Beentumoren (=bottumoren) Inleiding Gezwellen in beenderen worden beentumoren genoemd. Er zijn verschillende typen beentumoren te onderscheiden. Zo zijn er vormen waarbij de tumor of het gezwel direct in het bot ontstaan is en het is dan dus geen uitzaaiing van een vorm van kanker elders in het lichaam. Dit noemt men primaire beentumoren. En er zijn vormen waarbij de tumor een uitzaaiing is van kanker elders in het lichaam. Dit noemt men een uitzaaiing naar de botten (metastatische beentumoren). Tumor is het medische woord voor gezwel en metastase is het medische woord voor uitzaaiing. Primaire beentumoren Primaire beentumoren (of bottumoren) ontstaan direct in beenweefsel en zijn zeldzaam. Men onderscheidt goedaardige (benigne) en kwaadaardige (maligne) tumoren (=kanker). Deze tumoren kunnen in alle menselijke beenderen voorkomen, maar de meeste komen voor in de armen en de benen. Alhoewel deze tumoren op iedere leeftijd kunnen voorkomen, ziet men ze het vaakst bij kinderen en jonge volwassenen. Gezwellen die voortkomen uit het beenmerg zoals leukemie (bloedziekte), ziekte van Kahler en lymfoom (lymfekliertumor) worden niet tot de beentumoren gerekend, alhoewel patiënten met deze aandoeningen vaak wel mede behandeld worden door een orthopedisch chirurg. Er is heel weinig bekend over de oorzaak van primaire beentumoren. Wel is bekend, dat iemand, die een hoge dosis bestraling (bijvoorbeeld radiotherapie) heeft gehad een verhoogde kans heeft op het ontstaan van een osteosarcoom (zie maligne primaire beentumoren). Ook wordt snelle groei in de puberteit in verband gebracht met het ontstaan van een osteosarcoom. Bij het ontstaan van sommige tumoren zijn ook erfelijke factoren betrokken. Klik hier voor kwaadaardige (of maligne) primaire beentumoren. Klik hier voor goedaardige (of benigne) primaire beentumoren. Metastatische beentumoren Dit zijn tumoren in beenderen die ontstaan zijn uit een gezwel dat elders in het lichaam begon; zij komen veel vaker voor dan primaire beentumoren. Het gaat hierbij vaak om uitzaaiingen (metastasen) van gezwellen in de long, schildklier, nier, in de borst (bij vrouwen), en prostaat (bij mannen). Ieder type tumor kan uitzaaiingen veroorzaken naar de beenderen; het vaakst komen deze metastasen voor in de heup, het bekken, de schouder en de rug. Overigens kunnen er ook uitzaaiingen ontstaan in andere delen van het lichaam. Deze soort bottumoren wordt in dit bestek niet verder besproken. Deze horen meer thuis bij de diverse soorten kanker waaruit ze zijn ontstaan. Goedaardige (of benigne) primaire beentumoren Inleiding Tot de regelmatig voorkomende benigne beentumoren behoren • • • • • • • Osteoïd Osteoom Osteoblastoom Chondroom, Exostose Chondroblastoom Reusceltumor Gezwelachtige afwijkingen van beenweefsel, die ook genoemd moeten worden zijn • • • Fibreuse Dysplasie Solitaire Beencyste en Aneurysmatische Beencyste Deze afwijkingen komen op vele plaatsen in het lichaam voor, zoals de ledematen, het bekken, de rug of de ribben.Goedaardige beentumoren ontaarden zeer zelden in kwaadaardige beentumoren (kanker). Als dit voorkomt is dat meestal omdat het tumorgebied bestraald is. Bij sommige families komen bepaalde tumoren op veel plaatsen in het lichaam voor, zoals bij exostosen. Bij die patiënten komt kwaadaardige ontaarding vaker voor. Er ontstaat dan vaak een chondrosarcoom (zie Kwaadaardig primair » Soorten). Vaak kunnen goedaardige primaire beentumoren chirurgisch afdoende behandeld worden. De in tumoren gespecialiseerde orthopedisch chirurg is de aangewezen persoon voor behandeling van deze afwijkingen. Minder vaak dan bij maligne (kwaadaardige) tumoren wordt de behandeling van deze benigne afwijkingen door een team uitgevoerd. Verschijnselen en diagnose primair benigne beentumoren De meest voorkomende beginklacht van veel van deze afwijkingen is pijn, vaak gepaard gaande met een abnormale zwelling. Ook kan er bijna spontaan een breuk optreden in de afwijking. Koorts komt bijna nooit voor. Het stellen van de diagnose vindt plaats na een uitgebreid gesprek en onderzoek door de orthopedisch chirurg met de patiënt. Hulponderzoeken zoals röntgenfoto’s, botscan en MRI (zie Kwaadaardig primair) worden in het kader hiervan vaak gemaakt. Alleen bij het Chondroblastoom en de Reusceltumor kunnen metastasen (uitzaaiingen) van het gezwel naar de longen voorkomen. Dit is echter zeldzaam. Alleen bij die tumoren zullen er dan ook röntgenfoto’s van de long gemaakt worden. De uiteindelijke diagnose wordt ook bij deze tumoren gesteld na weefselonderzoek van de tumor. Net als bij de maligne tumoren wordt weefsel uit de tumor verkregen via een biopsie. Alhoewel minder dringend dan bij maligne tumoren is het verstandig om de biopsie en de behandeling in een centrum te laten uitvoeren (zie Kwaadaardig primair). Kenmerken van een aantal goedaardige primaire beentumoren Osteoïd Osteoom en Osteoblastoom Deze goedaardige tumoren kenmerken zich door sterke beenvorming in sterk vaatrijk weefsel. Het Osteoblastoom wordt wel gezien als de grote broer van het Osteoïd Osteoom. Typisch is de heftige, vaak nachtelijke pijn die goed reageert op aspirine. De voorkeursleeftijd ligt tussen de 10 en 20 jaar. De afwijkingen kunnen in ieder skeletdeel worden gevonden, maar 50% bevindt zich in boven- of onderbeen. Chondroom Dit is een goedaardige gezwel, dat rijp kraakbeen vormt. De afwijking kan centraal in een skeletdeel liggen (enchondroom), of buiten het centrum tegen de wand van het bot (excentrisch chondroom). Vaak komt de afwijking op zich zelf voor, maar soms in veelvoud (enchondromatosis). De kans op kwaadaardige ontaarding is bij op zich zelf voorkomende chondromen 1%, echter bij enchondromatosis 20- 30%. Dan ontstaat een chondrosarcoom (zie Kwaadaardig primair » Soorten). Goede controle van chondromen is vaak om deze reden gewenst. De meeste chondromen komen aan de vingers voor, maar ook elders in het skelet. Niet alle chondromen behoeven behandeling; vaak kan men volstaan met controle. Exostose Dit is een benige uitwas van het bot, bedekt met een kraakbeenkap. De afwijking komt vooral bij kinderen voor; de afwijking kan tijdens de groei van het kind groter worden. Dat is normaal. Na de groei van het kind is groter worden van de Exostose vreemd; men moet dan rekening houden met kwaadaardige ontaarding. De kans op kwaadaardige ontaarding is 1% bij enkel voorkomende exostosen en minstens 10% bij leden van families, die deze afwijkingen vrijwel allemaal in veelvoud hebben. Zorgvuldige controle is bij hen gewenst. Exostosen komen in alle beenderen voor. Chondroblastoom Dit celrijke goedaardige gezwel bestaat uit kraakbeen, reuscellen en botcellen. De meeste patiënten zijn jonger dan 20 jaar. De afwijking komt vooral voor bij de groeischijf, aan de uiteinden van bijvoorbeeld bovenarm, boven- of onderbeen. Kwaadaardige ontaarding komt eigenlijk niet voor; wel kan de tumor, heel zelden, uitzaaien naar de longen. Reusceltumor Dit is een goedaardige agressieve tumor, waarin talrijke reuscellen voorkomen. De tumor wordt in 4 stadia ingedeeld; 1 t/m 3 zijn goedaardig; 4 is kwaadaardig. Kwaadaardigheid is zeer zeldzaam. 90% van de patiënten is ouder dan 20 jaar. De gemiddelde leeftijd ligt bij 33 jaar. Ook deze tumor ligt vlak naast of in het gebied van de oorspronkelijke groeischijf, vooral in bovenarm, bovenbeen of onderbeen. Ook in de goedaardige variant komen er uitzaaiingen van de tumor in de longen voor. De prognose van de goedaardige variant is meestal goed; die van de kwaadaardige variant vaak slecht. Kenmerken van een aantal goedaardige tumorachtige afwijkingen Fibreuze Dysplasie Dit is een ontwikkelingsstoornis van het bot, waarbij beenweefsel vervangen wordt door bindweefsel. Vaak komt de afwijking op zich zelf voor, maar bij 10% van de patiënten op meerdere plaatsen De voorkeursleeftijd ligt tussen de 10 en 30 jaar. De afwijking kan in alle delen van het skelet voorkomen. Niet alle uitingen van deze afwijking behoeven behandeling. Behandeling is vooral gewenst als er kans bestaat op breukvorming van het bot. Solitaire beencyste Dit is geen echt gezwel. Het gaat hierbij om een holte in een been, met 1 of meer kamers, waarin zich vocht bevindt. De afwijking komt vooral bij kinderen voor, aan het eind van lange pijpbeenderen, vlak bij de groeischijf. Meestal wordt de afwijking ontdekt omdat er een breuk in het skeletdeel ontstaat. Aneurysmatische been cyste (ABC) De ABC is geen echt gezwel. De oorzaak in niet duidelijk, de afwijking bestaat uit van elkaar door schotten gescheiden holten waarin zich niet gestold bloed bevindt. De afwijking komt nogal vaak voor bij gezwellen van beenweefsel zoals chondroblastoom en reusceltumor. De voorkeursleeftijd van de patiënten met deze afwijking ligt tussen de 10 en 25 jaar. De afwijking kan in alle beenderen van het menselijke skelet voorkomen. Behandeling goedaardige (of benigne) primaire beentumoren De behandeling, diagnosestelling en controle van patiënten met primair goedaardige beentumoren vindt vooral plaats door de orthopedisch chirurg, in samenwerking met de radioloog en patholoog. Ook gespecialiseerde verpleegkundigen en fysiotherapeuten zijn vaak bij de behandeling betrokken. Chirurgie is vaak de eerste keuze van behandeling. Soms kan daarbij niet worden volstaan met het verwijderen van het gezwel (chirurgisch), maar wordt daarna het gat dat na verwijdering ontstaat behandeld met een etsende vloeistof (phenol) of bevriezing (cryochirurgie). Dit heeft tot doel om eventueel aanwezige, zeer kleine resten van de tumor te vernietigen. Bij sommige kleine tumoren wordt het centrum van de afwijking onder röntgen doorlichting aangeprikt en verbrand; dit heet thermocoagulatie. Andere kleine afwijkingen kunnen soms afdoende behandeld worden door onder röntgen doorlichting een hormoon (steroïden) in de afwijking te spuiten. Ook komt het voor dat er na verwijdering zo’n groot gat ontstaat in het bot, dat dit hersteld moet worden met een metalen prothese, donorbot of een combinatie daarvan. Radiotherapie en Chemotherapie (zie Kwaadaardig primair » Behandeling) wordt vrijwel nooit gebruikt ter behandeling. Deze goedaardige tumoren zijn daar niet of nauwelijks gevoelig voor. Een amputatie hoeft bijna nooit te worden uitgevoerd. Samenvatting behandeling goedaardige beentumoren en tumorachtige afwijkingen Beentumor Osteoïd Osteoom Osteoblastoom Exostose Chondroom Chondroblastoom Reusceltumor Fibreuze Dysplasie Solitaire Beencyste Aneurysmatische Beencyste Behandeling thermocoagulatie of chirurgisch chirurgisch chirurgisch chirurgisch in bot chirurgisch, vaak met phenol of cryochirurgie; soms prothese of donorbot; in long: chirurgisch in bot chirurgisch, vaak met phenol of cryochirurgie; soms prothese of donorbot; in long: chirurgisch chirurgisch, donorbot, soms cryochirurgie steroïden inspuiten, of bij terugkeer chirurgisch, soms met phenol of cryochirurgie chirurgisch, vaak met phenol of cryochirurgie Nabehandeling en controle bij primair benigne beentumoren Over het algemeen is de toekomst van een patiënt met een benigne tumor van beenweefsel goed. Metastasen komen alleen en dan zeldzaam voor bij het chondroblastoom en de reusceltumor. Is dat het geval dan worden deze uitzaaiingen vooral gezien in de longen. De nacontrole richt zich bij benige tumoren vooral op het oorspronkelijke tumorgebied en soms op de longen. Vaak kan volstaan worden met lichamelijk onderzoek en röntgenfoto’s. De meeste patiënten met goedaardige gezwellen worden 2 tot 5 jaar gecontroleerd. Patiënten bij wie het bot na verwijdering van het gezwel hersteld is met een metalen prothese, donorbot of een combinatie daarvan worden vaak levenslang gecontroleerd.