© NEVI pag.: 1 van 2 code: LEV-TCO-kre-020-bl versie 1.1 Kostenbudgettering Budgettering maakt het mogelijk om de activiteiten van een bedrijf doorlopend te evalueren. Dit is belangrijk voor het beheersen van de totale kosten. Een bedrijf kan budgettering zelfs specifiek gebruiken voor het nastreven van kostenverlagingen. Bij de monitoring wordt dan vooral aandacht besteed aan de opbouw van de kosten en de ontwikkeling daarvan. Dan wordt meestal gesproken over kostenbudgettering. Aangezien er sprake kan zijn van vaste en van variabele kosten, moet het karakter van de budgetten worden afgestemd op het karakter van de kosten die betrekking hebben op de bewuste activiteiten van dat budget. Er wordt onderscheid gemaakt tussen variabele, vaste, gemengde en flexibele budgetten. Variabele budgetten Als de kosten van de desbetreffende budgetten proportioneel variabel variëren met de omvang van de voorgenomen activiteiten, is een variabel budget het meest voor de hand liggend. Per activiteit of prestatie wordt een normbedrag vastgesteld. Voor elke activiteit die in de komende periode daadwerkelijk wordt verricht, wordt dat normbedrag toegekend aan de budgethouder. Het budget is dan eveneens proportioneel variabel met de omvang van de activiteiten. Bij een stijging van het aantal activiteiten stijgt ook het budget recht evenredig. Een voorbeeld van een mogelijk variabel budget is het materialenbudget. Als normbedrag kan bijvoorbeeld de verwachte inkoopprijs per kilo grondstoffen worden vastgesteld. Bij de aanschaf van duizend kilo grondstoffen wordt aan de budgethouder duizend keer het normbedrag ter beschikking gesteld. Dit normbedrag wordt vaak het budgettarief genoemd. Er mag overigens geen sprake zijn van omvangrijke schaalvoordelen bij de inkoop van de desbetreffende materialen, want dan zijn de kosten niet volledig proportioneel variabel, maar degressief variabel. Vaste budgetten Als de kosten onafhankelijk zijn van de omvang van de voorgenomen activiteiten, dan is een vast budget gewenst. De omvang van een vast budget wordt vooraf vastgesteld op basis van de te verwachten kosten, ongeacht de daadwerkelijke omvang van de voorgenomen activiteiten. Een dergelijk vast budget is te gebruiken bij die kostensoorten die zijn gerelateerd aan een bepaalde capaciteit. Voorbeelden hiervan zijn kosten van verzekering of afschrijvingen. Ook kan een vast budget taakstellend worden gebruikt voor de omvang van de activiteiten. Dan is de budgethouder gehouden om met het vastgestelde budget de noodzakelijke uitgaven te financieren en worden geen aanvullende budgetten verstrekt. Op deze manier kan de omvang van de activiteiten worden gemaximeerd. Voorbeelden hiervan zijn kosten van reclame en van research en ontwikkeling. Gemengde budgetten In de praktijk zijn de kosten van bepaalde activiteiten in een budget niet uitsluitend vast of variabel van aard. Dan is vaak sprake van gemengde budgetten; een deel van het budget is als vast gebudgetteerd en een ander deel als variabel. Zo zullen bijvoorbeeld voor een productieafdeling de kosten van afschrijving als vast en de grondstofkosten als variabel zijn gebudgetteerd. © NEVI pag.: 2 van 2 code: LEV-TCO-kre-020-bl versie 1.1 Flexibele budgetten De variabele kosten zijn niet in alle situaties proportioneel variabel. Indien de kosten degressief of progressief variabel zijn, kan niet worden gewerkt met een variabel budget. Het normbedrag is in deze situaties immers niet constant; het budget kan dan niet simpelweg worden gevonden door een constant normbedrag te vermenigvuldigen met het aantal activiteiten. Voor deze situaties is een flexibele budgettering de oplossing. Uitgaande van de bestaande maximale capaciteit worden bij flexibele budgetten voor de verschillende bezettingsgraden bijpassende budgetten berekend. Dit wordt gedaan op basis van de bij die bezettingsgraad passende hoogte van de variabele kosten. Met behulp van de aldus berekende budgetten wordt een budgettabel samengesteld.