1 De relatie tussen dieet en zelf-gerapporteerde mentale en fysieke gezondheid bij mensen met en zonder diabetes type 2. Naam: Iris Havinga Thesisbegeleider: Corinne Stoop Bachelorthesis klinische gezondheidspsychologie Departement Medische en Klinische Psychologie en Gezondheid, Universiteit van Tilburg Februari 2014 2 Samenvatting Dit onderzoek gaat over de relatie tussen dieet en mentale en fysieke gezondheid bij mensen met en zonder diabetes type 2. De gegevens voor dit onderzoek zijn verkregen met een vragenlijst, waarvan de 12-item short term health survey (SF-12) en vragen over voeding gebruikt zijn. Er is met behulp van meerdere multipele regressies met als afhankelijke variabelen fysieke en mentale gezondheid en als onafhankelijke variabelen fruitconsumptie per dag, groenteconsumptie per dag, rood vleesconsumptie per dag, body mass index (BMI), geslacht en leeftijd gevonden dat groenteconsumptie een negatief verband heeft met fysieke gezondheid bij mensen met diabetes type 2 en dat fruitconsumptie een positief verband heeft met mentale gezondheid bij mensen van 45 jaar en ouder zonder diabetes type 2. Hiernaast is gevonden dat leeftijd voor beide groepen een negatieve samenhang heeft met fysieke gezondheid. Voor mensen van 45 jaar en ouder zonder diabetes type 2 is er ook een negatieve samenhang tussen BMI en fysieke gezondheid gevonden. Mannen van 45 jaar en ouder zonder diabetes type 2 rapporteerden een hogere fysieke en mentale gezondheid dan vrouwen van 45 jaar en ouder zonder diabetes type 2. Er is geen samenhang gevonden tussen groenteconsumptie en mentale gezondheid, fruitconsumptie en fysieke gezondheid en rood vlees consumptie en mentale en fysieke gezondheid. Hieruit wordt geconcludeerd dat er een samenhang kan zijn tussen dieet en fysieke en mentale gezondheid en dat deze samenhang verschilt tussen mensen met en zonder diabetes type 2. Keywords: Dieet, SF-12, Diabetes, BMI, Gezondheid, ouder dan 45 Abstract This study is about the relationship between diet and mental and physical health in people with and without type 2 diabetes. The data for this study was obtained through the use of a battery, of which the 12-item short term health survey (SF-12) and specific questions on 3 nutrition were used. Through the use of multiple 'multiple regressions', with physical and mental health as dependent and fruit consumption a day, vegetable consumption a day, red meat consumption a day, BMI, sex and age as independent variables, it was found that vegetable consumption has a negative relationship with physical health in people with type 2 diabetes and that fruit consumption has a positive relationship with mental health in people of the ages 45 and up without type 2 diabetes. Besides this it was found that there is a negative relationship between age and physical health in both groups. It has also been found that there is a negative relationship between BMI and physical health in people of the ages 45 and up without type 2 diabetes. Males 45 and up without type 2 diabetes reported both better physical and mental health than females 45 and up without type 2 diabetes. No relationship was found between vegetable consumption and mental health, fruit consumption and physical health and red meat consumption and mental and physical health. From this we can conclude that there could be a relationship between diet and physical and mental health and that this relationship differs between people with and without type 2 diabetes. Keywords: Diet, SF-12, Diabetes, BMI, Health, over 45 4 Inleiding In de VS alleen zijn er al 26 miljoen mensen met een vorm van diabetes (Diabetes association, 2013). Mensen met diabetes hebben problemen met de insulinehuishouding van hun lichaam. Er is te weinig tot geen aanmaak van insuline of het lichaam is ongevoelig voor de aangemaakte insuline. Insuline is belangrijk bij het opnemen van glucose in de cellen van het lichaam. Het lichaam maakt tijdens het verteren van voedsel glucose uit suikers en zetmeel. Wanneer het lichaam deze glucose niet goed opneemt ontstaan er allerlei complicaties zoals oogproblemen, voetproblemen, huidproblemen, hoge bloeddruk, mentale gezondheidsprobemen, gehoorproblemen, gebitsproblemen, gastroparese, ketoacidose, zenuwschade, nierziekte, perifere aderaandoeningen en beroerte (Diabetes association, 2013). Mensen met diabetes wordt aangeraden om een normaal gewicht te krijgen of behouden, regelmatig te sporten en een dieet met 3 tot 5 porties groente en fruit per dag en weinig suiker en gesatureerde vetten aan te houden. (World Health Organisation [WHO], 2014). Voeding en diabetes Er zijn veel artikelen die de relatie tussen voeding en het ontstaan van diabetes onderzoeken. Zo is gevonden dat volle granen (Al Khudairy, Stranges, Kumar, Al-Daghri, & Rees, 2013; Alhazmi, Stojanovski, McEvoy, & Garg, 2013), fruit (Babu, Liu, & Gilbert, 2013; Alhazmi et al., 2013; Ruel et al., 2013), groenten (Babu et al., 2013; Al-khudairy et al., 2013; Alhazmi et al., 2013) en peulvruchten (Sievenpiper, & Dworatzek, 2013; Agrawal, & Ebrahim, 2013) de kans op diabetes kunnen verkleinen. Dit zou kunnen komen door de flavanoïden in deze producten (Babu et al., 2013). De werking van peulvruchten zou volgens de verlaging van fasting glucose en LDL-cholesterol kunnen werken (Sievenpiper, & Dworatzek, 2013). Peulvruchten zouden de fasting glucose kunnen verlagen door te zorgen voor een langzamere opname van voedingsstoffen. Hierdoor is er minder insuline in een keer 5 nodig om de voedingsstoffen te verwerken en blijft de bloedsuikerspiegel binnen gezondere grenzen (Sievenpiper et al., 2009). De verlaging van het LDL-cholesterol zou komen door de oplosbare vezels in peulvruchten. Deze binden galzuren en voorkomen de heropname van deze galzuren. Een verhoogde aanmaak van galzuren heeft een verlaagde cholesterolwaarde in de lever en een verhoogde opname van serum cholesterol in de lever tot gevolg. Dit zorgt voor een afname van cholesterol in het bloed (Bazzano et al., 2011). Een hoge LDLcholesterol waarde is een risicofactor voor het ontwikkelen van diabetes omdat deze waarde samenhangt met bloeddruk en bloedsuikerspiegel (Diabetes association, 2014). Ook zou er een positief effect zijn van een dieet met veel vet en weinig koolhydraten, door lagere serum triglyceride en hoger HDL-cholesterol (Ruth et al., 2013). Hoog serum triglyceride, een vorm van vet in het bloed, is een risicofactor voor onder andere diabetes. Een hoge HDLcholesterol waarde helpt beschermen tegen het ontwikkelen van ziekten, waaronder diabetes, doordat het HDL-cholesterol een rol speelt bij het verwijderen van cholesterol uit het lichaam (Heart association, 2014; Diabetes association, 2014). Verder zou er een positief effect zijn van een vegetarisch dieet (Sievenpiper, & Dworatzek, 2013; Tonstad, Stewart, Oda, Batech, Herring, & Fraser, 2013). Over het effect van noten op het ontstaan van diabetes zijn tegenstrijdige resultaten gevonden (Sievenpiper, & Dworatzek, 2013; Damavandi, Eghtesadi, Shidfar, Heydari, & Foroushani, 2013). Hiernaast zou er een negatief effect zijn van hogere consumptie van aardappelen (Al-khudairy et al. 2013), dierlijke proteïnen/rood of verwerkt vlees (Al-khudairy et al, 2013, Alhazmi et al, 2013) en vette zuivel (Alhazmi et al., 2013). De mechanismen die een rol spelen in het ontstaan van diabetes blijven belangrijk wanneer diabetes ontwikkeld is. Er is echter minder onderzoek gedaan naar de relatie tussen dieet en gezondheid bij mensen die al diabetes hebben. Wel is er gevonden dat een paleolitisch dieet, dat bestaat uit mager vlees, vis, fruit, groente, knolgewassen, eieren en noten, een betere glucose homeostase, wat een regulatie en handhaving van het evenwicht van 6 de bloedsuikerspiegel inhoudt, en meer gewichtsverlies op zou kunnen leveren dan een diabetesdieet (Jöhnsson, Granfeldt, & Hallberg, 2013). Dit geeft aan dat er een effect kan zijn van voeding op fysieke gezondheid. Voorbeelden van dit effect zijn de relatie tussen voeding en hart- en vaatziekten en de relatie tussen voeding, overgewicht en een slechtere fysieke gezondheid. Voeding, BMI en hart- en vaatziekten of multimorbiditeit Er wordt veel onderzoek gedaan naar hart- en vaatziekten, zowel bij mensen met als zonder diabetes (Hu, & Tuomilehto, 2007; Savory et al., 2013). In diabetespatiënten zou obesitas de kans op mortaliteit bij hart- en vaatziekten verhogen (Hu, & Tuomilehto, 2007). Het drinken van veel koffie zou de kans op hart- en vaatziekten en mortaliteit bij hart- en vaatziekten weer kunnen verlagen (Hu, & Tuomilehto, 2007). Ook aanpassing naar een dieet met meer groente en fruit en minder vet zou de kans op hart- en vaatziekten kunnen verlagen (Savory et al., 2013). Hiernaast zou een hogere body mass index (BMI) bij mensen zonder diabetes een verhoogde kans op sterfte geven. Jackson et al. (2013) hebben in hun verkennende studie gevonden dat dit effect omgekeerd was bij diabetespatiënten, maar geven aan dat dit de voorgaande literatuur tegen spreekt. Ook is gevonden dat mensen met diabetes op alle BMI-scores een hogere kans op sterfte hadden dan mensen zonder diabetes (Jackson et al., 2013). Ruel et al. (2013) hebben onderzoek gedaan bij mensen zonder diabetes. Zij hebben gevonden dat weinig energie uit vet een verhoogde kans geeft om van een gezonde situatie, zonder chronische ziektes, naar multimorbiditeit te gaan. Wel werd er gevonden dat er minder energie uit dierlijk vet gehaald werd bij mensen in een gezonde situatie. Het eten van veel groente, fruit en graanproducten anders dan rijst en tarwe zou multimorbiditeit kunnen voorkomen (Ruel et al., 2013). Zhang et al. (2013) hebben gevonden dat er een lagere relatie tussen gewicht en vet in het lichaam is bij vegetariërs, die minder vlees, vet en meer plantaardig voedsel eten. Een hoger BMI zal voor niet-vegetariërs een ongunstig vetprofiel tot 7 gevolg hebben. Een vegetarisch dieet heeft vooral gunstige invloed op transvet en LDLcholesterol. Een laag LDL-cholesterol voorkomt opbouw van cholesterol in de aderen. Dit zorgt dat de conditie van hart- en bloedvaten in orde blijft en verlaagt het risico op diabetes (Diabetes association, 2014). Dit geeft aan dat er misschien een effect is van BMI en een dieet met veel plantaardig voedsel op fysieke gezondheid. Voeding, BMI en kwaliteit van leven Meerdere studies bekeken het effect van dieet of BMI op kwaliteit van leven. Deze studies werden meestal bij een gezonde populatie afgenomen. Er is gekozen om alleen studies die gebruik maken van de 12-item short form health survey (SF-12) of de 36-item short form health survey (SF-36) mee te nemen in deze analyse. Asztalos, Huybrechts, Temme, van Oyen, & Vandevijvere (2013) vonden dat fysieke activiteit een sterkere samenhang had met subjectieve gezondheid dan middelomtrek en BMI. Ruano et al. (2013) vonden dat een westers dieet, met veel fast food, rood en verwerkt vlees, vette zuivel, bewerkte voeding en eieren, samenhangt met een lagere score op de SF-36 en ‘kwaliteit van leven’-schalen. Een mediterraans dieet, met veel groente, fruit, vis, gevogelte en olijfolie, zou samenhangen met een hogere mentale kwaliteit van leven en hogere vitaliteit, mentale gezondheid, fysiek functioneren en algemene gezondheid van de SF-36. Ook is er een relatie gevonden tussen een hoge consumptie van transvetzuren en een slechtere score op de mentale en lichamelijke pijn schalen van de SF-36 (Ruano et al., 2013). Dit geeft aan dat voeding een rol kan spelen in mentale en fysieke gezondheid. Dezelfde mechanismen die een rol spelen in het ontstaan van diabetes zouden een rol kunnen spelen in het verloop van diabetes. Er is gevonden dat voeding een belangrijke rol zou kunnen spelen in zowel fysieke als mentale gezondheid, maar bij diabetespatiënten is hier weinig onderzoek naar gedaan. Er wordt verwacht dat er verschillen bestaan in de relatie 8 tussen dieet en gezondheid voor mensen met en zonder diabetes type 2, omdat mensen met diabetes type 2 problemen hebben met het behouden van een goede bloedsuikerspiegel. Een goed dieet kan bestaande behandelingen ondersteunen en helpen met het verlagen van onder andere de bloedsuikerspiegel (WHO 2014). Naar de relatie tussen voeding en zelfgerapporteerde mentale en fysieke gezondheid bij diabetespatiënten is geen onderzoek gedaan. Dit onderzoek gaat in op de relatie tussen dieet en gezondheid voor mensen met en zonder diabetes type 2, waarbij gecontroleerd wordt voor BMI, geslacht en leeftijd. Dit wordt gedaan aan de hand van de samenhang van groente, fruit en rood vlees met zelfgerapporteerde fysieke en mentale gezondheid. Er wordt verwacht dat er een relatie is tussen dieet en zelf-gerapporteerde mentale en fysieke gezondheid en dat deze relatie sterker is voor mensen met diabetes type 2. De relatie tussen voeding en fysieke gezondheid zal beïnvloed worden door BMI omdat BMI een belangrijke rol speelt in fysieke gezondheid (Jackson et al., 2013; Zhang et al., 2013). Consumptie van veel groente en fruit zal een gunstige samenhang hebben met zelfgerapporteerde mentale en fysieke gezondheid en consumptie van veel rood vlees zal een negatieve samenhang hebben met zelf-gerapporteerde mentale en fysieke gezondheid. Methode Voor deze cross-sectionele studie wordt gebruik gemaakt van de SF-12 met vragen over de gezondheid, een vragenlijst over voeding en een demografische vragenlijst. Deze vragenlijsten werden in een bundel met meer vragenlijsten afgenomen en werden door de mensen, zonder begeleiding, ingevuld. De proefpersonen zijn geworven door studenten aan de Universiteit van Tilburg. Elke proefpersoon heeft dezelfde uitleg gekregen en heeft vrijwillig 9 meegedaan aan het onderzoek. Om de anonimiteit van de proefpersonen te garanderen zijn de gegevens genoteerd onder een nummer in plaats van een naam. Het onderzoek is goedgekeurd door de medisch ethische commissie van de Universiteit van Tilburg. Diabetes type 2 is vastgesteld met behulp van een vraag waarbij aangegeven kan worden welke ziektes vastgesteld zijn en, indien dit het geval is, welke vorm van deze ziekte vastgesteld is. In deze studie worden mensen met diabetes type 2 vergeleken met mensen van 45 jaar en ouder zonder diabetes type 2. SF-12 De SF-12 is een verkleinde versie van de veel gebruikte en gevalideerde SF-36 (Ruano et al., 2013). Deze verkleinde versie is zorgvuldig samengesteld en getest in meerdere landen waarmee ook de validiteit van de SF-12 verzekerd is (Gandek et al., 1998). De SF-12 bestaat uit 12 vragen waarvan 2 vragen over algemene gezondheid, 4 vragen over lichamelijke gezondheid en 6 vragen over mentale gezondheid. Een voorbeeld van een vraag uit de SF-12 is ‘Hoe zou u over het algemeen uw gezondheid noemen?’. Een hoge score op de SF-12 geeft een betere mate van gezondheid aan. Voor dit onderzoek worden de aparte lichamelijke en mentale gezondheidsscores gebruikt, zoals berekend volgens de methode van Mols, Pelle, & Kupper (2009). Voeding De vragenlijst bestaat uit vragen over het voedingspatroon van de participanten. Er zijn gerichte vragen gesteld over het aantal keer dat de participant per week/maand/jaar een bepaald voedingsmiddel nuttigt. Voor dit onderzoek worden alleen de vragen over consumptie van groente, fruit en rood vlees gebruikt. Voor deze vragen zijn drie aparte variabelen aangemaakt die de consumptie per dag aangeven. Deze voedingsmiddelen zullen apart op een doorlopende schaal bekeken worden, waarbij een hoge score op groente, fruit of 10 rood vlees betekent dat er respectievelijk meer eenheden per dag geconsumeerd worden. Hierbij heeft groente per dag een range van 0 tot 9, fruit per dag een range van 0 tot 10 en rood vlees per dag een range van 0 tot 3. Demografische gegevens Deze vragenlijst bestaat uit 4 vragen over geslacht, leeftijd, burgerlijke staat en opleidingsniveau. Hiervan worden in dit onderzoek alleen de variabelen over geslacht en leeftijd gebruikt. Statistische analyse Er wordt gebruik gemaakt van ‘frequenties’ om het aantal mannen en vrouwen en het aantal personen met diabetes type 2 na te kijken. ‘Descriptives’ wordt gebruikt om de variabelen groenteconsumptie, fruitconsumptie, rood vleesconsumptie, mentale gezondheid en fysieke gezondheid te controleren. Hierna wordt er een variabele aangemaakt met een waarde 0 voor mensen van 45 jaar en ouder zonder diabetes type 2 en een waarde 1 voor mensen met diabetes type 2. Hierna wordt er een filter toegepast, zodat alleen deze mensen in de verdere studie gebruikt worden. Hierna is er een t-test uitgevoerd om de groep mensen van 45 jaar en ouder zonder diabetes type 2 te vergelijken met de groep mensen met diabetes type 2. Hierna wordt de data gesplitst met als groeperingsvariabele ‘geen diabetes type 2 en 45 jaar of ouder’ en ‘diabetes type 2’. Hierna wordt een multiple regressie uitgevoerd met als afhankelijke variabele fysieke gezondheid en als onafhankelijke variabelen groenteconsumptie per dag, fruitconsumptie per dag, rood vleesconsumptie per dag, BMI, geslacht en leeftijd. Hierna is er nog een keer een multiple regressie uitgevoerd met mentale gezondheid als afhankelijke variabele en groenteconsumptie per dag, fruitconsumptie per dag, rood vleesconsumptie per dag, BMI, geslacht en leeftijd als onafhankelijke variabelen. 11 Resultaten Aan dit onderzoek hebben 853 mensen deelgenomen. Hiervan hadden 73 mensen diabetes type 2 en waren 780 mensen 45 jaar of ouder zonder diabetes type 2. Bij de participanten met diabetes type 2 was 56,2% man en 43,8% vrouw. Hiernaast was 8,2% onder de 45 jaar oud, 42,5% tussen de 45 en 65 jaar oud en 49,3% boven de 65 jaar oud. Van de participanten van 45 jaar en ouder zonder diabetes type 2 was 48,7% man en 51,2% vrouw. Hiernaast was 74,6% tussen de 45 en 65 jaar oud en 25,4% boven de 65 jaar oud. De groepen waren significant verschillend op leeftijd (Sig. <0,001) en BMI (Sig. <0,001) en hadden een significant verschillende score op fysieke gezondheid (Sig. 0,003) (tabel 1). Fysieke gezondheid Diabetes type 2. Bij de groep mensen met diabetes type 2 is er een significant resultaat gevonden van fruit per dag (0,278 Sig. 0,010), groente per dag ( -0,224 Sig. 0,031), BMI (0,254 Sig. 0,016) en leeftijd (-0,314 Sig. 0,004) op fysieke gezondheid. Na controle voor groenten per dag, fruit per dag, rood vlees per dag, leeftijd, geslacht en BMI blijven alleen groente per dag (-0,237 Sig. 0,041) en leeftijd (-0,248 Sig. 0,041) als significante variabelen over (tabel 2). De R-kwadraat van dit model is 0,269. 45+ zonder diabetes. Bij de groep mensen van 45 jaar en ouder zonder diabetes type 2 is er een significant resultaat gevonden van BMI (-0,120 Sig. < 0,001), geslacht (-0,100 Sig. 0,003) en leeftijd (-0,244 Sig. < 0,001) op fysieke gezondheid. Deze variabelen blijven ook na controle voor groenten per dag, fruit per dag, rood vlees per dag, leeftijd, geslacht en BMI significant (tabel 3). De R-kwadraat van dit model is 0,086. Mentale gezondheid 12 Diabetes type 2. Bij de groep mensen met diabetes type 2 is er een significant resultaat gevonden van fruit per dag (0,234 Sig. 0,026) op mentale gezondheid. Na controle voor groenten per dag, fruit per dag, rood vlees per dag, leeftijd, geslacht en BMI is dit resultaat niet meer significant (tabel 4). De R-kwadraat van dit model is 0,095. 45+ zonder diabetes. Bij de groep mensen van 45 jaar en ouder zonder diabetes type 2 is er een significant resultaat gevonden voor fruit per dag (0,065 Sig. 0,038) en geslacht (-0,177 Sig. < 0,001) op mentale gezondheid. Deze resultaten blijven significant na controle voor groenten per dag, fruit per dag, rood vlees per dag, leeftijd, geslacht en BMI (tabel 5). De Rkwadraat van dit model is 0,039. Discussie Dit onderzoek heeft de relatie tussen voeding en zelf-gerapporteerde mentale en fysieke gezondheid voor mensen met en zonder diabetes type 2 onderzocht en heeft onderzocht of deze groepen van elkaar afwijken. In dit onderzoek is gevonden dat er een negatieve samenhang is van groente en leeftijd met fysieke gezondheid bij mensen met diabetes type 2. Dit is een opvallend resultaat omdat het eten van groente over het algemeen als gezond beschouwd wordt en dit resultaat de vooraf gevonden literatuur tegenspreekt (Babu et al., 2013; Al-khudairy et al., 2013; Alhazmi et al., 2013). De negatieve samenhang van groente met fysieke gezondheid kan volgens de onderzoeker misschien verklaard worden door een neiging van mensen om gezonder te gaan eten wanneer er problemen met de gezondheid zijn. Hierdoor zou het kunnen dat mensen die meer diabetesklachten hebben zich beter aan een gezond dieet gaan houden en dus meer groente eten en tegelijkertijd een slechtere fysieke gezondheid aangeven. De negatieve samenhang van leeftijd met fysieke gezondheid is niet verbazend, aangezien met leeftijd een slechtere fysieke gezondheid ontstaat (American psychological association, 2014). Hiernaast is gevonden dat BMI en leeftijd een negatieve 13 samenhang hebben met fysieke gezondheid bij mensen van 45 jaar en ouder. Dit houdt in dat een hogere BMI-waarde en een hogere leeftijd hebben samenhangen met een slechtere fysieke gezondheid. Mannen rapporteerden een betere fysieke gezondheid. De negatieve samenhang van BMI met de gezondheid komt overeen met voorgaande literatuur (Jackson et al., 2013; Ruel et al., 2013). Ook de negatieve samenhang van een hogere leeftijd met fysieke gezondheid is te verklaren door een slechtere fysieke gezondheid bij oudere mensen (American psychological association, 2014). Er is te zien dat er een duidelijk verschil bestaat tussen de groep mensen met en de groep mensen zonder diabetes type 2. Voor beide groepen hangt leeftijd samen met een slechtere fysieke gezondheid, maar waar voor de groep mensen met diabetes type 2 ook het eten van meer groente samenhangt met een slechtere fysieke gezondheid is dit niet gevonden voor de groep mensen van 45 jaar en ouder zonder diabetes type 2. De groepen wijken niet significant af in de hoeveelheid groente die per dag gegeten wordt. Dit kan aangeven dat dieet inderdaad een grotere en belangrijkere samenhang heeft met fysieke gezondheid bij mensen met diabetes type 2. BMI speelt alleen een rol bij de groep mensen van 45 jaar en ouder zonder diabetes type 2 en niet bij de groep mensen met diabetes type 2. Dit zou kunnen liggen aan het feit dat de BMI-score voor de mensen met diabetes type 2 significant hoger is dan die voor de groep mensen van 45 jaar en ouder zonder diabetes type 2. Ook is er gevonden dat voor de groep mensen van 45 jaar en ouder zonder diabetes type 2 fruit per dag een positieve samenhang heeft met mentale gezondheid. Dit houdt in dat het eten van meer fruit samenhangt met een betere mentale gezondheid. Mannen rapporteerden een betere mentale gezondheid dan vrouwen. Opvallend is dat deze resultaten niet gevonden zijn in de groep mensen met diabetes type 2. De positieve samenhang van fruit met mentale gezondheid komt overeen met de gevonden literatuur, waar een mediterraans dieet, met ondere andere veel groente- en fruitconsumptie, een positieve samenhang had met mentale gezondheid (Ruano et 14 al., 2013). Ook opvallend is dat de variabelen groenten, fruit, rood vlees, BMI, geslacht en leeftijd aanzienlijk meer variatie in fysieke en mentale gezondheid verklaren voor mensen met diabetes type 2 dan voor mensen van 45 jaar en ouder zonder diabetes type 2. Dit geeft aan dat er nog andere variabelen zijn die een grote invloed kunnen hebben op mentale en fysieke gezondheid. Deze variabelen zullen wellicht een belangrijk deel van de verklaring voor de niet-diabetes groep bij zich dragen. Deze variabelen zouden onder andere fysieke inspanning en rook- en drinkgedrag kunnen zijn. Het is dus belangrijk om hier nog verder onderzoek naar te doen. Na controle voor leeftijd blijkt dat dieet, in dit geval het eten van groente, een rol speelt bij fysieke gezondheid voor mensen met diabetes type 2 en dat dieet, in dit geval het eten van fruit, een rol speelt in mentale gezondheid voor mensen van 45 jaar en ouder zonder diabetes type 2. Er is geen samenhang gevonden van fysieke en mental gezondheid met het eten van rood vlees. Door het design van dit onderzoek kunnen geen uitspraken gedaan worden over de richting van deze verbanden. In volgend onderzoek zou een experimenteel design gebruikt kunnen worden om de richting van de gevonden verbanden aan te kunnen geven. Hiernaast is diabetes type 2 een zelf-gerapporteerde variabele. Hierdoor kunnen mensen zichzelf verkeerd ingedeeld hebben, doordat ze niet weten of ze diabetes hebben, de vraag overgeslagen hebben of niet weten welk type diabetes ze hebben. In vervolgonderzoek is het handig om diabetes door een arts vast te laten stellen. Ook groente- fruit- en rood vleesconsumptie zijn door middel van zelf-rapportage op één moment vastgesteld. Hierdoor kunnen mensen de consumptie van bepaalde voedingsmiddelen over- of onderschat hebben. Het over langere tijd bijhouden van een voedingsdagboek zou nauwkeurigere antwoorden op kunnen leveren. Conclusie 15 Er kan een relatie zijn tussen dieet en zelf-gerapporteerde fysieke en mentale gezondheid. Deze relatie verschilt tussen mensen met en zonder diabetes type 2. 16 Literatuurlijst Agrawal, S., & Ebrahim, S. (2013). Association between legume intake and self-reported diabetes among adult men and women in India. BMC Public health, 13, 706. Alhazmi A., Stojanovski, E., McEvoy, M., & Garg, M.L. (2013). The association between dietary patterns and type 2 diabetes: A systematic review and meta-analysis of cohort studies. J. Hum. Nutr. Diet. Al-khudairy, L., Stranges, S., Kumar, S., Al-daghri, N., & Rees, K. (2013). Dietary factors and type 2 diabetes in the east: What is the evidence for an association? A systematic review. Nutrients. American diabetes association. (2013). Diabetes basics. Geraadpleegd op http://www.diabetes.org/diabetes-basics/?loc=GlobalNavDB. American heart association. (2014). What your cholesterol levels mean. Geraadpleegd op http://www.heart.org/HEARTORG/Conditions/Cholesterol/AboutCholesterol/WhatYour-Cholesterol-Levels-Mean_UCM_305562_Article.jsp. American psychological association. (2014). Older adults’ health and age-related changes.Geraadpleegd op http://www.apa.org/pi/aging/resources/guides/older.aspx?item=1. Asztalos, M., Huybrechts, I., Temme, E., van Oyen, H., & Vandevijvere, S. (2013). Association of physical activity, waist circumference and body mass index with subjective health among Belgian adults. European journal of public health, 1-5. 17 Babu, P.V., Liu, D., & Gilbert, E.R. (2013). Recent advances in understanding the antidiabetic actions of dietary flavonoids. J. Nutr. Biochem., 1777-89. Bazzano, L.A., Thompson, A.M.,…, & Winham, D.M. (2011). Non-soy legume consumption lowers cholesterol levels: A meta-analysis of randomized controlled trials. Nutr. Metab. Cardivalc. Dis., 21, 2, 94-103. Damavandi, R.D., Eghtesadi, S., Shidfar, F., Heydari, I., & Foroushani, A.R. (2013). Effects of hazelnuts consumption on fasting blood sugar and lipoproteins in patients with type 2 diabetes. J. Res. Med. Sci, 314-21. Gandek, B., Ware, J.E., Aaronson, N.K., Apolone, G., Bjorner, J.B., Brazier, J.E., Bullinger, M., Kaasa, S., Leplege, A., Prieto, L., & Sullivan, M. (1998). Cross-validation of item selection and scoring for the SF-12 health survey in nine countries. Journal of clinical epidemiology, 51, 11, 1171-1178. Gougeon R. (2013). Insulin resistance of protein metabolism in type 2 diabetes and impact on dietary needs: A review. Can J. diabetes, 115-20. Hu, G., & Tuomilehto, J. (2007). Lifestyle and outcome among patients with type 2 diabetes. International congress series,1303, 160-171 Jackson, C.L., Yeh, H.C., Szklo, M., Hu, F.B., Wang, N.Y., Dray-Spira, R., & Brancati, F.L. (2013). Body-mass Index and all-cause mortality in US adults with and without diabetes. J. Gen. Intern. Med. Jönsson, T., Granfeldt, Y., …, & Hallberg, A.C. (2013). Subjective satiety and other 18 experiences of a Paleolithic diet compared to a diabetes diet in patients with type 2 diabetes. Nutrition journal, 2, 105. Mols, F., Pelle, A.J., & Kupper, N. (2009). Normative data of the SF-12 health survey with validation using post myocardial infarction patients in the Dutch population. Qual. Life. Res., 18, 403-414. Ruano, C., Henriquez, P., …, & Sánchez-Villegas, A. (2011). Dietary fat intake and quality of life: The sun project. Nutr. J., 10, 121. Ruano, C., Henriquez, P., …, & Sánchez-Villegas, A. (2013). Empirically derived dietary patterns and health-related quality of life in the sun project. Public library of science, 8, 5. Ruel, G., Shi, Z., Zhen, S., Zua, H., Kröger, E., Sirois, C., Lévesque, J.F., & Taylor, A.W. (2013). Association between nutrition and the evolution of multimorbidity: The importance of fruits and vegetables and whole grain products. Clinical nutrition, 1-8. Ruth, M.R., Port, A.M., Shah, M., Bourland, A.C., Istfan, N.W., Nelson, K.P., Gokce, N., & Apovian, C.M. (2013). Consuming a hypocaloric high fat low carbohydrate diet for 12 weeks lowers c-reactive protein and raises serum adiponectin and high density lipoprotein-cholesterol in obese subjects. Metabolism. Savory, L.A., Griffin, S.J., Williams, K.M., Prevost, A.T., Kinmonth, A.L., Wareham, N.J., & Simmons, R.K. (2013). Changes in diet, cardiovascular risk factors and modeled cardiovascular risk following diagnosis of diabetes: one year results from the ADDITION-Cambridge trial cohort. Diabetic medicine. 19 Sievenpiper, J.L., & Dworatzek, P.D.N. (2013). Food and dietary pattern-based recommendations: An emerging approach to clinical practice guidelines for nutrition therapy in diabetes. Can J. diabetes, 51-7. Sievenpiper, J.L., Kendall, C.W.C., Esfahani, A., Wong, J.M.W., Carleton, A.J., Jiang, H.Y., Bazinet, R.P., Vidgen, E., & Jenkins, D.J.A. (2009). Effect of non-oil-seed pulses on glycaemic control: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled experimental trials in people with and without diabetes. Diabetologia. Tjonneland, A., Arriola, L., Barricarte, A., Massala, G., Grioni, S., Tumino, R., Riccori, F., Sluik, D., Boeing, H., Li, K., Kaaks, R., Johnsen, N.F., & Nöthlings, U. (2013). Lifestyle factors and mortality risk in individuals with diabetes mellitus: Are the associations different from those individuals without diabetes. Diabetologia. Tonstad, S., Stewart, K., Oda, K., Batech, M., Herring, R.P., & Fraser, G.E. (2013). Vegetarian diets and incidence of diabetes in the Adventist health studie-2. Nutrition, metabolism and cardiovascular diseases, 4, 292-299. Wang, H., Song, Z., Ba, Y., Zhu, L., & Wen, Y. (2013). Nutritional and eating education improves knowledge and practice of patients with type 2 diabetes concerning dietary intake and blood glucose control in an outlying city of China. Public health nutr., 1-8. Wennberg, P., Rolandsson, O., …, & Wareham, N. (2013). Self-rated health and type 2 diabetes risk in European prospective Investigation into cancer and nutrition InterAct study: A case cohort study. BMJ Open, 3, 3. World health organization. (2013). Diabetes factsheet nr. 312. Geraadpleegd op 20 http://www.who.int/mediacentre/factsheets/fs312/en/. Zhang, H.J., Han, R., Sun, S.Y., Wang, L.Y., Yan, B., Zhang, J.H., Zhang, W., Yang, S.Y., & Li, X.J. (2013). Attenuated associations between increasing BMI and unfavorable lipid profiles in Chinese Buddhist vegetarians. Asia Pac. J. Clin. Nutr., 22, 2, 249-256. 21 Tabel 1 Vergelijking groep met en zonder diabetes gem. groenten geen diabetes 1,618 st. Dev. F 0,770 1,054 fruit diabetes 1,722 1,002 geen diabetes 1,095 0,825 0,143 rood vlees diabetes 1,085 0,741 geen diabetes 0,231 0,222 diabetes 0,226 0,180 geen diabetes 58,590 9,149 diabetes 62,730 10,342 geen diabetes 25,520 3,697 diabetes 28,540 4,714 geen diabetes 51,003 9,560 0,346 leeftijd 0,070 *** BMI 8,940 *** Fysiek SF-12 7,041 ** Mentaal SF-12 diabetes 47,068 10,686 geen diabetes 49,796 9,674 2,638 diabetes *= Significant 0,05 48,366 **=Significant 0,01 10,625 ***=Significant <0,001 22 Tabel 2 Voor overige variabelen gecorrigeerde scores fysieke gezondheid diabetes type 2 Beta fruit per dag Sig. 0,225 0,068 groente per dag -0,237 0,041 rood vlees per dag -0,067 0,559 BMI -0,210 0,077 geslacht 0,138 0,224 leeftijd -0,248 0,041 23 Tabel 3 Voor overige variabelen gecorrigeerde scores fysieke gezondheid 45+ Beta Sig. fruit per dag 0,061 0,088 groente per dag 0,004 0,907 rood vlees per dag 0,000 0,994 BMI -0,110 0,002 geslacht -0,116 0,001 leeftijd -0,239 <0,001 24 Tabel 4 Voor overige variabelen gecorrigeerde scores mentale gezondheid diabetes type 2 Beta Sig. fruit per dag 0,235 0,081 groente per dag 0,007 0,959 rood vlees per dag -0,145 0,259 BMI -0,116 0,377 geslacht -0,046 0,712 leeftijd -0,016 0,905 25 Tabel 5 Voor overige variabelen gecorrigeerde scores mentale gezondheid 45+ Beta Sig. fruit per dag 0,091 0,014 groente per dag -0,001 0,976 rood vlees per dag 0,006 0,867 BMI -0,011 0,755 geslacht -0,189 <0,000 leeftijd -0,006 0,864