Vragen en antwoorden generalistische basis-ggz

advertisement
Vragen en antwoorden
Generalistische basis-ggz
1 juni 2016
1
In dit document worden vragen en antwoorden over de regels van de Nederlandse
Zorgautoriteit (NZa) voor de generalistische basis-ggz (gb-ggz).
De vragen en antwoorden zijn van toepassing op het beleid per 1 januari 2016 en
gelden tot 1 januari 2017.
De beleidswijzigingen in 2016 t.o.v. 2015 zijn in de bijlage uiteen gezet.
Dit document is zorgvuldig samengesteld in nauw overleg met
brancheverenigingen en zorgverzekeraars. De informatie kan echter fouten
bevatten. U kunt daarom geen rechten ontlenen aan de beschreven antwoorden.
De actuele en volledige regels kunt u vinden op onze website: www.nza.nl
Inhoud
Documenten generalistische basis-ggz (gb-ggz)
1.
In welke documenten staan welke regels?
Invoering van het systeem van de gb-ggz
2.
Waarom is de gb-ggz ingevoerd?
3.
Welke patiënten krijgen een behandeling in de gb-ggz?
Verschillen met andere vormen van ggz
4.
Wat is het verschil tussen de poh-ggz en de gb-ggz?
5.
Wat is het verschil tussen gespecialiseerde ggz en gb-ggz?
6.
Wat is het verschil tussen de langdurige ggz en de gb-ggz?
Combineren behandeling ggz
7.
Mag een patiënt zowel in de gb-ggz als in de gespecialiseerde ggz
in behandeling zijn?
8.
Mag een zorgaanbieder zowel gb-ggz als gespecialiseerde ggz
aanbieden?
Jeugd-ggz
9.
Kan de behandeling van kinderen plaatsvinden in de gb-ggz?
10. Wat verandert er voor de patiënt bij het bereiken van 18 jaar?
Bekostiging behandeling gb-ggz
11. Hoe brengt de zorgaanbieder gb-ggz in rekening?
Integrale prestaties
12. Welke integrale prestaties kan een zorgaanbieder declareren?
13. Wat bepaalt in welke prestatie een patiënt wordt ingedeeld?
14. Hoe bepaalt de zorgaanbieder het patiëntprofiel?
Duur, inhoud en prijs behandeling
15. Wat zijn behandelcomponenten?
16. Welke behandeling levert de zorgaanbieder?
17. Hoe lang duurt een behandeling?
18. Als de zorgaanbieder meer tijd nodig heeft voor de behandeling,
kan dan nog een prestatie worden geopend?
19. Wat is het maximaal aantal behandelminuten per prestatie?
20. Wat is direct patiëntgebonden tijd?
21. Wat is indirect patiëntgebonden tijd?
22. Wat zijn redenen voor het afsluiten of afronden van de
behandeling?
Andere prestaties dan integrale prestaties
23. Welke andere prestaties dan de integrale prestaties kan de
zorgaanbieder declareren?
Prestatie Onvolledig behandeltraject
24. Wanneer brengt de zorgaanbieder de prestatie Onvolledig
behandeltraject in rekening?
25. Waarom wordt er in de prestatie Onvolledig behandeltraject wel
verwezen naar aantal minuten van de behandeling?
Ovp niet-basispakketzorg
26. Wat is een ovp niet-basispakketzorg?
27. Wanneer kan een ovp niet-basispakketzorg in rekening worden
gebracht?
28. Welke regels zijn van toepassing op de ovp niet-basispakketzorg?
29. Mag een zorgaanbieder meerdere ovp’s in rekening brengen?
30. Kan de zorgaanbieder zowel een prestatie voor basispakketzorg als
een ovp voor niet-basispakketzorg in rekening brengen?
Overige prestaties
31. Wat zijn overige prestaties?
3
Declareren van prestaties
32. Welke prestatie brengt de zorgaanbieder in rekening als de patiënt
geen DSM-stoornis heeft?
33. Welke prestatie brengt de zorgaanbieder in rekening als de
klachten verergeren?
34. Welke prestatie brengt de zorgaanbieder in rekening als de patiënt
stopt met de behandeling?
35. Welke prestatie brengt de zorgaanbieder in rekening bij een eerder
afgebroken behandeling?
36. Hoeveel prestaties per jaar kan een patiënt krijgen in de
generalistische basis-ggz?
37. Mag de zorgaanbieder meerdere behandelingen of prestaties aan
mij aanbieden?
38. Waarom mag de prestatie ‘Basis-ggz Chronisch’ wel gecombineerd
worden met andere prestaties?
39. Door wie mag een prestatie in de gb-ggz in rekening worden
gebracht?
40. Valt een losse intelligentietest onder de gb-ggz?
Hoofdbehandelaars
41. Wie mogen er hoofdbehandelaar zijn?
42. Is het toegestaan dat de zorgverzekeraar andere eisen stelt aan
wie hoofdbehandelaar mag zijn?
43. Wat is de rol van de hoofbehandelaar in de regels van de NZa?
Medebehandelaars
44. Wie zijn medebehandelaars in de gb-ggz?
45. Welke eisen stelt de NZa aan medebehandelaars?
Tarieven behandeling gb-ggz
46. Welk bedrag mag de zorgaanbieder in rekening brengen voor de
zorg?
47. Wat is een max-max tarief?
48. Waarom zijn er max-maxtarieven?
49. Hoe heeft de NZa de maximumtarieven berekend?
50. Mag de patiënt de gb-ggz behandeling zelf betalen?
Behandelcomponenten integrale prestaties
51. Welke behandelcomponenten moet een zorgaanbieder leveren?
52. Kunnen de behandelcomponenten ook afzonderlijk in rekening
worden gebracht?
53. Wat is het verschil tussen de behandelcomponent ‘gespecialiseerde
behandeling’ en ‘consultatie’?
54. Welke eisen worden gesteld aan e-health?
55. Als een zorgaanbieder medicatiebegeleiding geeft aan een patiënt
in behandeling in de gb-ggz, kan de zorgaanbieder dit deel dan in
de gespecialiseerde ggz declareren?
Aanvullende regels integrale prestaties
56. Hoe te handelen als de gekozen prestatie niet voldoende is?
57. Hoe te handelen als het product Intensief niet voldoende is?
Registratie zorggegevens
58. Wat gebeurt er met de zorggegevens van de patiënt?
59. Wanneer moet de zorgaanbieder beginnen en stoppen met het
registreren van de gegevens van de patiënt?
Factuur
60. Welke gegevens moet een zorgaanbieder op de factuur zetten?
61. Welke gegevens moeten op de factuur bij niet-verzekerde zorg en
overige prestaties?
62. Mag de zorgaanbieder meer gegevens op de factuur zetten?
4
63.
64.
Kan de zorgverzekeraar meer gegevens op de factuur eisen bij een
zorgaanbieder?
Hoe maakt de zorgaanbieder de prijs van de behandeling bij nietgecontracteerde zorg inzichtelijk?
Minimale dataset (mds)
65. Welke gegevens worden aangeleverd aan het DIS?
66. Welke gegevens moeten worden aangeleverd aan het DIS bij nietverzekerde zorg, overige prestaties en de prestatie Onvolledig
behandeltraject?
67. Waarom worden deze gegevens aangeleverd aan het DIS?
68. Wanneer moeten deze gegevens aangeleverd worden aan het DIS?
69. Hoe registreert de zorgaanbieder behandelcomponenten?
70. Welke diagnose informatie moet de zorgaanbieder registreren?
71. Hoe wordt de tijd per patiënt geregistreerd als een behandelaar
groepstherapie verleent?
72. Hoe registreert een zorgaanbieder tijd onder de
behandelcomponent e-health?
Verwijzer
73. Is een verwijzing naar de gb-ggz nodig?
74. Wie zijn de verwijzers naar de gb-ggz?
75. Waar moet de verwijsbrief of verwijzing naar de gb-ggz aan
voldoen?
76. Wat zijn de vereisten van de AGB-code van de verwijzer?
77. Is het bij de prestatie 'Basis-ggz Chronisch' noodzakelijk om ieder
jaar een nieuwe verwijzing te hebben?
78. Is er opnieuw een verwijzing nodig nadat de patiënt een prestatie
Onvolledig behandeltraject heeft ontvangen?
Privacyverklaring
79. Wat zijn de consequenties van het invullen van de
privacyverklaring?
80. Kan door het invullen van de privacyverklaring ook voorkomen
worden dat er diagnose-informatie op de factuur staat?
Onderlinge dienstverlening
81. Wanneer is er sprake van onderlinge dienstverlening?
Gecontracteerde en niet-gecontracteerde zorg
82. Wat is het verschil tussen gecontracteerde en niet-gecontracteerde
zorgaanbieders?
83. Mag de patiënt zelf beslissen bij welke zorgaanbieder de
behandeling plaatsvindt?
Informatieverplichting
84. Wat moet de zorgaanbieder de patiënt voorafgaand aan de
behandeling vertellen over de prijs?
Voorschot
85. Mag de zorgaanbieder om een voorschot vragen?
Beantwoording vragen over ggz
86. Welke vragen beantwoordt de NZa?
87. Bij welke organisatie kan ik terecht voor andere vragen?
88. Waar kan de zorgaanbieder terecht bij problemen met het
declaratiesysteem of de aanlevering aan DIS?
89. Wat zijn de grootste veranderingen in de generalistische basis-ggz
voor 2016?
5
Documenten generalistische basis-ggz (gb-ggz)
1.
In welke documenten staan welke regels?
In de beleidsregel gb-ggz staat een beschrijving hoe de NZa de
beleidsruimte invult. De NZa stelt over een aantal van haar taken
beleidsregels vast. Beleidsregels kunnen het volgende inhouden:
normen, rekenkundige waarden, procedures, feiten en omstandigheden,
voorschriften, voorwaarden en beperkingen, tariefsoorten en
prestatiebeschrijvingen.
In de nadere regel gb-ggz staan de algemeen bindende voorschriften
voor zorgaanbieders en zorgverzekeraars. De voorschriften zijn van
toepassing op zowel gecontracteerde als niet-gecontracteerde
zorgaanbieders.
De tariefbeschikking gb-ggz geeft de tarieven en de bijbehorende
prestaties (activiteiten en verrichtingen) weer die een zorgaanbieder in
rekening kan brengen.
Elke beleidsregel, nadere regel en tariefbeschikking heeft een begin- en
einddatum. Als u wilt weten wat de regels zijn of waren in een bepaalde
periode is het belangrijk hier op te letten. Daarnaast hebben deze
documenten ook een uniek nummer voor iedere versie van het
document. U kunt de documenten vinden op onze website onder ‘Beleid
en regels’ (http://www.nza.nl/regelgeving/) door gebruik te maken van
de zoekfilters aan de rechterzijde.
Invoering van het systeem van de gb-ggz
2.
Waarom is de gb-ggz ingevoerd?
Om de zorg doeltreffend, betaalbaar en dichtbij de patiënt te houden,
hebben (vertegenwoordigers van) zorgaanbieders, zorgverzekeraars,
cliënten- en familieorganisaties en de overheid in een bestuurlijk akkoord
besloten per 2014 een stelselwijziging door te voeren in de ggz. Het doel
van deze stelselwijziging is een passende behandeling op de juiste
plaats. Patiënten met lichte klachten worden behandeld in de
huisartsenzorg. Behandeling van lichte tot matige, niet complexe
psychische stoornissen vindt plaats in de gb-ggz. Complexe stoornissen
worden behandeld in de gespecialiseerde ggz (gespecialiseerde ggz).
3.
Welke patiënten krijgen een behandeling in de gb-ggz?
Patiënten in de gb-ggz hebben een stoornis die kan worden behandeld
met geestelijke gezondheidszorg (ggz). De stoornis is te typeren met een
DSM-IV (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, versie 4).
Behandeling van lichte tot matige, niet complexe psychische stoornissen
vindt plaats in de gb-ggz.
Verschillen met andere vormen van ggz
4.
Wat is het verschil tussen de poh-ggz en de gb-ggz?
De poh-ggz (of de kaderhuisarts) behandelt patiënten met een
psychische klacht. In de gb-ggz of gespecialiseerde ggz worden patiënten
behandeld met een psychische stoornis (conform DSM-IV).
6
5.
Wat is het verschil tussen gespecialiseerde ggz en gb-ggz?
In de gespecialiseerde ggz worden patiënten behandeld met complexere
ggz-problematiek in vergelijking met de gb-ggz. De gespecialiseerde ggz
is bestemd voor patiënten met een hoog risico en/ of hoge complexiteit
die een DSM-IV stoornis hebben. Patiënten die beter in de
gespecialiseerde ggz behandeld kunnen worden, hebben een grote
zorgvraagzwaarte waardoor de behoefte aan zorg groter is dan de
prestatie ‘Basis-ggz Intensief’ kan bieden. Bovendien is er in de gb-ggz
geen sprake van verblijf dat onder de basispakketzorg valt. Kortom, een
patiënt kan wel in de gb-ggz verblijven maar het verblijf (opname in een
instelling) is niet verzekerd. Als de zorgaanbieder een verblijf
noodzakelijk vindt, kan men betwijfelen of de patiënt in de gb-ggz moet
worden behandeld.
6.
Wat is het verschil tussen de langdurige ggz en de gb-ggz?
Langdurige ggz is geestelijke gezondheidszorg gericht op mensen met
ernstige psychische aandoeningen. Deze zorg is zwaarder, complexer en
langduriger dan de zorg in de gespecialiseerde ggz (en dus ook gb-ggz).
De langdurige ggz viel in 2014 nog onder de AWBZ, maar is per 2015
deels overgeheveld naar de Zorgverzekeringswet (Zvw). Als mensen
langere tijd zijn opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis, komen de
eerste 1095 dagen (3 jaar) van de opname ten laste van de Zvw. Na
1095 dagen valt de zorg onder de Wet langdurige zorg (Wlz).
Combineren behandeling ggz
7.
Mag een patiënt zowel in de gb-ggz als in de
gespecialiseerde ggz in behandeling zijn?
De regels van de NZa verhinderen niet dat een patiënt zowel in de gbggz als in de gespecialiseerde ggz in behandeling is. Patiënten mogen
niet voor dezelfde stoornis in zowel de gb-ggz als de gespecialiseerde
ggz in behandeling zijn.
8.
Mag een zorgaanbieder zowel gb-ggz als gespecialiseerde
ggz aanbieden?
Ja, de zorgaanbieder mag in dezelfde praktijk zowel gb-ggz als
gespecialiseerde ggz aanbieden aan patiënten.
Jeugd-ggz
9.
Kan de behandeling van kinderen plaatsvinden in de gbggz?
Nee, ggz bij kinderen en jeugd (tot 18 jaar) valt onder de Jeugdwet en
dus onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. De gemeente
bepaalt ook hoe en wat er wordt betaald aan zorgaanbieders. De ggz
voor kinderen en jeugd verloopt daarom niet via de NZa en niet via
zorgverzekeraars. Voor vragen over de jeugd-ggz verwijzen wij u
daarom ook naar de gemeente of de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten (VNG).
7
10.
Wat verandert er voor de patiënt bij het bereiken van 18
jaar?
Als de patiënt 18 jaar is, valt de patiënt vanaf dat moment niet meer
onder de Jeugdwet en dus is de gemeente niet meer verantwoordelijk
voor de zorg aan de patiënt. De behandeling in het gemeentelijke
domein beëindigt bij het passeren van de leeftijd van 18 jaar. De ggzbehandeling van volwassen patiënten valt onder de Zvw en dat betekent
dat de zorgverzekeraar de zorgplicht heeft voor volwassen ggzpatiënten.
Een eventueel restant van de behandeling na het passeren van de
leeftijdsgrens van 18 jaar vindt plaats volgens de bekostigingsregels in
de gb-ggz.
Bekostiging behandeling gb-ggz
11.
Hoe brengt de zorgaanbieder gb-ggz in rekening?
De zorgaanbieder brengt de zorg in de gb-ggz in rekening door middel
van prestaties. De prestaties zijn breed omschreven, zodat de
zorgaanbieder de vrijheid heeft voor de specifieke invulling van een
prestatie met behulp van behandelcomponenten.
Afhankelijk van de situatie kan een zorgaanbieder meerdere prestaties in
rekening brengen:
− integrale prestaties
− Basis-ggz Kort
− Basis-ggz Middel
− Basis-ggz Intensief
− Basis-ggz Chronisch
− prestatie Onvolledig behandeltraject
− overig product (ovp) niet-basispakketzorg
− ovp niet-basispakketzorg Consult
− ovp niet-basispakketzorg Verblijf
− overige prestaties
De integrale prestaties worden in rekening gebracht bij verzekerde zorg.
Zie ‘Welke integrale prestaties kan een zorgaanbieder declareren?’.
De prestatie Onvolledig behandeltraject brengt de zorgaanbieder in een
beperkt aantal situaties in rekening. Deze situaties staan beschreven bij
‘Wanneer brengt de zorgaanbieder de prestatie Onvolledig
behandeltraject in rekening?’.
De ovp’s niet-basispakketzorg kunnen in rekening worden gebracht bij
niet-basispakketzorg. Zie voor meer informatie over ovp’s ‘Wanneer kan
een ovp niet-basispakketzorg in rekening worden gebracht?’
Overige prestaties behoren ook tot de niet basisverzekerde zorg, maar
kunnen niet als ovp worden gedeclareerd. Zie voor meer informatie: ‘Wat
zijn overige prestaties?’.
Integrale prestaties
12.
Welke integrale prestaties kan een zorgaanbieder
declareren?
Er zijn vier integrale prestaties:
− Basis-ggz Kort
− Basis-ggz Middel
8
− Basis-ggz Intensief
− Basis-ggz Chronisch
Na de intake en diagnostiek deelt de zorgaanbieder de patiënt in in een
van de prestaties op basis van het patiëntprofiel (zie ‘Hoe bepaalt de
zorgaanbieder het patiëntprofiel?’). Elk van deze prestaties omvat alle
behandelcomponenten voor een patiënt passend bij het patiëntprofiel.
13.
Wat bepaalt in welke prestatie een patiënt wordt ingedeeld?
Het patiëntprofiel bepaalt de integrale prestatie die de zorgaanbieder
declareert. Zie voor meer informatie ‘Hoe bepaalt de zorgaanbieder het
patiëntprofiel?’. De hoeveelheid daadwerkelijk bestede tijd per patiënt
(aantal behandelminuten) is dus niet bepalend voor de prestatie die
gedeclareerd wordt.
14.
Hoe bepaalt de zorgaanbieder het patiëntprofiel?
Het patiëntprofiel is gebaseerd op vijf objectieve criteria:
DSM-stoornis, de ernst van de problematiek, het risico, de complexiteit
en het verloop van de klachten. Elke integrale prestatie is gebaseerd op
een afzonderlijk patiëntprofiel. De prestatie die de zorgaanbieder in
rekening brengt, is gebaseerd op de score op deze vijf criteria. In de
beleidsregel gb-ggz is per integrale prestatie een beschrijving gegeven
van deze criteria.
Duur, inhoud en prijs behandeling
15.
Wat zijn behandelcomponenten?
De behandelcomponenten vormen samen de behandeling van de patiënt.
Er zijn verschillende behandelcomponenten. U kunt denken aan
bijvoorbeeld: groepstherapie of een gesprek via Skype. De NZa heeft
geen dwingende lijst met behandelcomponenten.
16.
Welke behandeling levert de zorgaanbieder?
De behandeling die de patiënt krijgt is niet op voorhand te bepalen. Het
patiëntprofiel geeft een indicatie van de intensiteit en duur van de
behandeling. Doordat de behandeling wordt betaald door een integrale
prestatie met een van tevoren bekend tarief, zegt de prijs van de
behandeling niets over de behandelcomponenten. Zorgaanbieders
hebben veel vrijheid om te bepalen op welk moment een
behandelcomponent wordt ingezet. Er ontstaat zo zorg op maat. In het
behandelpakket met bijbehorende prijs zijn alle behandelcomponenten
inbegrepen. Er is daardoor ook geen koppeling met tijdsbesteding. Zie
voor meer informatie waarom de zorgaanbieder informatie, zoals
tijdsbesteding, toch moet aanleveren aan het DBC-Informatiesysteem
(DIS): ‘Waarom worden deze gegevens aangeleverd aan het DIS?’.
17.
Hoe lang duurt een behandeling?
De duur van de behandeling is niet af te leiden. De integrale prestaties
hebben geen tijdscomponent gekoppeld aan het tarief. Het voordeel
daarvan is dat het efficiënte zorgverlening stimuleert.
9
18.
Als de zorgaanbieder meer tijd nodig heeft voor de
behandeling, kan dan nog een prestatie worden geopend?
Tijdsbesteding heeft geen relatie met de in rekening te brengen
prestatie. De zorgzwaarte is leidend. Als een zorgverlener meer tijd kwijt
is dan gehoopt of verwacht, is dat geen reden om een nieuwe prestatie
te openen. Dit is dan ook niet toegestaan. De mogelijke afsluitredenen
voor een prestatie staan in de beleidsregel en nadere regel. Het
overschrijden van de geplande behandelinzet is geen legitieme reden om
een prestatie af te sluiten (en dus ook niet om een nieuwe prestatie te
openen). Zie ‘Wat zijn redenen voor het afsluiten of afronden van de
behandeling?’.
19.
Wat is het maximaal aantal behandelminuten per prestatie?
De NZa heeft geen maximum aantal behandelminuten vastgesteld. Het is
niet toegestaan een prestatie af te sluiten omdat het aantal minuten
bereikt is. Het aantal minuten per prestatie dat in de beleidsregel staat
genoemd, is slechts een indicatie van het aantal minuten directe en
indirecte patiëntgebonden tijd die nodig is om de zorg te leveren. De
reden dat deze minuten wel worden genoemd, is ter onderbouwing van
de methodiek en het rekenmodel die wij hebben gebruikt om de
maximumtarieven van de prestaties te berekenen. Zie voor meer
informatie over de maximumtarieven: ‘Welk bedrag mag de
zorgaanbieder in rekening brengen voor de zorg?’.
20.
Wat is direct patiëntgebonden tijd?
Direct patiëntgebonden tijd is de tijd waarin een behandelaar in het
kader van de diagnostiek of behandeling contact heeft met de patiënt of
familieleden, gezinsleden, ouders, partner of andere naasten van de
patiënt. Ook contacten via de elektronische weg vallen hieronder.
21.
Wat is indirect patiëntgebonden tijd?
Indirect patiëntgebonden tijd is de tijd die de behandelaar besteedt aan
de patiënt of naasten waarbij ze niet aanwezig zijn. Activiteiten die
hieronder vallen zijn bijvoorbeeld: het voorbereiden van een
behandeling, verslaglegging, reistijd van de zorgaanbieder.
22.
Wat zijn redenen voor het afsluiten of afronden van de
behandeling?
Het behandeltraject wordt afgesloten als de behandeling van de patiënt
eindigt. Afsluitredenen:
− de behandeling is afgerond;
− vermoeden van een DSM-stoornis is niet bevestigd;
− patiëntprofiel patiënt te zwaar voor de basis-ggz;
− behandeling loopt 365 dagen;
− overlijden van de patiënt;
− voortijdige beëindiging van de behandeling op initiatief van de patiënt
en/of behandelaar;
− de patiënt gaat over naar een andere bekostiging.
Van een andere bekostiging is sprake als de patiënt zijn zorg krijgt via de
gemeente of als de patiënt onder de Wet langdurige zorg valt.
10
Andere prestaties dan integrale prestaties
23.
Welke andere prestaties dan de integrale prestaties kan de
zorgaanbieder declareren?
Er is een aantal andere prestaties dan de vier integrale prestaties die
kunnen worden gedeclareerd. Dit zijn:
− Prestatie onvolledig behandeltraject;
− Ovp niet-basispakketzorg Consult;
− Ovp niet-basispakketzorg Verblijf;
− Overige prestaties.
Prestatie Onvolledig behandeltraject
24.
Wanneer brengt de zorgaanbieder de prestatie Onvolledig
behandeltraject in rekening?
Er zijn drie situaties waarin de zorgaanbieder de prestatie onvolledig
behandeltraject in rekening brengt:
− De zorgaanbieder kan geen DSM-stoornis vaststellen, ondanks dat de
verwijzer daartoe wel een vermoeden had.
− Er wordt vroeg in de behandeling geconstateerd dat de patiënt
behandeld moet worden in de gespecialiseerde ggz . Vroeg is hierbij
na een maximale behandeling van 120 minuten. Deze 120 minuten
bestaat uit zowel directe als indirecte patiëntgebonden tijd.
− De behandeling wordt vroeg door de patiënt en/of behandelaar
afgebroken. Een reden voor het afbreken van een behandeling kan
zijn dat de patiënt een andere behandelaar wenst. Vroeg is hierbij na
een maximale behandeling van 120 minuten. Deze 120 minuten
bestaat uit zowel directe als indirecte patiëntgebonden tijd.
25.
Waarom wordt er in de prestatie Onvolledig behandeltraject
wel verwezen naar aantal minuten van de behandeling?
In twee situaties beschreven onder de vraag ‘Wanneer brengt de
zorgaanbieder de prestatie Onvolledig behandeltraject in rekening?’
wordt verwezen naar een bepaald aantal minuten van de behandeling.
Dit terwijl de prestaties niet gekoppeld zijn aan tijdsbesteding. De reden
voor deze verwijzing naar tijd is het bepalen van de definitie wanneer
een behandeling ‘vroeg’ wordt beëindigd. Het stellen van een norm is in
dit specifieke geval nodig en is als uitzondering toegepast.
Ovp niet-basispakketzorg
26.
Wat is een ovp niet-basispakketzorg?
Er bestaan twee typen OVP niet-basispakketzorg prestaties:
− De ovp niet-basispakketzorg Consult: een onafgebroken tijdsspanne
waarin de zorgaanbieder de patiënt voor één of meerdere indicaties
begeleidt, adviseert en/of behandelt. Het maximumtarief dat een
zorgaanbieder mag rekenen, is gebaseerd op een consult van 60
minuten.
− De ovp niet-basispakketzorg Verblijf: voor patiënten die opgenomen
zijn om zorg te ontvangen die niet behoort tot het verzekerd pakket.
De behandeling valt niet onder deze prestatie, het gaat uitsluitend om
de verblijfskosten. Het maximumtarief voor de ovp Verblijf is
gebaseerd op een verblijf van 24 uur.
11
27.
Wanneer kan een ovp niet-basispakketzorg in rekening
worden gebracht?
De ovp niet-basispakketzorg kan de zorgaanbieder gebruiken voor het
declareren van zorg die wel zorg is zoals beschreven in de Wet
marktordening gezondheidszorg (Wmg), maar die niet verzekerd is via
het basispakket. Een voorbeeld hiervan is zorg aan patiënten ter
behandeling van een aanpassingsstoornis. Welke zorg tot het verzekerde
basispakket behoort, valt onder de verantwoordelijkheid van het
Zorginstituut Nederland.
Het is niet toegestaan om zorg die binnen het verzekerde pakket valt als
ovp niet-basispakketzorg aan te bieden, ook niet als de patiënt zelf
betaalt. Zie verder: ‘Mag de patiënt de gb-ggz behandeling zelf betalen?’.
28.
Welke regels zijn van toepassing op de ovp nietbasispakketzorg?
De ovp niet-basispakketzorg is een prestatie voor niet-basispakketzorg.
De zorgaanbieder mag deze prestatie alleen in rekening brengen als de
behandeling niet onder het basispakket valt. Voor het consult of de
verblijfdag geldt een maximum tarief.
De registratie-, informatie- en declaratiebepalingen die staan beschreven
in de nadere regel zijn beperkt van toepassing op de ovp nietbasispakketzorg. De zorgaanbieder hoeft bijvoorbeeld geen mdsgegevens aan DIS te leveren. Ook is een hoofdbehandelaar niet
noodzakelijk. Overigens gelden wel de informatievereisten aan de
patiënt, zoals informatie over de zorg en de bijbehorende prijs.
29.
Mag een zorgaanbieder meerdere ovp’s in rekening
brengen?
Ja, de zorgaanbieder kan meerdere ovp’s in rekening brengen.
30.
Kan de zorgaanbieder zowel een prestatie voor
basispakketzorg als een ovp voor niet-basispakketzorg in
rekening brengen?
Ja dat mag. Als de zorgaanbieder aan de patiënt basispakketzorg en
niet-basispakketzorg levert, dan declareert de zorgaanbieder een
prestatie voor de basispakketzorg en één of meerdere ovp’s voor de nietbasispakketzorg.
Overige prestaties
31.
Wat zijn overige prestaties?
Zorgaanbieders kunnen per 2015 de prestaties voor keuringen,
rapporten en informatieverstrekkingen declareren als overige prestatie.
Deze overige prestaties zijn opgenomen in de tariefbeschikking gb-ggz.
Deze prestaties behoren niet tot de basisverzekerde zorg, maar kunnen
ook niet als ovp worden gedeclareerd. De overige prestaties zijn als volgt
omschreven:
− Rijbewijs: rapporten op verzoek Centraal Bureau
Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) voor rekening van de te keuren
persoon (houder/aanvrager rijbewijs) omvat 15 minuten
patiëntgebonden tijd en 15 minuten indirecte tijd (inlezen en rapport
schrijven).
12
− Rijbewijs: rapporten op verzoek politie, voor rekening van CBR omvat
15 minuten patiëntgebonden tijd en 15 minuten indirecte tijd (inlezen
en rapport schrijven).
− Rijbewijs: rapport op verzoek CBR voor rekening te keuren
houder/aanvrager rijbewijs, toeslag icm 119027, per 15 min extra
direct patiënt gebonden tijd of (met voorw.) per 15 min extra
indirecte tijd, maximaal 2 toeslagen.
− Rijbewijs: rapporten op verzoek politie voor rekening van CBR, toeslag
i.c.m. 119028, per 15 minuten extra direct patiënt gebonden tijd of
per 15 minuten extra indirecte tijd met een maximum van 4
toeslagen.
− Schriftelijke informatieverstrekking aan bedrijfsarts, verzekeringsarts
of (via de patiënt aan) het CBR.
Declareren van prestaties
32.
Welke prestatie brengt de zorgaanbieder in rekening als de
patiënt geen DSM-stoornis heeft?
Als blijkt dat de patiënt geen DSM-stoornis heeft, dan verwijst de
zorgaanbieder de patiënt terug naar de huisarts en brengt alleen de
prestatie Onvolledig behandeltraject in rekening. Deze prestatie heeft
een lager maximum tarief dan de reguliere gb-ggzprestaties.
33.
Welke prestatie brengt de zorgaanbieder in rekening als de
klachten verergeren?
Als tijdens de behandeling in de gb-ggz blijkt dat de problematiek en
klachten verminderen of verergeren, kan de zorgaanbieder een andere
prestatie in rekening brengen. Als de problematiek dermate verergerd
waardoor de patiënt niet meer binnen de patiëntprofielen van de gb-ggz
past, vindt er overdracht plaats aan een zorgaanbieder in de
gespecialiseerde ggz of de langdurige ggz (afhankelijk van de
problematiek van de patiënt). Het behandeltraject in de gb-ggz wordt
afgesloten en de prestatie wordt in rekening gebracht. Dit is de prestatie
die de zorgaanbieder van tevoren had vastgesteld op basis van het
patiëntprofiel tijdens intake en diagnostiek. Als de behandeling net is
gestart (maximaal 120 minuten directe en indirecte patiëntgebonden
tijd) en blijkt dat het patiëntprofiel van de patiënt te zwaar is voor de gbggz, dan brengt de zorgaanbieder alleen de prestatie ‘Onvolledig
behandeltraject’ in rekening.
34.
Welke prestatie brengt de zorgaanbieder in rekening als de
patiënt stopt met de behandeling?
Als de patiënt de behandeling eerder wilt stoppen op eigen initiatief dan
wordt het behandeltraject in de gb-ggz afgesloten en de geleverde
prestatie in rekening gebracht. Dit is de prestatie die de zorgaanbieder
van tevoren had vastgesteld op basis van het patiëntprofiel tijdens intake
en diagnostiek. Als de behandeling net is gestart (maximaal 120 minuten
directe en indirecte patiëntgebonden tijd), dan brengt de zorgaanbieder
de prestatie ‘Onvolledig behandeltraject’ in rekening. Zie bij vraag
‘Waarom wordt er in de prestatie Onvolledig behandeltraject wel
verwezen naar aantal minuten van de behandeling?’ waarom er wordt
verwezen naar aantal behandelminuten.
13
35.
Welke prestatie brengt de zorgaanbieder in rekening bij een
eerder afgebroken behandeling?
Als de behandeling om een bepaalde reden voortijdig eindigt (vallend
binnen de door de NZa bepaalde afsluitredenen), kan de behandelaar de
afgesloten prestatie geheel declareren. De prestatie Onvolledig
behandeltraject moet in drie specifieke situaties in rekening worden
gebracht. Zie ‘Wanneer brengt de zorgaanbieder de prestatie Onvolledig
behandeltraject in rekening?’.
36.
Hoeveel prestaties per jaar kan een patiënt krijgen in de
generalistische basis-ggz?
De NZa legt geen beperking op aan het aantal in rekening te brengen
prestaties per jaar.
Zorgverzekeraars kunnen in hun polisvoorwaarden of in contracten met
zorgaanbieders wel beperkingen stellen aan het aantal prestaties dat een
zorgverlener bij één patiënt mag leveren.
37.
Mag de zorgaanbieder meerdere behandelingen of
prestaties aan mij aanbieden?
De zorgaanbieder kan meerdere behandelcomponenten per
behandeltraject aanbieden. Een prestatie kan uit meerdere
behandelcomponenten bestaan. Een zorgaanbieder mag maar één
prestatie per keer (per zorgvraag) in rekening brengen (met uitzondering
van een aantal situaties). Er zijn twee uitzonderingen wanneer de
zorgaanbieder wel meerdere prestaties met dezelfde behandeldatum in
rekening mag brengen:
− Prestatie ‘Basis-ggz Chronisch’ met ‘Basis-ggz Kort’, of met ‘Basis-ggz
Middel’ of met ‘Basis-ggz Intensief’.
− De integrale prestaties mogen in combinatie met de ovp’s en overige
prestaties in rekening worden gebracht.
38.
Waarom mag de prestatie ‘Basis-ggz Chronisch’ wel
gecombineerd worden met andere prestaties?
De reden dat een prestatie ‘Basis-ggz Chronisch’ wel gecombineerd mag
worden met een andere integrale prestatie, en de andere prestaties niet,
is van zorginhoudelijke aard. Een chronische prestatie brengt de
zorgaanbieder in rekening bij een ander type behandeling, namelijk bij:
laag tot matig risico, met een stabiele of instabiele chronische
problematiek waardoor de frequentie van de behandeling regelmatig
maar laag is. De andere prestaties kunnen daarentegen meer hoog
frequent zijn. Indien bijvoorbeeld de prestatie ‘Basis-ggz Kort’ met
‘Basis-ggz Intensief’ gecombineerd zou moeten worden, dan moet de
zorgaanbieder zich afvragen of de patiënt wel in de gb-ggz thuishoort.
39.
Door wie mag een prestatie in de gb-ggz in rekening
worden gebracht?
De zorgaanbieder heeft geen specifieke opleiding nodig om de prestaties
in de gb-ggz in rekening te brengen. Wel dient er betrokkenheid te zijn
van een hoofdbehandelaar. Zie ‘Wie mogen er hoofdbehandelaar zijn?’.
40.
Valt een losse intelligentietest onder de gb-ggz?
De intelligentietesten vallen onder niet-basispakket zorg. De
zorgaanbieder kan losse intelligentietest declareren als ovp nietbasispakketzorg (als losse prestatie).
14
Hoofdbehandelaars
41.
Wie mogen er hoofdbehandelaar zijn?
De hoofdbehandelaars in de ggz zijn BIG-geregistreerd en hebben een
ggz-specifieke opleiding gevolgd. Met uitzondering van de orthopedagoog
generalist en de kinder- en jeugdpsycholoog: zij zijn niet BIGgeregistreerd maar wel ingeschreven in het register bij hun
beroepsvereniging, respectievelijk de Nederlandse Vereniging Van
Pedagogen en Onderwijskundigen (NVO) en het Nederlands Instituut van
Psychologen (NIP).
De volgende behandelaars mogen hoofdbehandelaar zijn:
1. Psychiater
2. Klinisch psycholoog
3. Klinisch neuropsycholoog
4. Psychotherapeut
5. Specialist ouderengeneeskunde
6. Verslavingsarts in profielregister Koninklijke Nederlandsche
Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG)
7. Klinisch geriater
8. Verpleegkundig specialist ggz
9. GZ-psycholoog
10. Orthopedagoog generalist
11. Kinder- & Jeugdpsycholoog
42.
Is het toegestaan dat de zorgverzekeraar andere eisen stelt
aan wie hoofdbehandelaar mag zijn?
Ja, de zorgverzekeraar kan de lijst met hoofdbehandelaars beperken in
haar afspraken met zorgaanbieders (gecontracteerde zorgaanbieders)
en/of in haar polisvoorwaarden. De zorgverzekeraar mag de lijst met
hoofdbehandelaars niet uitbreiden.
43.
Wat is de rol van de hoofbehandelaar in de regels van de
NZa?
De hoofdbehandelaar is verantwoordelijk voor de juiste registratie van
gegevens van het behandeltraject. Ieder behandeltraject vindt plaats
onder verantwoordelijkheid van een hoofdbehandelaar. Wij stellen geen
eisen aan bijvoorbeeld de minimale tijdsbesteding van de
hoofdbehandelaar aan een behandeltraject. De zorgverzekeraar kan
dergelijke eisen wel stellen in haar afspraken met zorgaanbieders en/of
haar polisvoorwaarden.
Medebehandelaars
44.
Wie zijn medebehandelaars in de gb-ggz?
Medebehandelaars zijn de zorgverleners die zorg verlenen in het kader
van het behandeltraject van de patiënt in de gb-ggz, niet zijnde
hoofdbehandelaars.
45.
Welke eisen stelt de NZa aan medebehandelaars?
In de bijlage bij de nadere regel Regeling gespecialiseerde ggz is een
bijlage opgenomen waarin medebehandelaars staan genoemd (dbcberoepentabel en ondersteunende beroepen). Op deze
medebehandelaars zijn de verplichtingen in de nadere regel gb-ggz van
15
toepassing. Wij stellen geen eisen aan bijvoorbeeld de minimale
tijdsbesteding van de medebehandelaar in verhouding tot de
hoofdbehandelaar bij een behandeltraject. De zorgverzekeraar kan wel
nadere eisen stellen aan de minimale tijdsbesteding van een
hoofdbehandelaar en medebehandelaars in haar afspraken (contracten)
met zorgaanbieders.
Tarieven behandeling gb-ggz
46.
Welk bedrag mag de zorgaanbieder in rekening brengen
voor de zorg?
Zorgaanbieders en zorgverzekeraars kunnen in contracten bedragen
afspreken die zorgaanbieders in rekening mogen brengen bij de
verschillende prestaties. In dat geval is er sprake van gecontracteerde
zorg. Deze afgesproken bedragen mogen niet hoger zijn dan het
maximumtarief dat in de Tariefbeschikking gb-ggz staat.
Zorgaanbieders die geen contract hebben met de zorgverzekeraar mogen
ook geen hoger bedrag in rekening brengen dan de bedragen in de
Tariefbeschikking gb-ggz.
47.
Wat is een max-max tarief?
De maximumtarieven voor de vier zorgzwaarteproducten (Kort, Middel,
Intensief, Chronisch) en de prestatie Onvolledig behandeltraject kunnen
met 10% worden verhoogd als de zorgaanbieder en zorgverzekeraar dat
hebben afgesproken en vastgelegd in het contract.
48.
Waarom zijn er max-maxtarieven?
Om de beste zorg voor hun patiënten te regelen, kunnen verzekeraars de
max-maxtarieven gebruiken om zorgaanbieders een hoger tarief te
geven, bijvoorbeeld om te belonen voor hogere kwaliteit of het behalen
van bepaalde resultaten. Zorgverzekeraars zijn niet verplicht om maxmaxtarieven af te spreken met zorgaanbieders.
49.
Hoe heeft de NZa de maximumtarieven berekend?
Wij hebben voor het bereken van de maximumtarieven een modelmatige
methode gebruikt. In de beleidsregel kunt u lezen hoe dit maximumtarief
is opgebouwd. Op onze website is ook een verantwoordingsdocument
opgenomen, waarin we gedetailleerd ingaan op de onderliggende
parameters en gemaakte keuzes.
50.
Mag de patiënt de gb-ggz behandeling zelf betalen?
Ja, dat mag: de factuur is voor de patiënt of diens zorgverzekeraar. Niet
verzekerde zorg moet de patiënt zelf betalen.
Sommige patiënten willen de zorg zelf betalen. De patiënt moet de
verzekerde zorg betalen volgens de prestaties en tarieven van het
bekostigingssysteem in de gb-ggz. Zorg die binnen het verzekerde
pakket valt, moet daardoor via een van de vier integrale prestaties in de
gb-ggz bekostigd worden (BK, BM, BI, BC).
16
Behandelcomponenten integrale prestaties
51.
Welke behandelcomponenten moet een zorgaanbieder
leveren?
Behandelcomponenten vormen de behandeling van de patiënt.
Voorbeelden van behandelcomponenten zijn: face-to-face
groepsbehandeling en consultatie. De NZa bepaalt niet welke
behandelcomponenten geleverd moeten zijn bij een bepaalde prestatie.
De zorgaanbieder kan hierdoor zorg op maat leveren. Daarnaast biedt
het zorgverzekeraars en zorgaanbieders de mogelijkheid binnen de
prestatie op het zorgproces en de organisatie van zorg te vernieuwen.
Voorwaarde is dat dit uiteraard moet gebeuren binnen de
maximumtarieven vastgesteld door de NZa. De mogelijke
behandelcomponenten zijn door de NZa in de beleidsregel dus niet
limitatief beschreven of begrensd. Het is aan de zorgaanbieder om de
juiste behandelcomponenten in te zetten.
52.
Kunnen de behandelcomponenten ook afzonderlijk in
rekening worden gebracht?
De behandelcomponenten worden niet afzonderlijk in rekening gebracht,
maar als een geheel (integraal onderdeel van de prestatie).
53.
Wat is het verschil tussen de behandelcomponent
‘gespecialiseerde behandeling’ en ‘consultatie’?
In het zorgprofiel van de prestaties gb-ggz is opgenomen dat in sommige
gevallen een andere zorgverlener die meer gespecialiseerd is, bijdraagt
aan de behandeling. De behandelcomponent ‘consultatie’ of
‘gespecialiseerde behandeling’ is dan van toepassing. Van
‘gespecialiseerde behandeling’ is sprake als de meer gespecialiseerde
zorgverlener een (deel van de) behandeling uitvoert bij de patiënt. Bij
‘consultatie’ gaat het om bijvoorbeeld meekijken of adviseren door de
gespecialiseerde zorgaanbieder ten behoeve van de behandeling van de
patiënt.
Specialistische behandeling of consultatie wordt in rekening gebracht via
onderlinge dienstverlening. Zie ‘Wanneer is er sprake van onderlinge
dienstverlening?’.
54.
Welke eisen worden gesteld aan e-health?
Zorginhoudelijk stelt de NZa geen eisen aan e-health. Alle vormen van
e-health kunnen als behandelcomponent worden ingezet. Wel moet de
zorgaanbieder voldoen aan de registratie-, informatie-, en
declaratieverplichtingen, en alle overige regels van de gb-ggz. Het is wel
mogelijk dat de zorgverzekeraar in haar contract met zorgaanbieders
bepaalde behandelmethoden uitsluit.
55.
Als een zorgaanbieder medicatiebegeleiding geeft aan een
patiënt in behandeling in de gb-ggz, kan de zorgaanbieder
dit deel dan in de gespecialiseerde ggz declareren?
Medicatiebegeleiding kan een behandelcomponent zijn en kan dus
onderdeel zijn van het tarief in de gb-ggz. Medicatiebegeleiding moet
worden bekostigd vanuit het tarief voor de integrale prestatie van de gbggz. Medicatiebegeleiding kan daardoor niet ten laste komen van de
gespecialiseerde ggz, terwijl het overige deel van de behandeling wel gbggz betreft.
17
Aanvullende regels integrale prestaties
56.
Hoe te handelen als de gekozen prestatie niet voldoende is?
Als tijdens een behandeltraject blijkt dat een patiënt op basis van zijn
individuele zorgvraagzwaarte een meer of minder intensieve behandeling
nodig heeft, dan is het mogelijk om tijdens een behandeltraject van
prestatie te veranderen. De zorgaanbieder moet de patiënt hier adequaat
over informeren.
Alleen de prestatie die de patiënt heeft ontvangen, wordt gedeclareerd.
De zorgaanbieder mag dus niet ook de initiële prestatie in rekening
brengen. De zorgaanbieder zet op de factuur en geeft aan DIS door wat
de geleverde prestatie is én wat de verwachte prestatie was bij aanvang
van de behandeling.
57.
Hoe te handelen als het product Intensief niet voldoende is?
Als de zorg voor een patiënt met prestatie Intensief sterk afwijkt en
zwaarder is in vergelijking met de zorg bij patiënten met eenzelfde
indicatie, moet de zorgaanbieder zich afvragen of deze patiënt wellicht
beter behandeld kan worden binnen de gespecialiseerde ggz. Als de
behandelaar tot de conclusie komt dat de patiënt eigenlijk zorg moet
krijgen in de gespecialiseerde ggz sluit hij de behandeling af. De
behandelaar declareert het zorgtraject dat was ingezet.
Registratie zorggegevens
58.
Wat gebeurt er met de zorggegevens van de patiënt?
Er zijn twee locaties waar zorggegevens terecht kunnen komen:
1. De zorgaanbieder declareert de verzekerde zorg bij de
zorgverzekeraar. Om deze declaratie te kunnen indienen, moet de
zorgaanbieder een aantal gegevens verstrekken aan de
zorgverzekeraar. Welke gegevens dat minimaal zijn, kunt u vinden
bij: Welke gegevens moet een zorgaanbieder op de factuur zetten?
2. De zorgaanbieder levert ook een aantal gegevens aan de database
van DIS (www.dbcinformatiesysteem.nl). DIS gaat vertrouwelijk om
met de gegevens. Mocht de patiënt toch wensen dat er geen gegevens
aan deze database worden verstrekt, dan kan de patiënt samen met
de zorgaanbieder een privacyverklaring ondertekenen. Zie ‘Wat zijn
de consequenties van het invullen van de privacyverklaring?’.
59.
Wanneer moet de zorgaanbieder beginnen en stoppen met
het registreren van de gegevens van de patiënt?
De registratie van het behandeltraject start bij aanvang van het
behandeltraject. De startdatum van het behandeltraject wordt bepaald
door de datum waarop de behandelaar voor het eerst direct en/of
indirect patiëntgebonden tijd besteedt aan de betreffende patiënt. Dit
hoeft niet noodzakelijkerwijs de allereerste keer te zijn dat de
zorgaanbieder en de patiënt elkaar zien, want het kan ook zijn dat de
patiënt al eerder in behandeling is geweest bij deze zorgaanbieder. Zie
voor meer informatie ‘Wat is direct patiëntgebonden tijd?’ en ‘Wat is
indirect patiëntgebonden tijd?’.
De registratie van het behandeltraject eindigt nadat het behandeltraject
is afgerond. Voor redenen voor het afronden van het behandeltraject zie
‘Wat zijn redenen voor het afsluiten of afronden van de behandeling?’.
18
Factuur
60.
Welke gegevens moet een zorgaanbieder op de factuur
zetten?
De gegevens die op de factuur moeten staan, staan vermeld in de
nadere regel gb-ggz. De volgende gegevens moeten minimaal op de
factuur staan:
− naam, geboortedatum, geslacht, postcode, burgerservicenummer,
UZOVI-nummer verzekeraar
− geleverde prestatie
− prijs
− startdatum en einddatum van het behandeltraject
− AGB-code van de zorgaanbieder die de prestatie levert
− AGB-code van de hoofdbehandelaar (op persoonsniveau) en diens
beroep
− indien van toepassing: AGB-code van de tweede hoofdbehandelaar
(op persoonsniveau) en diens beroep
− betrokken medebehandelaars en diens beroep
− het type verwijzer
− verwijzer: het type verwijzer en AGB-code verwijzer (op
persoonsniveau), indien er sprake is van type verwijzer genoemd
onder 1 tot en met 4 in de nadere regel
− directe en indirecte patiëntgebonden tijd van de hoofdbehandelaar
(onder f en g)
− directe en indirecte patiëntgebonden tijd van iedere medebehandelaar
en diens beroep m. Totaal bestede directe en indirecte
patiëntgebonden tijd (som k en l)
− indeling in prestatie op basis van zorgvraagzwaarte na intake en
diagnostiek
Voor overige prestaties en ovp’s gelden deze eisen niet. Zie ‘Welke
gegevens moeten op de factuur bij niet-verzekerde zorg en overige
prestaties?’.
61.
Welke gegevens moeten op de factuur bij niet-verzekerde
zorg en overige prestaties?
Bovenstaande minimale eisen aan de factuur zijn niet van toepassing
voor niet-verzekerde zorg en overige prestaties.
Voor ovp’s en overige prestaties gelden er geen specifieke eisen voor de
factuur. Wel moet de zorgaanbieder de patiënt voorafgaand aan het
behandeltraject de patiënt informeren over de zorg en de prijs daarvan.
62.
Mag de zorgaanbieder meer gegevens op de factuur zetten?
De lijst met gegevens op de factuur betreft een minimum. De
zorgaanbieder kan er voor kiezen om meer gegevens op de factuur te
zetten.
63.
Kan de zorgverzekeraar meer gegevens op de factuur eisen
bij een zorgaanbieder?
De zorgverzekeraar kan verplichten dat de zorgaanbieder ook andere
gegevens op de factuur plaatst dan de gegevens die verplicht zijn
volgens onze nadere regel gb-ggz. Verzekeraars en brancheorganisaties
van zorgaanbieders hebben afgesproken dat verzekeraars vooralsnog
geen diagnose informatie op de factuur vereisen. Wij waren niet
betrokken bij deze afspraken tussen veldpartijen. De NZa stelt diagnoseinformatie niet verplicht op de factuur.
19
64.
Hoe maakt de zorgaanbieder de prijs van de behandeling bij
niet-gecontracteerde zorg inzichtelijk?
Als de verzekeraar geen contract heeft met de zorgaanbieder dan is het
mogelijk dat de verzekeraar de zorg niet volledig vergoedt. De
zorgaanbieder moet door middel van een standaardprijslijst aan de
patiënt kenbaar maken wat de prijs is van de zorg. De inhoud van de
prestatie en het bijbehorende tarief dat in rekening wordt gebracht staan
op deze prijslijst vermeld.
Minimale dataset (mds)
65.
Welke gegevens worden aangeleverd aan het DIS?
De volgende gegevens worden aangeleverd aan het DIS op basis van
een door de NZa bepaalde mds:
− zorgaanbieder: unieke identificatie zorgaanbieder (AGB-code)
− hoofdbehandelaar: AGB-code (op persoonsniveau) en diens beroep;
indien van toepassing de AGB-code (op persoonsniveau) van de
tweede hoofdbehandelaar en diens beroep
− verwijzer: het type verwijzer en AGB-code verwijzer (op
persoonsniveau), indien er sprake is van type verwijzer genoemd
onder 1 tot en met 4 in de nadere regel
− patiëntgegevens: naam patiënt, geboortedatum, geslacht, postcode,
burgerservicenummer, unieke identificatie zorgverzekeraar (conform
UZOVI register)
− behandeltraject per patiënt: indeling in prestatie op basis van
zorgvraagzwaarte na intake en diagnostiek; Prestatie bij eindigen van
het behandeltraject; gedeclareerde prijs; stoornis volgens DSM-IV
(hoofdgroepniveau); ROM (ja/nee); begindatum behandeltraject;
einddatum behandeltraject
− per behandelcomponent wordt het aantal minuten directe en indirecte
patiëntgebonden tijd van iedere hoofdbehandelaar en iedere
medebehandelaar en diens beroep geregistreerd.
− afsluitreden
De gegevens worden niet aangeleverd als de privacyverklaring is
ondertekend. Zie ‘Wat zijn de consequenties van het invullen van de
privacyverklaring?’.
Voor overige prestaties, ovp’s en de prestatie onvolledig behandeltraject
moeten andere gegevens aangeleverd worden. Zie ‘Welke gegevens
moeten worden aangeleverd aan het DIS bij niet-verzekerde zorg,
overige prestaties en de prestatie Onvolledig behandeltraject?’.
66.
Welke gegevens moeten worden aangeleverd aan het DIS
bij niet-verzekerde zorg, overige prestaties en de prestatie
Onvolledig behandeltraject?
Voor overige prestaties en niet-verzekerde zorg hoeft de zorgaanbieder
geen data aan te leveren aan het DIS.
Voor de prestatie Onvolledig behandeltraject moeten de volgende
gegevens geregistreerd worden:
− prestatie
− gedeclareerde prijs
− stoornis volgens DSM-IV, met als antwoord ja of nee
20
− begindatum behandeltraject
− einddatum behandeltraject
− aantal minuten directe en indirecte tijd hoofdbehandelaar en diens
beroep
− aantal minuten directe en indirecte tijd van iedere medebehandelaar
en diens beroep
− afsluitreden
67.
Waarom worden deze gegevens aangeleverd aan het DIS?
Zorgaanbieders zijn verplicht om deze gegevens aan DIS te leveren.
Deze data zijn van belang voor het monitoren van ontwikkelingen en
eventueel toekomstig onderhoud aan het bekostigingssysteem. Wij
hebben dan bijvoorbeeld de mogelijkheid om te controleren of de
maximumtarieven wel een juiste hoogte hebben.
68.
Wanneer moeten deze gegevens aangeleverd worden aan
het DIS?
De mds-gegevens moeten maandelijks worden aangeleverd aan het DIS.
Vrijgevestigde zorgaanbieders die generalistische basis-ggz leveren
mogen deze gegevens per kwartaal aanleveren.
69.
Hoe registreert de zorgaanbieder behandelcomponenten?
De geleverde behandelcomponenten dienen geregistreerd te worden in
de mds. De behandelcomponenten zijn ingedeeld in een aantal
categorieën.
70.
Welke diagnose informatie moet de zorgaanbieder
registreren?
Wij vragen de zorgaanbieder de DSM-IV op hoofdgroepniveau te
registreren. Mogelijk moet de zorgaanbieder bij andere instanties of
organisaties specifieker aangeven om welke DSM-IV stoornis het gaat.
71.
Hoe wordt de tijd per patiënt geregistreerd als een
behandelaar groepstherapie verleent?
Als een patiënt groepstherapie krijgt waarbij meerdere patiënten
tegelijkertijd behandeld worden, dan deelt de behandelaar zijn bestede
tijd door het aantal deelnemers. Per patiënt wordt de bestede tijd
geregistreerd in de mds.
Overigens maakt het voor het tarief van het behandeltraject geen
verschil of de patiënt groepstherapie of een individuele behandeling
ontvangt. Het tarief is namelijk niet gekoppeld aan de bestede tijd maar
aan het patiëntprofiel. Zie voor meer informatie ‘Wat bepaalt in welke
prestatie een patiënt wordt ingedeeld?’.
72.
Hoe registreert een zorgaanbieder tijd onder de
behandelcomponent e-health?
In de nadere regel is direct patiëntgebonden tijd als volgt gedefinieerd:
“De tijd waarin een behandelaar, in het kader van de diagnostiek of
behandeling, contact heeft met de patiënt of met familieleden,
gezinsleden, ouders, partner of andere naasten (het systeem) van de
patiënt. Hier valt face-to-face, telefonisch en elektronisch contact via
email of internet onder (chatten, Skype, et cetera).” In deze definitie van
direct patiëntgebonden tijd zijn e-healthtoepassingen expliciet benoemd.
21
De behandelcomponent e-health kan bijvoorbeeld bestaan uit
elektronisch contact. Elektronisch contact valt onder direct
patiëntgebonden tijd.
Als een e-healthtoepassing leidt tot communicatie tussen een patiënt en
een programma/applicatie zonder tussenkomst/tijdsbesteding van een
behandelaar, dan kan hiervoor geen direct patiëntgebonden tijd worden
geregistreerd. Ook valt deze tijd niet onder indirect patiëntgebonden tijd.
Het niet kunnen registreren van patiëntgebonden tijd door een ehealthbehandelcomponent heeft verder geen invloed op het tarief dat de
zorgaanbieder ontvangt voor de zorg. De prestatie is voorafgaand aan de
behandeling bepaald op basis van het patiëntprofiel.
Verwijzer
73.
Is een verwijzing naar de gb-ggz nodig?
De NZa-regels vereisen geen verwijzing om een gb-ggz prestatie te
kunnen declareren. Voor de toegang tot de gb-ggz heeft de patiënt wel
een verwijzing nodig, maar dit vormt geen declaratievereiste van de
NZa. Verzekeraars hebben in hun polisvoorwaarden aangegeven dat een
verwijzing noodzakelijk is om de ggz-zorgkosten van de zorgverzekeraar
vergoed te krijgen.
74.
Wie zijn de verwijzers naar de gb-ggz?
De zorgverzekeraar kan in de verzekeringspolis bepalen wie de
zorgaanbieders zijn die mogen verwijzen naar de gb-ggz. Wij raden de
verzekerde aan om contact te zoeken met zijn/haar verzekeraar om na
te gaan welke bepalingen in dit kader in de verzekeringspolis staan.
75.
Waar moet de verwijsbrief of verwijzing naar de gb-ggz aan
voldoen?
De NZa stelt geen eisen aan de verwijzing. De NZa heeft wel registratie(aanlevering gegevens mds) en informatievereisten (minimale
factuurvereisten) die betrekking hebben op de verwijzer. Deze staan in
de nadere regel gb-ggz. De zorgaanbieder moet daardoor bijvoorbeeld
het type verwijzer en de AGB-code van de verwijzer registreren.
Verder moet de verwijzer vermoeden dat het om gb-ggz gaat en dus een
stoornis. De verwijzer hoeft geen inschatting te maken van bijvoorbeeld
de behandelduur of de vermoede DSM-IV stoornis.
Vragen over standaarden van verwijsbrieven vallen onder het
aandachtsgebied van zorgverzekeraars en zorgaanbieders. De NZa
adviseert patiënten bij problemen contact op te nemen met de
zorgaanbieder, zorgverzekeraar of een van de brancheorganisaties.
76.
Wat zijn de vereisten van de AGB-code van de verwijzer?
In de nadere regel gb-ggz staat onder meer dat de zorgaanbieder het
type verwijzer en de AGB-code (op persoonsniveau) op de factuur moet
vermelden en in de mds moet zijn geregistreerd. Deze gegevens zijn
alleen nodig indien er sprake is van een van de volgende typen
verwijzers:
− verwezen patiënt vanuit de eerste lijn
− verwezen patiënt vanuit een (andere) ggz-instelling
− instelling voor medisch specialistische zorg of ggz-praktijk
22
− verwezen patiënt vanuit de crisis zorg of SEH
− eigen patiënt
AGB-codes worden aangevraagd via Vektis. Vektis is verantwoordelijk
voor het beheer van het AGB-register en zorgt voor kwaliteitsborging.
Zorgaanbieders zijn verantwoordelijk voor het correct aanleveren van
gegevens en het op tijd doorgeven van mutaties.
77.
Is het bij de prestatie 'Basis-ggz Chronisch' noodzakelijk
om ieder jaar een nieuwe verwijzing te hebben?
De NZa vereist geen verwijzing om de prestatie ‘Basis-ggz Chronisch’ te
kunnen declareren.
Als de zorgverzekeraar en zorgaanbieder afspraken hebben gemaakt dan
kan in de polisvoorwaarden van de verzekerde staan of een verwijzing
noodzakelijk is.
78.
Is er opnieuw een verwijzing nodig nadat de patiënt een
prestatie Onvolledig behandeltraject heeft ontvangen?
De NZa vereist geen verwijzing om de prestatie ‘Onvolledig
behandeltraject’ te kunnen declareren. Als de zorgverzekeraar en
zorgaanbieder afspraken hebben gemaakt dan kan in de
polisvoorwaarden van de verzekerde staan of een verwijzing noodzakelijk
is.
Privacyverklaring
79.
Wat zijn de consequenties van het invullen van de
privacyverklaring?
Als de patiënt dat wenst kan een privacyverklaring worden ondertekend.
De zorgaanbieder levert dan in het geheel geen gegevens aan DIS.
De privacyverklaring kunt u vinden in de bijlage van de nadere regel gbggz.
80.
Kan door het invullen van de privacyverklaring ook
voorkomen worden dat er diagnose-informatie op de
factuur staat?
Nee. Het invullen van de privacyverklaring heeft geen effect op de
informatie op de factuur. De NZa stelt geen verplichtingen aan diagnoseinformatie op de factuur. De stoornis DSM-IV moet op hoofdgroepniveau
worden aangeleverd aan DIS. Dit geldt niet als de privacyverklaring is
ondertekend (te vinden in de bijlage van de nadere regel).
Uit de geleverde prestatie die op de factuur staat, kan men slechts
afleiden dat het om een DSM-IV stoornis gaat. Zorg in de gb-ggz
gedeclareerd op basis van een integrale prestatie, kan alleen
plaatsvinden als er sprake is van een DSM-IV stoornis. De behandeling
van klachten vindt plaats bij de huisarts.
Onderlinge dienstverlening
81.
Wanneer is er sprake van onderlinge dienstverlening?
Er is sprake van onderlinge dienstverlening als een andere zorgaanbieder
door de zorgaanbieder wordt geraadpleegd. De zorgaanbieder die wordt
geraadpleegd moet de prestatie in rekening brengen aan de
23
opdrachtgevende zorgaanbieder. De zorgverlenende zorgaanbieder
betaalt de onderlinge dienstverlening vanuit de integrale prestatie
(zorgpakket) van de patiënt. De patiënt betaalt daar dus niet extra voor.
Zorgaanbieders moeten onderling een vergoeding afspreken en in
rekening brengen.
Gecontracteerde en niet-gecontracteerde zorg
82.
Wat is het verschil tussen gecontracteerde en nietgecontracteerde zorgaanbieders?
De beleidsregel, nadere regel en tariefbeschikking zijn van toepassing op
zowel door de zorgverzekeraar gecontracteerde als niet-gecontracteerde
zorgaanbieders. Dit betekent dat ook niet-gecontracteerde
zorgaanbieders de zorg op dezelfde wijze in rekening brengen.
Een verschil is dat in geval van een niet-gecontracteerde zorgaanbieder
de verzekeraar de behandeling wellicht niet volledig vergoedt.
Zorgaanbieders hebben een informatieverplichting ten aanzien van de
patiënt. De beleidsregel ‘Transparantie Zorgaanbieders’ verplicht
zorgaanbieders om patiënten tijdig voorlichting te geven over onder
andere tarieven, verzekerde status van de zorg en (eventuele) eigen
betalingen.
Een ander verschil is dat niet-gecontracteerde zorgaanbieders niet
onderhandelen met de zorgverzekeraar over prijs, kwaliteit en overige
aspecten van de zorg. De prijs die de niet-gecontracteerde zorgaanbieder
in rekening mag brengen, mag niet hoger zijn dan de maximumtarieven
van de NZa. De maximumtarieven staan vermeld in de tariefbeschikking
gb-ggz.
83.
Mag de patiënt zelf beslissen bij welke zorgaanbieder de
behandeling plaatsvindt?
Ja, de patiënt kan zelf de zorgaanbieder kiezen. Controleer hierbij wel of
deze aanbieder ook door uw zorgverzekeraar is gecontracteerd en wat de
gevolgen zijn voor uw vergoeding als dat niet het geval is (als u een
naturapolis heeft).
Informatieverplichting
84.
Wat moet de zorgaanbieder de patiënt voorafgaand aan de
behandeling vertellen over de prijs?
Een zorgaanbieder is verplicht om de patiënt zorgvuldig te informeren en de
gegeven informatie moet voor patiënten ook gemakkelijk vergelijkbaar zijn
met andere zorgaanbieders.
In het geval een zorgaanbieder geen contract heeft met de zorgverzekeraar
van de patiënt, is de zorgaanbieder verplicht om de patiënt voorafgaand
aan de behandeling te informeren over onder meer: tarieven, verzekerde
status van de zorg en eventuele eigen betalingen. Deze verplichtingen kunt
u terugvinden in de beleidsregel ‘Transparantie Zorgaanbieders’.
24
Voorschot
85.
Mag de zorgaanbieder om een voorschot vragen?
De NZa gaat niet over voorschotten, maar vindt het wel belangrijk dat
zorgaanbieders patiënten hier goed over informeren. Mede omdat de
patiënt alleen de einddeclaratie vergoed krijgt van zijn
zorgverzekeraar en niet de tussentijdse voorschotfacturen. De patiënt
financiert hiermee de zorg voor, wat niet de bedoeling is geweest bij het
opzetten van de regeling van de gb-ggz.
De zorgaanbieder moet duidelijk in zijn geneeskundige
behandelingsovereenkomst en/of algemene voorwaarden de mogelijkheid
van een voorschot hebben vastgelegd. De patiënt moet expliciet ingestemd
hebben met de betaling van een voorschot door het aangaan van de
behandelingsovereenkomst en het accepteren van de algemene
voorwaarden.
Beantwoording vragen over ggz
86.
Welke vragen beantwoordt de NZa?
De NZa kan uw vragen beantwoorden over zaken waar wij
verantwoordelijk voor zijn en kennis van hebben. De NZa kan u uitleggen
hoe de regels voor de gb-ggz in elkaar steekt en hoe het
bekostigingssysteem eruit ziet. Daarnaast kunnen wij u vertellen welke
declaratievereisten er minimaal zijn, welke informatievereisten er zijn
ten aanzien van de bekostiging, welke registratievereisten er zijn om de
zorg te mogen declareren.
Voor allerlei specifieke vragen over de zorg die de zorgaanbieder bij de
patiënt in rekening heeft gebracht, kunt u het beste rechtstreeks contact
opnemen met de zorgverzekeraar en/of de zorgaanbieder.
87.
Bij welke organisatie kan ik terecht voor andere vragen?
Er zijn verschillende organisaties die een bijdrage leveren en een
verantwoordelijkheid hebben binnen het systeem voor de generalistische
basis-ggz. Onderstaande lijst geeft een beperkte weergave van
organisaties met een van hun verantwoordelijkheden:
− zorgaanbieders: leveren ggz en declareren de zorg
− zorgverzekeraars: kopen ggz in bij zorgaanbieders en vergoeden deze
zorg
− zorgverzekeraars Nederland: de branche organisatie van
Zorgverzekeraars en vertegenwoordig zorgverzekeraars
− verschillende koepelorganisaties van zorgaanbieders: beroepsgroepen
in de ggz worden vertegenwoordigd door een koepelorganisatie. Er
zijn vele beroepsgroepen wat maakt dat er meerdere
koepelorganisaties zijn
− Nationale Patiënten Consumenten Federatie (NPCF): behartigen de
belangen van patiënten
− Zorginstituut Nederland (ZIN): bepaalt of zorg verzekerde of nietverzekerde zorg is
− Inspectie voor de Gezondheidszorg: controleert de kwaliteit van zorg
door zorgaanbieders
− Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS): stellen weten regelgeving op voor het systeem als geheel
25
88.
Waar kan de zorgaanbieder terecht bij problemen met het
declaratiesysteem of de aanlevering aan DIS?
Bij problemen met uw declaratiesysteem kunt u contact opnemen met
uw ICT leverancier. Bij problemen met de aanlevering van de mds neemt
u contact op met DIS (onderdeel van de NZa).
89.
Wat zijn de grootste veranderingen in de generalistische
basis-ggz voor 2016?
In de bijlage vindt u de grootste veranderingen in de generalistische
basis-ggz voor 2016.
26
Bijlage - beleidswijzigingen 2016
De beleidswijzigingen in de regels gb-ggz per 1 januari 2016 zijn
hieronder bondig uiteen gezet.
Schrappen van de verwijzing als declaratievoorwaarde
In de beleidsregel gb-ggz 2015 is een verwijzing van de huisarts of
andere hulpverlener opgenomen als voorwaarde om de gb-ggzprestaties
in rekening te kunnen brengen. Dit betekent dat een zorgaanbieder bij
een patiënt zonder verwijzing geen prestatie in rekening mag brengen,
ook niet als de patiënt de rekening zelf wil betalen. Dit werd in een
aantal situaties als knellend ervaren. De toegang tot de gb-ggz is
geborgd via de polisvoorwaarden van zorgverzekeraars waarin nadere
invulling wordt gegeven aan de verwijzing. Deze declaratievoorwaarde is
daarom in de beleidsregel 2016 komen te vervallen.
Voortijdige beëindiging behandeltraject op initiatief van behandelaar
Binnen de gb-ggz bestond in 2015 de mogelijkheid dat prestaties worden
afgesloten en in rekening worden gebracht als de patiënt het
behandeltraject op eigen initiatief voortijdig beëindigt. Veldpartijen
hebben bij ons aangegeven dat er ook een afsluitreden moet bestaan
voor het geval dat de behandelaar de behandeling voortijdig wil
stopzetten. Bijvoorbeeld als de behandelaar gedurende de behandeling
constateert dat hij/zij niet de juiste expertise/ervaring heeft om de
specifieke klachten van een patiënt te behandelen. Om deze reden is
per 2016 de huidige afsluitreden ‘Voortijdige beëindiging behandeling op
initiatief van de patiënt’ verruimd en veranderd in ‘Voortijdige
beëindiging behandeling op initiatief van de patiënt en/of behandelaar’.
Schrappen van een aantal items uit de MDS-aanlevering
Aanbieders van gb-ggz worden via de nadere regel ‘Generalistische
basis-ggz’ verplicht tot de het registreren en aanleveren van een de mds.
De dataset heeft de NZa nodig voor verschillende taken, zoals monitoring
en tariefherijking. Aanbieders hebben aangegeven dat het aanleveren
van gegevens aan het mds een administratieve last oplevert. Na
inventarisatie is gebleken dat een aantal items afgeleid kunnen worden
uit andere items en daarmee kunnen komen te vervallen. Het gaat om:
− Behandelcomponenten: deze kunnen worden afgeleid uit de tijd die op
de verschillende componenten wordt geschreven.
− Totale directe tijd per behandelaar: deze kunnen worden afgeleid door
de directe tijd per behandelcomponent op te tellen.
− Totale indirecte tijd per behandelaar: deze kunnen worden afgeleid
door de directe tijd per behandelcomponent op te tellen.
Bovenstaande items zijn komen te vervallen in registratieverplichting per
2016.
27
Download