Les 27: Houd je van Mij? Dit verhaal kun je lezen in Johannes 21 Vul de ontbrekende woorden in! De ……………………………………………..zijn naar Galilea gegaan, zoals Jezus gezegd had. Op een avond zegt……………………………..: ‘Ik ga………………………….’ Thomas, Natanaël, Johannes en ………………………………………..en twee andere discipelen, gaan mee. De hele nacht zijn ze bezig, maar het net blijft leeg. Als het …………………….geworden is, varen ze aan de oever van het meer. Er staat een man. Hij roept:’………………………………., hebben jullie iets te eten?’ Ze geven als antwoord: ‘ Nee’. ‘Gooi het net uit aan de …………………………………………………van de boot’, zegt de man, ‘dan hebben jullie meer resultaat.’ De discipelen gooien het ………… aan de rechterkant van de boot uit. Als ze een poosje gevaren hebben, voelen ze dat het net zwaar is. Ze proberen het op te ………………….. in de boot, maar het is te zwaar! …………………………………..zegt tegen Petrus: ‘Het is de Here.’ Petrus bedenkt zich geen moment, hij pakt zijn overkleed en springt in het water. De discipelen roeien met het bootje naar de kant. Het net slepen ze mee. Als ze aan wal komen zien ze een ……………………………….met brood en ……………… erop. ‘Haal nog wat van de vissen die jullie gevangen hebben’, zegt de man. Samen eten ze, met Jezus, daar zijn ze zeker van. Dit is de ……………………… keer dat ze Jezus zien nadat Hij is opgestaan. Na het eten lopen Jezus en Petrus een eindje samen op. “Simon, ………………….. je echt van Mij?” “ja, Here, U weet dat ik van U houd” Jezus vraagt het in totaal drie keer aan Petrus. Jezus geeft Petrus dan een opdracht mee. ‘Zorg voor Mijn………………………………….., pas op Mijn ……………………. en zorg voor Mijn schapen’ JOHANNES - HOUD - VISSEN – RECHTERKANT- VIS - LAMMEREN - DISCIPELEN – LICHTSCHAPEN - PETRUS – NET - TREKKEN - JAKOBUS – DERDE - VRIENDEN - KOLENVUUR Antwoorden De DISCIPELEN zijn naar Galilea gegaan, zoals Jezus gezegd had. Op een avond zegt PETRUS.: ‘Ik ga VISSEN.’ Thomas, Natanaël, Johannes en JAKOBUS en twee andere discipelen, gaan mee. De hele nacht zijn ze bezig, maar het net blijft leeg. Als het LICHT geworden is, varen ze aan de oever van het meer. Er staat een man. Hij roept:’ VRIENDEN., hebben jullie iets te eten?’ Ze geven als antwoord: ‘ Nee’. ‘Gooi het net uit aan de RECHTERKANT van de Drie keer vraagt Jezus aan Petrus of hij van boot’, zegt de man, ‘dan hebben jullie meer resultaat.’ Hem houdt. Waar doet je dat denken? De aan discipelen gooien het NET ……………………………………………………………………………………… aan de rechterkant van de Is het nu weer in orde tussen Jezus en Petrus? boot uit. Als ze een poosje ……………………………………………………………………………………… gevaren hebben, voelen ze dat ……………………………………………………………………………………… het net zwaar is. Ze proberen Als je iemand niet meer vertrouwt, je hem het op tezou TREKKEN.. in de boot, dan nog iets voor je laten doen? SPIJT maar het is te zwaar! ……………………………………………………………………………………… JOHANNES zegt tegen Petrus: Zijn er dingen waar jij heel ‘Het is de Here.’ veel spijt van hebt? Petrus bedenkt zich geen moment, hij pakt zijn Heb je dat tegen iemand gezegd? overkleed en springt in het water. De discipelen roeien met het bootje naar de kant. Is het belangrijk dat een ander Het net slepen ze mee. tegen je zegt dat hij het je vergeeft? Als ze aan wal komen zien ze een KOLENVUUR met brood en VIS erop. ‘Haal nog wat van de vissen die jullie gevangen hebben’, zegt de man. Als het vergeven is, heb je ze, dan met Jezus, daar zijn ze zeker van. Dit is de DERDE keer dat ze Jezus Samen eten nog steeds spijt? zien nadat Hij is opgestaan. Na het eten Kun jij je voorstellen hoe lopen Jezus en Petrus een eindje samen op. “Simon, HOUD. je echt van Mij?” “ja, Here, U weet dat ik van U houd” Petrus zich voelde toen Jezus vroeg: ‘HoudJezus je van Mij?’ vraagt het in totaal drie keer aan Petrus. Jezus geeft Petrus dan een opdracht mee. ‘Zorg voor Mijn LAMMEREN, pas op Mijn SCHAPEN en zorg voor Mijn schapen’ Les 24: Gemeen! Als Jezus met zijn discipelen op weg is naar Jeruzalem om het paasfeest te vieren, vertelt hij zijn leerlingen regelmatig dat er verschrikkelijke dingen zullen gebeuren. Hij vertelt hun dat hij in de handen van de priesters zal vallen en dat ze Hem zullen doden. ‘Maar…’ zegt Hij erbij, ‘op de derde dag word ik weer levend.’ Thomas, een van de leerlingen, ziet het somber in en zegt: ‘Laten we met Hem meegaan, om samen met Hem te sterven’. Petrus denkt dat hij zijn meester uitstekend kan begeleiden. Hij is zelfs bereid om met Jezus te sterven. Maar als hij het gevoel heeft dat hij op de binnenplaats van het paleis van de hogepriester in de val zit, zegt hij drie keer dat hij Jezus niet kent. Dan herinnert hij zich de waarschuwing van Jezus. ‘Voor de haan kraait, zul je drie keer zeggen dat je me niet kent. De stadhouder Pilatus, die moet toestemmen dat Jezus gedood moet worden, vindt het onzin. Hij ziet dat de Joden erg boos zijn en is bang dat er een rel uit zal breken. En dat zal hem zijn baan kosten! Dat heeft hij er niet voor over. Hij probeert nog of hij Jezus vrij kan krijgen door de mensen een keus te laten tussen Jezus en een misdadiger. Maar helaas, dat plan mislukt. Dit verhaal kun je lezen in Mattheüs 26 en 27 De discipelen denken dat Jezus een echte koning zal worden. Ze juichen daarom ook hard mee als Jezus op een ezel Jeruzalem binnen rijdt. Ze voelen de dreiging, maar weten niet precies wat ze moeten verwachten. Als Jezus de Romeinen gaat verjagen zullen ze ook moeten vechten! De palmpasen stok verwijst naar dit verhaal. Net als de andere Joden eet Jezus op donderdagavond het paasmaal, samen met Zijn leerlingen. Ze denken terug aan de tijd van Mozes, toen ze bevrijd werden uit Egypte. Hiervoor waren ze in een bovenzaal. Het zou de laatste keer zijn dat ze samen zouden eten. Het avondmaal, dat wordt gevierd in de kerken verwijst naar deze laatste paasmaaltijd. De priesters zijn erg jaloers op Jezus. ‘Alle mensen lopen Hem achterna’ zeggen ze. Ze zoeken net zo lang tot ze iets gevonden hebben waarvoor zij vinden dat Hij gedood moet worden. Hij heeft gezegd dat Hij de Zoon van God is. Zo wordt Jezus op ‘goede vrijdag’ gekruisigd! Onschuldig! Een soldaat bij het kruis, zegt aan het eind van de dag: ’Dit was echt de Zoon van God.’ Bij het kruis gebeurde bijzondere dingen: 1. ’s middags is het 3 uur donker. 2. Als Jezus sterft is er een aardbeving. In de tempel gebeurt op dat moment ook iets merkwaardigs. Als Jezus uitroept:’Het is volbracht’ en sterft, dan scheurt het dikke gordijn doormidden. De hele dag staan er vrienden van Jezus bij het kruis. Ze zien hoe Zijn kleren verloot worden onder de soldaten. Ze horen hoe de priesters vreselijke dingen tegen Jezus zeggen. Bijv. ‘Als je de Zoon van God bent, laat dat dan zien door van het kruis te komen!’ Zelfs de twee criminelen die naast Hem hangen, bespotten Hem. En dan is het voorbij. Jezus is gestorven. Een soldaat steekt zijn speer in zijn zij en ziet dat Jezus echt gestorven is. Een rijke man, Jozef van Arimathea, komt zijn lichaam halen en legt het in zijn eigen graf. Jozef geloofde in Jezus. De priesters komen Pilatus nog wel vragen of hij soldaten bij het graf wil zetten. ‘Deze bedrieger heeft gezegd dat Hij na drie dagen zal opstaan. Dan zullen de discipelen komen en zijn lichaam weghalen en zeggen dat hij is opgestaan.’ Er komen soldaten bij het graf te staan en de steen wordt zo goed en kwaad als het gaat verzegeld. GEEF MET EEN ALS DE ZIN GOED IS. KLOPT DE ZIN NIET, ZET ER DAN EEN IN. JEZUS WERD MET DRIE MISDADIGERS GEKRUISIGD. JEZUS HAD NIETS GEDAAN WAARVOOR HIJ GEKRUISIGD ZOU MOETEN WORDEN. NA DE KRUISIGING MOCHTEN DE SOLDATEN DE KLEREN VAN DE VEROORDEELDEN VERDELEN. DE JODEN KOZEN BARABBAS OM VRIJ GELATEN TE WORDEN. PILATUS VROEG JEZUS OF HIJ KEIZER WILDE WORDEN. JOHANNES HEEFT JEZUS VERRADEN. ER WAS NIEMAND VAN JEZUS’ VRIENDEN BIJ HET KRUIS. EEN SOLDAAT CONTROLEERDE OF JEZUS DOOD WAS EN STAK HEM IN ZIJN ZIJ. JOZEF VAN ARIMATHEA HAALDE HEM VAN HET KRUIS EN LEGDE HEM IN ZIJN EIGEN GRAF. GOD DE VADER VERLIET JEZUS TOEN HIJ AAN HET KRUIS HING. De discipelen zijn helemaal in de war. Zij denken er geen moment meer aan, wat Jezus hen een aantal keer gezegd heeft. Hij zal weer opstaan! Ze zijn heel erg verdrietig en ook de vrouwen die vaak voor Jezus zorgden, treuren. In de onderstaande zinnen zitten namen en plaatsen verborgen die in deze geschiedenis voorkomen. Onderstreep deze woorden. 1. Jo, denk jij dat dit goed gaat? 2. Je gaat naar bed Pe, trusten! 3. Kom op! Jeru zal ‘em wel es leren. 4. Die sinaasappel? Laat ’t em pellen, dat kan hij prima. 5. Joh, Annes verjaardag gaat niet door. 6. Mari antwoord mij dat ze niet komt. Les 26: Herinneren! Lijden en sterven. Op een dag wordt Jezus als een Koning Jeruzalem binnen gehaald. 1. Waar rijdt Hij op? 2. Met welke soort takken zwaaien de mensen? 3. Wat leggen ze op de grond? 4. Wat roepen de mensen? 5. Is Jezus blij dat de mensen Hem zo vereren? Jezus wordt gevangen genomen. 6. Voor wie was de haan een teken? 7. Waar was hij toen hij de haan hoorde kraaien? 8. Wat was er gebeurd voordat de haan kraaide? 9. Wie had Petrus gewaarschuwd? 10. Petrus gaat naar buiten. Wat deed hij daar? Jezus wordt voor de Romeinse stadhouder gebracht. 11. Hoe heet die Romeinse stadhouder? 12. Wie zegt: “Ik vind geen schuld in Hem”? 13. Pilatus bedenkt een plan om Jezus vrij te krijgen. Welk plan is dat? 14. Wie zegt: “Ik was mijn handen in onschuld”? 15. Wat roepen de mensen als Pilatus vraagt wat hij met Jezus moet doen? Bij de soldaten. 16. Wat krijgt Jezus op zijn hoofd? 17. Ze doen Hem zijn kleren uit. Wat krijgt Hij aan? 18. Wat geven ze hem in de hand? 19. Ze buigen zich voor Hem neer en zeggen ………………. 20. Wat zegt of doet Jezus terug? Aan het kruis. 21. Wat heeft de dobbelsteen met dit verhaal te maken? 22. Wat stond er op het bordje boven het kruis? 23. Wat gebeurt er om 12 uur in de middag? 24. Herinner je je een uitspraak bij het kruis? 25. Hoeveel mensen werden er die dag op Golgotha gekruisigd? Jezus dood. 26. Wat gebeurt er als Jezus sterft? 27. Wat zegt de soldaat bij het kruis? 28. Wat doet een soldaat om te controleren of Jezus echt gestorven is? 29. Wat gebeurt er daarna met Jezus lichaam? 30. Hoe heet de dag waarop dit gebeurde? Het graf is leeg. 31. Wie zien als eerste dat de steen voor het graf aan de kant gerold is? 32. Wat zien ze nog meer bij het graf? 33. Waarom is het zo vreemd dat de doeken nog in het graf liggen? 34. Jezus komt ’s avonds binnen in een zaal. Wie zijn daar dan? 35. Hoe laat Jezus zien dat Hij geen geestverschijning is? Waarom? 36. Waarom vocht Jezus niet terug? 37. Waarom kwam Hij niet van het kruis af? 38. Waarom verdedigde Hij zich niet, Hij had toch niets fout gedaan? 39. Waarom stierf Hij? 40. Waarom is het gegaan zoals het ging? Zet het nummer van de vraag voor het goede antwoord! Hij steekt een speer in Zijn zij. Er komt bloed en water uit. Palmtakken Petrus Jezus Pontius Pilatus Jezus stierf om de straf voor de zonden van de mensen te dragen, zodat de mensen weer bij God kunnen en mogen komen. Pilatus Jezus had inderdaad niets fouts gedaan integendeel, Hij had mensen alleen maar goede dingen laten zien. Maar het moest zo gaan! Pilatus Hij laat de mensen kiezen. Of een misdadiger de vrijheid terug of Jezus. Petrus heeft drie keer gezegd dat hij Jezus niet kent. Op een ezel Als iemand een lijk zou stelen, zou hij dat doen voor de kostbare spullen die met iemand begraven werden. Doeken waren erg kostbaar, dus het is vreemd dat die nog in het graf liggen. Kruisig Hem! Kleren Een doornenkroon Een rode soldatenjas Jezus is niet blij, maar verdrietig. Een rietstok Er is een aardbeving Lang leve de Koning van de Joden. Jezus zegt of doet niets terug. De soldaten verloten Zijn kleren onder het kruis. Jezus de Nazarener, Koning van de Joden. Het wordt donker U zou toch de tempel afbreken en in drie dagen weer opbouwen. Als U de Zoon van God bent, redt uzelf dan en kom van het kruis af. Drie “Deze man was werkelijk de Zoon van God!” Jozef van Arimathea wikkelt het lichaam van Jezus in doeken en legt het in zijn eigen nieuwe graf. Goede Vrijdag Vrouwen. Op de binnenplaats van het paleis van de hogepriester. De discipelen en vrienden van Jezus. Hij eet wat geroosterde vis. Jezus wist dat Hij moest lijden om de mensen te kunnen redden, daarom deed Hij niet zijn best om terug te vechten. Huilen Jezus wist dat de straf heel zwaar was, maar dat Hij zijn Vader moest gehoorzamen, wilde Hij de mensen redden. Engelen Het is gegaan zoals het ging omdat Jezus zoveel van de mensen houdt, dat Hij dat er voor over had. Hosanna, leve de koning, vrede in de hemel! Alle eer is voor God. Zet het nummer van de vraag voor het goede antwoord! 28Hij steekt een speer in Zijn zij. Er komt bloed en water uit. 2Palmtakken 6Petrus 9Jezus 11Pontius Pilatus 39. Jezus stierf om de straf voor de zonden van de mensen te dragen, zodat de mensen weer bij God kunnen en mogen komen. 12Pilatus 38Jezus had inderdaad niets fouts gedaan integendeel, Hij had mensen alleen maar goede dingen laten zien. Maar het moest zo gaan! 14Pilatus 13Hij laat de mensen kiezen. Of een misdadiger de vrijheid terug of Jezus. 8Petrus heeft drie keer gezegd dat hij Jezus niet kent. 1Op een ezel 33Als iemand een lijk zou stelen, zou hij dat doen voor de kostbare spullen die met iemand begraven werden. Doeken waren erg kostbaar, dus het is vreemd dat die nog in het graf liggen. 15Kruisig Hem! 4Hosanna, leve de koning, vrede in de hemel! Alle eer is voor God. 3Kleren 16Een doornenkroon 17Een rode soldatenjas 5Jezus is niet blij, maar verdrietig. 18Een rietstok 26Er is een aardbeving 19Lang leve de Koning van de Joden. 20Jezus zegt of doet niets terug. 21De soldaten verloten Zijn kleren onder het kruis. 22Jezus de Nazarener, Koning van de Joden. 23Het wordt donker 24U zou toch de tempel afbreken en in drie dagen weer opbouwen. Als U de Zoon van God bent, redt uzelf dan en kom van het kruis af. 25Drie 27“Deze man was werkelijk de Zoon van God!” 29Jozef van Arimathea wikkelt het lichaam van Jezus in doeken en legt het in zijn eigen nieuwe graf. 30Goede Vrijdag 31Vrouwen. 7Op de binnenplaats van het paleis van de hogepriester. 34De discipelen en vrienden van Jezus. 35Hij eet wat geroosterde vis. 36Jezus wist dat Hij moest lijden om de mensen te kunnen redden, daarom deed Hij niet zijn best om terug te vechten. 10Huilen 37Jezus wist dat de straf heel zwaar was, maar dat Hij zijn Vader moest gehoorzamen, wilde Hij de mensen redden. 32Engelen 40Het is gegaan zoals het ging omdat Jezus zoveel van de mensen houdt, dat Hij dat er voor over had. 4Hosanna, leve de koning, vrede in de hemel! Alle eer is voor God. Les 24: Jezus leeft! DE PAASKRANT PASEN PASEN IS EEN BEKEND FEEST. KIJK JE NAAR WAT JE OM JE HEEN ZIET, DAN VIER JE HET FEEST DAT HET NIEUWE LEVEN IN DE NA TUUR WEER BEGINT. HET FEEST VAN EIEREN, PAASHAZEN, KROKUSSEN EN LAMMETJES. KIJK JE VERDER, NAAR DE GODSDIENSTIGE WORTELS VAN PASEN, DAN ZIE JE MEER. DAN GA JE TERUG NAAR HET LEVEN VAN JEZUS, DIE MENSEN EEN NIEUW UITZICHT EN DOEL IN HET LEVEN GAF. DAN ZIE JE DA T MENSEN VIEREN DAT DE DOOD NIET HET LAATSTE WOORD HEEFT. HET IS MAAR HOE JE KIJKT... HET IS MAAR HOE JE KIJKT... 1 KEER PER JAAR UIT HET ARCHIEF In deze rubriek verschijnen oude berichten die nu nog van betekenis zijn Dit bericht komt uit het jaar 33 na Chr. Jeruzalem, van een van onze verslaggevers. HET VOLGENDE BERICHT GAAT OVER DRIE VROUWEN DIE OP WEG GAAN OM HET LICHAAM VAN JEZUS, HUN OVERLEDEN VRIEND, TE GAAN VERZORGEN. JEZUS WAS, HOEWEL ONSCHULDIG VOLGENS VELEN, TER DOOD VEROORDEELD, GEKRUISIGD EN BEGRAVEN. Jezus leeft weer! Op zondagmorgen vroeg gingen de vrouwen meteen naar het graf. Ze hadden de speciale kruiden bij zich. Maar ze ontdekten dat de steen voor de ingang was weggerold. Toen ze naar binnen stapten, zagen ze dat het lichaam van de Here Jezus er niet meer was. Ze wisten niet wat ze daarmee aan moesten. Plotseling waren er twee mannen bij hen, in blinkende kleren. De schrik sloeg de vrouwen om het hart en ze bogen zich diep neer. De mannen vroegen:’Waarom komt u in het graf zoeken naar de Levende? Hij is hier niet. Hij leeft weer! Herinnert u zich niet wat Hij heeft gezegd toen u nog met Hem in Galilea was? Hij zei immers dat hij door verraad in de handen van slechte mensen zou vallen en door hen gekruisigd zou worden. Maar ook dat hij op de derde dag uit de dood zou opstaan. Zij herinnerden zich dat Hij dat inderdaad had gezegd. Ze holden terug naar Jeruzalem om aan Zijn elf discipelen en al de anderen te vertellen wat er gebeurd was……….. Het boek, Lucas 24. Wat zie jij? VERSCHIJNT