ministerie van onderwijs, wetenschap en cultuur uniform

advertisement
MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR
UNIFORM EINDEXAMEN HAVO 2015
VAK
: AARDRIJKSKUNDE
DATUM : Ma. 29 juni 2015
TIJD
: 7.45 – 9.45
AANTAL OPGAVEN : 40
AANTAL PAGINA’S : 10
Controleer zorgvuldig of alle pagina’s in goede volgorde aanwezig zijn.
Neem in geval van een afwijking onmiddellijk contact op met een surveillant.
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------FYSISCHE GEOGRAFIE
1. Het versterkte broeikaseffect heeft onder andere zeespiegelstijging tot gevolg.
Hoe ontstaat deze zeespiegelstijging?
A
B
C
D
afname van de verbranding van fossiele brandstoffen
toename van de omvang van de ijskappen
verhoging van de temperatuur van het zeewater
verlaging van de hoeveelheid koolzuurgas
2. Hier staan beweringen over de verschillende windsoorten.
Welke is correct?
A
B
C
D
De N.O.P waait gedurende drie seizoenen over ons land.
De N.W.W. ondergaat een afwijking naar links op het noordelijk halfrond.
De Z.O.P. waait gedurende twee seizoenen over ons land.
De Z.W.W. ondergaat een afwijking naar rechts op het zuidelijk halfrond.
3. Hier staan beweringen over reliëfregens.
Welke bewering over reliëfregens is correct?
A
B
C
D
De neerslag aan de lijzijde van de berg, is het gevolg van een dalende luchtstroom.
De neerslag aan de loefzijde van de berg, is het gevolg van een opstijgende luchtstroom.
De meeste neerslag valt aan de lijzijde van het gebergte.
De minste neerslag valt aan de loefzijde van het gebergte.
- 24. In februari 2015 werd het Noord Oosten van de V.S. geplaagd door sneeuwstormen.
Ook het weer in de Caribbean werd hierdoor beϊnvloed. In Cuba werden te peraturen van
C gemeten.
Hoe heet het weerverschijnsel dat verantwoordelijk is voor de relatief lage temperatuur in
Cuba?
A
B
C
D
Anticyclonale luchtbeweging
Easterly waves
Norther
Zuid-Oost passaat
5. Deze vegetatiesoort vormt een natuurlijke bescherming tegen de zeegolven. Vissen en garnalen
hebben tussen de wortels een broedplaats. Door menselijk ingrijpen dreigen grote delen van
deze vegetatiesoort verloren te gaan.
Welke twee benamingen heeft deze vegetatiesoort?
A Drasbossen en pioniersvegetatie
B Drasbossen en vloedbossen
C Pioniersvegetatie en vloedbossen
D Pioniersvegetatie en zwampbossen
6. Deze bomen kunnen heel goed tegen strenge winters, maar in de zomer moet de temperatuur
toch gedurende één maand ± 10 C zijn. Het gaat o ho ogene bossen, die onder andere
voorkomen in Canada en Rusland. Deze bossen worden heden ten dage bedreigd door zure
regens.
Welke vegetatiesoort is hier beschreven?
A
B
C
D
Steppe vegetatie
Taiga
Toendra
Zomergroenloofbos
7. Tussen 0 en 30 N.B./Z.B. komen drie verschillende natuurlijke vegetatiesoorten voor.
Met welke factor kunnen we het voorkomen van deze verschillende natuurlijke
vegetatiesoorten verklaren?
A
B
C
D
luchtdruk
neerslag
reliëf
temperatuur
-3–
8. Bij de Stollingsgesteenten kunnen we een onderverdeling maken, naar de plaats van de stolling.
Hieronder volgen twee beweringen over deze onderverdeling.
I. Basalt is een diepte gesteente met als gevolg, dat het veel kristallen bevat.
II. Graniet is een ganggesteente met als gevolg, dat het relatief weinig kristallen bevat.
Wat is juist?
A
B
C
D
alleen I is juist
alleen II is juist
I en II zijn beide juist
I en II zijn beide onjuist
9. We onderscheiden endogene en exogene krachten.
Hier staan omschrijvingen van begrippen met betrekking tot de endogene en de exogene
krachten.
Achter welk begrip staat de juiste omschrijving?
A
B
C
Begrip
Denudatie
Dislokatie
Erosie
D
Verwering
Omschrijving
Het geleidelijk verdwijnen van de verweringslaag op de helling.
Afbrokkeling van het gesteente onder invloed van het klimaat
Iedere afwijking uit de oorspronkelijke stand van het gesteente
pakket
Uitschurende werking van met puin beladen, stromend water, wind
of gletsjer
10. Het Surinaams grondgebied wordt geologisch ingedeeld in het Schild en het Kustgebied.
Hier staan enkele beweringen over het Schild.
I. Het Schild bestaat voornamelijk uit Stollings- en Metamorfegesteenten.
II. De Marowijne Groep is gelegen in Noord-Oost Suriname en bestaat uit de
Coropina formatie, Coesewijne formatie en de Onverdacht formatie.
III. Het bauxiet van het Nassau- en Lelygebergte is het verweringsproduct van de
Paramaka formatie.
Welke bewering is juist?
A
B
C
D
alleen I en II zijn juist
alleen I en III zijn juist
alleen II en III zijn juist
I, II en III zijn juist
-411. Door exogene krachten kunnen karstverschijnselen en paddestoelrotsen ontstaan.
Welke exogene krachten kunnen respectievelijk deze verschijnselen doen ontstaan?
A
B
C
D
denudatie en erosie
denudatie en verwering
erosie en denudatie
verwering en erosie
12. In figuur I die hier staat afgebeeld wordt een
voorbeeld van een goede bodemstructuur
aangegeven.
Welke bodemsoort in ons land heeft een vrijwel
soortgelijke samenstelling?
A
B
C
D
de latosol in het Binnenland
de podzol in het Zanderijlandschap
de ritsenbodem in het Kustgebied
de zwampbodem in het Kustgebied
Figuur I
13. De bodem is de basis voor agrarische activiteiten. Maar er kan bodemerosie optreden.
Hier onder staan enkele verschijnselen met betrekking tot het voorkomen van bodemerosie.
Verschijnsel I = na elkaar worden verschillende gewassen geteeld op het zelfde perceel.
Verschijnsel 2 = het ploegen en planten volgens de hoogtelijn.
Verschijnsel 3 = het landbouwareaal wordt in stroken verdeeld en deze gaat men beplanten.
Verschijnsel 4 = de bomen worden geplant op de windrichting, om de windkracht te breken.
Bij welk alternatief zijn de begrippen die horen bij de verschijnselen correct aangegeven?
Verschijnsel
1
2
3
4
A
Contour ploegen
Croprotation
Windsingels
Stripcropping
B
Croprotation
Contour ploegen
Stripcropping
Windsingles
C
Stripcropping
Windsingles
Contour ploegen Croprotation
D
Windsingles
Stripcropping
Croprotation
Contour ploegen
14. Bodems worden gevormd met behulp van onder andere bodemvormende factoren.
Bij één van deze bodemvormende factoren speelt het proces van uit- en inspoeling een
belangrijke rol. Bij welke bodemvormende factor is dit het geval en in welke twee
bodemhorizonten vindt dit plaats?
A
B
C
D
Bodemvormende factor
klimaat
klimaat
Water en de natuurlijke waterhuishouding
Water en de natuurlijke waterhuishouding
Bodemhorizonten
A1 en A2
A2 en B
A1 en A2
A2 en B
-5–
SOCIALE GEOGRAFIE
15. De onderstaande tabel geeft een overzicht van het aantal geregistreerde personen met de
Surinaamse nationaliteit van 2011 – 2013. Er is duidelijk sprake van een toename.
2011
501.623
2012
505.770
2013
511.546
Bron: C.B.B.(Afdeling Demografische Statistieken – 2014)
Met welke twee demografische verschijnselen zouden we de toename van de bevolking
kunnen verklaren?
A
B
C
D
geboorteoverschot en immigratie
sterfteoverschot en emigratie
urbanisatie en suburbanisatie
vergrijzing en ontgroening
16. Nickerie had in 2012 ruim 31.754 inwoners en in 2013 een inwonersaantal van 31.728.
Met welk demografisch verschijnsel zouden we deze afname kunnen verklaren?
A
B
C
D
forensisme
nomadisme
suburbanisatie
urbanisatie
17. De onderstaande tabel geeft een overzicht van leeftijdsgroepen/klassen met de bijbehorende
aantallen voor Suriname voor het jaar 2013. Het betreft de leeftijdsgroep 60 -64 tot en met
> 99 jaar.
Leeftijdsgroep
Aantal
60 -64
15.288
65 - 69
11.715
70 - 74
8.818
75 - 79
6.632
80 - 84
4.192
85 - 89
1.797
90 - 94
639
95 - 99
155
> 99
28
Bron: C.B.B. (Afdeling Demografische Statistieken - 2014)
Wat kunnen we onder andere aflezen met behulp van dit cijfermateriaal?
A
B
C
D
Er is sprake van acculturatie.
Er is sprake van etnocentrisme.
Er is sprake van vergrijzing.
Er is sprake van ontgroening.
-618. Hier onder staan voorbeelden van interne en externe migratie.
Bij welk alternatief zijn alleen voorbeelden van interne migratie aangegeven?
A
B
C
D
nomadisme – remigratie – forensisme – verbanning
ontheemden – kwantitatieve urbanisatie – suburbanisatie – seizoenmigratie
urbanisatie – suburbanisatie – forensisme – transmigratie
verbanning – arbeidsmigratie – seizoenmigratie - emigratie
19. In het district Saramacca zijn er in de maand februari 2015 twee agrarisch verwerkingsbedrijven
geopend en wel, Unifood en Suriname Candied Fruits. Het eerste bedrijf zal zich richten op de
verwerking van kouseband en de ander op de verwerking van sukade.
Hoe zouden we de locatiekeuze van deze twee bedrijven in het district Saramacca kunnen verklaren?
A
B
C
D
Door het verschijnsel van bio-industrie is de opbrengst van de gewassen hoog.
Door het verschijnsel van schaalvergroting gaan de boeren meer machines gebruiken.
In het district Saramacca komt het verschijnsel van atomistische concurrentie niet voor.
In het district Saramacca is de agrarische beroepsbevolking relatief groot.
20. Een voorbeeld van de tuinbouw is het telen van bloemen.
Waarom behoort het telen van bloemen tot de tuinbouw?
A
B
C
D
Bij het telen van bloemen speelt de inzetfactor arbeid een belangrijke rol.
Bij het telen van bloemen zijn de klimaatsfactoren temperatuur en de wind belangrjjk.
Bloemen worden geteeld door multinationals, gericht op de export.
Bloemen worden niet verwerkt door de secundaire sector.
21. Hieronder staan begrippen die voorkomen binnen de landbouw.
Bij welk begrip staat de juiste omschrijving?
A
Begrip
Agrarische beroepsbevolking
B
Atomistische concurrentie
C
D
Bio-industrie
Bloeiminimum
Omschrijving
Landbouwers besluiten om op het zelfde moment,
hetzelfde gewas te telen
Landbouwers besluiten om op hetzelfde moment,
hetzelfde gewas te telen
De temperatuur die nodig is om de plant te laten groeien
De temperatuur die nodig is om de plant te laten groeien
22. Moderne Landbouwbedrijven worden steeds groter. Dit verschijnsel noemt men schaalvergroting.
Waarom zal schaalvergroting plaats vinden?
A
B
C
D
De productiemethode en de werkwijze zijn modern.
De werkwijze en het gebruik van arbeidskracht geschiedt volgens traditie.
Het aantal farmers neemt af.
Het aantal peasants neemt toe.
-723. Bij de industrie komen verschillende
verschijnselen voor.
Welke twee verschijnselen worden
respectievelijk met afbeelding
1 en 2 weergegeven?
A
B
C
D
footloose industrie en ruilvoetverslechtering
footloose industrie en sneeuwbal-effect
industriële inertie en ruilvoetverslechtering
industriële inertie en sneeuwbal-effect
Afbeelding 1
Afbeelding II
Bron: De Geo-geordend
24. Bij industriebedrijven komt het verschijnsel van multiplier-effect voor.
Wat houdt dit verschijnsel in?
A
B
C
D
de stijging van de drempelwaarde van bedrijven
de stijging van de omzet van het bedrijf
door entralisa e nee t het aantal bedrijven toe
door protectionisme neemt het aantal bedrijven toe
25. We onderscheiden de zware en de lichte industrie.
Bij welk soort industrie staat het juiste kenmerk aangegeven?
A
B
C
D
Soort industrie
Lichte industrie
Lichte industrie
Zware industrie
Zware industrie
kenmerk
Grondstoffen zijn zwaar en omvangrijk
Transportkosten zijn relatief hoog
Grondstoffen- en of waterlocatie
Productie van consumptie goederen
-8–
26. Onze “Nieuwe Haven” is een heel belangrijke s hakel bij de i port van goederen.
Waaro ko en de eeste goederen via onze “Nieuwe Haven” binnen?
A
B
C
D
Onze “Nieuwe Haven” ligt in het C.B.D. van onze hoofdstad.
Onze “ Nieuwe Haven” ligt aan de Commewijne rivier.
De meeste goederen worden als stukgoederen ingevoerd.
Er worden alleen massa goederen geϊ porteerd.
27. De dienstensector is van grote betekenis voor de ontwikkeling van steden.
Waarom komen de meeste diensten in steden voor?
A
B
C
D
in een stad zijn er radiale wegen
in een stad zijn er veel habitat problemen
veel bedrijven hebben een hoge drempelwaarde en een grote reikwijdte
veel bedrijven hebben een lage drempelwaarde en een geringe reikwijdte
28. In een stad is er sprake van ruimtelijke specialisatie.
Waardoor ontstaat ruimtelijke specialisatie?
A door het voorkomen van historische gebouwen
B door het voorkomen van milieuproblemen
C door het voorkomen van slums en site and service projecten
D door het voorkomen van werk-, woon- en verzorgingswijken
29. Bij een Primate City als nederzetting horen bepaalde kenmerkende verschijnselen.
Wat zijn geen kenmerkende verschijnselen van een Primate City?
A
B
C
D
congestie en mileuproblemen
radiale en tangentiale wegen
site and services projecten en krottenwijken
zelfvoorziende bevolking en lintbebouwing
30. We onderscheiden verschillende soorten dorpen:
Esdorpen - Lineaire dorpen - Kerndorpen - Verspreide dorpen.
Welke overeenkomst is er tussen deze verschillende dorpen?
A
B
C
D
Ze hebben een binnenstad en een overgangszone .
Ze hebben een C.B.D. en een industriewijk.
Ze hebben een klein aantal inwoners.
Ze hebben meerdere centrale diensten van dezelfde soort.
-931. Hier staan verschijnselen en bijbehorende omschrijvingen, die voorkomen bij nederzettingen.
Bij welk verschijnsel staat de juiste omschrijving?
A
B
C
D
Verschijnsel
Slaapwijk(stad)
Slum
Stadcentrum
Stadgewest
Omschrijving
Een wijk waarbij de verzorgingsfunctie centraal staat
Het deel van de stad met moderne winkels
Het deel van de stad met oude vervallen herenhuizen
Een agglomeratie met daaromheen kleinere kernen, die samen één geheel
vormen
32. De fysische omstandigheden waaronder suikerriet en bananen groeien, vertonen
overeenkomsten. Hierover volgen twee beweringen.
I. Suikerriet en bananen hebben een neerslag van 1500 mm per jaar nodig.
II. Suikerriet en bananen groeien het beste bij een te peratuur van ± 2 C per jaar.
Voor deze beweringen geldt:
A alleen I is juist
B alleen II is juist
C I en II zijn beide juist
D I en II zijn beide onjuist
33. Bij de tuinbouw maakt men gebruik van verschillende manieren van planten.
Wat houdt de methode van substraatteelt in?
A
B
C
D
het kweken van gewassen in glazentuinhuizen
het kweken van gewassen in water met voedingsstoffen
het planten van gewassen in paddocks.
het planten van gewassen op het achtererf
34. In de Caribbean wordt ook aan veeteelt gedaan. Het vee wordt onder andere gehouden op
bedrijven kleiner dan 2 ha. Deze vorm van veeteelt wordt gecombineerd met de cocosteelt.
Veel vee graast onder de cocosbomen. Hoe wordt dit verschijnsel genoemd?
A
B
C
D
beweide boomgaarden
commerciële veeteelt
extensieve veeteelt
rotation grazing
35. De veeteelt sector in de Caribbean ondervindt tal van problemen. Welke maatregel heeft men
onder andere genomen om de problemen te verminderen?
A
B
C
D
het aanleggen van goede weide gronden
het onderling kruisen van locaal vee
het uitoefenen van extensieve veeteelt door de peasant
het terugdringen van kunstmatige inseminatie
- 10 36. De Caribbean behoren tot de Ontwikkelingslanden. Via de industrie probeert men met name de
economische ontwikkeling te bevorderen. Waarom de keuze voor de industrie door bepaalde
landen in de Caribbean?
A
B
C
D
de aanwezigheid van grondstoffen en hulpbronnen
de aanwezigheid van huisnijverheid en agrarische industrie
de aanwezigheid van human capital en industriële inertie
de aanwezigheid van toeleveringsbedrijven en kleine bedrijven
37. Hier staan typen industrieën die voorkomen in de Caribbean. Achter elk type is een kenmerk
aangegeven. Bij welke type industrie staat het juiste kenmerk aangegeven?
A
B
C
D
Industrietype
Importvervangende industrie
Offshore industrie
Traditionele industrie
Zware industrie
Verschijnsel
Het voorziet de locale bevolking van consumptiegoederen
Het voorziet de locale bevolking van kapitaalgoederen
Het draagt bij tot het ontstaan van een Primate City
Het draagt bij tot het ontstaan van een lineaire nederzetting
38. De ontwikkeling van de industrie probeert men te bevorderen door het aantrekken van
Runaway industrieën. Welke gunstige vestigingsplaatsfactor biedt de Caribbean aan zulke
bedrijven?
A
B
C
D
goedkope en goed geschoolde arbeidskrachten
goedkope en in de periferie gelocaliseerde grondstoffen
grote afzetmarkt en hulpbronnen
grote voorraad grondstoffen en toeleveringsbedrijven
39. Hier staan gegevens over de toerisme industrie in de Caribbean.
Bij welk alternatief is het gegeven correct?
A
B
C
D
De toerisme industrie stimuleert de werkgelegenheid binnen de Offshore industrie.
De invisible trade op de Cayman eilanden groeit door de toerisme industrie.
Door het ontbreken van grondstoffen is Trinidad helemaal afhankelijk van toerisme.
Door het verschijnsel van leakage neemt het aantal toeristen naar de Caribbean jaarlijks toe.
40. Hier staan gegevens over bezoekers/toeristen met de Caribbean als bestemming.
Welk gegeven is correct?
A
B
C
D
De afstand die de toerist aflegt is niet van invloed op de lengteduur van zijn verblijf.
De meeste bezoekers komen uit West-Europa, vanwege overeenkomstige vegetatietypen.
De periode van het bezoek is onder andere afhankelijk van het weer in Europa of de V.S.
De toeristen afkomstig uit Noord-Amerika hebben een historische band met de Caribbean.
Download