Basistraining voor padieproducenten droge grondbewerking witterijst opslag Spodoptera rupsen inzaai padie consument zaadwants bespuiten slak witte stengelboorder bibitvlieg spin bemesten thrips oogsten lieveheersbeestje Gefinancierd door het Nationaal Rijstprogramma (project 9ACP RPR006) juli 2007 Bouw van de rijstplant en de groeifasen NATIONAALRIJSTPROGRAMMA IMAC 2008 Bouw van de plant Bladeren Stengel Wortelstelsel Wortelstelsel Houvast Opname voeding Stengel Vruchtdracht Stevigheid Transport van voeding Bladeren Fotosynthese Ademhaling Transpiratie Pluimen Voor de opslag van voedsel Voor een hoge opbrengst Wortelstelsel, stengel en bladeren: • Goede groei • Gezonde groei Vegetatieve fase Kieming: water, temperatuur, zuurstof Uitstoeling: ruimte, voeding, water en licht Lengtegroei: voeding, water, licht, etc. Duur: afhankelijk van o.a. het ras. ADRON-111: 45 tot 50 dagen ADRON-125: 40 tot 45 dagen Vegetatieve fase Kieming: water, temperatuur, zuurstof Uitstoeling Primaire scheuten Secundaire scheuten Tertiare scheuten Reproductieve fase • Pluiminitiatie • Bloei • Bevruchting Duur: 30 dagen Reproductieve fase Pluimvorming Reproductieve fase Bloei Bevruchting Rijping Duur: 35 dagen Melkstadium Meelstadium Rijpe korrel Rassenkeuze, zaaizaadkeuze, zaaidichtheid en inzaaiperiode NATIONAAL RIJSTPROGRAMMA IMAC Rassenkeuze? Goede en gezonde groei is het resultaat van de capaciteit van het ras en de omgeving. Waarop let je bij rassenkeuze? 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Goede jeugdgroei Goede uitstoeling Weerstand tegen ziekten Goede kwaliteit Hoge opbrengst potentie Goede uitlevering (rendement) Goede kookkwaliteit De veel gebruikte rassen? Eigenschap GROVENI ADRON-111 ADRON117 ADRON125 Donkergroen Wit-groen Groen Paars Glad Glad Ruw Glad Bloei (10% - 50%) 78 – 80 dni 70 - 75 dni Groeiduur (dagen) 115 - 120 110 - 115 110 - 115 100 - 105 Korrellengte (padie) 11,7 mm 10,6 mm 11,0 mm 10,6 mm Korrelbreedte (padie) 2,2 mm 2,6 mm 2,3 mm 2,7 mm 1000-korrelgewicht (padie) 36 gram 30 gram 26,4 gram 32,5 gram Opbrengstpotentie 6-7 ton/ha 6-7 ton/ha 6-7 ton/ha 6-7 ton/ha Voetkleur Blad (Ruw/Glad) 70 - 75 dni 55 - 65 dni De veel gebruikte rassen? Waarop let je bij zaaizaadkeuze? 1. Grootte, vorm en mate van korrelvulling 2. Uniformiteit en zuiverheid 3. Beschadiging en besmetting 4. Andere ongewenste zaden (andere rassen, onkruid en rode rijst) 5. Kiemkracht en groeikracht Wat is zaaizaad? Standaarden Elite Origineel 1ste nabouw Zuiverheid (%), minimaal 98 98 98 Vreemde materiaal (%), maximaal Onkruiden (%), maximaal 2 2 2 0 0,5 0,5 Rode rijst (per kg), maximaal Kiemkracht (%), minimaal 0 2 5 95 90 85 13 13 13 Vochtgehalte (%), maximaal Wat doet zaaizaad? 1. 2. 3. 4. 5. Belang goed zaad: Uniform gewas Goede groei en ontwikkeling Meer weerstand tegen ziekten Betere korrelvulling Regelmatige afrijping Wie maakt zaaizaad? 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Randvoorwaarden: Toegang tot basis materiaal (origineelzaad) Egaal areaal Rode rijstvrij areaal Geen menging met andere rassen door bijv. opslag Kennis over opzuiveren en raseigenschappen Juiste methoden en verzorging Goede droog en opslagfaciliteiten Zaaimethode en opzuiveren Zaaidichtheid? Bepaald door: • Uitstoelingsvermogen ras • Zaaizaadkwaliteit • Inzaaisituatie (droog of nat) • Ziekten & Plagen • Manier van inzaai (direct of overplanten) Inzaaiperiode? Bepaald door: • Groeiduur van de rassen • Regen en droge seizoenen • Machinepark (tractoren & combine) • Verwerkingscapaciteit, vooral drogen en opslag • Ziekten & plagen Egalisatie & Grondbewerking NATIONAALRIJSTPROGRAMMA IMAC Bodemvruchtbaarheid 1. 2. 3. 4. Wat is bodem? Wat is bodemsamenstelling? Wat is bodemvruchtbaarheid? Hoe moeten wij de bodem goed verzorgen? Bodem = Is de bovenste laag van de aarde waarop planten groeien: een levend systeem dus. Bodemsamenstelling Niet levende delen: Mineralen (Klei, zilt en zand (=45%)) Water en lucht (50%) Organische stof (5%) Bodemsamenstelling Levende delen: Wortelstelsel Schimmels Insecten Nematoden (aaltjes) Bacteriën, etc. Bodemvruchtbaarheid = De capaciteit van de bodem om voldoende en in de juiste verhouding voedingsstoffen te leveren voor een goede en gezonde groei van planten. Bodemkwaliteit Enkele eigenschappen: Hoeveelheid organische stof Waterdoorlatendheid Samenstelling Zuurgraad Levende organismen Bodemverzorging Enkele aandachtspunten: Zorgen voor voldoende rust Zorgen voor voldoende levende organismen dus weinig giftige pesticiden Stro of ander organisch materiaal in de bodem inwerken Goede droge grondbewerking Doelen droge grondbewerking Onkruidbestrijding Versnellen verteringsprocessen Doorluchting (droge grondbewerking) Doelen natte grondbewerking Onkruidbestrijding Vermindert waterverlies Verbetert bodemoppervlak voor een goede opkomst Praktijk Over het algemeen: 2x droog; ploegen of eggen; SRD 175 3x nat; chipper of modderrol; SRD 225 1x balken; SRD 50 Totale kosten: SRD 450/ha. Praktijk Alternatief = Minimum Tillage 2x droog; ploegen of eggen; SRD 175 1x Glyfosaat bespuiting; SRD 60 1x nat; chipper of modderrol; SRD 75 1x balken; SRD 50 Totale kosten: SRD 360/ha. Een besparing van SRD 90 per hectare. Minimum tillage (Geen natte grondbewerking) Een goede opkomst. Regelmatige afrijping. Effecten egaliseren • • • • Uniform gewas, Optimaal waterbeheer Weinig onkruid Minder kosten, etc. Droge egalisatie • Grader (“achterblad” + Tractor) • Bull-Dozer • Laser-bak Natte egalisatie • Grader (“achterblad” + Tractor) • Bull-Dozer • Laser-bak Resultaat egaliseren • • • • Hogere opbrengst Betere kwaliteit Lagere kosten Beter milieu Kosten egaliseren • Hoogte verschillen • Afstanden (spreiding grondverzet) • US$80 – US$ 150 Veilig werken met pesticiden NATIONAALRIJSTPROGRAMMA IMAC Pesticiden: Alle chemische middelen die gebruikt worden ter voorkoming of bestrijding van ziekten, plagen en onkruiden in de rijstteelt. Insecticiden :tegen insecten Fungiciden :tegen schimmels Herbicides :tegen onkruiden Molluscicide :tegen slakken Bactericide :tegen bacteriën Rodenticiden :tegen ratten Bestanddelen •Actieve ingrediënt (giftig) •Additieven (bijvoegsels) Giftigheids klasse LD50: lethale dosis (dosering) waarbij 50% van de proefdieren doodgaan LD50 (mg gif/kg lichaamsgewicht) Oraal Dermaal Classificatie Beschrijving vast vloeibaar vast vloeibaar 1A uiterst giftig <5 <20 <10 <40 1B zeer giftig 5 tot 50 20 tot 200 1 tot 100 40 tot 400 II matig giftig III weinig giftig 50 tot 500 200 tot 2000 >500 >2000 100 tot 1000 400 tot 4000 >1000 >4000 Gevaren voor mens en milieu Regel: alle pesticiden zijn gevaarlijk Pesticiden kunnen op drie (3) manieren in ons lichaam komen: 1. Door ademhaling (mond en neus) 2. Door eten en drinken (mond) 3. Via de huid Gevaren voor mens en milieu Acuut Vergiftiging •Via de mond •Via de neus •Via de huid Chronisch •Door langdurig onbeschermd gebruik van pesticiden •Door voeding (resten) Gevolgen •Overgevoeligheid voor pesticiden •Huidafwijkingen en schade aan organen •Effecten op het nageslacht Gevaren voor mens en milieu Voorkomt U verspilling of lekkage van pesticiden •Bedek de lekkage met zand of zaagsel •maak oppervlakte schoon met water •Houd U mensen en dieren uit de buurt •Verbrand of begraaf besmette spullen Gevaren voor mens en milieu Na het gebruik van pesticiden: •Maak Uw handen goed schoon voordat u gaat eten of drinken •Eet nooit op plaatsen met pesticiden in de buurt Gevaren voor mens en milieu Houd U pesticiden altijd uit de buurt van mensen en voedingsmiddelen Gebruiksaanwijzing Gebruiksaanwijzing Gebruiksaanwijzing Gebruiksaanwijzing Bemesting NATIONAALRIJSTPROGRAMMA IMAC micro macro Benodigde voedingsstoffen • • • • • • • • • • • • • • • • Koolstof (C) Waterstof (H) Zuurstof (O) Stikstof (N) Fosfaat (P) Kalium (K) Calcium (Ca) Magnesium (Mg) Zwavel (S) Ijzer (Fe) Mangaan (Mn) Boron (Bo) Molybdeen (Mo) Koper (Cu) Zink (Zn) Chloor (Cl) Bron: Lucht & Water Bemesting (N, P, K) Bron: Bodem 1. Organische stof (N, P, S) 2.Mineralen (P, K) Belangrijkste functie van de macronutriënten 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Koolstof (C): Onderdeel van eiwitten, vetten, en koolhydraten. Waterstof (H): Samen met C in eiwitten,vetten en koolhydraten. Zuurstof (O): samen met C en H Stikstof (N): groei, eiwitvorming, fotosynthese en werking van enzymen Fosfaat (P): fotosynthese, groei, ademhaling, wortelontwikkeling, korrelvulling. Kalium (K): stevigheid, weerstand, wortelontwikkeling, korrelvulling. Calcium (Ca): wortel en bladontwikkeling, celwandversteviging Magnesium (Mg): fotosynthese (bladgroen productie), enzymwerking Zwavel (S): eiwitvorming, aanmaak van vitaminen en enzymen, fotosynthese (bladgroenproductie) Belangrijkste functie van de micronutriënten 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Ijzer (Fe): fotosynthese (bladgroen productie) en enzymactiviteit Mangaan (Mn): enzymactiviteit, bladgroen Boron (B): transport van suikers, zaadvorming. Molybdeen (Mo): beïnvloedt werking van N Koper (Cu): enzymactiviteit, bladgroen, N efficiëntie Zink (Zn): bladgroen productie, lengtegroei, afbraakprocessen Chloor (Cl): niet bekend. Bemesting 1. Waarmee? • Welke meststoffen 2. Wanneer? • Gelet op de groeifasen 3. Hoeveel? • Gelet op kosten, behoefte en optimale groei Waarmee??? Kunstmest: Ureum Fosfaat NPK Kalium Waarmee??? Organische mest: Stro (4-5 ton/ha) Kalium, enzymen, micro elementen Azolla Stikstof bron Wanneer??? 1. Uitstoeling & wortelontwikkeling • Voor de vegetatieve groei 2. Pluiminitiatie • Voor een goede pluimvorming 3. Booting • Voor een goede korrelvulling Tijdstippen??? Groeifase Tijdstip Meststof Uitstoeling Vanaf 25 DNI Ureum en NPK Pluiminitiatie 40 tot 45 DNI Ureum Booting ADRON-111 = 70 tot 75 DNI ADRON-125 = 55 tot 60 DNI Ureum en bladbemesting DNI = dagen na inzaai Hoeveel??? Nutrienten Nutrienten behoefte voor rijst (kg/ha) Voor de productie van 1 ton padie Voor de productie van 6 ton padie Stikstof (N) 15 90 Fosfaat (P2O5) 6 36 Kalium (K2O) 18 108 Hoeveel per hectare??? We willen 6 ton/ha Uitgangssituaties: • Zonder N bemesting is de opbrengst 2 ton/ha. U moet dus bemesten met (6-2) x 15 kg = 60 N = 130 kg Ureum. Omdat een deel verloren gaat moet met 250 kg Ureum bemest worden. • Zonder P bemesting maar wel met N is de opbrengst 4 ton/ha. U moet dus voor 6 ton/ha bemesten met (64) x 6 kg = 12 kg P2O5 = 25 kg GTSP. • Zonder K bemesting maar wel met N en P is de opbrengst 5 ton/ha. U moet dus bemesten met (6-5) x 18 = 18 kg K2O. Omdat de bodemvruchtbaarheid verschilt moet voor elk areaal apart bepaald hoeveel mest nodig is. NATIONAALRIJSTPROGRAMMA IMAC Ziekten en plagen in de rijstbouw Indeling ziekten en plagen Ziekten: - schimmels - bacteriën - virussen Plagen: - insecten - slakken - vogels - ratten Wortelstelsel • Slakken • Helodytus kever Wortelstelsel • Helodytus kever Stengel (ziekten) • Sheath blight (schimmel) Stengel (plagen) • Trips • Boorder Stengel • Delphaciden • Jassiden Stengel • Stengelwants Bladeren (ziekten) • Leafblast (schimmel) • Brown spot (schimmel) Bladeren (ziekten) • Narrow brown spot (schimmel) • Sheath blight (schimmel) Bladeren (ziekten) • Hoja Blanca (virus) vector: Delphacide • Hoja Blanca (virus) Bladeren (ziekten) Bladeren (plagen) • Bibitvlieg • Trips Bladeren (plagen) • Bibitvliegschade Bladeren (plagen) • Boorder Bladeren (plagen) • Bladrupsen Bladeren (plagen) • Delphaciden • Jassiden Pluimen • Neck blast (schimmel) Neck blast op Groveni Pluimen • False smut (Schimmel) Pluimen • Zaadwantsen Pluimen • Boorder Pluimen • Ratten en vogels Algemeen Ziekten • Wanneer? • Hoe? • Maatregelen - Niet te hoge N bemesting - Bemesting met NPK - Optijd bemesten - Voorkomen van waterstress - Niet te hoge zaaidichtheid gebruiken Algemeen Ziekten Algemeen Plagen Wanneer? Natuurlijke vijanden van de plagen Maatregelen •Cultuurmaatregelen (blauwe folder) •Chemische bestrijding (groene folder) •IPM (Integrated Pest Management) Natuurlijke vijanden van de plagen Libel Kikker Libel Crawler van lady beetle Lady beetle Crawler van lichtkever Spin Relatie tussen bemesting en ziekten en plagen Toename van ziekten en plagen door: • Hoge N bemesting (ureum) • Lage N bemesting • Ongebalanceerde bemesting (NPK) • Late bemesting • Onregelmatige bemesting Bedankt ! Management & administratie NATIONAALRIJSTPROGRAMMA IMAC Management? Optimale benutting van de schaarse beschikbare hulpbronnen (land, arbeid en kapitaal) om de nodige (gestreefde) doelen te bereiken; • Hoge opbrengst • Goede kwaliteit • Lage kosten Dus voor een hoge winstgevendheid. Managementactiviteiten? 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Doelen formuleren (strategisch & tactisch) Plannen (tijdsbalk) & Organiseren (netwerk) Uitkiezen methoden & technieken Hulpbronnen zoeken Communiceren/motiveren/coördineren/leiden Controleren (=administratie) Evalueren werkwijze Pen en Papier Doelen? Hoofddoelen (strategisch = lange termijn) • Hoge opbrengst • Goede kwaliteit • Lage kosten Subdoelen (tactisch = korte termijn) 1. Landegalisatie/juiste bodemverzorging 2. Goed ras/goed zaad/juiste inzaaiperiode/juiste zaaidichtheid 3. Juiste gewasverzorging (water, mest, ziekten, plagen, onkruid en oogst) Plannen & Organiseren? Doel: hogere productiviteit, betere veiligheid en lagere kosten; • Betere tijdsindeling (vb. inzaaiperiode) • Efficiëntere machinegebruik • Verhoogde veiligheid • Optimale kosten • Efficiëntere inputgebruik/Hogere output • Netwerk van personen/dienstverleners Methoden en technieken? 1. Adequate bodemverzorging 2. Zaaizaadbehandeling (drogen, opslag en voorkiemen) 3. Waterbeheer; onderwater of droge inzaai 4. Hand of vliegtuig (inzaai en bemesten) 5. Pesticiden (rugspuit of vliegtuig) Hulpbronnen? Land Beschikbaarheid/kwaliteit/kosten Arbeid Beschikbaarheid/kwaliteit/kosten Kapitaal Beschikbaarheid (eigen, bank, NGO´s)/kwaliteit/kosten Communiceren? Doel: efficiënt uitvoeren van de planning. Typen: • Horizontaal (tussen boeren) • Verticaal (tussen stakeholders) • Andere sectoren Controleren? Registreren van technische en financiële gegevens als wettelijke verplichting en en management (analyse en planning) activiteiten; Welke gegevens: 1. Wettelijke (vergunningen, belastingen) 2. Fysieke (grootte, dagelijkse activiteiten) 3. Financiële (in- en verkopen, afschriften) Financiële administratie? Kosten/uitgaven Inkomsten Grondbewerking/landegalisatie Onderhoud (dammen & leidingen) Slakkenbestrijding (molluscicide & arbeid) Inzaai (zaad & arbeid) Bemesting (kunstmest & arbeid) Waterpompen Ziekten & plagen (insecticiden/fungiciden & arbeid) Onkruidbeheer (herbiciden & arbeid) Oogst (combinekosten) Verkoop van padie Huur van land Management/Loon Rente Verzekering Totale kosten Totale inkomsten % Evalueren? De opbrengst en kwaliteit plaatsen tegenover de activiteiten (planning) & kosten. Waar is verbetering vereist? Indicatoren (meetpunten): • Gewasontwikkeling • Ziekten, plagen en onkruiden • Bloei en afrijping Onkruiden NATIONAALRIJSTPROGRAMMA IMAC Doelen droge grondbewerking Onkruidbestrijding Versnellen verteringsprocessen Doorluchting (droge grondbewerking) Doelen natte grondbewerking Onkruidbestrijding Vermindert waterverlies Verbetert bodemoppervlak voor een goede opkomst Effect Onkruiden 1. Concurrentie voor ruimte, licht, water en voedingsstoffen 2. Verhindert waterbeheer 3. Kost meer tijd in de grondbewerking 4. Dient als gastheer voor insecten 5. Vermindert de kwaliteit van rijst De rijstplant gaat niet goed groeien, waardoor de opbrengst en kwaliteit omlaag gaan. Soorten Onkruiden 1. Grassen 2. Schijngrassen Soorten Onkruiden 3. Breedbladigen Grassen 1. Massieve knopen en holle stengel tussen knopen 2. Bladeren tegenoverstaand 3. Smalle bladeren Grassen 4. Zaden in pluimvorm Schijngrassen Driehoekige stengel Schijngrassen Bladeren aan de onderkant bijelkaar in een knoop Schijngrassen Bloemen hebben één basis Breedbladigen Brede bladeren met beide lange en brede nerven Onkruidbestrijding 1. 2. 3. 4. 5. Grondbewerking Selectie Waterbeheer Zaaidichtheid Herbiciden 100,000 seeds 25,000 Seeds One Year’s Seed Equals Seven Year’s Weed Oogst en verwerking NATIONAALRIJSTPROGRAMMA IMAC Opbrengst en Kwaliteit? Productie en kwaliteit worden bepaald door: • Onderzoek (ADRON): rassen, technieken, etc. • Landbouwer: raskeuze, zaaizaad, inzaaiperiode, landegalisatie, bodemverzorging, bemesting, ziekten en plagenbeheer en oogst. • Verwerker: drogen, pellen, slijpen, verpakking en opslag. Oogsten Wat is de juiste werkwijze: 1. Bij het juiste vochtgehalte (20 – 25%): meer dan 85% van de pluim is afgerijpt 2. Juiste combine onderhoud en afstelling waardoor zo weining mogelijk verliezen bij: • • • Oogsten Dorsen Wannen (blower) 3. Transport: op tijd en over niet te lange afstanden. Verwerking Verwerking bestaat uit: 1. Drogen 2. Pellen 3. Slijpen 4. Verpakken 5. Opslag Drogen & Droogproces 1. Temperatuur • • 2. 3. 4. 5. Zaaizaad (40°C) Padie (40-65°C) in 2 keren Duur (6-12 uren) Zon of machine Type droger (bin of kolom) Dikte; • • Zon: 5-10cm Machine: < 75cm Pellen & slijpen Vereisten voor een hoog pel- en slijprendement: • Hoge kwaliteit van de padie: ras, zaaizaad, egalisatie, bodem- en gewasverzorging, drogen. • Juiste vochtigheid (14%) • Voldoende rustperiode (2 weken) • Juiste onderhoud pellerij (machines) • Goede kennis en ervaring operator Opslag Factoren van invloed: 1. Verpakking (grootte, materiaal, etc.) 2. Vochtgehalte • 18% voor 2 weken • 12-14% voor 1 jaar • Minder dan 9% voor meer dan een jaar 3. Luchtvochtigheid 4. Temperatuur 5. Plagen Kwaliteit padie A (%) B (%) C (%) 14,0 14,0 14,0 14,0 Beschadigde korrels (enkel of gecombineerd) 1,0 2,0 2,5 3,5 Rode korrels 1,0 2,5 3,5 5,5 Hittebeschadigde korrels 0,1 0,2 0,6 1,5 Groene korrels 2,0 3,0 4,0 6,0 Kalkachtige korrels 2,0 3,0 4,0 6,0 Slijprendement (totaal wit heel, minimaal) 55,0 50,0 45,0 40,0 Totaal slijprendement (minimaal) 70,0 67,0 65,0 63,0 Factor Vochtgehalte Extra A (%) Kwaliteit cargo Factor Extra A (%) A (%) B (%) C (%) Vochtgehalte 14,0 14,0 14,0 14,0 Beschadigde korrels (enkel of gecombineerd) 1,0 2,5 3,0 4,0 Rode korrels 1,0 2,5 3,5 5,5 Gele korrels 0,1 0,2 0,6 1,5 Amber korrels 0,5 0,8 1,0 2,0 Groene korrels 2,0 3,0 4,0 6,0 Padie 0,5 1,0 1,5 2,0 Slijprendement (totaal wit heel, minimaal) 72,0 71,0 70,0 65,0 Totaal slijprendement (minimaal) 88,0 86,0 82,0 80,0 Breuk 6,0 8,0 12,0 15,0 Kalkachtige korrels 2,0 3,0 4,0 6,0 Totaal vreemd materiaal - Organisch - Anorganisch 0,5 0,5 0,0 1,0 1,0 0,0 1,0 1,0 0,0 1,0 1,0 0,0 Kwaliteit witte rijst Factor Extra A (%) A (%) B (%) C (%) Vochtgehalte 14,0 14,0 14,0 14,0 Beschadigde korrels (enkel of gecombineerd) 1,0 2,5 3,0 4,0 Rode korrels 1,0 2,5 3,5 5,5 Gele korrels 0,1 0,2 0,6 1,5 Amber korrels 0,5 0,8 1,0 2,0 Groene korrels 2,0 3,0 4,0 6,0 Padie 0,5 1,0 1,5 2,0 Slijprendement (totaal wit heel, minimaal) 72,0 71,0 70,0 65,0 Totaal slijprendement (minimaal) 88,0 86,0 82,0 80,0 Breuk 6,0 8,0 12,0 15,0 Kalkachtige korrels 2,0 3,0 4,0 6,0 Totaal vreemd materiaal - Organisch - Anorganisch 0,5 0,5 0,0 1,0 1,0 0,0 1,0 1,0 0,0 1,0 1,0 0,0