WORD, 45 KB - Gemeente Leiden

advertisement
B&W-nr.: 05.0270 d.d. 08-03-2005
Onderwerp
Vaststelling beleidsregel Sociaal-medische indicatie kinderopvang.
BESLUITEN
Behoudens advies van de commi ssie WOWZ
1.



2.
3.
4.
5.
Ter uitvoering van het beleid Sociaal-medische indicatie (SMI) bijgaande beleidsregel bij het
raadsbesluit Verordening Wet kinderopvang (RV 04.0131) vast te stellen, inhoudende:
een omschrijving van de potentiële doelgroep Sociaal-medische geïndiceerden;
een overgangsregeling voor ouders die in 2004 gebruik maakten van kinderopvang op basis van
Sociaal-medische indicatie, in de meeste gevallen door de gemeente Leiden gesubsidieerd;
een regeling voor nieuwe aanvragen, waarbij gebruik gemaakt wordt van onafhankelijk
deskundigenadvies;
Onder intrekking van het mandaatbesluit Uitvoering Wet kinderopvang d.d. 1 februari 2005
(05.0174):
a. de directeur van de Dienst Sociale Zaken en Arbeidsmarktbeleid met ingang van 1 januari
2005 het volledige beslissings- en ondertekeningsmandaat te verlenen ten aanzien van
bestuursrechtelijke beslissingen met betrekking tot de uitvoering van de Verordening Wet
kinderopvang, met inbegrip van het verlenen van een submandaat hiertoe;
b. kennis te nemen van het verlenen van een submandaat aan het hoofd van de afdeling
Ontvangst en Intake van de Dienst Sociale Zaken en Arbeidsmarktbeleid met ingang van 1
januari 2005;
c. de directeur van de Dienst Cultuur en Educatie met ingang van 1 januari 2005 het volledige
beslissings- en ondertekeningsmandaat te verlenen ten aanzien van bestuursrechtelijke
beslissingen met betrekking tot de uitvoering van de overige gemeentelijke taken gerelateerd
aan de Wet kinderopvang (het Kinderopvangregister gemeente Leiden, taken op het gebied
van kwaliteit (toezicht en handhaving) en de beleidsregel Sociaal-medische Indicatie), met
inbegrip van het verlenen van een submandaat hiertoe;
d. kennis te nemen van een submandaat aan het hoofd van de afdeling Onderwijs en Jeugd van
de Dienst Cultuur en Educatie met ingang van 1 januari 2005.
e. het mandatenschema overeenkomstig te laten aanpassen;
Dit beleid voorlopig te dekken uit de extra toevoeging aan de agemene uitkering voor de Wet
kinderopvang en het SMI-beleid in afwachting van nadere informatie van het Rijk over het
onderbrengen van deze regeling in de Wet kinderopvang of de Wet maatschappelijke
ondersteuning en van C&E/SOZA over de financiële consequenties van de in 2005 gehonoreerde
aanvragen;
Tot uitvoering van de beleidsregel over te gaan met als ingangsdatum 1 januari 2005,
vooruitlopend op de bijbehorende begrotingswijziging;
Dit besluit ter kennis te brengen van de commissie SI.
Samenvatting
Het College heeft een beleidsregel vastgesteld, die gerelateerd is aan de Verordening Wet
kinderopvang, en met terugwerkende kracht in gaat op 1 januari 2005. De beleidsregel heeft
betrekking op de doelgroep Sociaal-medische indicatie (SMI), die in een laat stadium (tijdelijk?) buiten
de Wet kinderopvang is gehouden. Op grond van deze beleidsregel kunnen ouders, die niet onder de
Wet kinderopvang vallen, in 2005 eventueel een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang
krijgen. Het gaat dan om personen met een lichamelijke, zintuigelijke, verstandelijke of psychische
beperking van wie is vastgesteld dat een of meer van deze beperkingen opvang van hun kind(eren)
noodzakelijk maken, of met een kind ten aanzien van wie is vastgesteld dat kinderopvang in het
belang van een goede en gezonde ontwikkeling van dat kind noodzakelijk is. Er wordt onderscheid
gemaakt tussen een overgangsregeling voor ‘zittende’ ouders, en nieuwe aanvragen. Advisering door
een onafhankelijke organisatie die beschikt over adequate deskundigheid maakt onderdeel uit van de
procedure.
Het jaar 2005 wordt gebruik om het toekomstig SMI-beleid verder vorm te geven. Hiertoe wordt nauw
samengewerkt tussen de diensten SOZA en C&E.
RAADSAANBIEDINGSFORMULIER
Commissie Sociale Infrastructuur
REG.NR:
Voorstel van : Gerda Visser
B&W
Telefoon
: 5323
Portefeuillehouder(s): H. Buijing
Email
: [email protected]
Datum B&W
: 08-03-2005
Titel: Beleidsregel Sociaal-medische indicatie Kinderopvang
Voorstel:
Kennis te nemen van de door B&W vastgestelde beleidsregel bij Verordening Wet kinderopvang (RV 04.0131)
betreffende het beleid Sociaal-medische indicatie, inhoudende:
 een omschrijving van de potentiële doelgroep Sociaal-medische geïndiceerden;
 een overgangsregeling voor ouders die in 2004 gebruik maakten van kinderopvang op basis van Sociaalmedische indicatie, in de meeste gevallen door de gemeente Leiden gesubsidieerd;
 een regeling voor nieuwe aanvragen, waarbij gebruik gemaakt wordt van onafhankelijk deskundigenadvies.
Korte inhoud document:
Het College heeft een beleidsregel vastgesteld, die gerelateerd is aan de Verordening Wet kinderopvang, en
met terugwerkende kracht in gaat op 1 januari 2005. De beleidsregel heeft betrekking op de doelgroep Sociaalmedische indicatie (SMI), die in een laat stadium (tijdelijk?) buiten de Wet kinderopvang is gehouden. Op grond
van deze beleidsregel kunnen ouders, die niet onder de Wet kinderopvang vallen, in 2005 eventueel een
tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang krijgen. Het gaat dan om personen met een lichamelijke,
zintuigelijke, verstandelijke of psychische beperking van wie is vastgesteld dat een of meer van deze
beperkingen opvang van hun kind(eren) noodzakelijk maken, of met een kind ten aanzien van wie is vastgesteld
dat kinderopvang in het belang van een goede en gezonde ontwikkeling van dat kind noodzakelijk is. Er wordt
onderscheid gemaakt tussen een overgangsregeling voor ‘zittende’ ouders, en nieuwe aanvragen. Advisering
door een onafhankelijke organisatie die beschikt over adequate deskundigheid maakt onderdeel uit van de
procedure.
Het jaar 2005 wordt gebruik om het toekomstig SMI-beleid verder vorm te geven. Hiertoe wordt nauw
samengewerkt tussen de diensten SOZA en C&E.
Soort onderwerp: (I/M/B)
I
Deadline behandeling raad
Financiële consequenties
De verdeling van de kinderopvanggelden die aan de algemene uitkering zijn
toegevoegd voor de uitvoering van de Wet kinderopvang en het SMI-beleid zal bij
de eerstvolgende algemene begrotingswijziging geregeld worden.
Commissie: (naam commissie)
d.d. (datum
Gemeenteraad
d.d. (datum raad)
commissie)
Griffie: par.
d.d.
Naam:
Tst 516
Emailadres:
Beleidsregel bij Raadsbesluit Verordening Wet kinderopvang
Leiden
(RV 04.0131)
Beleid Sociaal-medische indicatie (SMI)
Tot het moment van het in werking treden van artikel 23 van de Wet kinderopvang, op welk
moment paragraaf 2 van de Verordening wet kinderopvang in werking zal treden, zijn de
volgende artikelen met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2005 van toepassing op de
doelgroep Sociaal-medische indicatie.
1. Doelgroep
Tot de gemeentelijke doelgroep Sociaal-medische indicatie (SMI) kunnen personen
behoren:
a. die niet onder de Wet kinderopvang vallen, en
b. met een lichamelijke, zintuigelijke, verstandelijke of psychische beperking van wie is
vastgesteld dat een of meer van deze beperkingen opvang van hun kind of kinderen
noodzakelijk maken, of
c. met een kind ten aanzien van wie is vastgesteld dat kinderopvang in het belang van
een goede en gezonde ontwikkeling van dat kind noodzakelijk is
2. Overgangsregeling 2005:
Ouders die in 2004 voor de opvang van hun kinderen op basis van sociaal-medische
indicatie gebruik maakten van een door de gemeente Leiden gesubsidieerde
kinderopvangplaats, kunnen gebruik maken van een overgangsregeling, waarbij de
eerdere beoordeling van de noodzaak van kinderopvang wordt gezien als
indicatiestelling. Ook ouders die geen gebruik maakten van een gesubsidieerde plaats,
buiten de Wet kinderopvang vallen en die hun situatie1 voor 1 januari 2005 bij de
gemeente kenbaar hebben gemaakt, kunnen van deze overgangsregeling gebruik maken.
De overgangsregeling houdt in dat deze ouders in 2005 een tegemoetkoming kunnen
krijgen in de kosten van kinderopvang, welke gebaseerd is op maximaal 94% van de
kosten van de opvang, waarbij het door het Rijk vastgestelde maximumuurtarief2 wordt
gehanteerd. Indien een van de ouders een werkgever heeft welke ook een bijdrage in de
kosten van de kinderopvang levert, wordt dit op de gemeentelijke bijdrage in mindering
gebracht.
3. Nieuwe aanvragen:
Indien ouders in 2005 een aanvraag indienen voor een tegemoetkoming in de kosten van
kinderopvang op basis van Sociaal-medische indicatie betrekt het College bij haar
besluitvorming het advies van een onafhankelijke organisatie die beschikt over adequate
deskundigheid. Het College besluit over de aanvraag binnen acht weken na ontvangst
1
2
ondersteund met indicaties en deskundigenadviezen
Dit uurtarief ligt in 2005 voor de dagopvang op € 5,68 en voor de buitenschoolse opvang op € 6,13.
van alle benodigde gegevens. Het College kan dit besluit ten hoogste met vier weken
verdagen.
De tegemoetkoming is gebaseerd op maximaal 94% van de kosten van de opvang,
waarbij het door het Rijk vastgestelde maximumuurtarief 3wordt gehanteerd. Indien een
van de ouders een werkgever heeft welke ook een bijdrage in de kosten van de
kinderopvang levert, wordt dit op de gemeentelijke bijdrage in mindering gebracht.
3
Dit uurtarief ligt in 2005 voor de dagopvang op € 5,68 en voor de buitenschoolse opvang op € 6,13.
Download