Beginnen met Construeren Module ribBMC01c Opleiding: Bouwkunde / Civiele techniek / ROP Propadeuse, kernprogramma 1e kwartaal Week 04 Theorie: Onderwerp: Opdracht: Boek: Momentstelling evenwichtsvoorwaarden Dwarskrachtenlijn (D-lijn) Bereken de dwarskrachten en teken de D-lijn van liggers F.Vink, hst. 8 + opgaven Inwendige krachten in lineaire constructiedelen De inwendige krachten kunnen niet direct herkend worden. Het gaat hierbij om krachten in de lengterichting en krachten loodrecht op de ligger en een buigend moment opgenomen in dezelfde doorsnede. Geconcentreerde belasting; inwendige krachten in een snede Welke krachten werken er op doorsnede P op 1 meter afstand van A ? 1 van 18 M.J.Roos 23-7-2017 Beginnen met Construeren Module ribBMC01c Opleiding: Bouwkunde / Civiele techniek / ROP Propadeuse, kernprogramma 1e kwartaal Eerst zorgdragen voor uitwendig evenwicht. Berekening reactiekrachten ΣM = 0 tov A -4800 * 3 + FvB * 5 = 0 FvB = 2880 N ΣFv = 0 -2880 + 4800 – FvA = 0 FvA = 1920 N ΣFh = 0 -3600 + FhB =0 FhB = 3600 N Er wordt nu een denkbeeldige snede aangebracht in punt P, het rechterdeel wordt daarbij weggelaten. Welke krachten worden er nu door het weggelaten rechterdeel uitgeoefend op het linkerdeel om in evenwicht te raken ? Dwarskracht ΣFv = 0 Om aan de bovengestelde voorwaarde te voldoen, moet er in de doorsnede een verticale kracht werken groot 1920 N naar beneden gericht. Deze kracht loodrecht op de staafas wordt nu de dwarskracht genoemd en wordt aangeduid met de letter V. Normaalkracht ΣFh = 0 Op het linkerdeel (roloplegging) werken geen horizontale krachten, er werkt in deze doorsnede dan ook geen normaalkracht. Inwendig moment Aanschouwen we het linkerdeel, dan zien we dat dit linkerdeel gaat roteren. In de doorsnede moeten dus krachten werken die deze rotatie tegen gaan. 2 van 18 M.J.Roos 23-7-2017 Beginnen met Construeren Module ribBMC01c Opleiding: Bouwkunde / Civiele techniek / ROP Propadeuse, kernprogramma 1e kwartaal Doordat de ligger door een externe kracht, loodrecht op de doorsnede, wordt gebogen door, ondergaan de bovenste vezels een verkorting en de onderste vezels een verlenging. Daardoor wordt op de bovenste vezels een drukkracht en op de onderste vezels een trekkracht uitgeoefend. De resultante van deze trek- en drukkrachten vormen samen een koppel dat het inwendige moment Mp wordt genoemd. Dit inwendig moment gaat dus de rotatie tegen. Berekening inwendig moment Mp ΣM t.o.v P = 0 -1920 * 1 + Mp = 0 Mp = 1920 Nm Welke krachten werken er op doorsnede Q op 1 meter afstand van B ? We brengen in de denkbeeldige snede Q de krachten aan die er mogelijkerwijs optreden. - een (verticale) dwarskracht VQ - een (horizontale) normaalkracht NQ - een inwendig moment MQ 3 van 18 M.J.Roos 23-7-2017 Beginnen met Construeren Module ribBMC01c Opleiding: Bouwkunde / Civiele techniek / ROP Propadeuse, kernprogramma 1e kwartaal Dwarskracht ΣFv = 0 -1920 + 4800 + VQ = 0 VQ = - 2880 N Normaalkracht ΣFh = 0 -3600 – NQ = 0 NQ = -3600 N 4 van 18 M.J.Roos 23-7-2017 Beginnen met Construeren Module ribBMC01c Opleiding: Bouwkunde / Civiele techniek / ROP Propadeuse, kernprogramma 1e kwartaal Inwendig moment ΣM = 0 t.o.v. Q = 0 -1920 * 4 + 4800 * 1 + MQ = 0 MQ = 2880 Nm Het blijkt dat VQ en NQ negatief zijn, dit betekent dat de aangenomen richtingen onjuist zijn geweest. Voorbeeld 2 Denkbeeldige snede in punt D en E Berekening reactiekrachten ΣM = 0 tov A -12 -8 * 1.5 + FvB * 4 = 0 FvB = 6 kN 5 van 18 M.J.Roos 23-7-2017 Beginnen met Construeren Module ribBMC01c Opleiding: Bouwkunde / Civiele techniek / ROP Propadeuse, kernprogramma 1e kwartaal ΣFv = 0 - FvA + 8 – 6 = 0 FvA = 2 kN ΣFh = 0 -6 + FhA = 0 FhA = 6 kN Er wordt nu een denkbeeldige snede aangebracht in punt D, het rechterdeel wordt daarbij weggelaten. Welke krachten worden er nu door het weggelaten rechterdeel uitgeoefend op het linkerdeel om in evenwicht te raken ? Dwarskracht ΣFv = 0 Om aan de bovengestelde voorwaarde te voldoen, moet er in de doorsnede een verticale kracht werken groot 2 kN naar beneden gericht. Deze kracht loodrecht op de staafas wordt nu de dwarskracht genoemd en wordt aangeduid met de letter V. Normaalkracht ΣFh = 0 Op het linkerdeel (inklemming) werken horizontale krachten, er werkt in deze doorsnede dan ook een normaalkracht. - 6 + ND = 0 ND = 6 kN Inwendig moment Aanschouwen we het linkerdeel, dan zien we dat dit linkerdeel gaat roteren. In de doorsnede moeten dus krachten werken die deze rotatie tegen gaan. De resultante van deze trek- en drukkrachten vormen samen een koppel dat het inwendige moment MD wordt genoemd. Dit inwendig moment gaat dus de rotatie tegen veroorzaakt door de dwarskrachten en het uitwendig moment. 6 van 18 M.J.Roos 23-7-2017 Beginnen met Construeren Module ribBMC01c Opleiding: Bouwkunde / Civiele techniek / ROP Propadeuse, kernprogramma 1e kwartaal Berekening inwendig moment MD ΣM t.o.v D = 0 -2 * 1 -12 + MD = 0 MD = 14 kNm Voor punt E geldt. Normaalkracht ΣFh = 0 - 6 + 6 + NE = 0 NE = 0 kN Dwarskracht ΣFv = 0 -2 + 8 + VE = 0 VE = 6 kN Berekening inwendig moment ME ΣM t.o.v E = 0 -2 * 2 -12 + 8 * 0.5 + ME = 0 ME = 12 kNm Grafieken van inwendige krachten Zie voorbeeld 1 Het is dus mogelijk om op elke plaats van de ligger de inwendige krachten te berekenen. Om in één oogopslag te kunnen zien hoe het verloop van de inwendige krachten in de constructie is worden ze in grafieken weergegeven Deze grafieken worden onder het belastingschema getekend. We kiezen een willekeurig punt X tussen A en de kracht. X is variabel. ΣFv = 0 -1920 + VX = 0 VX = 1920 N 7 van 18 M.J.Roos 23-7-2017 Beginnen met Construeren Module ribBMC01c Opleiding: Bouwkunde / Civiele techniek / ROP Propadeuse, kernprogramma 1e kwartaal In het antwoord komt de variabel X niet meer voor. De dwarskracht is dus niet afhankelijk van X en heeft dus een constante waarde op het deel links van de puntkracht. ΣFh=0 In het beschouwde deel is geen horizontale kracht. De normaalkracht is dus nul. ΣM t.o.v X = 0 -1920 * x + MX = 0 MX = 1920 * x Mx is dus wel afhankelijk van de variabele x. Mx wordt groter als x groter wordt. Het moment kan dus beschouwd worden als een functie van de afstand. Het moment kan dus worden genoteerd als M(x): het moment als functie van x. 8 van 18 M.J.Roos 23-7-2017 Beginnen met Construeren Module ribBMC01c Opleiding: Bouwkunde / Civiele techniek / ROP Propadeuse, kernprogramma 1e kwartaal Het punt X rechts van de puntlast ΣFv = 0 -1920 + 4800 + VX = 0 VX = - 2880 N De dwarskracht is ook hier constant, maar negatief. Hij moet dus aan de andere zijde van de nullijn getekend worden. ΣM t.o.v X = 0 -1920 * x + 4800 * (x – 3) + MX = 0 MX = - 2880 * x + 14400 Het moment is ook nu lineair afhankelijk van x. De grafiek gaat echter niet door de oorsprong, maar snijdt de verticale as bij 14400 Nm. De richtingscoefficient is – 2880 (was 1920). De grafiek vertoont op de plaats van de puntlast een knik. Het moment is maximaal op de plaats van de puntlast, dus als x = 3. De waarde kan worden uitgerekend met het functievoorschrift van het linkerdeel; Mmax = M(3) = 1920 * 3 = 5760 Nm ΣFh=0 Aangenomen was dat de normaalkracht van de snede af gericht was. Het antwoord is negatief, dus de kracht is naar de snede toe gericht. Er heerst in het liggerdeel rechts van de puntlast dan een drukkracht van 3600 N 9 van 18 M.J.Roos 23-7-2017 Beginnen met Construeren Module ribBMC01c Opleiding: Bouwkunde / Civiele techniek / ROP Propadeuse, kernprogramma 1e kwartaal 10 van 18 M.J.Roos 23-7-2017 Beginnen met Construeren Module ribBMC01c Opleiding: Bouwkunde / Civiele techniek / ROP Propadeuse, kernprogramma 1e kwartaal Verdeelde belasting Reactiekrachten ΣM tov A = 0 -10 * 5 * 2.5 -10 * 2 * 6 + FvB * 5 = 0 FvB = 49 kN ΣFv = 0 70 – 49 – FvA = 0 FvA = 21 kN De inwendige krachten in punt C op 1 m vanaf A Snede aanbrengen in punt C, rechterdeel weglaten. ΣFh = 0 Er zijn geen horizontale krachten, Nc = 0 ΣFv = 0 -21 + 10 * 1 + Vc = 0 Vc = 11 kN ΣM t.o.v. C = 0 -21 * 1 + 10 * 1 * 0.5 + Mc = 0 Mc = 16 kNm 11 van 18 M.J.Roos 23-7-2017 Beginnen met Construeren Module ribBMC01c Opleiding: Bouwkunde / Civiele techniek / ROP Propadeuse, kernprogramma 1e kwartaal De inwendige krachten in punt D op 2 m vanaf A Snede aanbrengen in punt D, rechterdeel weglaten ΣFh = 0 Er zijn geen horizontale krachten, ND = 0 ΣFv = 0 -21 + 10 * 2 + VD = 0 VD = 1 kN ΣM t.o.v. D = 0 -21 * 2 + 10 * 2 * 1 + MD = 0 MD = 22 kNm Het blijkt dus dat voor een willekeurige doorsnede op afstand x vanaf A geldt: ΣFh = 0 Er zijn geen horizontale krachten, Nx = 0 ΣFv = 0 -21 * 10 * x + Vx = 0 Vx = 21 – 10x kN ΣM t.o.v. X = 0 -21 * x + 10 * x * x/2 + Mx = 0 12 van 18 M.J.Roos 23-7-2017 Beginnen met Construeren Module ribBMC01c Opleiding: Bouwkunde / Civiele techniek / ROP Propadeuse, kernprogramma 1e kwartaal Mx = 21x – 5x2 kNm Mx = - 5x2 + 21x kNm De V-lijn is nu een lineaire functie van x. De M-lijn is nu een kwadratische functie van x. Voor het liggerdeel rechts van oplegging B (let op negatieve snede. De positief inwendige krachten werken dus tegengesteld aan de asrichtingen) ΣFv = 0 -Vx + 10 * (7 – x) = 0 Vx = 70 – 10x kN ΣMx = 0 -Mx – (7 – x)/2 * 10 * (7 – x) = 0 Mx = - 5x2 + 70x – 245 kNm 13 van 18 M.J.Roos 23-7-2017 Beginnen met Construeren Module ribBMC01c Opleiding: Bouwkunde / Civiele techniek / ROP Propadeuse, kernprogramma 1e kwartaal Tekenen van een parabolische momentenlijn 14 van 18 M.J.Roos 23-7-2017 Beginnen met Construeren Module ribBMC01c Opleiding: Bouwkunde / Civiele techniek / ROP Propadeuse, kernprogramma 1e kwartaal In beide gevallen moeten de momenten aan het einde van de parabool bekend zijn. In beide gevallen moet het moment in het midden van de ligger bekend zijn, De lijn door Mc evenwijdig aan de lijn Ma – Mb is de raaklijn aan de parabool in Mc. In het 1e figuur zijn de raaklijnen getekend aan de parabool in de punten Ma en Mb. Deze snijden elkaar op de verticale lijn door Mc waarbij de afstanden Mc – D en Mc – E gelijk zijn. In het 2e figuur zijn 2 parallellogrammen, hierin de beide halve parabolen opgenomen, getekend. Deze parallelogrammen zijn beiden in horizontale- en in verticale richting in vier gelijke delen getekend. Door de verticale verdeling wordt vanaf de horizontale verdeling stippellijnen getekend naar punt Mc. De gemarkeerde snijpunten zijn nu de punten van de parabool. Tekensymbolen De kurkentrekkerregel. z- as positief Assenstelsel in een ligger De x –as in lengterichting van de ligger. De y – as loodrecht op de lengteas De z-as naar beneden gericht. Positieve asrichtingen In het x-z vlak bevindt zich dan de langsdoorsnede van de ligger. In het y-z vlak bevindt zich dan de dwarsdoorsnede. 15 van 18 M.J.Roos 23-7-2017 Beginnen met Construeren Module ribBMC01c Opleiding: Bouwkunde / Civiele techniek / ROP Propadeuse, kernprogramma 1e kwartaal Op het linkerdeel van de snede werken de positief genoemde inwendige krachten in de positieve richting van de assen, daarom heet dit deel de positieve doorsnede. De positief genoemde inwendige krachten op het rechterdeel werking in negatieve richting van de assen, dit deel wordt daarom de negatieve doorsnede genoemd - Voor het buigend moment wordt in een grafiek een boogje geplaatst dat de kromming van de ligger weergeeft. De dwarskracht wordt weergegeven door een haak die de vervorming symboliseert Een trekkracht; twee pijltjes van elkaar afgericht. Een drukkracht; twee pijltjes naar elkaar toegericht. 16 van 18 M.J.Roos 23-7-2017 Beginnen met Construeren Module ribBMC01c Opleiding: Bouwkunde / Civiele techniek / ROP Propadeuse, kernprogramma 1e kwartaal Geconcentreerde belasting F A ½l ½l B Fb Fa ΣM to.v. A = 0 - F * ½ l + Fb * l = 0 Fb * l = ½ Fl Fb = ½ F ΣFv = 0 F – ½ F – Fa = 0 Fa = ½ F Maximaal moment M=½F*½l M = ¼ Fl 17 van 18 M.J.Roos 23-7-2017 Beginnen met Construeren Module ribBMC01c Opleiding: Bouwkunde / Civiele techniek / ROP Propadeuse, kernprogramma 1e kwartaal Gelijkmatig verdeelde belasting A B q kN/m L Fa Fb ΣM to.v. A = 0 - q * l * ½ l+ Fb * l = 0 Fb * l = q * l * ½ l Fb = ½ ql ΣFv = 0 q * l – ½ ql – Fa = 0 Fa = ½ ql Maximaal moment M = (½ ql)/2 * ½ l M = 1/8 ql2 Voorbeelden: Boek Vink, hoofdstuk 8, blz 59, 60 + opdrachten F 18 van 18 M.J.Roos 23-7-2017