Manual basistraining voor padieproducenten juli 2007

advertisement
Basistraining voor
padieproducenten
droge grondbewerking
witterijst opslag
Spodoptera rupsen
inzaai padie
consument
zaadwants
bespuiten
slak
witte stengelboorder
bibitvlieg
spin
bemesten
thrips
oogsten
lieveheersbeestje
Gefinancierd door het Nationaal Rijstprogramma (project 9ACP RPR006)
juli 2007
Bouw van de rijstplant en de
groeifasen
NATIONAALRIJSTPROGRAMMA
IMAC
2008
Bouw van de plant
Bladeren
Stengel
Wortelstelsel
Wortelstelsel
Houvast
Opname voeding
Stengel
Vruchtdracht
Stevigheid
Transport van voeding
Bladeren
Fotosynthese
Ademhaling
Transpiratie
Pluimen
Voor de opslag van
voedsel
Voor een hoge opbrengst
Wortelstelsel, stengel
en bladeren:
• Goede groei
• Gezonde groei
Vegetatieve fase
Kieming: water, temperatuur, zuurstof
Uitstoeling: ruimte, voeding, water en licht
Lengtegroei: voeding, water, licht, etc.
Duur: afhankelijk van o.a. het ras.
ADRON-111: 45 tot 50 dagen
ADRON-125: 40 tot 45 dagen
Vegetatieve fase
Kieming: water, temperatuur, zuurstof
Uitstoeling
Primaire scheuten
Secundaire scheuten
Tertiare scheuten
Reproductieve fase
• Pluiminitiatie
• Bloei
• Bevruchting
Duur: 30 dagen
Reproductieve fase
Pluimvorming
Reproductieve fase
Bloei
Bevruchting
Rijping
Duur: 35 dagen
Melkstadium
Meelstadium
Rijpe korrel
Rassenkeuze, zaaizaadkeuze,
zaaidichtheid en inzaaiperiode
NATIONAAL RIJSTPROGRAMMA
IMAC
Rassenkeuze?
Goede en gezonde groei
is het resultaat van de
capaciteit van het ras
en de omgeving.
Waarop let je bij rassenkeuze?
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Goede jeugdgroei
Goede uitstoeling
Weerstand tegen ziekten
Goede kwaliteit
Hoge opbrengst potentie
Goede uitlevering (rendement)
Goede kookkwaliteit
De veel gebruikte rassen?
Eigenschap
GROVENI
ADRON-111
ADRON117
ADRON125
Donkergroen
Wit-groen
Groen
Paars
Glad
Glad
Ruw
Glad
Bloei (10% - 50%)
78 – 80 dni
70 - 75 dni
Groeiduur (dagen)
115 - 120
110 - 115
110 - 115
100 - 105
Korrellengte (padie)
11,7 mm
10,6 mm
11,0 mm
10,6 mm
Korrelbreedte
(padie)
2,2 mm
2,6 mm
2,3 mm
2,7 mm
1000-korrelgewicht
(padie)
36 gram
30 gram
26,4 gram
32,5 gram
Opbrengstpotentie
6-7 ton/ha
6-7 ton/ha
6-7 ton/ha
6-7 ton/ha
Voetkleur
Blad (Ruw/Glad)
70 - 75 dni 55 - 65 dni
De veel gebruikte rassen?
Waarop let je bij zaaizaadkeuze?
1. Grootte, vorm en mate van
korrelvulling
2. Uniformiteit en zuiverheid
3. Beschadiging en besmetting
4. Andere ongewenste zaden (andere
rassen, onkruid en rode rijst)
5. Kiemkracht en groeikracht
Wat is zaaizaad?
Standaarden
Elite Origineel 1ste nabouw
Zuiverheid (%), minimaal
98
98
98
Vreemde materiaal (%),
maximaal
Onkruiden (%), maximaal
2
2
2
0
0,5
0,5
Rode rijst
(per kg), maximaal
Kiemkracht (%), minimaal
0
2
5
95
90
85
13
13
13
Vochtgehalte (%),
maximaal
Wat doet zaaizaad?
1.
2.
3.
4.
5.
Belang goed zaad:
Uniform gewas
Goede groei en ontwikkeling
Meer weerstand tegen ziekten
Betere korrelvulling
Regelmatige afrijping
Wie maakt zaaizaad?
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Randvoorwaarden:
Toegang tot basis materiaal (origineelzaad)
Egaal areaal
Rode rijstvrij areaal
Geen menging met andere rassen door bijv.
opslag
Kennis over opzuiveren en
raseigenschappen
Juiste methoden en verzorging
Goede droog en opslagfaciliteiten
Zaaimethode en opzuiveren
Zaaidichtheid?
Bepaald door:
• Uitstoelingsvermogen ras
• Zaaizaadkwaliteit
• Inzaaisituatie (droog of nat)
• Ziekten & Plagen
• Manier van inzaai (direct of
overplanten)
Inzaaiperiode?
Bepaald door:
• Groeiduur van de rassen
• Regen en droge seizoenen
• Machinepark (tractoren & combine)
• Verwerkingscapaciteit, vooral drogen
en opslag
• Ziekten & plagen
Egalisatie & Grondbewerking
NATIONAALRIJSTPROGRAMMA
IMAC
Bodemvruchtbaarheid
1.
2.
3.
4.
Wat is bodem?
Wat is bodemsamenstelling?
Wat is bodemvruchtbaarheid?
Hoe moeten wij de bodem goed
verzorgen?
Bodem =
Is de bovenste laag van de
aarde waarop planten groeien: een
levend systeem dus.
Bodemsamenstelling
Niet levende delen:
„ Mineralen (Klei, zilt en zand (=45%))
„ Water en lucht (50%)
„ Organische stof (5%)
Bodemsamenstelling
Levende delen:
„ Wortelstelsel
„ Schimmels
„ Insecten
„ Nematoden (aaltjes)
„ Bacteriën, etc.
Bodemvruchtbaarheid =
De capaciteit van de bodem om
voldoende en in de juiste verhouding
voedingsstoffen te leveren voor een
goede en gezonde groei van
planten.
Bodemkwaliteit
Enkele eigenschappen:
„ Hoeveelheid organische stof
„ Waterdoorlatendheid
„ Samenstelling
„ Zuurgraad
„ Levende organismen
Bodemverzorging
Enkele aandachtspunten:
„ Zorgen voor voldoende rust
„ Zorgen voor voldoende levende
organismen dus weinig giftige
pesticiden
„ Stro of ander organisch materiaal in
de bodem inwerken
„ Goede droge grondbewerking
Doelen droge grondbewerking
„ Onkruidbestrijding
„ Versnellen verteringsprocessen
„ Doorluchting (droge grondbewerking)
Doelen natte grondbewerking
„ Onkruidbestrijding
„ Vermindert waterverlies
„ Verbetert bodemoppervlak voor een
goede opkomst
Praktijk
Over het algemeen:
2x droog; ploegen of eggen; SRD 175
3x nat; chipper of modderrol; SRD 225
1x balken;
SRD 50
Totale kosten: SRD 450/ha.
Praktijk
Alternatief = Minimum Tillage
2x droog; ploegen of eggen; SRD 175
1x Glyfosaat bespuiting;
SRD 60
1x nat; chipper of modderrol; SRD 75
1x balken;
SRD 50
Totale kosten: SRD 360/ha.
Een besparing van SRD 90 per hectare.
Minimum tillage
(Geen natte grondbewerking)
Een goede opkomst.
Regelmatige afrijping.
Effecten egaliseren
•
•
•
•
Uniform gewas,
Optimaal waterbeheer
Weinig onkruid
Minder kosten, etc.
Droge egalisatie
• Grader (“achterblad” + Tractor)
• Bull-Dozer
• Laser-bak
Natte egalisatie
• Grader (“achterblad” + Tractor)
• Bull-Dozer
• Laser-bak
Resultaat egaliseren
•
•
•
•
Hogere opbrengst
Betere kwaliteit
Lagere kosten
Beter milieu
Kosten egaliseren
• Hoogte verschillen
• Afstanden (spreiding grondverzet)
• US$80 – US$ 150
Veilig werken
met
pesticiden
NATIONAALRIJSTPROGRAMMA
IMAC
Pesticiden:
Alle chemische middelen die gebruikt worden
ter voorkoming of bestrijding van ziekten,
plagen en onkruiden in de rijstteelt.
Insecticiden
:tegen insecten
Fungiciden
:tegen schimmels
Herbicides
:tegen onkruiden
Molluscicide
:tegen slakken
Bactericide
:tegen bacteriën
Rodenticiden :tegen ratten
Bestanddelen
•Actieve ingrediënt (giftig)
•Additieven (bijvoegsels)
Giftigheids klasse
LD50: lethale dosis (dosering) waarbij 50% van de proefdieren doodgaan
LD50 (mg gif/kg lichaamsgewicht)
Oraal Dermaal
Classificatie Beschrijving vast vloeibaar
vast vloeibaar
1A
uiterst giftig
<5
<20
<10
<40
1B
zeer giftig
5 tot 50
20 tot 200
1 tot 100
40 tot 400
II
matig giftig
III
weinig giftig
50 tot 500 200 tot 2000
>500
>2000
100 tot 1000 400 tot 4000
>1000
>4000
Gevaren voor mens en milieu
Regel: alle pesticiden zijn gevaarlijk
Pesticiden kunnen op drie
(3) manieren in ons lichaam
komen:
1. Door ademhaling (mond en
neus)
2. Door eten en drinken (mond)
3. Via de huid
Gevaren voor mens en milieu
Acuut
Vergiftiging
•Via de mond
•Via de neus
•Via de huid
Chronisch
•Door langdurig onbeschermd gebruik van pesticiden
•Door voeding (resten)
Gevolgen
•Overgevoeligheid voor pesticiden
•Huidafwijkingen en schade aan organen
•Effecten op het nageslacht
Gevaren voor mens en milieu
Voorkomt U verspilling
of lekkage van
pesticiden
•Bedek de lekkage met
zand of zaagsel
•maak oppervlakte
schoon met water
•Houd U mensen en
dieren uit de buurt
•Verbrand of begraaf
besmette spullen
Gevaren voor mens en milieu
Na het gebruik van pesticiden:
•Maak Uw handen goed schoon
voordat u gaat eten of drinken
•Eet nooit op plaatsen met
pesticiden in de buurt
Gevaren voor mens en milieu
Houd U pesticiden
altijd uit de buurt
van mensen en
voedingsmiddelen
Gebruiksaanwijzing
Gebruiksaanwijzing
Gebruiksaanwijzing
Gebruiksaanwijzing
Bemesting
NATIONAALRIJSTPROGRAMMA
IMAC
micro
macro
Benodigde voedingsstoffen
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Koolstof (C)
Waterstof (H)
Zuurstof (O)
Stikstof (N)
Fosfaat (P)
Kalium (K)
Calcium (Ca)
Magnesium (Mg)
Zwavel (S)
Ijzer (Fe)
Mangaan (Mn)
Boron (Bo)
Molybdeen (Mo)
Koper (Cu)
Zink (Zn)
Chloor (Cl)
Bron: Lucht &
Water
Bemesting
(N, P, K)
Bron: Bodem
1. Organische stof
(N, P, S)
2.Mineralen
(P, K)
Belangrijkste functie van de
macronutriënten
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
Koolstof (C): Onderdeel van eiwitten, vetten, en koolhydraten.
Waterstof (H): Samen met C in eiwitten,vetten en koolhydraten.
Zuurstof (O): samen met C en H
Stikstof (N): groei, eiwitvorming, fotosynthese en werking van
enzymen
Fosfaat (P): fotosynthese, groei, ademhaling,
wortelontwikkeling, korrelvulling.
Kalium (K): stevigheid, weerstand, wortelontwikkeling,
korrelvulling.
Calcium (Ca): wortel en bladontwikkeling, celwandversteviging
Magnesium (Mg): fotosynthese (bladgroen productie),
enzymwerking
Zwavel (S): eiwitvorming, aanmaak van vitaminen en enzymen,
fotosynthese (bladgroenproductie)
Belangrijkste functie van de
micronutriënten
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Ijzer (Fe): fotosynthese (bladgroen productie) en
enzymactiviteit
Mangaan (Mn): enzymactiviteit, bladgroen
Boron (B): transport van suikers, zaadvorming.
Molybdeen (Mo): beïnvloedt werking van N
Koper (Cu): enzymactiviteit, bladgroen, N efficiëntie
Zink (Zn): bladgroen productie, lengtegroei,
afbraakprocessen
Chloor (Cl): niet bekend.
Bemesting
1. Waarmee?
• Welke meststoffen
2. Wanneer?
• Gelet op de groeifasen
3. Hoeveel?
• Gelet op kosten, behoefte en optimale
groei
Waarmee???
Kunstmest:
Ureum
Fosfaat
NPK
Kalium
Waarmee???
Organische mest:
Stro (4-5 ton/ha)
Kalium, enzymen, micro elementen
Azolla
Stikstof bron
Wanneer???
1. Uitstoeling & wortelontwikkeling
• Voor de vegetatieve groei
2. Pluiminitiatie
• Voor een goede pluimvorming
3. Booting
• Voor een goede korrelvulling
Tijdstippen???
Groeifase
Tijdstip
Meststof
Uitstoeling
Vanaf 25 DNI
Ureum en NPK
Pluiminitiatie
40 tot 45 DNI
Ureum
Booting
ADRON-111 = 70 tot 75 DNI
ADRON-125 = 55 tot 60 DNI
Ureum en
bladbemesting
DNI = dagen na inzaai
Hoeveel???
Nutrienten
Nutrienten behoefte voor rijst
(kg/ha)
Voor de
productie van 1
ton padie
Voor de
productie van 6
ton padie
Stikstof (N)
15
90
Fosfaat (P2O5)
6
36
Kalium (K2O)
18
108
Hoeveel per hectare???
We willen 6 ton/ha
Uitgangssituaties:
•
Zonder N bemesting is de opbrengst 2 ton/ha.
U moet dus bemesten met (6-2) x 15 kg = 60 N = 130
kg Ureum. Omdat een deel verloren gaat moet met
250 kg Ureum bemest worden.
•
Zonder P bemesting maar wel met N is de opbrengst
4 ton/ha. U moet dus voor 6 ton/ha bemesten met (64) x 6 kg = 12 kg P2O5 = 25 kg GTSP.
•
Zonder K bemesting maar wel met N en P is de
opbrengst 5 ton/ha. U moet dus bemesten met (6-5) x
18 = 18 kg K2O.
Omdat de bodemvruchtbaarheid verschilt moet voor elk
areaal apart bepaald hoeveel mest nodig is.
NATIONAALRIJSTPROGRAMMA
IMAC
Ziekten en plagen in de
rijstbouw
Indeling ziekten en plagen
Ziekten:
- schimmels
- bacteriën
- virussen
Plagen:
- insecten
- slakken
- vogels
- ratten
Wortelstelsel
• Slakken
• Helodytus kever
Wortelstelsel
• Helodytus kever
Stengel
(ziekten)
• Sheath blight
(schimmel)
Stengel
(plagen)
• Trips
• Boorder
Stengel
• Delphaciden
• Jassiden
Stengel
• Stengelwants
Bladeren
(ziekten)
• Leafblast
(schimmel)
• Brown spot
(schimmel)
Bladeren
(ziekten)
• Narrow brown
spot
(schimmel)
• Sheath
blight
(schimmel)
Bladeren
(ziekten)
• Hoja Blanca
(virus)
vector: Delphacide
• Hoja Blanca
(virus)
Bladeren
(ziekten)
Bladeren
(plagen)
• Bibitvlieg
• Trips
Bladeren
(plagen)
• Bibitvliegschade
Bladeren
(plagen)
• Boorder
Bladeren
(plagen)
• Bladrupsen
Bladeren
(plagen)
• Delphaciden
• Jassiden
Pluimen
• Neck blast
(schimmel)
Neck blast op
Groveni
Pluimen
• False smut
(Schimmel)
Pluimen
• Zaadwantsen
Pluimen
• Boorder
Pluimen
• Ratten en vogels
Algemeen
Ziekten
• Wanneer?
• Hoe?
• Maatregelen
- Niet te hoge N bemesting
- Bemesting met NPK
- Optijd bemesten
- Voorkomen van waterstress
- Niet te hoge zaaidichtheid gebruiken
Algemeen
Ziekten
Algemeen
Plagen
Wanneer?
Natuurlijke vijanden van de plagen
Maatregelen
•Cultuurmaatregelen (blauwe folder)
•Chemische bestrijding (groene folder)
•IPM (Integrated Pest Management)
Natuurlijke vijanden van de plagen
Libel
Kikker
Libel
Crawler van lady beetle
Lady beetle
Crawler van lichtkever
Spin
Relatie tussen bemesting en
ziekten en plagen
Toename van ziekten en plagen
door:
• Hoge N bemesting (ureum)
• Lage N bemesting
• Ongebalanceerde bemesting (NPK)
• Late bemesting
• Onregelmatige bemesting
Bedankt !
Management & administratie
NATIONAALRIJSTPROGRAMMA
IMAC
Management?
Optimale benutting van de schaarse
beschikbare hulpbronnen (land, arbeid en
kapitaal) om de nodige (gestreefde) doelen
te bereiken;
• Hoge opbrengst
• Goede kwaliteit
• Lage kosten
Dus voor een hoge winstgevendheid.
Managementactiviteiten?
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Doelen formuleren (strategisch & tactisch)
Plannen (tijdsbalk) & Organiseren (netwerk)
Uitkiezen methoden & technieken
Hulpbronnen zoeken
Communiceren/motiveren/coördineren/leiden
Controleren (=administratie)
Evalueren werkwijze
Pen en Papier
Doelen?
Hoofddoelen (strategisch = lange termijn)
• Hoge opbrengst
• Goede kwaliteit
• Lage kosten
Subdoelen (tactisch = korte termijn)
1. Landegalisatie/juiste bodemverzorging
2. Goed ras/goed zaad/juiste
inzaaiperiode/juiste zaaidichtheid
3. Juiste gewasverzorging (water, mest, ziekten,
plagen, onkruid en oogst)
Plannen & Organiseren?
Doel: hogere productiviteit, betere
veiligheid en lagere kosten;
• Betere tijdsindeling (vb. inzaaiperiode)
• Efficiëntere machinegebruik
• Verhoogde veiligheid
• Optimale kosten
• Efficiëntere inputgebruik/Hogere output
• Netwerk van personen/dienstverleners
Methoden en technieken?
1. Adequate bodemverzorging
2. Zaaizaadbehandeling (drogen, opslag
en voorkiemen)
3. Waterbeheer; onderwater of droge
inzaai
4. Hand of vliegtuig (inzaai en bemesten)
5. Pesticiden (rugspuit of vliegtuig)
Hulpbronnen?
Land
Beschikbaarheid/kwaliteit/kosten
Arbeid
Beschikbaarheid/kwaliteit/kosten
Kapitaal
Beschikbaarheid (eigen, bank,
NGO´s)/kwaliteit/kosten
Communiceren?
Doel: efficiënt uitvoeren van de planning.
Typen:
• Horizontaal (tussen boeren)
• Verticaal (tussen stakeholders)
• Andere sectoren
Controleren?
Registreren van technische en financiële
gegevens als wettelijke verplichting en
en management (analyse en planning)
activiteiten;
Welke gegevens:
1. Wettelijke (vergunningen, belastingen)
2. Fysieke (grootte, dagelijkse activiteiten)
3. Financiële (in- en verkopen, afschriften)
Financiële administratie?
Kosten/uitgaven
Inkomsten
Grondbewerking/landegalisatie
Onderhoud (dammen & leidingen)
Slakkenbestrijding (molluscicide & arbeid)
Inzaai (zaad & arbeid)
Bemesting (kunstmest & arbeid)
Waterpompen
Ziekten & plagen (insecticiden/fungiciden & arbeid)
Onkruidbeheer (herbiciden & arbeid)
Oogst (combinekosten)
Verkoop van padie
Huur van land
Management/Loon
Rente
Verzekering
Totale kosten
Totale inkomsten
%
Evalueren?
De opbrengst en kwaliteit plaatsen tegenover
de activiteiten (planning) & kosten.
Waar is verbetering vereist?
Indicatoren (meetpunten):
• Gewasontwikkeling
• Ziekten, plagen en onkruiden
• Bloei en afrijping
Onkruiden
NATIONAALRIJSTPROGRAMMA
IMAC
Doelen droge grondbewerking
„ Onkruidbestrijding
„ Versnellen verteringsprocessen
„ Doorluchting (droge grondbewerking)
Doelen natte grondbewerking
„ Onkruidbestrijding
„ Vermindert waterverlies
„ Verbetert bodemoppervlak voor een
goede opkomst
Effect Onkruiden
1. Concurrentie voor ruimte, licht, water en
voedingsstoffen
2. Verhindert waterbeheer
3. Kost meer tijd in de grondbewerking
4. Dient als gastheer voor insecten
5. Vermindert de kwaliteit van rijst
De rijstplant gaat niet goed groeien, waardoor
de opbrengst en kwaliteit omlaag gaan.
Soorten Onkruiden
1. Grassen
2. Schijngrassen
Soorten Onkruiden
3. Breedbladigen
Grassen
1. Massieve knopen en holle stengel
tussen knopen
2. Bladeren tegenoverstaand
3. Smalle bladeren
Grassen
4. Zaden in pluimvorm
Schijngrassen
Driehoekige stengel
Schijngrassen
Bladeren aan de onderkant bijelkaar in
een knoop
Schijngrassen
Bloemen hebben één basis
Breedbladigen
Brede bladeren met beide lange en
brede nerven
Onkruidbestrijding
1.
2.
3.
4.
5.
Grondbewerking
Selectie
Waterbeheer
Zaaidichtheid
Herbiciden
100,000 seeds
25,000 Seeds
One Year’s Seed
Equals Seven Year’s Weed
Oogst en verwerking
NATIONAALRIJSTPROGRAMMA
IMAC
Opbrengst en Kwaliteit?
Productie en kwaliteit worden bepaald door:
• Onderzoek (ADRON): rassen, technieken, etc.
• Landbouwer: raskeuze, zaaizaad,
inzaaiperiode, landegalisatie,
bodemverzorging, bemesting, ziekten en
plagenbeheer en oogst.
• Verwerker: drogen, pellen, slijpen,
verpakking en opslag.
Oogsten
Wat is de juiste werkwijze:
1. Bij het juiste vochtgehalte (20 – 25%): meer
dan 85% van de pluim is afgerijpt
2. Juiste combine onderhoud en afstelling
waardoor zo weining mogelijk verliezen bij:
•
•
•
Oogsten
Dorsen
Wannen (blower)
3. Transport: op tijd en over niet te lange
afstanden.
Verwerking
Verwerking bestaat uit:
1. Drogen
2. Pellen
3. Slijpen
4. Verpakken
5. Opslag
Drogen & Droogproces
1. Temperatuur
•
•
2.
3.
4.
5.
Zaaizaad (40°C)
Padie (40-65°C) in 2 keren
Duur (6-12 uren)
Zon of machine
Type droger (bin of kolom)
Dikte;
•
•
Zon: 5-10cm
Machine: < 75cm
Pellen & slijpen
Vereisten voor een hoog pel- en
slijprendement:
• Hoge kwaliteit van de padie: ras,
zaaizaad, egalisatie, bodem- en
gewasverzorging, drogen.
• Juiste vochtigheid (14%)
• Voldoende rustperiode (2 weken)
• Juiste onderhoud pellerij (machines)
• Goede kennis en ervaring operator
Opslag
Factoren van invloed:
1. Verpakking (grootte, materiaal, etc.)
2. Vochtgehalte
• 18% voor 2 weken
• 12-14% voor 1 jaar
• Minder dan 9% voor meer dan een jaar
3. Luchtvochtigheid
4. Temperatuur
5. Plagen
Kwaliteit padie
A (%)
B (%)
C (%)
14,0
14,0
14,0
14,0
Beschadigde korrels (enkel of
gecombineerd)
1,0
2,0
2,5
3,5
Rode korrels
1,0
2,5
3,5
5,5
Hittebeschadigde korrels
0,1
0,2
0,6
1,5
Groene korrels
2,0
3,0
4,0
6,0
Kalkachtige korrels
2,0
3,0
4,0
6,0
Slijprendement (totaal wit heel,
minimaal)
55,0
50,0
45,0
40,0
Totaal slijprendement
(minimaal)
70,0
67,0
65,0
63,0
Factor
Vochtgehalte
Extra A (%)
Kwaliteit cargo
Factor
Extra A (%)
A (%)
B (%)
C (%)
Vochtgehalte
14,0
14,0
14,0
14,0
Beschadigde korrels (enkel of
gecombineerd)
1,0
2,5
3,0
4,0
Rode korrels
1,0
2,5
3,5
5,5
Gele korrels
0,1
0,2
0,6
1,5
Amber korrels
0,5
0,8
1,0
2,0
Groene korrels
2,0
3,0
4,0
6,0
Padie
0,5
1,0
1,5
2,0
Slijprendement (totaal wit heel, minimaal)
72,0
71,0
70,0
65,0
Totaal slijprendement (minimaal)
88,0
86,0
82,0
80,0
Breuk
6,0
8,0
12,0
15,0
Kalkachtige korrels
2,0
3,0
4,0
6,0
Totaal vreemd materiaal
- Organisch
- Anorganisch
0,5
0,5
0,0
1,0
1,0
0,0
1,0
1,0
0,0
1,0
1,0
0,0
Kwaliteit witte rijst
Factor
Extra A (%)
A (%)
B (%)
C (%)
Vochtgehalte
14,0
14,0
14,0
14,0
Beschadigde korrels (enkel of
gecombineerd)
1,0
2,5
3,0
4,0
Rode korrels
1,0
2,5
3,5
5,5
Gele korrels
0,1
0,2
0,6
1,5
Amber korrels
0,5
0,8
1,0
2,0
Groene korrels
2,0
3,0
4,0
6,0
Padie
0,5
1,0
1,5
2,0
Slijprendement (totaal wit heel,
minimaal)
72,0
71,0
70,0
65,0
Totaal slijprendement (minimaal)
88,0
86,0
82,0
80,0
Breuk
6,0
8,0
12,0
15,0
Kalkachtige korrels
2,0
3,0
4,0
6,0
Totaal vreemd materiaal
- Organisch
- Anorganisch
0,5
0,5
0,0
1,0
1,0
0,0
1,0
1,0
0,0
1,0
1,0
0,0
Download