1. ------IND- 2015 0566 D-- NL- ------ 20151023 --- --- PROJET Verordening van de bondsregering Verordening tot omzetting van de d.m.v. een novelle gewijzigde gevaarlijkheidscriteria van de afvalwetgeving1) Van … Op basis van § 16, volzin 1, punt 2, § 43, lid 1, volzin 1, punt 2 en § 48, volzin 2, van de kringloopeconomiewet van 24 februari 2012 (BGBl. I, blz. 212) verordent de bondsregering na raadpleging van alle betrokken groeperingen: 1) Deze verordening dient zowel tot omzetting van Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen (PB L 312 van 22.11.2008, blz. 3; L 127 van 26.5.2009, blz. 24) die is gewijzigd door Verordening (EU) nr. 1357/2014 van 18 december 2014 (PB L 365 van 19.12.2014, blz. 89) ter vervanging van bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG als tot omzetting van het besluit van de Commissie van 18 december 2014 (PB L 370 van 30.12.2014, blz. 44) tot wijziging van Beschikking 2000/532/EG betreffende de lijst van afvalstoffen overeenkomstig Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad. Aangemeld overeenkomstig Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PB L 241 van 17.9.2015, blz.1). -2 - Artikel 1 Eerste verordening tot wijziging van de verordening betreffende de lijst van afvalstoffen De verordening betreffende de lijst van afvalstoffen van 10 december 2001 (BGBl. I, blz. 3379), laatstelijk gewijzigd bij artikel 5, lid 22, van de wet van 24 februari 2012 (BGBl. I, blz. 212) wordt als volgt gewijzigd: 1. In § 1, punt 1, wordt het woord „afvalstof” vervangen door het woord „afvalstoffen”. 2. § 2 wordt als volgt gewijzigd: a) Lid 1 wordt als volgt geformuleerd: „1) Voor zover afvalstoffen overeenkomstig andere wetgeving moeten worden omschreven, moeten de omschrijvingen overeenkomstig de bijlage (lijst van afvalstoffen) bij deze verordening (zescijferige afvalcode en afvalomschrijving) worden gebruikt.” b) Lid 2 wordt als volgt gewijzigd: aa) Volzin 1 wordt als volgt geformuleerd: „Met het oog op de omschrijving moeten de afvalstoffen worden ingedeeld bij de in de lijst van afvalstoffen vermelde afvalsoorten die worden gekenmerkt door een zescijferige afvalcode en afvalomschrijving” bb) Volzin 4 wordt als volgt geformuleerd: „Voor de omschrijving van de afvalsoorten moeten de definities in punt 1 van de inleiding van de lijst van afvalstoffen worden gebruikt en moeten de richtsnoeren in punt 3 van de inleiding van de lijst van afvalstoffen worden nageleefd.” 3. § 3 wordt als volgt gewijzigd: a) Lid 1 wordt als volgt geformuleerd: „De afvalsoorten in de lijst van afvalstoffen waarvan de afvalcode met een asterisk (*) wordt aangeduid, zijn gevaarlijk zoals bedoeld in § 48 van de kringloopeconomiewet.” b) Lid 2 wordt als volgt geformuleerd: „2) Er wordt aangenomen dat afvalstoffen die als gevaarlijk zijn ingedeeld, beschikken over een of meerdere eigenschappen die worden vermeld in bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen (PB L 312 van 22.11.2008, blz. 3; PB L 127 van 26.5.2009, blz. 24) die is gewijzigd door Verordening (EU) nr. 1357/2014 (PB L 365 van 19.12.2014, blz. 89) in de telkens geldende versie. „Voor de indeling van de afvalsoorten moeten de definities in punt 1 van de inleiding van -3 de lijst van afvalstoffen worden gebruikt en moeten de richtsnoeren in punt 2 van de inleiding van de lijst van afvalstoffen worden nageleefd.” c) Lid 3, zin 3, wordt als volgt geformuleerd: „De deelstaten moeten dergelijke indelingen onverwijld melden aan het Bondsministerie van Milieu, Natuurbescherming, Bouw en Reactorveiligheid.” 4. De bijlage wordt als volgt gewijzigd: a) De inleiding wordt als volgt geformuleerd: „Inleiding: 1. Definities Voor deze bijlage gelden de volgende definities: 1.1 gevaarlijke stof: een stof die is ingedeeld als gevaarlijk omdat deze voldoet aan de criteria van de delen 2 tot en met 5 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1); 1.2 zwaar metaal: elke verbinding van antimoon, arseen, cadmium, chroom (VI), koper, lood, kwik, nikkel, seleen, telluur, thallium of tin, alsook deze metalen in metallische vorm, voor zover de verbinding of de stof als gevaarlijke stof is ingedeeld overeenkomstig punt 1.1; 1.3 polychloorbifenylen en polychloorterfenylen (pcb's): pcb's zoals omschreven in artikel 2, onder a), van Richtlijn 96/59/EG van de Raad van 16 september 1996 betreffende de verwijdering van polychloorbifenylen en polychloorterfenylen (PB L 243 van 16.9.1996, blz. 31); 1.4 overgangsmetalen: elke verbinding van scandium, vanadium, mangaan, kobalt, koper, yttrium, niobium, hafnium, wolfraam, titaan, chroom, ijzer, nikkel, zink, zirkonium, molybdeen of tantaal, alsook deze metalen in metallische vorm, voor zover de verbinding of de stof als gevaarlijke stof is ingedeeld overeenkomstig punt 1.1; 1.5 stabilisatie: processen waardoor de gevaarskenmerken van de bestanddelen van het afval veranderen en gevaarlijk afval in ongevaarlijk afval wordt omgezet; 1.6 verharding: processen waardoor onder invloed van additieven alleen de fysische toestand van het afval verandert, zonder dat de chemische eigenschappen van het afval veranderen; 1.7 gedeeltelijk gestabiliseerd afval: afval dat na het stabilisatieproces gevaarlijke bestanddelen bevat die niet volledig in ongevaarlijke bestanddelen zijn omgezet en op korte, middellange of lange termijn in het milieu terecht kunnen komen; -4 2. Beoordeling en classificatie 2.1 Beoordeling van de gevaarlijke eigenschappen van afval Voor de beoordeling van de gevaarlijke eigenschappen van afval zijn de criteria van bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG van toepassing. Voor de beoordeling van de gevaarlijke eigenschappen HP 4, HP 6 en HP 8 zijn de ondergrenzen van bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG van toepassing. Wanneer afval van een stof minder bevat dan de ondergrens, wordt die niet opgenomen in de berekening van een drempelwaarde. Wanneer een gevaarlijke eigenschap van afval is beoordeeld door middel van een test overeenkomstig punt 2.2.2 en aan de hand van de concentraties van gevaarlijke stoffen van bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG, hebben de resultaten van de test overeenkomstig punt 2.2.2 voorrang. 2.2 Indeling als gevaarlijk afval Voor de indeling van afval als gevaarlijke of niet-gevaarlijke afvalsoorten geldt het volgende: 2.2.1 Afval wordt als gevaarlijk ingedeeld, indien het gevaarlijke stoffen bevat waardoor het afval 1 of meer van de gevaarlijke eigenschappen HP 1 tot en met HP 8 of HP 10 tot en met HP 15 van bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG bezit. Het bestaan van de gevaarlijke eigenschap HP 9 wordt aangenomen bij afvalstoffen met gevaarlijke verwekkers overeenkomstig § 17 van de infectiebeschermingswet van 20 juli 200 (BGBl. I, blz. 1045), laatstelijk gewijzigd bij artikel 2, lid 36 en artikel 4, lid 21, van de wet van 7 augustus 2013 (BGBl. I, blz. 3154), evenals bij afvalstoffen met verwekkers (besmettelijke stoffen) van dierenziekten die worden vermeld in de verordening betreffende tot aangifte verplichte epidemieën onder dieren in de versie van de bekendmaking van 19 juli 2011 (BGBl. I, blz. 1404), laatstelijk gewijzigd bij artikel 6 van de verordening van 29 december 2014 (BGBl. I, blz. 2481), of de bijlage bij § 1 van de verordening betreffende tot aangifte verplichte dierenziekten in de versie van de bekendmaking van 11 februari 2011 (BGBl. I, blz. 252), laatstelijk gewijzigd bij artikel 5 van de verordening van 17 april 2014 (BGBl. I, blz. 388). 2.2.2 Een gevaarlijke eigenschap kan worden beoordeeld aan de hand van de concentratie van stoffen in het afval, zoals bedoeld in bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG of, tenzij in Verordening (EG) nr. 1272/2008 anders is bepaald, door overeenkomstig Verordening (EG) nr. 440/2008 van de Raad van 30 mei 2008 houdende vaststelling van testmethoden uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (PB L 142 van 31.5.2008, blz. 1) of andere internationaal erkende testmethoden en richtsnoeren een test uit te voeren, rekening houdend met artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1272/2008 met betrekking tot proeven op dieren en mensen. 2.2.3 Afval waarbij minstens een van de in bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 850/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende -5 persistente organische verontreinigende stoffen en tot wijziging van Richtlijn 79/117/EEG (PB L 158 van 30.4.2004, blz. 7), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 1342/2014 van 17 december 2014 (PB L 363 van 18.12.2014, blz. 67), in de telkens geldende versie, vermelde concentratiegrenswaarden voor persistente verontreinigende stoffen is bereikt of overschreden, wordt als gevaarlijk afval ingedeeld. 2.2.4 De concentratiegrenswaarden van bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG gelden enkel voor zuivere metaallegeringen in massieve vorm indien deze met schadelijke stoffen verontreinigd zijn. 2.2.5 De volgende noten van bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 kunnen, indien van toepassing, in aanmerking worden genomen bij het vaststellen van de gevaarlijke eigenschappen van afvalstoffen: 2.2.5.1 Verordening (EG) nr. 1272/2008, bijlage VI, de in 1.1.3.1 vermelde noten betreffende de identificatie, indeling en etikettering van afvalstoffen: Noten B, D, F, J, L, M, P, Q, R en U, 2.2.5.2 Verordening (EG) nr. 1272/2008, bijlage VI, de in 1.1.3.2 vermelde noten betreffende de indeling en etikettering van afvalstoffen: Noten 1, 2, 3 en 5. 2.2.6 Nadat de gevaarlijke eigenschappen van een afvalstof volgens voornoemde methodestappen zijn beoordeeld, wordt aan het afval een passend codenummer uit de lijst van gevaarlijke of niet-gevaarlijke afvalstoffen toegekend. 2.2.7 De indeling overeenkomstig HP 4 en HP 8 gaat gepaard met een indicatief effect met pH-waarde ≤ 2 of pH-waarde ≥ 11,5. 3. LIJST VAN AFVALSTOFFEN De verschillende afvalsoorten in deze lijst van afvalstoffen worden volledig gedefinieerd door de tweecijferige hoofdstukken, de viercijferige groepen, de zescijferige afvalcode en de afvalomschrijving. Het is niet omdat een stof of voorwerp op de lijst van afvalstoffen staat, dat deze stof of dit voorwerp in alle omstandigheden afval is. Stoffen of voorwerpen zijn enkel afvalstoffen indien zij vallen onder de definitie van § 3, lid 1 van de kringloopeconomiewet. Een afvalstof moet overeenkomstig de systematiek van de lijst van afvalstoffen overeenkomstig de volgende vier stappen worden ingedeeld bij een afvalsoort: 3.1 Bepaling van de afvalsoort op basis van de herkomst op in de hoofdstukken 01 tot en met 12 of 17 tot en met 20 en van de bijbehorende afvalcode van zes cijfers (exclusief de codes in deze hoofdstukken die op 99 eindigen). Afvalstoffen van een specifieke installatie kunnen afhankelijk van de herkomst overeenkomstig de activiteiten onder verschillende hoofdstukken vallen. Zo zijn de afvalstoffen van een autofabriek afhankelijk van de processtap te vinden in hoofdstuk 12 (afval van de machinale bewerking en oppervlaktebehandeling van metalen), hoofdstuk 11 (anorganisch metaalhoudend afval van de behandeling en coating van metalen) en hoofdstuk 08 (afval van het gebruik van coatings). -6 - b) 3.2 Als er in de hoofdstukken 01 tot en met 12 of 17 tot en met 20 geen geschikte afvalcode kan worden gevonden, moet er in de hoofdstukken 13, 14 en 15 worden gezocht om de code van de afvalstof te bepalen. 3.3 Als geen van deze afvalsoorten van toepassing is, moet de bepaling van de afvalcode aan de hand van hoofdstuk 16 gebeuren. 3.4 Als de afvalstof ook niet in hoofdstuk 16 onder te brengen is, moet de afvalsoort waarvan de afvalcode eindigt op de cijfers 99 (niet elders genoemd afval) worden gebruikt in het deel van de lijst van afvalstoffen dat overeenkomt met de bij de eerste stap bepaalde activiteit.” De inhoudsopgave wordt als volgt geformuleerd: „Indeling hoofdstukken van de lijst van afvalstoffen 01 Afval van exploratie, mijnbouw, exploitatie van steengroeven en de fysische en chemische bewerking van mineralen 02 Afval van landbouw, tuinbouw, aquacultuur, bosbouw, jacht en visserij en de voedselbereiding en -verwerking 03 Afval van de houtverwerking en de productie van panelen en meubelen alsmede pulp, papier en karton 04 Afval van de leer-, bont- en textielindustrie 05 Afval van petroleumraffinage, aardgaszuivering en de pyrolytische behandeling van kool 06 Afval van anorganische chemische processen 07 Afval van organische chemische processen 08 Afval van bereiding, formulering, levering en gebruik van coatings (verf, lak en email), lijm, kit en drukinkt 09 Afval van de fotografische industrie 10 Afval van thermische processen 11 Afval van de chemische oppervlaktebehandeling en coating van metalen en andere materialen; non-ferrohydrometallurgie 12 Afval van de machinale bewerking en de fysische en mechanische oppervlaktebehandeling van metalen en kunststoffen 13 Olieafval en afval van vloeibare brandstoffen (exclusief spijsolie en olieafval die vallen onder hoofdstukken 05, 12 of 19) -7 - c) 14 Afval van organische oplosmiddelen, koelmiddelen en drijfgassen (exclusief afval dat valt onder hoofdstukken 07 of 08) 15 Verpakkingsafval, absorbentia, poetsdoeken, filtermateriaal en beschermende kleding (niet elders genoemd) 16 Niet elders in de lijst genoemd afval 17 Bouw- en sloopafval (inclusief afgegraven grond van verontreinigde locaties) 18 Afval van de gezondheidszorg bij mens of dier en/of verwant onderzoek (exclusief keuken- en restaurantafval dat niet rechtstreeks van de gezondheidszorg afkomstig is) 19 Afval van installaties voor afvalbeheer, offsite waterzuiveringsinstallaties en de bereiding van voor menselijke consumptie bestemd water en water voor industrieel gebruik 20 Stedelijk afval (huishoudelijk afval en soortgelijk bedrijfsafval, industrieel afval en afval van instellingen) inclusief gescheiden ingezamelde fracties”. Het codenummer voor de afvalcode 01 03 09 wordt vervangen door het volgende codenummer: „01 03 09 niet onder 01 03 10 vallend rood slib van de aluminiumproductie 01 03 10* niet onder 01 03 07 vallend rood slib van de aluminiumproductie dat gevaarlijke stoffen bevat”. d) In het codenummer voor de afvalgroep 06 08 worden de woorden „silicium en siliciumderivaten” (Silizium und Siliziumverbindungen) vervangen door de woorden „silicium en siliciumderivaten” (Silicium und Siliciumverbindungen) (vervanging enkel relevant in het Duits). e) Het codenummer voor de afvalcode 06 08 02 wordt als volgt geformuleerd: „06 08 02* afval dat gevaarlijke chloorsilanen bevat”. f) Het codenummer voor de afvalgroep 06 09 wordt als volgt geformuleerd: „06 09 afval van BFLG van fosforverbindingen en chemische processen met fosfor”. g) Aan het codenummer voor de afvalcode 06 09 03* worden de woorden „of daarmee is verontreinigd” toegevoegd. h) In het codenummer voor de afvalgroep 06 10 wordt na het woord „stikstofverbindingen” een komma ingevoegd. i) In het codenummer voor de afvalgroep 06 13 worden de woorden „anorganische chemische” vervangen door de woorden „anorganisch-chemische”. j) Het codenummer voor de afvalcode 07 02 16* wordt als volgt geformuleerd: -8 „07 02 16* afval dat gevaarlijke siliconen bevat”. k) In het codenummer voor hoofdstuk 08 worden na het woord „van” de woorden „bereiding, formulering, levering en gebruik” ingevoegd en wordt het woord „BFLG” vervangen door het woord „(BFLG)”. l) In het codenummer voor de afvalcode 08 01 13* en voor de afvalcode 08 01 14 worden de woorden „slib van verf of lak” vervangen door de woorden „slib van verf en lak”. m) In het codenummer voor de afvalcode 10 02 08 wordt het woord „vast” ingevoegd voor het woord „afval”. n) In het codenummer voor de afvalcode 10 03 18 wordt het woord „koolstoffenhoudend” vervangen door het woord „koolstofhoudend”. o) In het codenummer voor de afvalcode 10 03 22 wordt het woord „andere” ingevoegd voor het woord „deeltjes”. p) Het codenummer voor de afvalcode 10 08 13 wordt als volgt geformuleerd: „10 08 13 niet onder 10 08 12 vallend koolstofhoudend afval van de anodefabricage”. q) In het codenummer voor de afvalcode 10 09 12 en voor de afvalcode 10 10 12 wordt telkens het woord „andere” ingevoegd voor het woord „deeltjes”. r) In het codenummer voor de afvalcode 10 11 11* wordt het woord „elektronenstraalbuizen” vervangen door het woord „kathodestraalbuizen”. s) In het codenummer voor het hoofdstuk 11 wordt het woord „non-ferrohydrometallurgie” (Nichteisen-Hydrometallurgie) vervangen door het woord „non-ferrohydrometallurgie” (Nichteisenhydrometallurgie) (vervanging enkel relevant in het Duits). t) In het codenummer voor de afvalcode 12 01 02 wordt het woord „-delen” vervangen door het woord „-deeltjes”. u) Het codenummer voor hoofdstuk 13 wordt als volgt geformuleerd: „13 OLIEAFVAL EN AFVAL VAN VLOEIBARE BRANDSTOFFEN (EXCLUSIEF SPIJSOLIE EN OLIEAFVAL DIE VALLEN ONDER HOOFDSTUKKEN 05, 12 OF 19)”; v) In het codenummer voor de afvalcode 13 01 01* wordt de voetnoot bij het woord „pcb” geschrapt. w) Het codenummer voor hoofdstuk 14 wordt als volgt geformuleerd: „14 AFVAL VAN ORGANISCHE OPLOSMIDDELEN; KOELMIDDELEN EN DRIJFGASSEN (EXCLUSIEF AFVAL DAT VALT ONDER HOOFDSTUKKEN 07 OF 08)”. x) Het codenummer voor de afvalcode 14 06 01* wordt als volgt geformuleerd: „14 06 01* chloorfluorkoolstoffen, hcfk's, hfk's”. -9 y) In het codenummer voor de afvalcode 16 01 08* en voor de afvalcode 16 01 09* wordt het woord „bestanddelen” telkens vervangen door het woord „onderdelen”. z) Het codenummer voor de afvalgroep 16 02 wordt als volgt geformuleerd: „16 02 Elektrische en elektronische apparatuur en hun onderdelen”. za) Het codenummer voor de afvalcode 16 02 11* wordt als volgt geformuleerd: „16 02 11* afgedankte apparatuur die chloorfluorkoolstoffen, hcfk's en/of hfk's bevat”. zb) In het codenummer voor afvalcode 16 02 13* en de voetnoot bij de woorden „gevaarlijke onderdelen”, alsook in de codenummers voor de afvalcodes 16 02 15* en 16 02 16 wordt het woord „bestanddelen” telkens vervangen door het woord „onderdelen”. zc) Na het codenummer voor de afvalcode 16 03 06 wordt volgend codenummer ingevoegd voor afvalcode 16 03 07*: „16 03 07* metallisch kwik”. zd) In afvalcode 16 04 01* wordt het woord „munitie” vervangen door het woord „afvalmunitie”. ze) In het codenummer voor de afvalcode 16 08 02* wordt de voetnoot bij het woord „overgangsmetalen” geschrapt. zf) In het codenummer voor de afvalcode 16 11 04 wordt het woord „overig” ingevoegd voor het woord „(niet onder 16 11 03 vallend) ovenpuin”. zg) In het codenummer voor de afvalcode 17 01 03 worden de komma en het woord „stenen” geschrapt. zh) In het codenummer voor de groep 19 03 wordt de voetnoot bij het woord „afval” geschrapt. zi) In het codenummer voor de afvalcode 19 03 04* worden de woorden „, niet onder 19 03 08 vallend” toegevoegd en de voetnoot bij het woord „gestabiliseerd” geschrapt. zj) Na het codenummer voor de afvalcode 19 03 07 wordt volgend codenummer ingevoegd voor afvalcode 19 03 08*: „19 03 08* gedeeltelijk gestabiliseerd kwik”. zk) Het codenummer voor de afvalcode 19 08 13* wordt als volgt geformuleerd: „19 08 13* slib van andere behandelingen van industrieel afvalwater dat gevaarlijke stoffen bevat”. - 10 - Artikel 2 Wijziging van de verordening betreffende de vuilstortplaats De verordening betreffende de vuilstortplaats van 27 april 2009 (BGBl. I, blz. 900), laatstelijk gewijzigd bij artikel 7 van de verordening van 2 mei 2013 (BGBl. I, blz. 973) wordt als volgt gewijzigd: 1. § 7, lid 1, punt 2, wordt als volgt geformuleerd: „2. Afvalstoffen die overeenkomstig bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen (PB L 312 van 22.11.2008, blz. 3; PB L 127 van 26.5.2009, blz. 24) die is gewijzigd door Verordening (EU) nr. 1357/2014 (PB L 365 van 19.12.2014, blz. 89) worden ingedeeld als explosief, brandversnellend, ontvlambaar of bijtend.”. 2. In bijlage 1, nummer 2.1.1, volzin 3, punt 13, wordt „oktober 2009” vervangen door „augustus 2015”. Artikel 3 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking. De Bondsraad heeft toestemming verleend. Berlijn, [datum]