Almeerse Omroep Stichting AOS niet eens met informatie verstrekking naar de Gemeenteraad. Donderdag a.s. bespreekt de Gemeenteraad welke van de twee kandidaten, Media036 of AOS, aan het Commissariaat voor de Media zal worden voorgedragen als kandidaat voor de lokale omroep van Almere. Het college heeft een advies uitgebracht dat nadelig is voor onze omroep. Wij zijn van mening, dat een aantal overwegingen over onze omroep niet juist zijn voorgelegd aan de gemeenteraad. Op 13 april jl. hebben wij hierop schriftelijk gereageerd naar de gemeente en op 20 april heeft er een gesprek plaats gevonden. In dit gesprek hebben wij onze stellingen onderbouwd met informatie die reeds begin maart door ons naar de gemeente was gestuurd als ook via de informatie stukken van het CvdM die door het college aan de raadsleden ook beschikbaar was gesteld. Op grond van deze foute interpretatie adviseert het college om mocht de gemeenteraad niet kunnen instemmen met het voorstel van media036 - niet voor onze omroep te kiezen. Het college heeft hier vier redenen voor aangegeven. Op al deze vier punten stellen wij dat deze anders zijn dan in het advies naar de raad zijn genoemd: 1) Ons PBO zou niet correct zijn. Wij misten de post Etnische & Culturele stromingen. Wij hebben hier iemand op voorgesteld die niet tot een (culturele) minderheden groep behoort. Dit kon niet volgens het college. Er staat in de wet dat er iemand uit deze groep zitting moet hebben in het PBO. Uiteraard voldoen wij hieraan. Wij hebben een vertegenwoordiger die door de SMOA is voorgesteld. Niet staat er dat deze vertegenwoordiger de post etnische minderheden moet hebben. Bovendien staat in de toelichting dat het een wenselijke post is. Zelfs al heb je die niet dan voldoe je aan de eisen van de wet. Dus dit punt kan van tafel. De leden van het PBO zijn vakkundig, voorgesteld door in de Almeerse gevestigde organisaties ( zoals wettelijk verplicht ) en vertegenwoordigen ruimschoots alle stromingen. 2) Onze programmering zou niet voldoen aan waar de stad voor staat. We zouden te weinig doen voor de jongeren. Ten eerste gaat de gemeente niet over de invulling van het uitzendformat van de omroep. Maar ook deze stelling van het college is geheel bezijden de waarheid. De AOS heeft voor het bepalen van haar programmabeleid het laatste onderzoek gebruikt van de Olon naar wie kijkt/luistert naar de lokale omroep. Dat bleek vanaf 30-35 jaar te zijn. Wij gaan dus programma’s maken die voor een groot deel voor die doelgroep gemaakt zijn. Maar wij geven in ons visiedocument wel degelijk aan dat we ook veel voor jongeren gaan doen. En dit vullen wij zelfs op dit moment al in door jongerenprogramma’s op zaterdag en zondag op onze radio stream. Dit zal nog verder op weekdagen worden uitgebreid op de tijdstippen dat jongeren kunnen luisteren. Dus ook hier klopt de stelling van het college niet. We hebben deze informatie ook transparant op onze website staan en hadden deze ook eerder aan de gemeente verstrekt. Dus ook dit punt kan van tafel. 3) Samenwerking met partners in de stad. Het college is van mening dat wij geen grote verbinding hebben met de stad. Dit punt konden we in het geheel niet begrijpen hoe het college bij dit standpunt kwam. In het gesprek met de gemeente werd ons duidelijk wat zij hiermee bedoelde. Wat blijkt, wij hebben (zoals verplicht) organisaties benaderd om een vertegenwoordiging af te vaardigen in ons PBO. Echter had het college die niet als samenwerkende partijen gezien. Dit vonden we schokkend. Juist heeft de AOS samenwerking in het DNA zitten. Dat stralen we uit. Zo gaan we samen met sport- en wijk verenigingen programma’s voor op TV en radio verzorgen. Dit wordt door het college uitgelegd dat we andere omroepen ruimte geven op de zender. Dat is uiteraard niet de bedoeling en zullen wij ook niet gaan doen. Wat wij wel gaan doen, is dat de programma’s met Almeerders en met Almeerse verenigingen gemaakt worden. Uiteraard wel binnen het door de AOS opgestelde format en kwaliteit eisen. Een omroep voor en door Almeerders. Maar ook was het college van mening dat de samenwerkingen die wij voorstaan met omroepen buiten de stad minder belangrijk zijn. Ook deze stelling kunnen wij niet onderschrijven. Onze gemeente kiest juist overal de samenwerking, van brandweer tot omgevingsdiensten. Ook vanuit Den Haag en de Vereniging Nederlandse Gemeenten wordt dit juist bevorderd. Reden hiervoor is, dat als je samenwerkt je kennis etc. makkelijker kunt delen. Daar ligt dus ook voor ons een groot belang. Samen kun je meer. Van samenwerking op het vlak van techniek en opleiding tot het gezamenlijk ontwikkelen en produceren van programma formats. Dus kunnen we stellen: we worden negatief afgerekend door het college omdat we menen samen meer te kunnen doen voor hetzelfde geld. 4) De bekostiging. Een heikel onderwerp. De wetgever heeft het systeem van financiering zodanig ontwikkeld dat een omroep onafhankelijk van commerciële partijen kan functioneren. Het rijk hanteert een verdeelsysteem. Een door de overheid vastgesteld bedrag wordt via een verdeelsleutel aan alle gemeenten in Nederland ten behoeve van een lokale omroep gegeven. Het mag bekend zijn dat de gemeente Almere al meer dan 18 jaar te weinig geeft aan de lokale omroep. Ook de lokale omroepen realiseren zich dat het overal moeilijker gaat en dat geld niet zo makkelijk meer beschikbaar is. Echter, de gelden voor de lokale omroep komt uit Den Haag met een specifieke bestemming. En zoals de wet uit 2010 stelt, dient de gemeente de bedragen te bekostigen die redelijkerwijs nodig zijn om een onafhankelijke omroep te kunnen waarborgen, die niet op een andere manier kunnen worden bekostigd. Wij hebben gemeend dat de gemeente Almere niet het hele bedrag dat de overheid voor de lokale omroep aan Almere geeft voor ons behoeft te worden gereserveerd, maar een bedrag van €115.000 euro oplopend naar €130.000 in 2020. Meegroeiend met het inwonersaantal van onze stad. Deze extra gelden moeten namelijk weer worden afgegeven aan o.a. de Buma/Stemra. Deze organisaties berekenen namelijk de auteursrechten aan de hand van de grote van het verzorgingsgebied. Nu stelt het college dat er niet voor onze omroep gekozen moet worden omdat wij geen dekkende begroting zouden hebben. Deze zou Media036 wel hebben. Onze begroting is wel dekkend als de gemeente haar verplichtingen op zich neemt zoals in de Mediawet genoemd. Wij gaan niet in op de begroting van Media036, maar bij die begroting is wel een waslijst aan vragen over te stellen. Wij gaan ervan uit dat de raadsleden die ook zullen stellen en dat het college die zal moeten beantwoorden. Ons is bekend, dat o.a. de SP samen met AP-Opa partij vragen hebben gesteld aan het college over o.a. de bedrijfsvoering en de vermenging van zakelijke en privé belangen. Gezien de bovenstaande argumentatie bij de vier punten, menen wij dan ook dat het college de raadsleden niet de juiste of in ieder geval onvoldoende informatie hebben verstrekt. Ook zijn wij van mening dat het college op verschillende punten haar taak niet heeft uitgevoerd, zoals het controleren of het PBO wel voldoet aan de wettelijke verplichting van 5 door maatschappelijke organisaties voorgedragen leden en of de leden op persoonlijke titel vakkundige afgevaardigden zijn. Wij hebben we het college via de ambtenaren verzocht zorg te dragen voor rectificatie op bovengenoemde punten. Hoe gaat de procedure nu verder? De gemeenteraad heeft donderdag overleg. Tijdens deze vergadering maken de partijen hun vragen en voorkeuren bekend. Een week later vindt de stemming plaats en dan is de keuze bekend welk PBO de raad representatief vindt. Dit moet voor 11 mei a.s. naar het CvdM worden gestuurd. Deze zal dan een hoorzitting inplannen. Er zijn immers twee omroepen die de machtiging hebben aangevraagd. Tijdens deze hoorzitting kunnen partijen hun stellingen en aanvraag onderbouwen. Het CvdM beoordeelt op veel meer gronden de aanvraag. Zo beoordelen zij o.a. of het bedrijfsmodel wel in aanmerking komt voor de term publieke omroep. Als de gemeenteraad geen voorkeur uitspreekt, zal het CvdM de omroepen toetsen en als nog een partij kunnen aanwijzen, mocht die voldoen aan de wettelijke normen. Wij geven de raad ook nog in overweging dat vertraging in de procedure om een voorkeur uit te spreken alleen maar kostenverhogend zal werken. De FM zender frequentie reservering voor ons gebied loopt binnenkort af. Het CvdM adviseert daarom dan ook snel te besluiten. Mocht voor uitstel worden gekozen, dient er een bedrag van ongeveer 20 tot 30 duizend euro te worden gereserveerd voor externe rapporten die verplicht opgesteld moeten worden.