wie is vastgesteld dat kinderopvang in het belang van een gezonde ontwikkeling b. van het op te vangen kind noodzakelijk is. De noodzaak tot kinderopvang dient te blijken op grond van het advies van een huisarts of andere instelling. Het college kan ten behoeve van de vaststelling van de noodzakelijkheid advies vragen bij een adviesorgaan. Artikel 5. Voorliggende voorziening Het college weigert een tegemoetkoming als er sprake is van een voorliggende voorziening. Tot een voorliggende voorziening wordt in ieder geval gerekend een voorziening op grond van: de Wet kinderopvang; a. de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten; b. de Wet Maatschappelijke ondersteuning. c. Artikel 6. Aanvraag 1. 2. Een aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van een sociale en/of medische indicatie dient, door de ouder(s)/ verzorger(s) te worden ingediend bij het college. De aanvraag dient naast de gegevens zoals aangeven in artikel 4 van de verordening, in ieder geval bewijsstukken te bevatten waaruit het netto maandelijkse inkomen van de ouder(s)/ verzorger(s) blijkt. Artikel 7. Aanspraak op tegemoetkoming Ouders/verzorgers hebben aanspraak op een tegemoetkoming in de te betalen kosten van kinderopvang op grond van een sociale en/of medische indicatie als bij het college: 1 Cvdr 2016 nr. CVDR112945_1 3 juni 2016 - in een advies de noodzaak van de kinderopvang, inclusief het noodzakelijke aantal uren per dag en week en de verwachte noodzakelijke duur wordt aangetoond en; dit advies vergezeld gaat met een beschrijving van de aanpak van het onderliggende probleem en; de kinderopvang wordt verzorgd door een geregistreerd kindercentrum of gastouderbureau. Artikel 8. Hoogte en duur van de tegemoetkoming 1. 2. De tegemoetkoming heeft betrekking op maximaal 25 uur per week. De tegemoetkoming is gebaseerd op de feitelijke kosten, maar bedraagt per uur niet meer dan het maximale uurtarief dat de Belastingdienst jaarlijks vaststelt. De tegemoetkoming wordt toegekend voor de duur van maximaal 6 maanden en kan daarna, na 3. een nieuwe indicatie, nog één maal worden verlengd met maximaal 3 maanden. Ouder(s)/ verzorger(s) met een inkomen dat meer bedraagt dan de van voor hen toepasselijke 4. bijstandsnorm betalen in beginsel een eigen bijdrage ter hoogte van de draagkracht. Artikel 9. Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule 1. 2. In gevallen waarin deze beleidsregel niet voorziet, beslist het college. Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van deze beleidsregel als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt. Artikel 10. Slotbepalingen 1. 2. 2 Deze beleidsregel treedt in werking per 1 oktober 2011 en is van toepassing op aanvragen welke op of na 1 oktober 2011 worden ingediend. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als “Beleidsregel kosten kinderopvang op grond van een sociale of medische indicatie”. Cvdr 2016 nr. CVDR112945_1 3 juni 2016