ENTWURF

advertisement
1. ------IND- 2015 0566 D-- NL- ------ 20151023 --- --- PROJET
Verordening
van de bondsregering
Verordening tot omzetting van de d.m.v. een novelle gewijzigde gevaarlijkheidscriteria
van de afvalwetgeving1)
Van …
Op basis van § 16, volzin 1, punt 2, § 43, lid 1, volzin 1, punt 2 en § 48, volzin 2, van de
kringloopeconomiewet van 24 februari 2012 (BGBl. I, blz. 212) verordent de bondsregering
na raadpleging van alle betrokken groeperingen:
1)
Deze verordening dient zowel tot omzetting van Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november
2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen (PB L 312 van 22.11.2008, blz. 3; L 127 van 26.5.2009, blz.
24) die is gewijzigd door Verordening (EU) nr. 1357/2014 van 18 december 2014 (PB L 365 van 19.12.2014, blz. 89) ter vervanging
van bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG als tot omzetting van het besluit van de Commissie van 18 december 2014 (PB L 370 van
30.12.2014, blz. 44) tot wijziging van Beschikking 2000/532/EG betreffende de lijst van afvalstoffen overeenkomstig Richtlijn
2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad. Aangemeld overeenkomstig Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees
Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en
regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PB L 241 van 17.9.2015, blz.1).
-2 -
Artikel 1
Eerste verordening tot wijziging van de verordening betreffende de lijst van afvalstoffen
De verordening betreffende de lijst van afvalstoffen van 10 december 2001 (BGBl. I, blz. 3379),
laatstelijk gewijzigd bij artikel 5, lid 22, van de wet van 24 februari 2012 (BGBl. I, blz. 212) wordt
als volgt gewijzigd:
1. In § 1, punt 1, wordt het woord „afvalstof” vervangen door het woord „afvalstoffen”.
2. § 2 wordt als volgt gewijzigd:
a)
Lid 1 wordt als volgt geformuleerd:
„1) Voor zover afvalstoffen overeenkomstig andere wetgeving moeten worden
omschreven, moeten de omschrijvingen overeenkomstig de bijlage (lijst van afvalstoffen)
bij deze verordening (zescijferige afvalcode en afvalomschrijving) worden gebruikt.”
b)
Lid 2 wordt als volgt gewijzigd:
aa)
Volzin 1 wordt als volgt geformuleerd:
„Met het oog op de omschrijving moeten de afvalstoffen worden ingedeeld bij de in
de lijst van afvalstoffen vermelde afvalsoorten die worden gekenmerkt door een
zescijferige afvalcode en afvalomschrijving”
bb)
Volzin 4 wordt als volgt geformuleerd:
„Voor de omschrijving van de afvalsoorten moeten de definities in punt 1 van de
inleiding van de lijst van afvalstoffen worden gebruikt en moeten de richtsnoeren in
punt 3 van de inleiding van de lijst van afvalstoffen worden nageleefd.”
3. § 3 wordt als volgt gewijzigd:
a)
Lid 1 wordt als volgt geformuleerd:
„De afvalsoorten in de lijst van afvalstoffen waarvan de afvalcode met een asterisk (*)
wordt aangeduid, zijn gevaarlijk zoals bedoeld in § 48 van de kringloopeconomiewet.”
b)
Lid 2 wordt als volgt geformuleerd:
„2) Er wordt aangenomen dat afvalstoffen die als gevaarlijk zijn ingedeeld, beschikken
over een of meerdere eigenschappen die worden vermeld in bijlage III bij Richtlijn
2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008
betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen (PB L 312 van
22.11.2008, blz. 3; PB L 127 van 26.5.2009, blz. 24) die is gewijzigd door Verordening
(EU) nr. 1357/2014 (PB L 365 van 19.12.2014, blz. 89) in de telkens geldende versie.
„Voor de indeling van de afvalsoorten moeten de definities in punt 1 van de inleiding van
-3 de lijst van afvalstoffen worden gebruikt en moeten de richtsnoeren in punt 2 van de
inleiding van de lijst van afvalstoffen worden nageleefd.”
c)
Lid 3, zin 3, wordt als volgt geformuleerd:
„De deelstaten moeten dergelijke indelingen onverwijld melden aan het Bondsministerie
van Milieu, Natuurbescherming, Bouw en Reactorveiligheid.”
4. De bijlage wordt als volgt gewijzigd:
a)
De inleiding wordt als volgt geformuleerd:
„Inleiding:
1.
Definities
Voor deze bijlage gelden de volgende definities:
1.1
gevaarlijke stof: een stof die is ingedeeld als gevaarlijk omdat deze voldoet aan
de criteria van de delen 2 tot en met 5 van bijlage I bij Verordening (EG) nr.
1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008
betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot
wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot
wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1);
1.2
zwaar metaal: elke verbinding van antimoon, arseen, cadmium, chroom (VI),
koper, lood, kwik, nikkel, seleen, telluur, thallium of tin, alsook deze metalen in
metallische vorm, voor zover de verbinding of de stof als gevaarlijke stof is
ingedeeld overeenkomstig punt 1.1;
1.3
polychloorbifenylen en polychloorterfenylen (pcb's): pcb's zoals omschreven in
artikel 2, onder a), van Richtlijn 96/59/EG van de Raad van 16 september 1996
betreffende de verwijdering van polychloorbifenylen en polychloorterfenylen (PB
L 243 van 16.9.1996, blz. 31);
1.4
overgangsmetalen: elke verbinding van scandium, vanadium, mangaan, kobalt,
koper, yttrium, niobium, hafnium, wolfraam, titaan, chroom, ijzer, nikkel, zink,
zirkonium, molybdeen of tantaal, alsook deze metalen in metallische vorm, voor
zover de verbinding of de stof als gevaarlijke stof is ingedeeld overeenkomstig
punt 1.1;
1.5
stabilisatie: processen waardoor de gevaarskenmerken van de bestanddelen van
het afval veranderen en gevaarlijk afval in ongevaarlijk afval wordt omgezet;
1.6
verharding: processen waardoor onder invloed van additieven alleen de fysische
toestand van het afval verandert, zonder dat de chemische eigenschappen van
het afval veranderen;
1.7
gedeeltelijk gestabiliseerd afval: afval dat na het stabilisatieproces gevaarlijke
bestanddelen bevat die niet volledig in ongevaarlijke bestanddelen zijn omgezet
en op korte, middellange of lange termijn in het milieu terecht kunnen komen;
-4 2.
Beoordeling en classificatie
2.1
Beoordeling van de gevaarlijke eigenschappen van afval
Voor de beoordeling van de gevaarlijke eigenschappen van afval zijn de criteria
van bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG van toepassing. Voor de beoordeling van
de gevaarlijke eigenschappen HP 4, HP 6 en HP 8 zijn de ondergrenzen van
bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG van toepassing. Wanneer afval van een stof
minder bevat dan de ondergrens, wordt die niet opgenomen in de berekening
van een drempelwaarde. Wanneer een gevaarlijke eigenschap van afval is
beoordeeld door middel van een test overeenkomstig punt 2.2.2 en aan de hand
van de concentraties van gevaarlijke stoffen van bijlage III bij Richtlijn
2008/98/EG, hebben de resultaten van de test overeenkomstig punt 2.2.2
voorrang.
2.2
Indeling als gevaarlijk afval
Voor de indeling van afval als gevaarlijke of niet-gevaarlijke afvalsoorten geldt het
volgende:
2.2.1 Afval wordt als gevaarlijk ingedeeld, indien het gevaarlijke stoffen bevat waardoor
het afval 1 of meer van de gevaarlijke eigenschappen HP 1 tot en met HP 8 of
HP 10 tot en met HP 15 van bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG bezit. Het bestaan
van de gevaarlijke eigenschap HP 9 wordt aangenomen bij afvalstoffen met
gevaarlijke verwekkers overeenkomstig § 17 van de infectiebeschermingswet van
20 juli 200 (BGBl. I, blz. 1045), laatstelijk gewijzigd bij artikel 2, lid 36 en artikel 4,
lid 21, van de wet van 7 augustus 2013 (BGBl. I, blz. 3154), evenals bij
afvalstoffen met verwekkers (besmettelijke stoffen) van dierenziekten die worden
vermeld in de verordening betreffende tot aangifte verplichte epidemieën onder
dieren in de versie van de bekendmaking van 19 juli 2011 (BGBl. I, blz. 1404),
laatstelijk gewijzigd bij artikel 6 van de verordening van 29 december 2014
(BGBl. I, blz. 2481), of de bijlage bij § 1 van de verordening betreffende tot
aangifte verplichte dierenziekten in de versie van de bekendmaking van 11
februari 2011 (BGBl. I, blz. 252), laatstelijk gewijzigd bij artikel 5 van de
verordening van 17 april 2014 (BGBl. I, blz. 388).
2.2.2 Een gevaarlijke eigenschap kan worden beoordeeld aan de hand van de
concentratie van stoffen in het afval, zoals bedoeld in bijlage III bij Richtlijn
2008/98/EG of, tenzij in Verordening (EG) nr. 1272/2008 anders is bepaald, door
overeenkomstig Verordening (EG) nr. 440/2008 van de Raad van 30 mei 2008
houdende vaststelling van testmethoden uit hoofde van Verordening (EG) nr.
1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie en
beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische
stoffen (PB L 142 van 31.5.2008, blz. 1) of andere internationaal erkende
testmethoden en richtsnoeren een test uit te voeren, rekening houdend met
artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1272/2008 met betrekking tot proeven op
dieren en mensen.
2.2.3 Afval waarbij minstens een van de in bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 850/2004
van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende
-5 persistente organische verontreinigende stoffen en tot wijziging van Richtlijn
79/117/EEG (PB L 158 van 30.4.2004, blz. 7), laatstelijk gewijzigd bij
Verordening (EU) nr. 1342/2014 van 17 december 2014 (PB L 363 van
18.12.2014, blz. 67), in de telkens geldende versie, vermelde
concentratiegrenswaarden voor persistente verontreinigende stoffen is bereikt of
overschreden, wordt als gevaarlijk afval ingedeeld.
2.2.4 De concentratiegrenswaarden van bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG gelden
enkel voor zuivere metaallegeringen in massieve vorm indien deze met
schadelijke stoffen verontreinigd zijn.
2.2.5 De volgende noten van bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 kunnen,
indien van toepassing, in aanmerking worden genomen bij het vaststellen van de
gevaarlijke eigenschappen van afvalstoffen:
2.2.5.1 Verordening (EG) nr. 1272/2008, bijlage VI, de in 1.1.3.1 vermelde noten
betreffende de identificatie, indeling en etikettering van afvalstoffen: Noten B, D,
F, J, L, M, P, Q, R en U,
2.2.5.2 Verordening (EG) nr. 1272/2008, bijlage VI, de in 1.1.3.2 vermelde noten
betreffende de indeling en etikettering van afvalstoffen: Noten 1, 2, 3 en 5.
2.2.6 Nadat de gevaarlijke eigenschappen van een afvalstof volgens voornoemde
methodestappen zijn beoordeeld, wordt aan het afval een passend codenummer
uit de lijst van gevaarlijke of niet-gevaarlijke afvalstoffen toegekend.
2.2.7 De indeling overeenkomstig HP 4 en HP 8 gaat gepaard met een indicatief effect
met pH-waarde ≤ 2 of pH-waarde ≥ 11,5.
3.
LIJST VAN AFVALSTOFFEN
De verschillende afvalsoorten in deze lijst van afvalstoffen worden volledig
gedefinieerd door de tweecijferige hoofdstukken, de viercijferige groepen, de
zescijferige afvalcode en de afvalomschrijving. Het is niet omdat een stof of
voorwerp op de lijst van afvalstoffen staat, dat deze stof of dit voorwerp in alle
omstandigheden afval is. Stoffen of voorwerpen zijn enkel afvalstoffen indien zij
vallen onder de definitie van § 3, lid 1 van de kringloopeconomiewet.
Een afvalstof moet overeenkomstig de systematiek van de lijst van afvalstoffen
overeenkomstig de volgende vier stappen worden ingedeeld bij een afvalsoort:
3.1
Bepaling van de afvalsoort op basis van de herkomst op in de hoofdstukken 01
tot en met 12 of 17 tot en met 20 en van de bijbehorende afvalcode van zes
cijfers (exclusief de codes in deze hoofdstukken die op 99 eindigen). Afvalstoffen
van een specifieke installatie kunnen afhankelijk van de herkomst
overeenkomstig de activiteiten onder verschillende hoofdstukken vallen. Zo zijn
de afvalstoffen van een autofabriek afhankelijk van de processtap te vinden in
hoofdstuk 12 (afval van de machinale bewerking en oppervlaktebehandeling van
metalen), hoofdstuk 11 (anorganisch metaalhoudend afval van de behandeling
en coating van metalen) en hoofdstuk 08 (afval van het gebruik van coatings).
-6 -
b)
3.2
Als er in de hoofdstukken 01 tot en met 12 of 17 tot en met 20 geen geschikte
afvalcode kan worden gevonden, moet er in de hoofdstukken 13, 14 en 15
worden gezocht om de code van de afvalstof te bepalen.
3.3
Als geen van deze afvalsoorten van toepassing is, moet de bepaling van de
afvalcode aan de hand van hoofdstuk 16 gebeuren.
3.4
Als de afvalstof ook niet in hoofdstuk 16 onder te brengen is, moet de afvalsoort
waarvan de afvalcode eindigt op de cijfers 99 (niet elders genoemd afval) worden
gebruikt in het deel van de lijst van afvalstoffen dat overeenkomt met de bij de
eerste stap bepaalde activiteit.”
De inhoudsopgave wordt als volgt geformuleerd:
„Indeling
hoofdstukken van de lijst van afvalstoffen
01
Afval van exploratie, mijnbouw, exploitatie van steengroeven en de fysische en
chemische bewerking van mineralen
02
Afval van landbouw, tuinbouw, aquacultuur, bosbouw, jacht en visserij en de
voedselbereiding en -verwerking
03
Afval van de houtverwerking en de productie van panelen en meubelen alsmede
pulp, papier en karton
04
Afval van de leer-, bont- en textielindustrie
05
Afval van petroleumraffinage, aardgaszuivering en de pyrolytische behandeling
van kool
06
Afval van anorganische chemische processen
07
Afval van organische chemische processen
08
Afval van bereiding, formulering, levering en gebruik van coatings (verf, lak en
email), lijm, kit en drukinkt
09
Afval van de fotografische industrie
10
Afval van thermische processen
11
Afval van de chemische oppervlaktebehandeling en coating van metalen en
andere materialen; non-ferrohydrometallurgie
12
Afval van de machinale bewerking en de fysische en mechanische
oppervlaktebehandeling van metalen en kunststoffen
13
Olieafval en afval van vloeibare brandstoffen (exclusief spijsolie en olieafval die
vallen onder hoofdstukken 05, 12 of 19)
-7 -
c)
14
Afval van organische oplosmiddelen, koelmiddelen en drijfgassen (exclusief afval
dat valt onder hoofdstukken 07 of 08)
15
Verpakkingsafval, absorbentia, poetsdoeken, filtermateriaal en beschermende
kleding (niet elders genoemd)
16
Niet elders in de lijst genoemd afval
17
Bouw- en sloopafval (inclusief afgegraven grond van verontreinigde locaties)
18
Afval van de gezondheidszorg bij mens of dier en/of verwant onderzoek
(exclusief keuken- en restaurantafval dat niet rechtstreeks van de
gezondheidszorg afkomstig is)
19
Afval van installaties voor afvalbeheer, offsite waterzuiveringsinstallaties en de
bereiding van voor menselijke consumptie bestemd water en water voor
industrieel gebruik
20
Stedelijk afval (huishoudelijk afval en soortgelijk bedrijfsafval, industrieel afval en
afval van instellingen) inclusief gescheiden ingezamelde fracties”.
Het codenummer voor de afvalcode 01 03 09 wordt vervangen door het volgende
codenummer:
„01 03 09 niet onder 01 03 10 vallend rood slib van de aluminiumproductie
01 03 10* niet onder 01 03 07 vallend rood slib van de aluminiumproductie dat
gevaarlijke stoffen bevat”.
d)
In het codenummer voor de afvalgroep 06 08 worden de woorden „silicium en
siliciumderivaten” (Silizium und Siliziumverbindungen) vervangen door de woorden
„silicium en siliciumderivaten” (Silicium und Siliciumverbindungen) (vervanging enkel
relevant in het Duits).
e)
Het codenummer voor de afvalcode 06 08 02 wordt als volgt geformuleerd:
„06 08 02* afval dat gevaarlijke chloorsilanen bevat”.
f)
Het codenummer voor de afvalgroep 06 09 wordt als volgt geformuleerd:
„06 09 afval van BFLG van fosforverbindingen en chemische processen met fosfor”.
g)
Aan het codenummer voor de afvalcode 06 09 03* worden de woorden „of daarmee is
verontreinigd” toegevoegd.
h)
In het codenummer voor de afvalgroep 06 10 wordt na het woord „stikstofverbindingen”
een komma ingevoegd.
i)
In het codenummer voor de afvalgroep 06 13 worden de woorden „anorganische
chemische” vervangen door de woorden „anorganisch-chemische”.
j)
Het codenummer voor de afvalcode 07 02 16* wordt als volgt geformuleerd:
-8 „07 02 16* afval dat gevaarlijke siliconen bevat”.
k)
In het codenummer voor hoofdstuk 08 worden na het woord „van” de woorden
„bereiding, formulering, levering en gebruik” ingevoegd en wordt het woord „BFLG”
vervangen door het woord „(BFLG)”.
l)
In het codenummer voor de afvalcode 08 01 13* en voor de afvalcode 08 01 14 worden
de woorden „slib van verf of lak” vervangen door de woorden „slib van verf en lak”.
m) In het codenummer voor de afvalcode 10 02 08 wordt het woord „vast” ingevoegd voor
het woord „afval”.
n)
In het codenummer voor de afvalcode 10 03 18 wordt het woord „koolstoffenhoudend”
vervangen door het woord „koolstofhoudend”.
o)
In het codenummer voor de afvalcode 10 03 22 wordt het woord „andere” ingevoegd
voor het woord „deeltjes”.
p)
Het codenummer voor de afvalcode 10 08 13 wordt als volgt geformuleerd:
„10 08 13 niet onder 10 08 12 vallend koolstofhoudend afval van de anodefabricage”.
q)
In het codenummer voor de afvalcode 10 09 12 en voor de afvalcode 10 10 12 wordt
telkens het woord „andere” ingevoegd voor het woord „deeltjes”.
r)
In het codenummer voor de afvalcode 10 11 11* wordt het woord
„elektronenstraalbuizen” vervangen door het woord „kathodestraalbuizen”.
s)
In het codenummer voor het hoofdstuk 11 wordt het woord „non-ferrohydrometallurgie”
(Nichteisen-Hydrometallurgie) vervangen door het woord „non-ferrohydrometallurgie”
(Nichteisenhydrometallurgie) (vervanging enkel relevant in het Duits).
t)
In het codenummer voor de afvalcode 12 01 02 wordt het woord „-delen” vervangen
door het woord „-deeltjes”.
u)
Het codenummer voor hoofdstuk 13 wordt als volgt geformuleerd:
„13
OLIEAFVAL EN AFVAL VAN VLOEIBARE BRANDSTOFFEN (EXCLUSIEF
SPIJSOLIE EN OLIEAFVAL DIE VALLEN ONDER HOOFDSTUKKEN 05, 12 OF 19)”;
v)
In het codenummer voor de afvalcode 13 01 01* wordt de voetnoot bij het woord „pcb”
geschrapt.
w) Het codenummer voor hoofdstuk 14 wordt als volgt geformuleerd:
„14
AFVAL VAN ORGANISCHE OPLOSMIDDELEN; KOELMIDDELEN EN
DRIJFGASSEN (EXCLUSIEF AFVAL DAT VALT ONDER HOOFDSTUKKEN 07 OF
08)”.
x)
Het codenummer voor de afvalcode 14 06 01* wordt als volgt geformuleerd:
„14 06 01* chloorfluorkoolstoffen, hcfk's, hfk's”.
-9 y)
In het codenummer voor de afvalcode 16 01 08* en voor de afvalcode 16 01 09* wordt
het woord „bestanddelen” telkens vervangen door het woord „onderdelen”.
z)
Het codenummer voor de afvalgroep 16 02 wordt als volgt geformuleerd:
„16 02 Elektrische en elektronische apparatuur en hun onderdelen”.
za) Het codenummer voor de afvalcode 16 02 11* wordt als volgt geformuleerd:
„16 02 11* afgedankte apparatuur die chloorfluorkoolstoffen, hcfk's en/of hfk's bevat”.
zb) In het codenummer voor afvalcode 16 02 13* en de voetnoot bij de woorden „gevaarlijke
onderdelen”, alsook in de codenummers voor de afvalcodes 16 02 15* en 16 02 16
wordt het woord „bestanddelen” telkens vervangen door het woord „onderdelen”.
zc) Na het codenummer voor de afvalcode 16 03 06 wordt volgend codenummer ingevoegd
voor afvalcode 16 03 07*:
„16 03 07* metallisch kwik”.
zd) In afvalcode 16 04 01* wordt het woord „munitie” vervangen door het woord
„afvalmunitie”.
ze) In het codenummer voor de afvalcode 16 08 02* wordt de voetnoot bij het woord
„overgangsmetalen” geschrapt.
zf) In het codenummer voor de afvalcode 16 11 04 wordt het woord „overig” ingevoegd voor
het woord „(niet onder 16 11 03 vallend) ovenpuin”.
zg) In het codenummer voor de afvalcode 17 01 03 worden de komma en het woord
„stenen” geschrapt.
zh) In het codenummer voor de groep 19 03 wordt de voetnoot bij het woord „afval”
geschrapt.
zi) In het codenummer voor de afvalcode 19 03 04* worden de woorden „, niet onder 19 03
08 vallend” toegevoegd en de voetnoot bij het woord „gestabiliseerd” geschrapt.
zj) Na het codenummer voor de afvalcode 19 03 07 wordt volgend codenummer ingevoegd
voor afvalcode 19 03 08*:
„19 03 08* gedeeltelijk gestabiliseerd kwik”.
zk) Het codenummer voor de afvalcode 19 08 13* wordt als volgt geformuleerd:
„19 08 13* slib van andere behandelingen van industrieel afvalwater dat gevaarlijke
stoffen bevat”.
- 10 -
Artikel 2
Wijziging van de verordening betreffende de vuilstortplaats
De verordening betreffende de vuilstortplaats van 27 april 2009 (BGBl. I, blz. 900), laatstelijk
gewijzigd bij artikel 7 van de verordening van 2 mei 2013 (BGBl. I, blz. 973) wordt als volgt
gewijzigd:
1. § 7, lid 1, punt 2, wordt als volgt geformuleerd:
„2. Afvalstoffen die overeenkomstig bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG van het Europees
Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking
van een aantal richtlijnen (PB L 312 van 22.11.2008, blz. 3; PB L 127 van 26.5.2009,
blz. 24) die is gewijzigd door Verordening (EU) nr. 1357/2014 (PB L 365 van 19.12.2014,
blz. 89) worden ingedeeld als explosief, brandversnellend, ontvlambaar of bijtend.”.
2. In bijlage 1, nummer 2.1.1, volzin 3, punt 13, wordt „oktober 2009” vervangen door „augustus
2015”.
Artikel 3
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking.
De Bondsraad heeft toestemming verleend.
Berlijn, [datum]
Download