Checklist steekproeftrekking

advertisement
Auteurs: Fischer, Julsing
www.onderzoekdoen.noordhoff.nl
isbn: 978-90-01-70252-6
© 2017 Noordhoff Uitgevers bv
Bijlage 7 Checklist
steekproeftrekking
1
De te onderzoeken groep
Bij wie moet je informatie verzamelen om antwoord op je
onderzoeksvragen te kunnen geven? Dit kan bijvoorbeeld de hele
Nederlandse bevolking zijn, of de doelgroep van bedrijf X of de
klantenkring van bedrijf X. In het eerste geval vallen er zo’n 16 miljoen
potentiële onderzoekseenheden in de populatie, in het tweede geval
misschien 100.000 en in het derde geval misschien 1500.
De eerste stap is dus duidelijk maken op wie je onderzoek betrekking
heeft. Wie vormt de doelgroep van je onderzoek, oftewel over welke
populatie wil je straks een uitspraak doen als je de centrale vraag
beantwoordt?
Populatie: ..........................................................................................
2
Populatieonderzoek of steekproef?
De tweede stap is te kijken of je de hele populatie in je onderzoek betrekt
of slechts een gedeelte daarvan. In het laatste geval spreken we over een
steekproef.
Afhankelijk van de omvang van de populatie, de methode van onderzoek,
het beschikbare budget, de beschikbare tijd en de gevraagde
betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van je resultaten kies je ofwel voor
onderzoek onder de gehele populatie (populatieonderzoek) ofwel voor een
steekproefonderzoek. Bij de volgende stap gaan we uit van een
steekproefonderzoek.
Geef aan: populatieonderzoek (ga naar stap 6)/steekproef
3
In kaart brengen v an de onderzoeksgroep
Zijn er lijsten beschikbaar met NAW-gegevens waar alle
onderzoekseenheden op vermeld staan? Als je een lijst hebt met alle
eenheden uit de populatie, kun je een aselecte steekproef trekken.
Heb je zo’n lijst, ook wel steekproefkader genoemd, niet, dan moet je een
andere manier vinden om je onderzoeksgroep te bereiken. In dit laatste
geval spreken we over een selecte steekproef.
Een selecte steekproef is per definitie minder aantrekkelijk dan een
aselecte. Bij veel statistische toetsen wordt uitgegaan van het principe van
een aselecte steekproef. Bij een selecte steekproef moet je veel moeite
doen om je steekproef qua samenstelling zo veel mogelijk op de populatie
te laten lijken. De mate waarin je daarin slaagt, is een van de belangrijkste
bepalers voor de waarde van je onderzoek.
Onderzoek doen!, 1e druk 2008, Checklist 7 |
1
Auteurs: Fischer, Julsing
www.onderzoekdoen.noordhoff.nl
isbn: 978-90-01-70252-6
© 2017 Noordhoff Uitgevers bv
Geef aan: steekproefkader beschikbaar? Selecte/aselecte steekproef.
4
Keuze van het soort steekproef
•
Deelpopulaties die ondervertegenwoordigd dreigen (gestratificeerd of
quota)? ja/nee
• Is de populatie moeilijk te bereiken (sneeuwbalsteekproef)? ja /nee
• Natuurlijke groepen van respondenten voorhanden (clusters)? ja/nee
• Gekozen steekproef op basis van voorgaande:
.........................................................................................................
5
Aantal onderzoekseenheden
Rest nog de vraag: hoeveel onderzoekseenheden moeten in het onderzoek
betrokken worden?
n
( P  Q)  Z 2
E2
Of (bij N < 5000):
( P  Q)  Z 2
N n
n

2
N 1
E
Z is een constante die afhankelijk is van de gewenste betrouwbaarheid:
• 99% betrouwbaarheid => Z-waarde = 3
• 95% betrouwbaarheid => Z-waarde = 1,96
• 90% betrouwbaarheid => Z-waarde = 1,65
a
b
c
6
Totale benodigde onderzoeksgroep:
Verwachte respons:
Totaal benodigde steekproef: (c = a / b). n = …….
Maatregelen verhogen respons
1
2
3
4
5
herkenbare afzender
fraaie opmaak
korte enquête
incentive
waarderen van de respondent
Maatregelen die in het onderzoek genomen worden ter verhoging van de
respons:
.........................................................................................................
.........................................................................................................
Onderzoek doen!, 1e druk 2008, Checklist 7 |
2
Download