(Hoe) houden organisaties zich bezig met duurzame inzetbaarheid? Uitkomsten onderzoek Uitkomsten enquête duurzame inzetbaarheid Datum: november 2012 Samensteller: Nicole Plugge, onderzoeker Business development, marketing en communicatie E-mail: [email protected] AWVN 2012 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder de voorafgaande toestemming van de Werkgeversvereniging AWVN. AWVN heeft aan deze uitgave de grootst mogelijke zorg besteed. AWVN aanvaardt echter geen enkele aansprakelijkheid voor schade die voortvloeit uit eventuele fouten of onjuistheden in deze uitgave. Ook kunnen aan de inhoud van deze uitgave geen rechten worden ontleend. Uitkomsten enquête duurzame inzetbaarheid Inhoud 1. Inleiding ............................................................................................................................................. 2 2. Duurzame inzetbaarheid ................................................................................................................. 2 3. Spreiding deelnemers over BV Nederland ......................................................................................... 3 4. Belang van duurzame inzetbaarheid voor de organisatie .................................................................. 4 5. Wat doen organisaties al aan duurzame inzetbaarheid? ................................................................... 6 6. Stellingen............................................................................................................................................ 8 7. Samenvatting en bevindingen ............................................................................................................. 9 1 Uitkomsten enquête duurzame inzetbaarheid 1. Inleiding Steeds meer organisaties vinden duurzame inzetbaarheid van hun medewerkers belangrijk. Dit zien we onder andere aan het stijgend aantal studieafspraken over dit onderwerp in cao’s. Om een actueel beeld te krijgen van de situatie bij Nederlandse organisaties hebben we AWVN-leden hierover een vragenlijst voorgelegd. Er hebben 78 leden deelgenomen aan het onderzoek. Organisaties van klein (<100 medewerkers) tot zeer groot (>5000 medewerkers) en vanuit verschillende sectoren hebben de enquête ingevuld. In dit rapport staan de belangrijkste uitkomsten van het onderzoek. 2. Duurzame inzetbaarheid Bovenstaand plaatje geeft de visie van AWVN op het realiseren van duurzame inzetbaarheid van medewerkers weer. Het beoogde doel van duurzame inzetbaarheid is gezonde, gemotiveerde en competente medewerkers (rechterdriehoek) die optimaal bijdragen aan een vitale organisatie (linkerdriehoek). Vertrekpunt in deze visie zijn de ondernemingsdoelstellingen. Kenmerkend in onze visie is dat duurzame inzetbaarheid zowel vanuit het organisatie- als het medewerkersperspectief wordt bezien. De manager is hierin een belangrijk schakel. 2 Uitkomsten enquête duurzame inzetbaarheid 3. Spreiding deelnemers over de BV Nederland In totaal hebben 75 ondernemingen en 3 branches deelgenomen aan het onderzoek. Hieronder de verdeling van de deelnemers naar sector en naar omvang. <100 medewerkers 15% 14% 100-250 medewerkers 15% 33% 23% 250-1000 medewerkers 1000-5000 medewerkers Omvang Bij de spreiding van de deelnemers naar grootte van de organisatie is ruim de helft (56%) werkzaam bij een organisatie of branche met tussen de 100 en de 1000 medewerkers. De overige 44% is gelijkmatig verdeeld tussen het aantal kleine en (zeer) grote organisaties. >5000 medewerkers Chemie Voeding & Genot 11% 19% 23% Overige industrie 7% 8% 26% 6% Transport en logistiek Financiële dienstverlening Overige zakelijke dienstverlening Non-profit Verdeling naar sector De meeste sectoren zijn vertegenwoordigd in het onderzoek, hoewel de sectoren voeding en genot, financiële dienstverlening, transport en logistiek en nonprofit gezamenlijk slechts 32% voor hun rekening nemen. Bijna 70% van de respondenten is werkzaam in de overige industrie, overige zakelijke dienstverlening en de chemie. 3 Uitkomsten enquête duurzame inzetbaarheid 4. Belang van duurzame inzetbaarheid voor de organisatie In dit hoofdstuk gaan we in op de problemen die organisaties in de toekomst verwachten omtrent de inzetbaarheid van medewerkers en in hoeverre zij de komende jaren investeren om dit via een beleid over duurzame inzetbaarheid aan te pakken. Problemen in de toekomst rond de inzetbaarheid van medewerkers Welke problemen verwachten organisaties in de toekomst rond duurzame inzetbaarheid van hun medewerkers? Slechts 5% van de respondenten verwacht géén problemen rond de inzetbaarheid van de eigen medewerkers in de toekomst. De 95% die wel problemen voorziet, verwacht die op vrijwel alle vlakken van inzetbaarheid. Verminderde flexibiliteit en arbeidsproductiviteit van medewerkers staan bovenaan, beide rond de 45%. Roosterproblemen, te weinig personeel en medewerkers die onvoldoende inzetbaar zijn op de arbeidsmarkt volgen kort daarop. Ongeveer 40% van de deelnemers verwacht deze problemen in de eigen organisatie. De overige problemen zijn gelijkmatig verdeeld rond de 25%, met uitzondering van de hoge uitstroom van jonge medewerkers die slechts door 14% van de deelnemers de komende jaren wordt verwacht. 100 Geen Vermindering arbeidsproductiviteit Vermindering flexibiliteit 90 80 Minder innovatief gedrag 70 Kwaliteit medewerkers % 60 Motivatie medewerkers 50 40 44 Overdracht werkzaamheden i.v.m. pensioen Stijging ziekteverzuim 45 40 30 38 33 20 24 25 10 27 23 14 5 0 39 Roosterproblemen door vergrijzing Hoge uitstroom jonge medewerkers Medewerkers onvoldoende inzetbaar op arbeidsmarkt Te weinig personeel als gevolg van krappe arbeidsmarkt 4 Uitkomsten enquête duurzame inzetbaarheid Duurzame inzetbaarheid als onderdeel van de ondernemingsagenda 80% van de respondenten geeft aan dat duurzame inzetbaarheid op 20% Ja directieniveau op de agenda staat. Voornaamste reden is dat het in de cao Nee staat. Ook vergrijzing/ontgroening, de 80% verhoogde pensioenleeftijd en de leeftijdsopbouw van medewerkers worden vaak genoemd. 20% geeft aan dat duurzame inzetbaarheid in hun organisatie (nog) niet op directieniveau wordt besproken. Veelal is de reden hiervoor dat duurzame inzetbaarheid bij hen nog in de kinderschoenen staat. Een enkeling geeft aan dat de onderneming vanwege de crisis andere prioriteiten heeft. Komende jaren meer geld besteden aan duurzame inzetbaarheid Ruim de helft van de deelnemers geeft aan volgend jaar meer aan duurzame inzetbaarheid te besteden dan afgelopen jaar. De komende 5 jaar trekt zelfs 74% een hoger bedrag uit. 15% laat het budget ongewijzigd. Deze organisaties geven aan al een budget beschikbaar te stellen voor duurzame inzetbaarheid. De redenen om niet meer geld vrij te maken (crisis, niet voldoende budget en niet voldoende belang) zijn ongeveer gelijkmatig verdeeld, zonder grote uitschieters. Tot en met 2017 2013 15% 15% 52% 9% 5% 3% 14% 4% 74% 9% Ja Ja Nee, we hechten op dit moment niet voldoende belang aan duurzame inzetbaarheid Nee, we kunnen niet voldoende budget vrijmaken Nee, we hechten op dit moment niet voldoende belang aan duurzame inzetbaarheid Nee, we kunnen niet voldoende budget vrijmaken Nee, door de crisis hebben we andere prioriteiten Nee, door de crisis hebben we andere prioriteiten Nee, het budget is ongewijzigd Nee, het budget is ongewijzigd 5 Uitkomsten enquête duurzame inzetbaarheid 5. Wat doen organisaties al aan duurzame inzetbaarheid? In dit hoofdstuk gaan we in op de mate waarin en de manieren waarop organisaties zich al bezig houden met duurzame inzetbaarheid en welke problemen ze zien voor de toekomst. Wij zijn daar nog niet mee bezig Wij zijn ons aan het oriënteren 11% 26% 21% 27% 15% Wij hebben met vakbonden/OR studieafspraken gemaakt Wij zijn bezig met een studie of onderzoek hoe we in onze organisatie met dit thema aan de slag kunnen Wij hebben inmiddels beleid en instrumenten voor duurzame inzetbaarheid ingevoerd Op welke manier zijn organisaties op dit moment bezig met het thema duurzame inzetbaarheid? Ruim een kwart van de deelnemers heeft inmiddels duurzaam inzetbaarheidsbeleid. 11% houdt zich nog niet bezig met het onderwerp. De overige 62% zit in verschillende fases van een traject. Welke onderdelen van duurzame inzetbaarheid worden al toegepast? Veel elementen van duurzame inzetbaarheid worden al toegepast door de deelnemers. Vooral gezondheidsbeleid, opleidings- en ontwikkelingsactiviteiten, periodieke gesprekken en aandacht voor motivatie en betrokkenheid scoren hoog. Ongeveer de helft van de respondenten past deze elementen toe die met name gericht zijn op het stimuleren van medewerkers om hun eigen inzetbaarheid te continueren (of te vergroten). Minder organisaties hebben in het kader van duurzame inzetbaarheid het werk anders georganiseerd, de arbeidsvoorwaarden aangepast of roosters en werktijden ingevoerd die bijdragen aan duurzame inzetbaarheid. 100 90 Periodieke gesprekken tussen leidinggevende en medewerker over zijn inzetbaarheid 80 Aandacht motivatie en betrokkenheid 70 Gezondheidsbeleid 60 % 50 40 44 Roosters en werktijden die bijdragen aan duurzame inzetbaarheid 54 51 43 Het werk anders georganiseerd 30 20 28 10 0 26 Opleidings- en ontwikkelingsactiviteiten 18 Arbeidsvoorwaarden die duurzame inzetbaarheid ondersteunen 6 Uitkomsten enquête duurzame inzetbaarheid Wat is voor u een grote uitdaging als het gaat om het realiseren van duurzame inzetbaarheid van medewerkers? Vooral het verantwoordelijkheidsgevoel van medewerkers met betrekking tot hun inzetbaarheid stimuleren, blijkt een grote uitdaging. Maar liefst 88% van de respondenten ziet dat als een grote uitdaging. De medewerking van lijnmanagers volgt op de tweede plaats. De uitdagingen lijken minder te liggen bij het bereiken van commitment van directie en OR of vakbonden. 100 90 88 80 Akkoord directie 70 Medewerking lijnmanagers 60 Verantwoordelijkheidsgevoel van medewerkers 50 48 40 Overeenstemming OR/vakbonden 30 20 10 19 23 27 Budget vrijmaken 0 7 Uitkomsten enquête duurzame inzetbaarheid 6. Stellingen Hieronder volgen de reacties van de deelnemers op de vier stellingen over duurzame inzetbaarheid van medewerkers. Doorwerken tot je 67e is een keuze Nee 49% Ja 51% De werknemer is zelf verantwoordelijk voor zijn gezondheid Oneens 11% Eens 89% De werknemer is zelf verantwoordelijk voor zijn inzetbaarheid Onderbenutting van talent is de schuld van de werkgever Eens 32% Oneens 17% Eens 83% Oneens 68% Uit het bovenstaande kunnen we concluderen dat de respondenten een belangrijke rol zien voor de medewerker zelf in het kader van duurzame inzetbaarheid. 8 Uitkomsten enquête duurzame inzetbaarheid 7. Samenvatting en bevindingen Er hebben 78 leden deelgenomen uit het onderzoek, van verschillende grootte en uit verschillende sectoren. Vrijwel alle respondenten verwachten problemen rond de inzetbaarheid binnen de eigen organisatie. Bij het merendeel staat duurzame inzetbaarheid op de directieagenda en wordt er budget voor uitgetrokken, nu al en/of in de komende vijf jaar. De meerderheid is bezig met een traject tot duurzaam inzetbaarheidsbeleid en een kwart heeft al beleid ontwikkeld. Uit de antwoorden op de stellingen blijkt dat werkgevers duurzame inzetbaarheid vooral de verantwoordelijkheid vinden van de medewerker. Zij vinden dat tevens de grootste uitdaging, de medewerker die zichzelf verantwoordelijk voelt voor zijn eigen inzetbaarheid. Ook de medewerking van de lijnmanager zien ze als grote uitdaging als het gaat om duurzame inzetbaarheid. Dit kan verklaren dat de meeste instrumenten die al toegepast worden, gericht zijn op het stimuleren van medewerkers om hun eigen inzetbaarheid te continueren of te vergroten. Andere instrumenten als het organiseren van het werk, de arbeidsvoorwaarden en de roosters en werktijden worden (nog) veel minder toegepast. 9 Uitkomsten enquête duurzame inzetbaarheid