Nr. 37 SJABBAT SJALOM 2 Tevet 5763 Overzicht Mikeets et is twee jaar later. Para’o heeft gedroomd. Hij is ontevreden met de pogingen van zijn raadgevers om de dromen te verklaren. De opperschenker van Par’o herinnert zich hoe Joseef zijn droom nauwkeurig verklaard heeft in de gevangenis en vertelt dat aan Par’o. Joseef wordt uit de gevangenis gehaald en voor Par’o geleid. Hij verklaart dat er spoedig zeven jaren van overvloed zullen komen, gevolgd door zeven jaren van hongersnood. Hij raadt Par’o aan een wijze man aan te stellen die het graan in de jaren van overvloed zal opslaan, ter voorbereiding van de hongersnood. Par’o stelt Joseef aan als onderkoning om op de uitvoering van dit project toe te zien. Par’a geeft Joseef een Egyptische naam, Tsafnat Paneach, en geeft hem Osnat, de dochter van zijn voormalige meester tot vrouw. Egypte wordt het graanpakhuis van de wereld. Joseef krijgt twee zonen, Menasje en Efraïm. Ja’akov zendt zijn zonen naar Egypte om voedsel te kopen,want ook in Kena’an is hongersnood. De broers worden naar Joseef gebracht en zij buigen voor hem. Joseef herkent hen, maar zij herkennen hem niet. Denkend aan zijn dromen speelt Joseef de rol van een Egyptische heerser en reageert hart, en beschuldigt hen van spionage. Joseef verkoopt hen voedsel, maar houdt Sjim’on gegijzeld, totdat zijn broers Benjamin gebracht hebben als bewijs van hun eerlijkheid. Joseef geeft zijn dienaren de opdracht het aankoopgeld voor het voedsel terug te doen in hun tassen. Op de terugweg ontdekken zij het geld en hun hart zinkt in hun schoenen. Zij keren terug naar Ja’akov en vertellen hem alles. Ja’akov weigert Benjamin naar Egyptete te laten gaan, maar wanneer de hongersnood ondragelijk wordt, stemt hij toe. Jehoeda garandeert Benjamins veiligheid en de broers gaan naar Egypte. Joseef verwelkomt de broers uitgebreid als belangrijke gasten. Wanneer hij Benjamin terugziet, rent hij de kamer uit en huilt. Joseef geeft zijn dienaren de opdracht het aankoopgeld voor het voedsel weer terug te doen in de zakken en de wijnbeker, waaruit hij gedronken heeft, in de zak van Benjamin te doen. Wanneer de wijnbeker ontdekt wordt, eist Joseef dat Benjamin voor straf zijn slaaf wordt. Jehoeda tracht tussenbeide te komen en biedt zichzelf aan in plaats van Benjamin, maar Joseef weigert. H dat zijn hele toekomst (en waarschijnlijk zijn leven) in de waagschaal lag. 2. Door te zeggen dat G-d voor het welzijn van Par’o zou zorgen toonde hij dat hijzelf een volledig looyaal dienaar van de Almachtige was. In de ogen van Par’o zou iemand, die zich realiseerde dat G-d hem integraal ten alle tijden zou leiden, zijn machtspositie ten goede gebruiken, in plaats van die te exploiteren: het verbod van diefstal is één van de zeven Noachidische wetten. 3. Wanneer wij het Tora-verhaal over de dromen van Par’o vergelijken met wat Par’o daarover aan Joseef vertelt, zien wij een aantal verschilpunten. Een daarvan is dat in de droom van Par’o de zeven gezonde koeien naast de zeven magere koeien stonden (41:3). Dit detail werd door Par’o niet aan Joseef verteld. De Mesjech Chochma wijst erop dat dit detail nietemin de fundamentele essentie was in Joseefs interpretatie: „Zie, er komen zeven jaren van grote overvloed in heel het land Egypte. En direct daarop komen zeven jaren van hongersnood,” wijzend op de twee groepen koeien die naast elkaar staan. Par’o realiseerde zich dat Joseef geleid werd door G-d, toen hij details verklaarde die hijzelf niet aan Joseef verteld had. 4. Ten slotte, tijdens heel Joseefs toespraak toonde hij geen enkele bezorgdheid voor zijn eigen welzijn – een gevangene in de kerkers van de Par’o. Hij stelde de behoeften van Par’o en de Egyptenaren voorop en die van hemzelf achteraan. Dit maakte zodanig indruk op Par’o dat hij begreep dat Joseef inderdaad de drager van G-d’s wijsheid was en dat die wijsheid kon worden aangewend voor de oplossing van zijn problemen: konden de Egyptenaren een ander vinden zoals Joseef, iemand met de geest van G-d in zich? (Opmerking: het feit dt Par’o de hand van G-d herkende betekent niet dat hij de godsdienst van de Aartsvaderen zou moeten aannemen: wie twaalf afgoden heeft, heeft ruimte voor een dertiende.) Jacob Solomon Inzicht in de parasja Par’o zei tegen Joseef: „Nadat G-d u dit alles te kennen gegeven heeft, is er niemand zo verstandig en wijs als u. U zult over mijn huisouden worden aangsteld en naar uw woorden richt zich heel mijn volk.” (Bereisjiet 41:39-40) Waarom verhief Par’o iemand, die kort daarvoor nog een gevangene was, een vreemdeling, tot Onderkoning van Egypte? Joseef verklaarde de dromen van Par’o tot diens gevredenheid, maar hij gedroeg zich niet zoals verwacht zou kunnen worden van een nederige, hulpeloze gevangene, die voor de monarch gebracht wordt, die de macht heeft overleven en dood van zijn onderdanen. Bovendien, zelfs voordat hij de bijzonderheden van de droom gehoord had bracht Joseef al de Almachtige naar voren: Niet ik ben het die dromen uitlegt! „Het is G-d die beslist over het welzijn van Par’o” (41:16)! Dit antwoord stond ongeveer gelijk met de ontkenning van de godsdienst van het toen machtigste en meest stabiele land in de wereld, waar de mensen vele afgoden dienden. Het is misschien vergelijkbaar met iemand uit Azië die tegen de President van de Verenigde Staten zegt: „Jullie cultuur en wijze van leven deugt niet.” En als kroon op alles – nog voordat hij de reactie van Par’o gehoord had, vertelde Joseef al hoe Par’o aan zijn eigen volk belasting moest opleggen om het land voor te bereiden op de zeven jaren van hongersnood. Er zijn verscheidene sleutels om dit deel van de geschiedenis te begrijpen: 1. Het feit dat Joseef de Almachtige al noemde voordat hij de details van de dromen had aangehoord, werkte in feite in zijn voordeel. Het bereidde de basis voor op zijn latere woorden, namelijk de zekerheid dat G-d de zeven jaren van overvloed en de zeven jaren van hongersnood zou brengen en dat er geen verstandige bestuurder zou zijn. Dit toonde aan Par’o zijn vaste overtuiging aan, dat G-d hem van de nodige wijsheid zou voorzien, ondanks 1 Nr. 37 SJABBAT SJALOM 2 Tevet 5763 Haftara I Melachiem 7:40-50 Wanneer, zoals dit jaar, er twee Sjabbatot in Chanoeka vallen, dan wordt op de tweede Sjabbat altijd Mikeets gelezen en als Haftara wordt gelezen uit I Melachiem 7:40-50, over Chiram, die het koperen vaatwerk voor het Beit Hamikdasj maakt en Koning Sjlomo die opdracht geeft voor de vervaardiging van het gouden vaatwerk. Deze Haftara, die gaat over de voorwerpen die Koning Sjlomo liet maken voor de eerste Tempel, werd gekozen omdat daarin ook de menora beschreven wordt, een voorwerp dat zo’n belangrijke rol speelde bij het wonder van Chanoeka. Wij zouden ons kunnen afvragen waarom de menora van Zecharja gekozen werd voor de eerste Sjabbat, terwijl toch Koning Sjlomo veel eerder geleefd heeft. R. Jacobson citeert in zijn boek Chazon Hamikra een verklaring van Rabbeinoe Nissim (in diens aantekeningen op de Rif op Megilla): Ook al bestond demenora van Koning Sjlomo eerder, die van Zecharja verdient toch de voorkeur, omdat die een toespeling is op de toekomst en dat is belangrijker. In de Talmoed (Traktaat Megilla 31a) staat: „Op de Sjabbat die samenvalt met Chanoeka wordt de Haftara gelezen die de menora beschrijft die de profeet Zecharja in zijn profetie gezien heeft. Wanneer er twee Sjabbatot op Chanoeka vallen, dan lezen we de bovengenoemde Haftara op de eerste Sjabbat en de Haftara die de menora van Koining Sjlomo beschrijft op de tweede Sjabbat.” Het geven van geschenken Door Rabbijn Shimon Apisdorf Het is leuk om deel te nemen aan het winkelen in de „cadeautijd”, maar horen geschenken bij Chanoeka? Een paar weken geleden werd ik opgebeld door de redacteur godsdienstzaken van een groot landelijk dagblad en vroeg die mij of zij mij enkele vragen mocht stellen in verband met de komende feestdagen. Zij wilde weten of ik haar een andere „kijk” op Chanoeka kon geven dan die zij had van horen zeggen. „En wat hoort u dan wel zo zeggen?” vroeg ik. „Wel, weet u,” begon ze, „dat Chanoeka de strijd om de nationale onafhankelijkheid viert. Of dat het een geschenkentijd is, net als Sinterklaas en Kerstmis, maar dan op z’n Joods.” Laten wij een ding duidelijk stellen: Er is niets verkeerds aan geschenken op zichzelf. Alleen, ze hebben geen speciale betekenis voor Chanoeka. In feite, wanneer niemand cadeautjes geeft of krijgt met Chanoeka, dan hebben ze niets belangrijks weggelaten van de feestdag. CULTUREEL OVERWELDIGD Iedereen die ik ken, met inbegrip van mijn eigen kinderen zullen mij willen wurgen nadat zij dit gelezen hebben. Om even een paar dingen recht te zetten: Ja, ik kreeg cadeautjes toen ik een kind kreeg. En ja, mijn vrouw en ik geven onze kinderen een paar cadeautjes met Chanoeka. Zo, nu dat gezegd is… De reden dat wij cadeautjes geven met Chanoeka is omdat Chanoeka precies valt omstreeks de tijd van Sinterklaas. Onze Joodse feestdag is cultureel overweldigd geworden door de obsessie van de maatschappij om elkaar met Sinterklaas en/of Kerstmis cadeautjes te geven. Er schuilt een grote historische ironie in het feit dat Chanoeka zo dramatisch beïnvloed is geworden door niet-Joods religie en cultuur. Het Joodse volk heeft gevochten om een vreemde cultuur te weerstaan en heeft die weerstand 2000 jaar gevierd. Nu vinden wij onszelf terug tussen gewoonten van weer een andere cultuur waarmee wij de overwinning van Chanoeka vieren. Wat zou Jehoeda de Maccabeeër daar wel van gezegd hebben? DE ZIEL VAN CHANOEKA Chanoeka gaat om twee altijd aanwezige krachten: duisternis en licht. Het gaat om een strijd tussen twee wereld-ideologieën: Hellenisme en Jodendom. Het gaat om de onwaarneembare menselijke vonk die mensen in staat doen stellen ver boven hun eigen beperkingen uit te komen. Het gaat om de kracht die in een miniatuur klein vlammetje zit, dat de enorme duisternis kan verdrijven. Het gaat over een klein volk dat de meest onverschrokken vijand overwint. Cadeautjes zijn schitterend – zowel om te geven als om te krijgen. Maar Chanoeka is in de eerste plaats niet een seizoen om geschenken te geven, maar een periode van groei. Het is een moment waarop men zoveel meer kan ontdekken – om nieuwe inzichten te verkrijgen in het Joodse leven en een nieuwe inspiratie voor het leven. Wat kan er nu nog een groter cadeau zijn dan dat? Uit: „Chanuka - Eight Nights of Light, Eight Gifts for the Soul,” door Rabbi Sjimon Apisdorf. http://www.leviathanpress.com. De originele Engelse versie van dit artikel is te vinden op: http://www.aish.com/chanukahbasics/chanukahbasicsdefault/Giving_Gifts.asp Copyright © 1995-2002 Aish.com - http://ww.aish.com 2