4.9 Lineaire benaderingen Versie 26 september ü Inleiding Er bestaat geen formule om alle functiewaarden van de sinus uit te rekenen. Voor speciale hoeken kan de functiewaarde wel worden uitgerekend: sinH0L = 0, sinJ N = , sinJ N = p 6 1 2 p 4 1 2 2 etc. Een rekenmachine geeft de waarde 0.841471 voor sinH1L. Dit is een goede benadering voor sinH1L. In de praktijk komt het vaak voor dat men (functie)waarden niet exact kan bepalen. Men kan ze wel benaderen. Beschouw een functie f met een punt a in het domein DH f L. Als men van f de functiewaarde f HaL en de afgeleide f £ HaL kan berekenen, dan heeft men enig idee hoe de grafiek van f rond het punt a loopt. Anders gezegd: men weet hoe f zich locaal gedraagt rond a. ü Idee Beschouw een functie f die differentieerbaar is in het punt a. Y f HxL p1 HxL f HxL f HaL p0 HxL a x De raaklijn in Ha, f HaLL heeft vergelijking y = f HaL + f £ HaL Hx - aL. De raaklijn is de grafiek van de functie p1 gedefinieerd door X 2 Section04_09.nb p1 HxL = f HaL + f £ HaL Hx - aL. De horizontale lijn door Ha, f HaLL is de grafiek van de functie p0 gedefinieerd door p0 HxL = f HaL. Als x º a, dan kan men f HxL door p1 HxL of p0 HxL benaderen. In het algemeen zal p1 HxL een betere benadering zijn. ü Lineaire benadering Definitie Beschouw een functie f die differentieerbaar is in het punt a. Dan heet de functie p1 met p1 HxL = f HaL + f £ HaL Hx - aL de lineaire benadering of de linearisatie van de functie f rond het punt a. De functie p1 wordt ook met L aangegeven. Laat de haakjes bij een lineaire benadering staan. Als de lieaire benadering van een functie f rond het punt 1 gelijk is aan p1 HxL = 2 - 3 Hx - 1L, dan moet f H1L = 2 en f £ H1L = -3. Natuurlijk is p1 HxL = 5 - 3 x, maar f H1L en f £ H1L zijn nu niet gemakkelijk af te lezen. ü Voorbeelden Voorbeeld 1 Beschouw de functie f HxL = x met afgeleide f £ HxL = Rond a = 1 is de linearisatie LHxL = 1 + 1.1 = f H1.1L º LH1.1L = 1 + 1 2 Voorbeeld 2 Beschouw de functie f HxL = 1 x 1 4 1 10.2 1 4 Hx - 4L. μ 0.1 = 2.025 met afgeleide f £ HxL = - Rond a = 10 is de linearisatie LHxL = Dan is Hx - 1L. = f H10.2L º LH10.2L = 1 10 x μ 0.1 = 1.05 Rond a = 4 is de linearisatie LHxL = 2 + 4.1 = f H4.1L º LH4.1L = 2 + 1 2 1 2 1 10 - 1 100 - 1 100 Hx - 10L. 1 x2 μ 0.2 = 0.098 . . Section04_09.nb 3 Voorbeeld 3 Beschouw de functie f HxL = sinHxL. Rond a = 0 is LHxL = x de linearisatie van f . Nu is sinH0.1L = f H0.1L º LH0.1L = 0.1 We merken op dat sinH0.1L = 0.0998344, dus de benadering is niet slecht. Voorbeeld 4 Neem f HxL = Benader 36 + x . Dan Deze is LHxL = 6 + 1 12 36 = 6, zal 37 = f H1L. We nemen de linearisatie van f rond a = 0. 37 met een linearisatie. Omdat Hx - 1L. Dus 37 º LH1L = 6 + Voorbeeld 5 De linearisatie van tanHxL rond a = 1 12 37 iets groter dan 6 zijn. = 6.083 is p1 HxL = 1 + 2 Jx - N. p 4 Een benadering voor tanI46° M = tanJ + p 4 p N 180 p 4 p 4 is LJ + p N 180 = 1+ p 90 ü Fout bij linearisatie ü Stelling 11 Fout bij lineaisatie Gegeven functie f , interval I in DH f L met getallen a en x in I, x ∫ a, f H2L is continu op I. Dan geldt (1) f HxL = f HaL + f £ HaL Hx - aL + 1 2 f ££ HsL Hx - aL2 voor een zeker punt s tussen a en x De stelling zegt alleen dat er zo'n s bestaat en niet hoeveel het er zijn en hoe u ze kunt vinden. De term 1 2 f ££ HsL Hx - aL2 wordt de fout van de linearisatie genoemd en met E1 HxL aangegeven. Anders gezegd: f HxL = p1 HxL + E1 HxL 4 Section04_09.nb Zeker als x dicht bij a ligt, zal de fout klein zijn ten opzichte van Hx - aL. Het teken van E1 HxL bepaalt of p1 HxL onder of boven f HxL ligt. ü Voorbeelden Voorbeeld 6 Geef benadering voor sinH0.1L met een geschikt interval er omheen. Dan f HxL = sinHxL, a = 0 en LHxL = x. Nu is x = 0.1 en sinH0.1L = LH0.1L + E1 H0.1L. Nu is E1 H0.1L = - sinHsL H0.1L2 met 0 < s < 0.1. 1 2 Merk op dat 0 < sinHsL < sinH0.1L < 0.1. Dus EH0.1L = -sinHsL ÿ 0.005 is negatief . Er geldt dat -0.1 < -sinHsL < 0 ofwel -0.0005 < E1 H0.1L < 0. Overal LH0.1L bij optellen levert 0.0995 < sinH0.1L < 0.1 De rekenmachine geeft sinH0.1L = 0.0998334. Voorbeeld 7 Dan f HxL = 1.04 = f H1.04L, a = 1, f H1L HxL = Geef benadering voor x, De linearisatie is LHxL = 1 + x = 1.04; LH1.04L = 1 + 1 2 1 2 ÿ Hx - 1L. 1 2 Omdat 0 < c c x ÿ 0.04 = 1.02. Er geldt f H1.04L = LH1.04L + E1 H1.04L en E1 H1.04L = 1 en f H2L HxL = - 1.04 met een geschikt interval er omheen. 1 < 1, vinden we -0.0002 < E1 H1.04L < 0. Dus met optellen van LH1.04L vinden we 1.0198 < 8c c 4x x . H0.04L2 met 1 < c < 1.04. 1.04 < 1.02. ü Opmerkingen In LHxL haakjes van Hx - aL laten staan! De linearisatie LHxL is een polynoom in x van de graad hoogstens 1. Grafiek van linearisatie LHxL is rechte. 1