Roerige tijden Merkbaar is dat de financiële crisis die in 2008 uitbrak een lange nasleep kent. Het consumentenvertrouwen blijft nog steeds uit, waardoor we erg terughoudend zijn met het uitgeven van geld. Het kan niet anders dan dat we onze Euro’s voorlopig toevertrouwen aan de banken in afwachting van betere tijden. En dat doen we op een moment dat de rente historisch laag is, waardoor de kans groot is dat de waarde van ons spaargeld minder wordt. Vooral de bouwwereld en dus ook de architectenbranche, ondervinden de gevolgen van die economische crisis. Een lagere hypotheekrente zou een stimulans kunnen zijn, maar dat leidt tot het risico dat er dan opnieuw te hoge hypotheken worden afgesloten. Die lage rente heeft ook grote invloed op de pensioenen. Minister Donner vond het in zijn nadagen nodig om publiekelijk de huidige en toekomstige gepensioneerden de stuipen op het lijf te jagen, met de mededeling dat 14 pensioenfondsen moesten korten op de pensioenen. Ofschoon pensioenen niet direct een activiteit van SFA is, lijkt het ons toch goed om de feiten eens op een rij te zetten. Voor de economische crisis uitbrak was er weinig aan de hand in pensioenland. Pensioen is in feite een spaarsysteem waardoor iedere maand een deel van het inkomen opzij wordt gezet, om later als aanvulling op de AOW op ongeveer 70% van het gemiddelde brutoloon uit te komen. Het gespaarde geld wordt niet in een oude sok gestopt, want dan holt de waarde achteruit, o.a. door inflatie. Daarnaast willen we niet meer premie betalen dan strikt noodzakelijk is omdat dat de huidige koopkracht weer aantast. Het geld op de bank zetten tegen een (te) lage rente leidt ook tot een te lage opbouw van het pensioen. Daarom wordt het gespaarde geld op verschillende manieren “weggezet”, waarbij het goed is te weten dat de wijze waarop dit gebeurd onder streng toezicht staat van de DNB! Zo wordt een deel van het vermogen belegd in aandelen die ook maatschappelijk verantwoord zijn (dus niet in kinderarbeid of vernietigingswapens ); een deel wordt weggezet tegen vastrentende waarde en obligaties en ook kan er worden belegd in vastgoed. Vaak zie je dat er woningen en winkels worden gebouwd door een pensioenfonds. Dat alles om te proberen zoveel mogelijk rendement te krijgen op het gespaarde pensioengeld. Meerdere malen per jaar maakt het pensioenbestuur een afweging hoe het vermogen het best belegd kan worden. Daarbij geadviseerd door ervaren vermogensbeheerders. Waarom dan nu toch zoveel discussie en onzekerheid. Door de economische crisis zijn de waarde van aandelen fors verlaagd, is er bijna stilstand in de bouwwereld gekomen en is de rente op de laagste stand gekomen sinds de afgelopen 100 jaar! Om de waarde van een fonds te bepalen hanteren we het begrip van de dekkingsgraad. Als de dekkingsgraad 100 is dat is er voldoende geld in kas om te voldoen aan alle lopende (toekomstige) verplichtingen. Om wat zekerheid in te bouwen vindt DNB dat er tenminste een dekkingsgraad van 105 moet zijn (dus 5% meer dan nodig). Bij de bepaling van die waarde wordt rekening gehouden met de opbrengst van het vastgoed, de aandelen en de renteverplichting. Tot 3 jaar geleden mochten fondsen rekenen met een vaste rekenrente van 4%, maar dat mag niet meer van DNB. Verder wordt er om de 5 jaar berekend hoe lang mensen gemiddeld leven en hoelang er dus pensioen moet worden uitgekeerd. Door de gevolgen economische crisis kwamen begin 2009 een aantal fondsen op of onder die grens van 105. DNB verplichte hen om een herstelplan te maken hoe die fondsen binnen 5 jaar weer boven de 105 zouden komen. Die plannen zijn gemaakt en door DNB goedgekeurd!! Dat is ook gebeurd door het pensioenfonds voor de architectenbranche, die begin 2009 op 98% zat. Waarom dan nu plotseling zoveel beroering? Minister Donner stelde vast dat het herstel te langzaam ging waardoor – volgens hem - een aantal fondsen niet binnen die periode van 5 jaar zouden herstellen en daarom moeten korten op het pensioen. Is die zorg terecht en worden gepensioneerden nu overvallen met dat bericht? Vooropgesteld: in de meeste gevallen zijn de gepensioneerden die het betreffen al lang op de hoogte van de genomen en te nemen maatregelen. Maar de zorg over het herstel lijkt enigszins terecht, maar dat komt ook omdat tijdens de wedstrijd de spelregels zijn veranderd sinds het indienen van de herstelplannen. Zo moeten de fondsen hun dekkingsgraad met 4,5% -7% verlagen omdat er nieuwe gegevens kwamen over de levensverwachtingen. Daarnaast blijft de rente nog steeds erg laag. Let wel, als de rente met 1% stijgt neemt de gemiddelde dekkingsgraad toe met 15 punten! Dus als dat binnen afzienbare tijd gebeurd zit er vrijwel geen enkel fonds meer onder de dekkingsgraad van 105. Daarom was er ook een herstelperiode van 5 jaar afgesproken en is het dus onbegrijpelijk dat minister Donner zich op deze wijze mengt in de gemaakte afspraken. Het is overigens opvallend dat het bijna allemaal ondernemingspensioenfondsen zijn die in de gevarenzone zitten. Op zich kan het daar snel opgelost worden. Zo stortte de directie van Shell vorig jaar 2 miljard Euro extra in haar pensioenfonds omdat daar de dekkingsgraad veel te laag was geworden. Dat alles laat onverlet dat pensioenbesturen voortdurend moeten nagaan hoe de opgebouwde rechten spaarzaam belegd kunnen worden. Zo zat het pensioenfonds voor de architectenbranche eind juli 2010 boven de 100%, maar door een verdere rentedaling in augustus is de dekkingsgraad nu weer gedaald naar 93,% eind augustus. Binnenkort worden alle betrokkenen bij het fonds geïnformeerd. Zie ook de site: www.samenstajesterk.nl en de site van het pensioenfonds architecten: www.pensioenfondsarchitectenbureaus.nl