Zijn de dagen van de media geteld?

advertisement
Zijn de dagen van de media geteld?
Ook het Vlaamse publiek wordt stilaan media-zat en zoekt meer autonomie, meer eigen
wegen naar informatie en ontspanning. Het web wenkt. Zenders én providers kunnen,
ondanks strategische schaduwgevechten en min of meer creatieve pogingen om de
eigen marktposities veilig te stellen, niet om het feit heen: het post-mediatijdperk nadert
met rasse schreden.
Doet u het ook, uitgesteld kijken en reclame doorzappen? Dat mag niet van Christian
Van Thillo, topman van het Belgisch-Nederlandse mediabedrijf De Persgroep, en o.m.
mede-eigenaar van VTM en 2BE. Het doorspoelen van reclameblokken zou namelijk de
kijkdichtheid van die blokken schaden en dus de daarmee verbonden inkomsten die dan
weer programma’s (‘content’) financieren. There is no such thing as a free lunch, alles
kost geld.
Dat is zeker een economische waarheid als een koe, en sindsdien wordt met alle
mogelijke middelen getracht om dat ‘zapkijken’ te beteugelen. Tevergeefs: al wie nog
niet ei-zo-na hersendood is, heeft lak aan die reclameblokken en zal creatieve middeltjes
blijven verzinnen om ze niet te moeten ondergaan. In een krant heb je ook de vrijheid
om de publiciteit te bestuderen of niet. Met veel overgave en huisvlijt scheid ik, bij het
begin van het weekend, de zinnige krantenbijlagen van de pulp. Ook al vallen ze als één
pakket mijn brievenbus binnen.
Newton versus Einstein
Zakenlui als mijnheer Van Thillo begrijpen wellicht niet dat het om veel meer gaat dan
een discussie over doorspoelen. De tijd dat de televisie ons kon vertellen hoe en
wanneer we wat mogen doen, is namelijk voorbij. De kwestie zit hem al in het simpele
feit van de programmering zelf: wil ik nu naar het nieuws kijken, die serie volgen, die
documentaire meepikken? Maar neen, de uurtabellen van VRT, VTM, Vier en
aanverwanten zullen me worst wezen, ik neem het op en bekijk het wanneer ik er zin in
heb. Zappen en doorspoelen (of terugspoelen) inbegrepen.
Dit verdwijnen van het zogenaamd ‘lineair kijken’ en de loskoppeling van het
zendschema is een cultuurfilosofische kwestie: de postmoderne burger/mediaconsument
volgt geen ‘grote klok’ meer maar organiseert zijn eigen tijd. Sinds Newton zijn model
van het heelal ontwierp, zag men de tijd als één homogene tijd, lopend volgens één
uurwerk waarop alles synchroon draaide. De klassieke zender volgde die totalitaire
logica. Halfacht? Quiz! Acht uur? TV-journaal! Negen uur? Film! Elf uur? Kortnieuws,
weerbericht, en dan het bed in!
Zo’n kadaverdiscipline lukt misschien nog in Noord-Korea, maar elders wil men
minstens de vrije tijd privatiseren en zelf uitmaken wat en wanneer. Zelfs de arbeid
wordt in toenemende mate ‘glijdend’ georganiseerd, niet-lineair, wat het fileprobleem
alleen maar kan verkleinen. De media leven eigenlijk nog in dat newtoniaans universum,
terwijl de kijker al lang vertoeft in dat van Einstein en de kwantummechanica.
En het Huis van Vertrouwen?
Termen uit televisieland doen vandaag prehistorisch aan. Er is de omroep (van in de tijd
toen de belleman het nieuws van de dag op straat ‘omriep’), er zijn de zenders (die de
goede boodschap ‘uitzenden’ via reusachtige antennes, de VRT-toren is er een
overblijfsel van), en er is dus tele-visie, van de tijd toen de dieren nog spraken en
afstand nog iets betekende.
De chronische discussie in Vlaanderen rond zin en onzin van de ‘openbare omroep’ is al
evenzeer archaïsch. Want openbaar of niet, elk medium wordt in snel tempo
onherroepelijk door het www. Geabsorbeerd, om een webstek te zijn tussen de
miljoenen andere. Neem nu de redactie.be, het platform van de VRT-nieuwsdienst.
Uitstekend gedocumenteerd, goede opmaak, druk bezocht. In feite vervangt het
gaandeweg de uitzendingen zelf, er zal snel een moment komen dat de webstek meer
bezoekers genereert dan het journaal kijkers. Maar dat betekent ook dat die webstek,
hoe kwalitatief ook, opgenomen wordt in de horizontale architectuur van het internet,
tussen uw en mijn blog dus. Ze wordt een nieuwssite onder de nieuwssites. Elke blogger
met een videozone is overigens de facto een internetzender, en ik ken wel 200 Vlaamse
bloggers die meer te vertellen hebben dan het vaste kransje ‘opiniemakers’ dat de
kolommen van dag- en weekbladpers bevolkt.
De bestaande ‘openbare omroep’ zal zijn rol moeten spelen binnen deze blogosfeer en er
ook mee in interactie treden. Dat is democratisch een goede zaak: elke burger/blogger
wordt gelinkt aan VL3.0, zoals ik de publieke omroep zou herdopen. De nieuwe
democratie zal digitaal zijn, of ze zal niet zijn. Uiteraard mag dat publiek nieuwsplatform
best wat geld kosten, want reportages maak je niet gratis, maar heel de journalistieke
bureaucratie mag dan wel opstappen, samen met de steeds weerkerende vraag naar de
politieke signatuur ervan (de VRT als ‘rode burcht’, die nu naar zwartgeel zou
opschuiven).
En neen, we hebben dan geen mediaminister meer nodig, minder werk voor Sven Gatz.
Wel mag een Europese regulator/ombudsman de echte grote mannen, Google, Facebook
en aanverwanten, in het oog houden en zo nodig op het matje roepen. Meer moet dat
niet zijn.
Creatieve autonomie
En dan is er Netflix, het uit de VS overgewaaide streamingbedrijf dat vanaf vandaag ook
in Vlaanderen via het internet films en series aanbiedt die u om het even wanneer kan
bekijken, mits een abonnement uiteraard. Daarop wou Telenet inspelen met zijn eigen
serie-op-aanvraag. Doemscenario’s rond zombificatie duiken op: men zou verslaafd
geraken en alle 15 afleveringen van een serie achter elkaar willen bekijken.
Eerlijk gezegd denk ik dat dit nogal zal meevallen. Men onderschat het feit dat mensen
ook wel graag zelf de hand aan de camera (nu meestal het mobieltje) willen slaan.
Tieners kijken nog nauwelijks naar geprefabriceerd materiaal, niet op televisie, maar
eigenlijk ook nauwelijks via het web. Het youtube-kanaal is hun medium, de schier
oneindige internetvideotheek waar iedereen alles kan uploaden en downloaden. Dat kan
tot vervlakking leiden en jawel, extreem geweld en porno zijn binnen handbereik, maar
het levert ook nieuwe, creatieve autonomie op.
Zopas het eerste filmpje van mijn 11-jarige zoon gezien. Met een onooglijk
amateurcameraatje gedraaid, iets over nachtdieren in de tuin. Het staat op youtube voor
de vrienden, maar speciaal voor zijn prehistorische ouders liet hij het ook eens afspelen
op het TV-scherm, met een paar extra kabels. Opeens besefte ik dat Sir David Frederick
Attenborough mocht inpakken. Zijn natuurdocumentaires zijn technisch veel beter, maar
dit was huisgemaakt en gaat een eigen leven leiden binnen een alternatief netwerk, tot
het, wie weet, via de fameuze ‘six degrees of separation’ ook VL3.0 binnensluipt.
Iedereen cineast, scenarist, producer. Digitaal uitgeven mag best een vak op school
worden. Media zijn, zoals het woord het zegt, doorgeefmiddelen, en die hebben we niet
meer nodig.
Ik weet niet wat de zogenaamde audiovisuele sector daar tegenover nog kan plaatsen,
maar ik heb het gevoel dat dit zelfs kan leiden tot een nuttige ont-mediatisering en de
terugkeer naar een eigen, ‘biologische klok’. Want die hebben we toch ook nog allemaal.
Op wereldschaal zes miljard klokken, zes miljard stemmen. Het post-media-tijdperk
komt eraan, ook in Vlaanderen. Waar uitgesteld kijken toe kan leiden.
Foto © Netflix.com
Download