Parlementaire vraag nr. 740 van 27 januari 2014, gesteld door de heer Carl DEVLIES, Volksvertegenwoordiger, aan de Minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken, de heer Koen GEENS VRAAG Oude effecten aan toonder. Sinds 1 januari 2014 bestaan er in het Belgisch recht geen effecten aan toonder meer. Echter, in bepaalde gevallen hebben burgers nog steeds zulke oude effecten in hun bezit. Wat kunnen zij doen met deze oude effecten om in alle veiligheid hun rechten op deze effecten te verkrijgen en wat is de juridische aard van dergelijke documenten? REPONSE Le 1er janvier 2014, tous les titres au porteur de droit belge encore en circulation ont été convertis en titres nominatifs ou dématérialisés par l’effet de la loi du 14 décembre 2005 relative à la suppression des titres au porteur (art. 9) telle que modifiée par la récente loi du 21 décembre 2013 (ci-après la « loi »). Cela signifie qu’en droit belge les titres n’existent plus sous la forme au porteur depuis le 1er janvier 2014 (sauf quelques cas particuliers). En conséquence, les documents qui incorporaient les anciens titres au porteur ne sont plus considérés par la loi comme des titres négociables mais bien comme de simples meubles corporels. Lorsque le titulaire est resté inconnu, les titres représentés précédemment par ces instruments au porteur sont inscrits au nom de l’émetteur (art. 9 de la loi) et seront vendus publiquement dès 2015. Le possesseur de tels documents les utilisera pour prouver son droit de propriété. Jusqu’à la vente des titres non réattribués, il peut soit s’adresser directement à l’émetteur et demander une inscription nominative, soit, si l’émetteur émet des titres dématérialisés, s’adresser à un établissement de crédit ou à tout autre teneur de comptes agréé. Après le 1er janvier 2016, les demandes de réattributions de sommes ou de titres non vendus seront exécutées par un établissement mandaté en ce sens jusqu’au 31 décembre 2018 par la Caisse des Dépôts et Consignations. Les réattributions de titres seront accompagnées d’une amende. C’est la date de la demande de réattribution qui détermine si l’amende est due et son pourcentage. De telles opérations impliquent le déplacement et le transport des anciens titres et engendrent indubitablement des risques. Compte tenu de leur nature et de l’impossibilité de mise en opposition sur les titres depuis le 1er janvier 2014, les anciens titres seront marqués de manière irréversible et non-équivoque (via une perforation et, éventuellement, un estampillage) par l’institution financière qui les reçoit afin de les réattribuer. Ce marquage irréversible de la preuve de propriété ne requiert pas le consentement de l'émetteur du titre. Il rendra impossible toute réattribution d’un tel titre dont la preuve de propriété a déjà été présentée auprès d’une institution financière. Ceci permet d’assurer la bonne organisation de ces opérations, la sécurité juridique et la prévention des fraudes préjudiciables aux titulaires de bonne foi. En effet, en cas de vol ou de perte de ce document marqué par l’institution financière, le bordereau nominatif de mise en dépôt fera preuve de cette remise vis-à-vis de l’émetteur ou de son représentant. De la sorte, le titulaire se verra reconnaître ses droits sur le titre correspondant, et ce, de manière opposable et incontestable à l’égard de tous. » Le Ministre des Finances, chargé de la Fonction publique Koen GEENS ANTWOORD Op 1 januari 2014 werden alle nog in omloop zijnde effecten aan toonder naar Belgisch recht omgezet in effecten op naam of gedematerialiseerde effecten krachtens de wet van 14 december 2005 betreffende de afschaffing van de effecten aan toonder (art. 9), zoals gewijzigd bij de recente wet van 21 december 2013 (hierna ‘de wet’). Sedert 1 januari 2014 bestaan , naar Belgisch recht de effecten niet meer in de vorm van effecten aan toonder (met uitzondering van enkele bijzondere gevallen). Bijgevolg kunnen de papieren stukken die de vroegere effecten aan toonder incorporeerden, volgens de wet niet meer worden beschouwd als verhandelbare effecten, maar wel enkel nog als lichamelijke goederen. Indien de houder niet gekend is, worden effecten in de vroegere vorm van effecten aan toonder ingeschreven op naam van de emittent (art. 9 van de wet) en vanaf 2015 openbaar verkocht. Wie in het bezit is van dergelijke stukken, dient ervan gebruik maken om zijn eigendomsrecht te doen gelden. De rechthebbende heeft de mogelijkheid zich bekend te maken tot de dag van de verkoop en kan rechtstreeks terecht bij de emittent en vragen om een inschrijving op naam of, als de emittent gedematerialiseerde effecten uitgeeft, bij een kredietinstelling of enigerlei andere erkende rekeninghouder. Na 1 januari 2016 zullen de aanvragen tot nieuwe toewijzing van bedragen of niet verkochte effecten worden behandeld door de Deposito- en Consignatiekas of een daardoor tot 31 december 2018 aangestelde instelling . De persoon die een teruggave vraagt is een boete verschuldigd. Of er een boete wordt opgelegd en wat het percentage ervan is, hangt af van de datum van aanvraag tot nieuwe toewijzing. Dit houdt in dat oude effecten worden verplaatst en vervoerd wat ongetwijfeld risico’s met zich meebrengt. Gezien de aard van die oude effecten en de onmogelijkheid om verzet tegen effecten aan te tekenen sinds 1 januari 2014, zullen die effecten een onuitwisbare en ondubbelzinnige markering (via perforatie en, eventueel, een stempel) krijgen van de financiële instelling op het ogenblik van de neerlegging van de effecten door de rechthebbende die zich wenst bekend te maken. Voor het aanbrengen van die onuitwisbare en ondubbelzinnige markering als bewijs van eigendom, hoeft de emittent van het effect geen instemming te geven. Dankzij deze markering, vervalt elke mogelijkheid tot aanvaarding van zulk oud effect waarvan het bewijs van eigendom al bij een financiële instelling is aangetoond. Die werkwijze staat borg voor een vlot verloop van de omzetting en voor rechtszekerheid en biedt de mogelijkheid om fraude te voorkomen waarvan de houders te goeder trouw het slachtoffer zouden kunnen zijn. In geval van verlies of diefstal van het stuk waarop de financiële instelling een markering heeft aangebracht, zal het indieningsborderel op naam gelden als bewijs van overhandiging ten opzichte van de emittent of zijn vertegenwoordiger. Op die manier zullen de rechten van de houder op het bewuste effect tegenstelbaar zijn en door iedereen onbetwistbaar worden erkend. » Minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken Koen GEENS