Genetische variatie en inteelt : basisconcepten Steven Janssens Nadine Buys Inteelt • Inteelt treedt op voor dieren waarvan de ouderdieren met elkaar verwant zijn (dit betekent dat in de afstamming van vader en moeder 1 of meerdere gemeenschappelijke voorouders voorkomen) • Het paren van ouders die zelf ingeteeld zijn, maar onderling niet verwant zijn, resulteert in inteelt=0 bij de nakomelingen !!! • De inteeltgraad wordt voorgesteld door “F” en varieert van 0 tot 1 (of van 0% tot 100%) Onderliggend mechanisme • Genetisch materiaal komt steeds voor in tweevoud 1/2 1/2 1/2 1/2 • Allel=variant van gen 1 van beide allelen wordt doorgegeven • Inteelt is kans dat een identiek allel terechtkomt bij nakomeling, afkomstig van de gemeenschappelijke voorouder (identity by descent) Dier X Kans op identiek rood = 1/2*1/2*1/2*1/2 = 0.0625 Kans op identiek blauw = 1/2*1/2*1/2*1/2 = 0.0625 Fx=0.125 Fokzuiver vs. fokonzuiver Fokonzuivere dieren=> 2 varianten van een gen Fokzuiver => dezelfde variant Indien « rood » een niet-functionele variant is die recessief is Fokonzuiver = drager = normale functie Fokzuiver voor « rood » = afwijking / sterfte Inteeltberekening via pad-methode 1 F 2 Grootvader X Vader Grootmoeder Nakomeling Grootvader Moeder Grootmoeder Fnakomeling=(1/2)5=0.03125 of 3.125% n m 1 1 Fx Berekening via pad-methode • N= het aantal dieren in de lus via de vader tot de gemeenschappelijke voorouder • M= het aantal dieren in de lus via de moeder tot de gemeenschappelijke voorouder • Hou rekening met de inteeltgraad van de gemeenschappelijke voorouder • Tel alle paden op • Partiële inteelt geeft aan welk deel van de inteelt toe te wijzen is aan elk van de gemeenschappelijke voorouders 3 paden…. FTom=0.31=(0.5)2+(0.5)5+(0.5)5 Vainquer=0.25 Hardi =0.06 Gevolgen van inteelt • Ingeteeld dier heeft meer kans op identieke genen in vergelijking met een toevallige paring in de populatie • Hoge fokzuiverheid wordt nagestreefd in de fokkerij voor bepaalde kenmerken (om de raskenmerken te fixeren) maar : • fokzuiverheid treedt ook op voor ongewenste eigenschappen die tot dan toe niet zichtbaar waren (verminderde fitness of lethale genen worden zichtbaar) Inteeltdepressie • Inteelt heeft een negatief effect op vrijwel alle kenmerken => regels voor de fokkerij inteeltgraad van nakomeling beperken (max. 3%, 5%, …) => korte termijn strategie In een gesloten populatie is inteelt op lange termijn onvermijdelijk en gaat het om controle van de inteelttoename in de populatie (ΔF) Inteelt toename (ΔF) berekenen ΔF Ft Ft 1 1 Ft 1 • Inteeltgraad berekenen voor alle dieren van het ras per geboortejaar (jaar t tov. jaar (t-1) ) • Generatie-interval in rekening brengen indien inteelt per generatie gewenst is Inteelttoename hangt af van populatiegrootte 1 F 2N • Toename van inteelt per generatie is omgekeerd evenredig met populatiegrootte (in ideale populatie) • Vuistregel: N ≥ 100 of ΔF=0,005 per generatie N < 50 wordt aanzien als gevaarlijk ΔF=0,01 per generatie Voor veerassen……effectieve grootte (Ne) Veerassen zijn “niet ideale” populaties Want : Geen random mating Selectie door mens De effectieve populatiegrootte (Ne) van een ras komt overeen met het aantal individuen in een ideale populatie met dezelfde inteelttoename en dezelfde variatie in allelfequenties ΔF 1 2Ne Pedigree analyse (I) • Generatie-interval =gemiddelde leeftijd ouders bij geboorte van nakomelingen Vader-zoon Vader-dochter Moeder-zoon Moeder-dochter • Diepte van de pedigree +volledigheid Complete Generatie equivalenten korte en/of onvolledige pedigree’s geven onderschatting van de inteeltgraad • Pedigree volledig over 4 generaties => CGE=4 • Het aantal voorouders per generatie is 2 1 , 22 , 23 , 24 , … • Onvolledige pedigree CGE = 3.5625 • Dieren met lage CGE hebben minder kans dat ze voorouders gemeenschappelijk hebben deze dieren lijken minder verwant en waarschijnlijk is de werkelijke inteelt hoger dat de berekende Pedigree analyse (II) • Founders (=stichterdieren) dieren die zich helemaal bovenaan bevinden in de pedigree (=geen verdere afstamming gekend) • Effectieve founders (f e) het aantal founders dat aanleiding geeft tot dezelfde genetische variatie waarbij elke founder evenveel bijdraagt • Als bepaalde founders zeer veel bijdragen en andere weinig zal de genetische variatie kleiner zijn en het effectief aantal founders zal veel lager zijn dan het aantal werkelijke founders Pedigree analyse (III) • Effectief aantal voorouders (“effective ancestors” of fa) = minimum aantal belangrijke voorouders (die gelijk bijdragen) waarmee de genetische variatie kan verklaard worden • Dieren die veelvuldig voorkomen (in zeer veel pedigree’s) zullen het aantal effectieve ancestors verminderen • Een bijkomende maat is het aantal voorouders dat 50% van de huidige variatie kan verklaren Lage cijfers duiden op “genetische flessenhalsen” Samenvatting (I) • Effectieve grootte kan ook benaderd worden via formules die de populatie-structuur in rekening brengen • Effectieve grootte kan ook berekend worden uit de inteelttoename • De resterende genetische variatie wordt verder getypeerd met het aantal founders, effectieve founders, eff. ancestors. • De volledigheid en diepte van de pedigree heeft impact op de cijfers Samenvatting (II) • Naast beperking van inteelt op individueel niveau is het belangrijk van de inteelttoename voor het ras te beperken. Dit is een verantwoordelijkheid van alle fokkers samen (=stamboek) Streven naar een Ne van 100 of een inteelttoename van 0.005 • Voor elk ras dient gezocht te worden naar een aangepast foksysteem waarover consensus bestaat bij de fokkers (bv. rotatiesysteem, beperking op aantal dekkingen, beperking op aantal nakomelingen die zich mogen voortplanten, …) • Populatie zonder goede registratie (onvolledig of weinig generaties of niet reeël)=> DNA merkers