Gespreksleidraad gesprek opvang en nazorg

Gespreksleidraad bij eerste opvang- en nazorg gesprekken na incident
Gebruik de leidraad bij opvang en nazorggesprek(ken) na een incident.
Gespreksleidraad eerste opvang (vlak na incident)
Deze gespreksleidraad beoogt aandachtspunten aan te reiken voor de eerste opvang van de
medewerker na een incident. Desgewenst kan de leidinggevende / vertrouwenspersoon /
veiligheidscoach het de leidraad hanteren om de afspraken vast te leggen.
Aandachtspunten gesprek eerste opvang:
 Veiligheid bieden, zoek een rustige plek
 Ruimte bieden verhaal te vertellen
 Toon begrip. Het min of meer 'van slag' zijn en soms laten zien van heftige emoties is normaal als
reactie op een schokkende gebeurtenis
 Stimuleren gebruik te maken van steun naaste omgeving
 Praktische zaken bespreken: doorwerken; aangifte doen; vervoer naar huis
Naam medewerker:
Functie:
Afdeling:
Locatie:
Telefonische bereikbaarheid:
Naam eerste opvanger:
A. Het incident / de klacht
Datum incident / klacht: ……………………….
Tijdstip: …………………………………………………………
Plaats: ………………………………………………… Ooggetuigen: …………………………………………………
Wat gebeurde er precies? (in woorden van de medewerker)?
Wie was/waren (actief) bij het incident betrokken?
Welke maatregelen zijn tijdens/na het incident genomen?
Zijn die naar mening medewerker voldoende (geweest)?
Ja, want
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Nee, want
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Is de leidinggevende reeds op de hoogte van het incident?
Ja / Nee
B. Aandacht en opvang van de medewerker
Hoe is de reactie van de medewerker? (emotioneel, rustig, verward?)
Heeft de gebeurtenis lichamelijke of materiële gevolgen gehad?
Lichamelijk, namelijk:
Materieel, namelijk:
Is het de verwachting/inschatting dat het incident tot verzuim gaat leiden?
Ja / Nee
Welke evt. begeleiding of aanpassing in het werk is nodig?
C. (Verdere) opvang medewerker en afspraken
Verwacht medewerker in thuissituatie steun te krijgen?
Ja / Nee
Is inschakelen van deskundige begeleiding wenselijk?
Ja / Nee
Zo ja, is er voorkeur / advies voor wie?………………………………………………………………………………………………
Wat is er afgesproken?
Wanneer is volgende contact?
Gespreksleidraad tweede gesprek (1 à 3 dagen na incident)
Aandachtspunten gesprek nazorg:
 Steun geven (vragen naar afgelopen dag/nacht)
 Informatie geven (over te verwachten eigen reacties en die van omgeving, normale verwerking)
 Structuur bieden (verhaal laten vertellen: regelmatig samenvatten en vragen stellen; wat is beste
bijgebleven?)
 Beeld vormen van reactie medewerker (zichtbare symptomen? Vragen naar slapen, herbeleving,
angst, vergeetachtigheid, concentratieproblemen, schuldgevoelens, lichamelijke klachten).
Hoe was reactie van thuisfront/naaste omgeving?
Is informatie verstrekken aan of contact met thuisfront nog nodig of wenselijk?
Wat zijn belangrijkste elementen nu in het verhaal?
Wat zijn (meest opvallende) lichamelijke, psychische reacties van de werknemer na de gebeurtenis?
Datum afspraak voor volgende keer:
Naam lid opvangteam:
Gespreksleidraad derde gesprek (circa twee weken na incident)
Aandachtspunten gesprek:
 Inschatten van verloop verwerking (vragen hoe het nu gaat, terugblik op afgelopen periode,
vragen naar eventuele symptomen/klachten, huidige werksituatie)
 Bespreken van reacties thuisfront en werk (Voldoende steun van naaste van collega’s,
leidinggevende?).
 Verhaal feitelijk laten vertellen en laten uiten van emoties (ook om inschatting te maken van
verloop verwerking)
 Signaleren en mogelijk doorverwijzen bij ernstige/hevige traumareactie.
In hoeverre heeft medewerker nu nog last van gebeurtenis?
Hoe gaat hij/zij daar mee om?
Hoe gaat het thuis?
Indien (nog/weer) aan het werk: hoe gaat het hier?
Zijn er signalen voor verstoorde verwerking?
Is verwijzen nodig?
Zo nee, datum volgende afspraak:
Naam lid opvangteam:
Gespreksleidraad vierde gesprek (6 weken à 2 maanden na incident)
Aandachtspunten van gesprek:
 Nagaan hoe verwerking is verlopen (hoe gaat het volgens medewerker? Hoe is zijn/haar reactie
als hij/zij verhaal opnieuw vertelt? Hoe kijkt medewerker erop terug? Heeft hij er iets van
geleerd? Is er iets voor hem veranderd?)
 Afsluiten of doorverwijzen (Hoe reageert medewerker als moeilijke punten uit vorige gesprekken
worden aangekaart? Indien nog steeds traumaklachten, doorverwijzen).
Denkt medewerker nog vaak aan gebeurtenis?
Ja / Nee
Welke symptomen of klachten nog aanwezig? (bedenk: zekere aanwezigheid van klachten is niet per
se verontrustend, echter wel als medewerker er nog steeds hinder van ondervindt in dagelijks leven)
Hoe denkt medewerker zelf over zijn psychische toestand?
Bestaat er vermoeden van Post Traumatische Stress Stoornis (PTSS)?
Zo ja, naar wie wil/kan medewerker worden verwezen?
Wie regelt afspraak?
Naam lid opvangteam:
Ja / Nee