sein op groen - Spoorwegmuseum

sein
op
groen Voorbereidingsles
Benodigdheden:
Organisatie: Duur: Doelen:
Werkblad 1
Kring en/of vaste zitplaatsen
30 minuten kringgesprek, 30 minuten werkblad maken en bespreken
 Kinderen kennis laten maken met seinen, het gebruik en de betekenis ervan
 Ze enthousiast maken voor het bezoek aan Het Spoorwegmuseum
 Ze leren dat een machinist veel soorten seinen moet kennen
Lesverloop:
De kinderen gaan zitten voor een kringgesprek en krijgen te horen dat ze binnenkort naar Het
Spoorwegmuseum gaan. De machinist van het museum heeft hulp nodig om de trein te laten rijden.
De kinderen mogen zijn hulpmachinisten zijn en hem tijdens hun bezoek gaan helpen. De volgende
vragen kunnen gesteld worden.
Wie is er wel eens in Het Spoorwegmuseum geweest?

 Wat kun je allemaal zien in Het Spoorwegmuseum?
 Weten jullie wat een machinist is en wat voor werk hij doet?
 Wat moet een machinist allemaal weten om een trein goed te laten rijden?
Het probleem van de machinist is dat hij het ‘Sein op Groen’ moet krijgen. Als het licht voor de trein niet
op groen staat, dan mag hij niet rijden. Om het sein op groen te krijgen, moet de machinist de trein van
binnen en van buiten kennen. Hij moet zeker weten dat alles met zijn trein in orde is en hij moet de
seinen langs het spoor goed kennen. De volgende vragen kunnen gesteld worden.
 Wie weet wat een sein is?
 Hoe ziet een sein eruit?
 Waar, wanneer en waarvoor gebruik je seinen?
De kinderen spelen na het beantwoorden van deze vragen een kort spelletje. De docent begint met het
geven van een sein en de kinderen moeten raden wat dit sein betekent. Degene die het sein raadt, mag
er zelf één geven die de anderen weer moeten raden. En zo verder. Enkele voorbeelden.
 Een knipoog geven
 Je duim opsteken naar boven of naar beneden (prima of boe-teken)
 Je duim en wijsvinger tegen elkaar houden in een oké-teken
 Je vinger opsteken
 Zwaaien etc.
Hierna krijgen de kinderen te horen dat er niet alleen handen worden gebruikt om een seintje te geven,
maar ook borden, lichten, geluid etc. (denk maar aan een fluitje bij een voetbalwedstrijd). Vooral in het
verkeer kom je veel seinen tegen, vaak in de vorm van verkeersborden. De machinist van een trein moet
veel van dit soort seinen kennen om de trein veilig te laten rijden. Geef de kinderen een kopie van het
werkblad en laat ze de opdrachten maken. Bespreek na afloop deze opdrachten.
Zijn jullie er nu klaar voor om de machinist te helpen het ‘Sein op Groen’ te krijgen?
Werkblad 1
Opdracht 1:
Deze seinen kom je soms in het verkeer tegen. Welke heb jij wel eens
gezien? Kruis de borden aan die jij kent. Weet je ook wat ze betekenen?
Opdracht 2:
De verkeersborden voor een trein en voor een auto zien er vaak verschillend
uit. Soms hebben ze wel dezelfde betekenis. Trek een lijn tussen de borden
die dezelfde betekenis hebben.
Deze borden kom je tegen in de auto of op de fiets.
Deze borden komt een machinist tegen.
Nu zijn jullie er klaar voor om de machinist van het museum te helpen het
‘Sein op Groen’ te krijgen.
sein
op
groen