Samen bouwen aan jouw duurzame toekomst! Beste onderhandelingsdelegaties van FNV Bondgenoten, De Unie, VCPS, CMHF, CNV Publieke Diensten en DOOR, Ons pensioenstelsel staat door uiteenlopende maatschappelijke trends onder druk. Ook zal de toenemende digitalisering en automatisering invloed hebben op het pensioenlandschap. De druk op de uitvoeringskosten, die voor ons nu al voelbaar is, zal groter worden. Deze drie trends hebben een paar overeenkomsten: we kennen de exacte einduitkomst nog niet, maar dat deze ontwikkelingen diepgaande impact op APG hebben, is een zekerheid. We worden een bedrijf dat continue in verandering is en dat vraagt om een wendbare organisatie en wendbare medewerkers. Tijdens de vorige cao onderhandelingen is afgesproken dat het sociaal plan onderwerp van gesprek zal zijn tijdens deze cao onderhandelingen; de focus ligt daarbij wat ons betreft op duurzame inzetbaarheid. We hebben een cao en een sociaal plan nodig die ons in staat stellen om die beweging vroegtijdig en samen in gang te zetten. Graag nemen we jullie mee in de veranderingen, de richting die APG in deze veranderende wereld kiest en wat dit betekent voor onze positie als werkgever. Ontwikkelingen in de buitenwereld vragen dat APG en APG-ers wendbaarder worden Grenzen binnen het pensioenstelsel en tussen pensioen en andere financiële zekerheden voor de toekomst zullen vervagen. De deelnemers komen centraler te staan en krijgen meer en beter inzicht in hun persoonlijke situatie en meer vrijheid om keuzes te maken. Dit heeft als gevolg dat onze relatie met deelnemers zal veranderen. Door de (wettelijke) wijzigingen is een vereenvoudiging van het pensioenproduct te verwachten. Dat maakt dat technologie een nog grotere rol gaat spelen. Niet alleen door het verder digitaliseren en automatiseren van producten en processen, maar technologie zal ons ook meer innovatieve oplossingen bieden, bijvoorbeeld op het gebied van beleggen. We zullen in toenemende mate efficiënter moeten werken om de kosten per deelnemer zo laag mogelijk te houden. Onze klanten zien zich de komende jaren geconfronteerd met mogelijk forse kortingen, lagere uitvoeringskosten zijn daarmee een noodzaak. Deze ontwikkelingen waren aanleiding om opnieuw over het fundament van APG na te denken en een nieuwe visie te formuleren die richting geeft en ons helpt bij het maken van keuzes. Ons hoger doel: samen bouwen aan jouw duurzame toekomst. Wanneer wij het over samen hebben, dan bedoelen wij samen met pensioenfondsen, met werkgevers, met (eind)klanten, met mogelijk andere partijen en met elkaar. In deze veranderende wereld kunnen we het niet alleen. We streven ernaar om in 2020 de meeste inkomensjaren tegen een betaalbare inleg voor later te leveren en maken wij mogelijk dat (eind)klanten en werkgevers op elk moment weten wat ze kiezen en overzien wat ze gekozen hebben. Zo bouwen we aan de fundamenten van een duurzame toekomst voor APG, onze medewerkers en onze (eind)klanten. In 2025 willen we de vanzelfsprekende partner zijn voor grip op de financiële toekomst voor werkgevers, werknemers en gepensioneerden. APG blinkt straks uit in intense klantgerichtheid, slimme eenvoud, toonaangevend beleggen en innovatieve kracht. Wendbaarheid is de nieuwe zekerheid Deze ambitieuze doelstellingen en versterking van onze kernkwaliteiten vraagt om wendbaarheid van APG en van APG-ers. De aankomende periode, waarin wij zullen moeten bouwen aan onze veranderkracht, zal dus veel vragen van al onze medewerkers op het gebied van hun mind-set, kennis, (verander)vaardigheden en gedrag. We zullen met elkaar moeten wennen aan de nieuwe realiteit die betekent dat onze stip op de horizon helder is, maar dat we nog niet precies weten hoe de weg ernaar toe eruit ziet, welke obstakels we onderweg tegenkomen en waar we een tussenstop maken en hoe vaak. Maar we beginnen nu al wel. Wendbaarheid is de nieuwe zekerheid. Daarnaast voorzien wij dat door o.a. verdergaande digitalisering en automatisering en vanuit efficiency oogpunt de organisatie qua grootte en samenstelling zal veranderen. De organisatie zal kleiner worden, maar we zullen ook andere kennis, kunde nodig hebben dan nu het geval is. Om in 2020 de meeste inkomensjaren voor later te leveren, moet ons kostenniveau fors omlaag. Aangezien het grootste deel van onze kosten bestaat uit loonkosten, betekent dit wat APG betreft in ieder geval dat we ons loongebouw niet verder willen laten stijgen. Op die manier blijven we ook concurrerend binnen de financiële dienstverlening; APG schaart zich met haar beloningsbeleid nog steeds in de bovenste regionen in de financiële dienstverlening, een sector waarin de werkgelegenheid is afgenomen en die de komende tijd nog onder druk zal staan. Samen bouwen aan jouw duurzame toekomst We staan voor elkaar, dat zit in het DNA van APG. Zorgen voor ouderen die van hun pensioen genieten, voor mensen die bouwen aan hun toekomst en dus ook voor onze medewerkers. Want onze medewerkers zijn de belangrijkste asset van APG. We zien APG als een verzameling van talenten. Een plek waar we het beste uit elkaar halen en medewerkers in staat stellen om hun talenten verder te ontwikkelen, waar we oog hebben voor de diversiteit in onze medewerkerspopulatie en waar we de verschillende behoeften erkennen en waar mogelijk faciliteren. Gezien onze toekomstige uitdagingen geloven wij dat we als werkgever onze medewerkers het beste helpen door te investeren in duurzame inzetbaarheid en zo hun wendbaarheid te vergroten. Daarmee zijn ze klaar voor een toekomst binnen of buiten APG. Daarom zijn er HR instrumenten nodig die medewerkers prikkelen en aanzetten om te investeren in hun eigen duurzame inzetbaarheid en, daar waar sprake is van boventalligheid, van werk naar werk te bewegen. De afgelopen jaren zien we dat de nadruk van duurzame inzetbaarheid vooral heeft gelegen op het Sociaal Plan. Dit heeft in te weinig situaties geleid tot een beweging van werk naar werk, maar van werk naar een beëindigingsvergoeding. Het huidige Sociaal Plan prikkelt en ondersteunt werkgever en werknemers onvoldoende in het bouwen aan duurzame inzetbaarheid omdat het zwaartepunt van onze inzet en financiële investering nu aan de achterzijde ligt, als medewerkers al (potentieel) boventallig zijn. Financiële middelen worden nu vooral ingezet voor de vrijwillige vertrekregeling, de boventalligheidsfase, de beëindigingsvergoeding en de bovenwettelijke WW (BWWW) en komen daarmee ten goede aan een beperkte groep collega’s. Voor de komende jaren zijn onze ambities echt groter en dat is ook noodzakelijk als we willen bouwen aan een duurzame toekomst. Die ambities gaan we niet realiseren met het huidige Sociaal Plan. Echt bouwen aan een duurzame toekomst van alle medewerkers vraagt meer sturing en een andere besteding van deze middelen. Voor elkaar staan betekent dat we als werkgever en werknemers onze eigen verantwoordelijkheid hierin moeten nemen, maar daarbij hebben we een rigoureus andere aanpak nodig. Dat vraagt dus ook van sociale partners een andere mindset. Wat ons betreft draait het niet alleen om het Sociaal Plan, maar moeten we dit in de context zien van andere regelingen en arbeidsvoorwaarden die duurzame inzetbaarheid bevorderen ofwel belemmeren. Het bevorderen van duurzame inzetbaarheid zit voor een groot deel in het bieden van kansen aan medewerkers. Als werkgever zullen we daar meer gelegenheid voor moeten creëren. Enerzijds door het ontwikkelen van de benodigde kennis, vaardigheden en gedrag voor de toekomst. Hierbij valt te denken aan traditionele opleiding & training, maar ook aan stages en werkervaringsplekken binnen en buiten APG en de mogelijkheid tot detachering. In het kader van opleidingen zullen we als APG strakker gaan sturen op het uitnutten van opleidingsbudgetten en minder vrijblijvend investeren. Leidinggevenden zijn een belangrijke succesfactor om medewerkers deze ruimte en kansen te bieden, waarbij ze de uitdaging hebben om ook het ‘gewone werk gedaan te krijgen’. Wij zien het als onze verantwoordelijkheid als werkgever om leidinggevenden daarbij te ondersteunen. Ontwikkelmogelijkheden moeten ook aansluiten bij de behoeften van onze diverse medewerkerspopulatie die leven in het kader van duurzame inzetbaarheid. Maatwerk, door bijvoorbeeld een vrij te besteden budget binnen de Kunst van Werken, is hier een voorbeeld van. Ook zullen we als werkgever kritischer moeten kijken naar de resourcevragen die we hebben en op welke manier we deze invullen, waarbij we ons blijven inzetten op het zo veel mogelijk intern invullen van (tijdelijke) vacatures. Met de veranderingen die op ons afkomen en het verwachte verlies aan arbeidsplaatsen, zetten we vol in op het van werk naar werk bewegen binnen de eigen organisatie. Bij een andere aanpak om medewerkers in een vroeg stadium in beweging te krijgen, hoort ook een andere werkwijze om te komen tot een reorganisatiebesluit, namelijk een vroegtijdige aankondiging i.p.v. een gedetailleerde adviesaanvraag aan de OR. Zo zorgen we ervoor dat een grotere groep medewerkers geprikkeld wordt om zelf in beweging te komen. APG zet in op maximale ondersteuning van deze medewerkers die gefaciliteerd worden door een in te stellen mobiliteitsmanager. Alle inspanningen en investeringen zijn erop gericht om medewerkers in de fase voordat er sprake is van boventalligheid, te bewegen naar werk binnen of buiten APG. Er zal geen sprake meer zijn van individuele toekenning van een budget, maar een totaalbudget. Er wordt samen met de mobiliteitsmanager gekeken voor ieder individu naar welke maatwerkinvesteringen passend zijn. Als we er gezamenlijk uiteindelijk niet in slagen om boventalligheid te voorkomen, zien wij op de langere termijn, als we er met elkaar in geslaagd zijn om de vrijgekomen middelen te investeren aan de voorzijde, de wettelijke transitievergoeding als ontslagvergoeding. Tot slot zien we dat de BWWW-regeling medewerkers onvoldoende stimuleert te werken aan hun duurzame inzetbaarheid. Medewerkers maken vaak meerdere jaren aanspraak op de BWWW, maar deze is in bijna alle gevallen niet toereikend om de periode tot pensioen te overbruggen. Hun kansen op de arbeidsmarkt worden echter vanuit een positie van werkloosheid wel substantieel minder waardoor deze regeling uiteindelijk in veel gevallen geen vangnet is en een tussenstation van werk naar werk, maar een eindstation. Dat is niet verantwoord en niet wat we met elkaar beogen. Daarom willen we in eerste instantie de BWWWregeling afschaffen bij disfunctioneren en onderzoeken hoe we medewerkers die op dit moment in de BWWW zitten of daar op korte termijn in terecht gaan komen, beter kunnen ondersteunen en de huidige regeling beter als vangnet kunnen later werken. Op langere termijn werken we graag toe naar de afbouw van BWWW, waarbij we de vrijgekomen middelen zullen investeren in het bevorderen van duurzame inzetbaarheid en wendbaarheid. Tot slot Bij de veranderingen die op ons afkomen, gaan wij graag samen met de vakbonden en onze medewerkers op zoek naar manieren om de duurzame inzetbaarheid zoveel mogelijk te bevorderen. We realiseren ons dat onze inzet ambitieus en rigoureus is, maar wat ons betreft zijn dit noodzakelijke stappen op weg naar een wendbaar APG en waar we werkzekerheid bieden voor onze medewerkers. We kijken ernaar uit om met die doelstelling met de vakbonden de onderhandelingen in te gaan. Met vriendelijke groet, Marloes Sengers Groep Human Resources APG Groep