de kleine landen problematiek

Examenvragen Mediabeleid
Open vragen:
- De anti merger/concentratie reguleringen van de EU. Is er nog plaats voor beleid daar rond.
Voorbeelden geven.
De Europese wet- en regelgeving op gebied van media werkt volgens het subsidiariteitsprincipe. Dit
houdt in dat de reglementeringen op nationaal niveau zijn vastgelegd. Er is dus zeker nog plaats voor
een supranationaal Europees beleid met betrekking tot deze reguleringen. De beslissingen gebeuren
dus nationaal, maar als de markt wordt verstoord grijpt de EC in want die heeft exclusieve rechten
met betrekking tot fusies.
Er is ook interventie van de EC en dat op 3 niveaus:
1. Direct opleggen competitieregulering (Verdrag: Monopoliemisbruik)
2. Merger Regulation
3. Green Paper
VB: . weigeringen fusies van HMG (RTL, Veronica, Endemol in 1995); Bertelsmann, Kirch, Première in
1997
toelatingen fusies van Warner/AOL in 2000; Vivendi/Canal Plus/Seagram in 2000
- Canada: MAPL en CANCON. Gemeenschappelijke doelstellingen en geografisch schetsen.
CanCon staat voluit voor Canadian Content: Een quota die streeft naar 60% Canadese inhoud bij
televisiekanalen en dit om de ‘Americanization’ tegen te gaan. CanCon staat dus mee in voor het
behoud van het huidige Canadese TV-landschap.
MAPL: Music, Artists, Performance & Lyrics. Dit systeem werd gemaakt om er voor te zorgen dat de
Canadese bevolking wordt blootgesteld aan Canadese muziek. Het is dus eigenlijk een
reglementering die de promotie van Canadese muziek in Canada als doel heeft.
Geografisch is het zo dat vooral het Westen van Canada (het Engelse deel) last heeft van de enorme
Amerikaanse invloeden. Het Oosten, waar ook Québec ligt, kent vooral Franse invloeden ter
bevestiging van hun cultuur, daar waar het Westen van Canada vooral het VS-gevaar voelt..
- iPad. Innovaties en invloeden voor de pers
De iPad is een duidelijk voorbeeld van de opkomst van de nieuwe media. De pers zal hierop moeten
inspelen want men kan zich niet riskeren om een deel van de doelgroep kwijt te spelen wanneer de
iPad ook daadwerkelijk een groot succes wordt. Men is dus verplicht om als persbedrijf de online
nieuwsdiensten en zo verder ook via iPad aan te bieden. Het gefragmenteerde mediagebruik zorgt er
dus voor dat bedrijven de klant op almaar meer manieren kunnen bereiken, hetgeen niet
noodzakelijk voor meer opbrengsten zorgt want vooral nieuws via de nieuwe media leveren amper
nog abonnementsgeld van klanten op aangezien nieuws ook gratis te vinden is.
- PVT. Welke 2 landen staan aan de basis en is dit ook haalbaar voor kleine landen.
PVT= Public Value Test.
PVT werd gebruikt in Verenigd Koninkrijk en is een evaluatietool voor TV-programma’s. (gebruikt
door OfCom= Office of Communications)
Vermoedelijk is dit niet echt haalbaar voor kleine landen omdat het een bijkomende kost is. Ook is
het zo dat men er in kleine landen meer op moet rekenen dat het geleverde werk door
productiehuizen goed genoeg is om uit te zenden. Men heeft geen geld voor 2de , verbeterde
producties aangezien de budgetten beperkt zijn.
- politiek-... paradox (de journalisten onder druk)
politiek-publiciteitscomplex: politiekers hebben net als journalisten de wens om te scoren bij het
grote publiek. Er zijn dan ook een groot aantal voorlichters en communicatiespecialisten.
- de kleine landen problematiek
Kleine landen of regio's gaan gebukt onder de invloed van content uit andere grote landen.
bv. Wallonië - Frankrijk, Canada – VS. In kleine landen zijn de budgetten immers beperkter.
-Factor conditions: beperkte productiecapaciteit en rendabiliteit, men is afhankelijk van grote landen.
-Demand conditions: men is afhankelijk van de vraag die vrij klein is in kleine landen.
-Beperkte aanverwante en ondersteunende sector
-Overheid: Scholing en infrastructuur voorzien naast fiscale interventies.
- Nederlandse omroep wilt terug naar de kerntaken keren en internetgebruik voor omroep
indammen
In Nederland gaat het online aanbod van de publieke omroepen veel verder dan in België. Aangezien
dit veel geld kost wil men terug investeren in diversiteit, kwaliteit door het maken van programma’s
met nadruk op informatie, educatie, cultuur en entertainment.
- Leg uit, leg visie EC over publieke omroepen uit en leg je mening uit dat de nederlandse omroep
best doet met internet.
DE EC is van mening dat publieke omroepen bijdragen tot de creatie van de publieke sfeer. Europa
bestaat uit een lappendeken van verschillende culturen en talen en nationale publieke omroepen
zorgen voor het behoud van cultuur en eigenheid binnen de verschillende regio’s. De opkomst van
commerciële TV, die minder rekening houdt met het in stand houden van de eigen cultuur, zorgt
voor een veramerikanisering van de samenleving.
- media convergentie leg uit en wat doet de EC daar tegen
Mediaconvergentie betekent dat men een alsmaar uniformere markt krijgt binnen de media. De
verschillende partners groeien naar elkaar toe en brengen telkens weer op dezelfde manier
gelijkaardige programma’s. Er is convergentie door fusies en samenwerkingsverbanden. Ook is er
convergentie tussen telecommunicatie en ICT, men gaat samen nieuwe producten en audiovisuele
diensten aanbieden.
- fictie uit VS groot succes leg uit en wat doet de Eu hier tegen, is deze interventie gelukt?
Mede door het feit dat de VS nooit een grote publieke omroep kende, is er door de vraag van de
commerciële zenders een groot aanbod aan fictie gemaakt in de VS. Deze fictie is cultureel neutraal,
zodat hij in zeer veel landen kan worden uitgezonden zonder dat er problemen ontstaan. Ook de
Engelse taal heeft mee voor het grote succes van Amerikaanse fictie gezorgd.
De EU trachtte om de hoeveelheid fictie uit de VS terug te dringen door middel van bepaalde
wetgevingen. Zo is er een artikel 6 dat het begrip ‘Europese inhoud’ definieert. Het gaat hierbij om
werk uit de lidstaten afkomstig, of gemaakt met auteurs/ werknemers uit de lidstaten. Nationaal
bestaat er dan een regelgeving die het % Europese/ nationale content definieert.
- Quota reglementering tussen EU - VS uitleggen
- Kabeldecreet Belgie
De kabelmaatschappij is verplicht om alle zenders op te nemen in haar systeem. Dit wil zeggen dat
alle mensen in staat moeten kunnen zijn om alle opgegeven kanalen te bekijken. Het netwerk moet
eigenlijk alle zenders toelaten.
- VRM functies
VRM is een controle-orgaan voor televisie op nationaal vlak (in Vlaanderen in dit geval). Het is
vergelijkbaar met CvdM in Nederlands of OfComLicenties intrekken / uitreiken
Restricties met betrekking tot cross ownership
Regels rond objectiviteit, sociale verantwoordelijkheid
Programmaregulering
Financieringsmaatregelen
- Crisis opkomst publieke sfeer - situeren & vb’n geven
Er is allereerst een onderscheid te maken tussen de tijdelijk en de permanente publieke sfeer. De
tijdelijke publieke sfeer ontstaat in tijden van crisis. Media hebben altijd al bijgedragen aan de
ontwikkeling van deze publieke sfeer, bijvoorbeeld door politieke pamfletten die traditie waren
tijdens revoluties.
Er was voor het eerst sprake van een publieke sfeer in 1450. De publieke sfeer werd tijdens de
Reformatie, godsdienstoorlogen en revoluties duidelijk. Het betreft een aantal gedeelde houdingen
en waarden. Deze worden duidelijk tijdens crisistijden zoals bvb :
Reformatie: Hervorming Kerk, opkomst boekdrukkunst die infomonopolie Kerk ondermijnde.
Godsdienstoorlogen: Beeldenstorm
Engelse burgeroorlog: oorlogsvoering in de media, explosie gedrukt materiaal.
Franse Revolutie: beeldenstorm, secularisatie, nieuwe politieke cultuur,…
- P.O. & printmedia - verschillen e.d uitleggen
- wat is de houding van de eu tov de publieke omroep?
is die eerder positief aangezien ze het beleid van de psb ook aanpassen waardoor het een nieuwe
context krijgt en de missie, organisatie, programmering en budget een andere wending krijgt?
- het takenpakket van ofcom (= de slides ) , maar dan wat is het verschil tov de overheid op vlak
van omroep - en persbeleid?
- Hoe de eu de problematiek rond anti-trust en crossownership aanpakt? Welk orgaan daarvoor
instaat en/ of daar een regelgeving voor is en wat de uitgangspunten zijn van een europees beleid?
orgaan = europese commissie ?
regelgeving = mergerreglementering?
uitgangspunten europees beleid = is dat over regelgeving; allianties, mergers, fictie e.d.
maar hoe pakt het de problematiek dan aan?
- wanneer eerste mediaconcentratie ontstaan. problemen voor deze mediaconcentraties in
verband met huidige journalistiek
- NL heeft open bestuur/beleid openbare omroep..., voordelen, nadelen
1/ Welke visie is er in verband met identiteit (op europees vlak) bij de omroepen?
a) Vergelijk de publieke versus de commerciele omroep wat identiteit betreft
verschillen tussen PO en CO opsommen, de bedoeling van de EU zijnde: cultuurindustrie maken, de
AVsector te stimuleren om producties te maken en de competitie aan te wakkeren
Publieke omroep gaat over het nastreven van culturele en ideologische motieven. Men tracht om
een diverse waaier aan programma’s aan te bieden zodat uiteindelijk de ganse bevolking wordt
tevredengesteld. Op die manier doet men aan pluralisme en beschermt men bepaalde
gemeenschappen en publieke doelstellingen. De taken van de publieke omroep zijn dan ook vooral
gericht op het brengen van cultuur, educatie, informatie en entertainment. De inkomsten van de
publieke omroep zijn afkomstig uit kijk- en luistergelden en soms ook in beperkte mate uit reclame
inkomsten.
De commerciële omroepen kennen eerder economische en industriële motieven. Men biedt vooral
aan waar er vraag naar is vanuit de massa. Dit is vooral entertainment. Aangezien vele
entertainmentprogramma’s gemaakt worden in de VS, worden er hiervan veel aangekocht en
uitgezonden. De kostprijs hiervan is vrij laag en het grote voordeel is dat ze cultureel neutraal zijn,
wat wil zeggen dat ze in vele landen kunnen worden uitgezonden. Commerciële zenders worden
gefinancierd door abonnementsopbrengsten van de kijkers + uit reclameopbrengsten.
b) welke initiatieven neemt de EU om identiteit te bevorderen
- TWF=Television without Frontiers : lidstaten kunnen niet langer protesteren tegen ontvangst
programma’s uit andere lidstaten (vb door opleggen quota’s). In 2000 werd deze maatregel
herbekeken en vernieuwd, quota heeft nu een ambivalent karakter gekregen: van tijdelijke culturele
maatregel naar structurele invloedhebbende (invloed op economie van de sector), onlangs nogmaals
verandert naar AMDS.
- overheidssteun: ondersteuning voor de publieke omroepen (financiering)
- competitiebeleid: men tracht de golf van VS programma’s tegen te houden. (Reglementering)
c) kan men deze initiatieven een succes noemen?
Eigenlijk geen succes is :groenboek van 1994 en deregulering van eind jaren 80 was ook geen succes,
vraag naar goedkope en populaire programma’s bleef.
Commerciële zenders die werken volgens het marktprincipe van vraag en aanbod halen hieruit nog
steeds grote winst en dus wijken ze niet snel van hun huidige beleid af.
2/Situeer het begin van de publieke sfeer
a) beschrijf de oorsprong van de publieke sfeer
5 periodes, van de reformatie, pamfletten da de publiek sfeer toen tijdelijk was en vanaf de
godsdienstoorlogen publieke sfeer permanent in de steden aanwezig + internationale communicatie
ontstaan 19de eeuw, denk 1836 door opkomst trein en schepen=> postzegel en telegraaf
b) vanaf wanneer was er sprake van internationale communicatie?
Telegraaf, victorian internet
3/ Met welke problemen wordt de journalistiek geconfronteerd?
a) beschrijf deze vanuit het standpunt van de gebruikers?
Door de opkomst van nieuwe media is het zo dat er zeer veel info vanaf nu gratis kan worden
aangeboden. Het probleem waar de journalisten en ruimer gesteld de pers mee kampen is dat de
jeugd overloopt van de traditionele naar de nieuwe media, daar waar informatie en nieuws zeer vaak
gratis worden aangeboden. De jeugd is dan ook niet meer gewoon om te betalen voor nieuws.
Hierdoor zijn uitgevers genoodzaakt om hun geld elders uit te halen.
b) welke zijn de gevolgen voor de uitgevers?
Gevolg voor uitgevers is dat de consumenten een gefragmenteerder mediagebruik gaan kennen.
Men zal dus meerdere media gaan consumeren. Voor uitgevers is dit een probleem want online
nieuws aanbieden moet omwille van commerciële redenen gratis gebeuren, aangezien lezers anders
gewoon overstappen naar een krant die wel gratis nieuwsdiensten aanbiedt. De mogelijkheden om
de klant te benaderen worden alsmaar groter, maar het geld dat er mee te verdienen is wordt
kleiner. De inkomsten van een online-krant dienen dan ook geheel uit reclameadvertentie
opbrengsten te komen, hetgeen voor vele sites niet vanzelfsprekend is. Hierdoor wordt online
nieuws op termijn een verlieslijdende markt. Dit verlies moet toegedekt worden door de andere
diensten binnen een bedrijf.
c) welke zijn de gevolgen voor de journalistiek als professie?
Het aanbod aan journalisten is groter geworden dan de vraag, mede door de UGC en
burgerjournalistiek ; iedereen kan deelnemen aan het communicatieproces. De nadruk binnen het
beroep gaat naar technische vaardigheden en flexibiliteit, maar algemene kennis blijft wel centraal
staan. Men moet kunnen werken voor verschillende types media: print, online en audiovisuele
media.
Ook gaat de journalistieke kwaliteit achteruit, aangezien iedereen nu artikels kan schrijven en
aangezien snelheid belangrijker is geworden dan kwaliteit.
Voorts is het zo dat journalisten niet langer gatekeepers (= redactie van een medium die bepaalt wat
er zal verschijnen en wat niet)zijn, maar dat hun beroep evolueert naar gatewatchers(= publiek dat
beslist wat er in het nieuws komt), die de stroom aan aangereikte informatie in goede banen moeten
leiden.
Meerkeuze vragen:
1962 kwam er BBC2 --> FOUT: in 1964.
wanneer reclame van Franse publieke omroep HELEMAAL zou verbannen worden -> 2011
of nu.nl onafhankelijk was of niet
welke franse zenders van de publieke omroep waren