Routekaart samenwerking natuur, drinkwater en waterbeheer Tijdens de Groene Tafel Natuur & Drinkwater op 1 april 2016 hebben de vertegenwoordigers van de volgende organisaties, onder voorzitterschap van dr. C.P. Veerman (voormalig Minister van LNV, voormalig voorzitter Natuurmonumenten, voorzitter Vewin) onderstaande routekaart besproken en vervolgens vastgesteld: Peter Munters - plv. directeur Natuur & Biodiversiteit Ministerie EZ Jan Jacob van Dijk - gedeputeerde provincie Gelderland Han Weber - gedeputeerde provincie Zuid-Holland Mariëtte Pennarts-Pouw - gedeputeerde provincie Utrecht Sylvo Thijsen - directeur Staatsbosbeheer Teo Wams - directeur natuurbeheer van Natuurmonumenten Hank Bartelink - directeur 12 Landschappen Dirk-Siert Schoonman - heemraad Waterschap Vallei en Veluwe Alfred van Hall - dijkgraaf Waterschap Hunze en Aa’s Ruud Maarschall - hoogheemraad Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Elbert Roest - burgemeester Gemeente Laren Petra Schut - regiodirecteur IVN Noord-Holland en Utrecht Joke Cuperus - directeur PWN Lieve Declercq - directeur Vitens Wim Drossaert - directeur Dunea Riksta Zwart - directeur Waterbedrijf Groningen Renée Bergkamp - directeur Vewin In het spanningsveld tussen de belangen voor natuur en drinkwater hebben betrokken organisaties in het verleden regelmatig tegenover elkaar gestaan. Ook nu nog zijn er complexe situaties op te lossen. Tijdens de Groene Tafel van 25 april 2014 hebben natuurbeheerders, drinkwaterbedrijven, provincies, een gemeente en het ministerie van Economische Zaken gezamenlijk geconcludeerd dat er meer synergie behaald kan worden uit samenwerking, met winst voor natuur, water en maatschappij. De deelnemers hebben de intentie uitgesproken hierin samen op te trekken, ieder vanuit de eigen rol en verantwoordelijkheid. Bij de Groene Tafel van 1 april 2016 hebben de partijen een volgende stap gezet in het versterken en verankeren van de samenwerking rond natuur, drinkwater en waterbeheer. Ze zijn allemaal organisaties met een maatschappelijke opgave en onze inzet moet voordeel opleveren voor de burger. De deelnemende partijen hebben onderstaande routekaart vastgesteld met drie belangrijke elementen voor succesvolle samenwerking: een gezamenlijke ambitie, gezamenlijke acties en afspraken over financiering en rolverdeling. Met dit instrument kan het doel van het halen van de natuurdoelen en bescherming van drinkwaterbronnen in samenhang met het bodem- en watersysteem toepasbaar worden en doorwerking krijgen in regionale programma’s. Van groot belang is ook de gezamenlijke lobby voor waterkwaliteitsverbetering in de landbouw met als doel schonere drinkwaterbronnen in die gebieden en een positief effect op de natuur. De routekaart biedt een checklist van wat de partijen zullen bespreken om succesvol samen te werken als gebiedspartners. Samenwerking moet leiden tot concrete winst voor natuur, (drink)water en maatschappij en zal daarom in de eerste plaats zichtbaar worden in gebiedsgerichte projecten. Tegelijkertijd is een samenbindend regionaal programma nodig waarbinnen de gezamenlijke lange termijn ambitie en aanpak vorm kan krijgen. Het programma moet de mogelijkheid bieden om op basis van lessen en successen de samenwerking verder uit te bouwen. Dit is inclusief complexere projecten waar waterbeheerders, drinkwaterbedrijven, natuurbeheerders en andere relevante stakeholders op dit moment nog verschillende visies hebben op de problematiek en oplossingsrichtingen. Door het steeds doorlopen van de routekaart komen we tot een krachtig programma. 1 Routekaart 1. Ambitie - wat willen we samen bereiken? Eerste stap in de routekaart is het formuleren van een gezamenlijk ambitie voor een robuuster gebied. De discussie rond het raakvlak natuur en (drink)water spitst zich vaak toe op locaties waar spanning is tussen de twee functies en op geldstromen. Zonder af te doen aan de waarde van deze discussies is geconcludeerd dat voor het ontwikkelen van de samenwerking in de eerste plaats een gemeenschappelijke ambitie nodig is. Dit kan behulpzaam zijn om ook uit de moeilijke discussies te komen. We overleggen met open agenda’s, we zijn immers allemaal maatschappelijke organisaties met fundamentele maatschappelijke belangen. Natuurbeheerders, drinkwaterbedrijven en waterschappen hebben te maken met vergelijkbare uitdagingen als het gaat om de druk op de beschikbare ruimte, lange termijn zekerheid en kwaliteit. Om te kunnen leveren waar de maatschappij om vraagt hebben zij een gemeenschappelijk belang bij robuuste gebieden voor natuur, waterwinning en waterberging. In robuuste gebieden is het streven (al dan niet met een zonering) dat de functies samengaan en elkaar versterken. In de voorbereiding zijn kenmerken van robuuste gebieden geïnventariseerd en deze omvatten in elk geval een: Bodem- en watersysteem dat meerdere functies duurzaam faciliteert Schoon milieu t.b.v. kwaliteit van de drinkwaterbron en natuur Sterke ruimtelijke bescherming Sterk draagvlak in de omgeving Op verschillende plekken liggen uitdagingen om gebieden robuuster te maken. Voor een deel gaat het om lopende trajecten waar in maatschappelijke afweging een keuze wordt gemaakt voor een balans tussen de verschillende functies. Daarnaast zien partijen ook kansen om in sommige gevallen meer te doen: meer natuur, waterberging en betere bescherming van drinkwaterbronnen. Hier is energie te vinden om samen te werken. Daarbij hoeven complexere cases met spanning tussen natuur en (drink)water niet uit de weg te worden gegaan. Verder liggen er ook kansen voor het robuuster maken van gebieden door het bodem- en watersysteem als één geheel te beschouwen. De partijen onderzoeken of bij de Structuurvisie Ondergrond (STRONG) een gezamenlijke boodschap kan worden ingebracht. 2. Aanpak – op welke manier bereiken we dit? Tweede stap in de routekaart is het inventariseren van maatregelen voor een gebied en het zoeken van draagvlak bij betrokken partijen Natuurbeheerders hebben samengewerkt voor het programma ‘klimaatbuffers’. Klimaatbuffers zijn robuuste natuurgebieden waar water de ruimte krijgt. Naast ambitie op de inhoud is in ook aandacht besteed aan meekoppelen met andere belangen en maatschappelijke acceptatie. Concrete projecten zijn opgehangen aan een overkoepelend programma. Een dergelijke aanpak blijkt een krachtig middel om concrete gebiedsgerichte projecten te combineren met een voor de maatschappij herkenbare visie. In de pilot Utrecht, die is voortgekomen uit de eerste Groene Tafel, zijn 4 domeinen van samenwerking geïdentificeerd die onderdeel uit kunnen maken van de samenwerking. Het is hierbij van belang om in een vroeg stadium alle relevante partijen aan tafel te hebben. Maatregelen om een gebied robuuster te maken kunnen in alle 4 domeinen worden gezocht: beleid & lobby: functies die bij elkaar horen en ruimte en bescherming nodig hebben beheer & inrichting: efficiënte oplossingen voor de maatschappij en tegengaan van verdroging bewustwording & communicatie (incl . educatie): draagvlak in de omgeving nu en in de toekomst kennis & innovatie: ontwikkelen nieuwe oplossingen voor natuur, drinkwater en waterbeheer Rollen en financiën – op welke manieren zetten we ons hiervoor in? Derde stap in de routekaart is het zoeken naar financieringsbronnen en een passende samenwerkingsvorm om de gezamenlijke ambitie voor robuuste gebieden te realiseren. Een programma vraagt om afspraken over rolverdeling en inzet van financiën en menskracht. Vanuit de ambities, maatschappelijke taken en verantwoordelijkheden heeft ieder van de deelnemende partijen daarin zijn sterktes èn beperkingen. Om hier een optimum in te vinden is het belangrijk niet de organisaties centraal te stellen, maar wat samenwerking oplevert voor de maatschappij. Winst voor burger/drinkwaterklant/natuur of anderszins is de basis voor de inzet van middelen, het pakken van een actieve rol en het over grenzen heen durven kijken. Voorbeelden van waar al een dynamiek van samenwerking is ontstaan zijn de pilot Utrecht en het groenfonds Staatsbosbeheer/Dunea. Een belangrijk kenmerk dat het groenfonds tot een succes maakt is dat de financiële middelen besteed worden in het gebied waar de burgers bijdragen aan het fonds. Commitment moet ook worden vastgelegd tussen partijen. Voor de financiële kant zijn er verschillende opties om dat te doen. Het idee van het programma is dat het kan groeien, waarbij de eerste stap meer of minder voorzichtig kan worden ingezet. Onderstaand schema geeft een bandbreedte aan van het financieel faciliteren 2 van een gezamenlijk programma. Hierbij is het van belang om te handelen vanuit het principe van ‘goed koopmanschap’: een zakelijke afweging die goed uit te leggen is aan de burger, waarbij we oude beelden achter ons laten. Bij samenwerking is het belangrijk om deze drie opties af te wegen. Bundelen Geen nieuw geld, maar bestaande committering samenbrengen in één programma. Inspanningsverplichting gezamenlijk programma Geen geld vooraf committeren, maar wel verplichten aan het opzetten van een gezamenlijk programma en dit financieel mogelijk maken Startfonds Vooraf een gezamenlijk fonds vormen om vervolgens een programma krachtig te kunnen inzetten Regionale programma’s De Routekaart is een instrument om tot regionale (provinciale) programma’s te komen met concrete projecten. De regionale projecten moeten passen in de lange termijn ambitie van het halen van de natuurdoelen en bescherming van drinkwaterbronnen in samenhang met het bodem- en watersysteem via het creëren van robuuste gebieden. Bij een nieuw project is het van belang om in een vroeg stadium alle betrokken partijen te betrekken. Niet alleen de deelnemers aan de Groene Tafel, maar afhankelijk van het project ook andere partijen zoals de particuliere grondbezitters of de landbouw- en recreatiesector. Omdat we allemaal maatschappelijke organisaties zijn met een fundamenteel maatschappelijk belang overleggen we met open agenda’s. Dit maatschappelijk belang houdt ook in dat de samenwerking winst moet opleveren voor de samenleving en hier is draagvlak bij burgers voor nodig. Essentieel bij ieder initiatief zijn dan ook communicatie en transparantie met als doel maatschappelijk draagvlak. 3 Routekaart samenwerking natuur, drinkwater en waterbeheer ambitie Waar zetten we op in? Robuuste gebieden voor natuur en drinkwater aanpak Waar zijn we verantwoordelijk voor? In standhouden en vergroten ecosysteemdiensten (= natuurlijk kapitaal) Wat levert dit op voor de maatschappij? Hoe gaan we dit doen? maatschappelijke baten vanuit: Natuur Sociaal Eco nomisch Inspira tie Beleid & lobby Beheer & inrichting Bewustwording & communicatie Kennis & innovatie rollen en financiën Hoe gaan we dit financieren? koppelen businesscases voor investering in natuurlijk kapitaal Hoe gaan we het organiseren? organisatievorm passend bij financiering verbonden door ambitie + overkoepelend programma 4