Participatiefonds Vlaanderen PARTICIPATIEFONDS VLAANDEREN 09.07.2015 KMO-cofinanciering : handleiding (noot : de KMO-cofinanciering vervangt Starteo/Optimeo/BA+) INHOUDSTAFEL I. Definities II. Doelgroepen III. Toegelaten investeringen IV. Intrestvoet V. Productnormen VI. Overige ontvankelijkheidscriteria VII. Leningsaanvraag VIII. Behandeling leningsaanvraag door Participatiefonds Vlaanderen nv IX. Achtergesteld karakter van de leningen toegekend door Participatiefonds Vlaanderen nv X. Terbeschikkingstelling van de fondsen XI. Betalingsachterstallen bij de tussenkomende bank XII. Contactgegevens I. Definities 1. Eigen inbreng 1.1 Natuurlijke persoon Voor een natuurlijk persoon, is de « eigen inbreng » het persoonlijk aandeel in geld van de aanvrager in de financiering van het te realiseren investeringsproject. Deze inbreng mag eveneens afkomstig zijn van een WinWinlening toegekend aan de aanvrager, of een (converteerbare) lening met enige of eerste vervaldag na de einddatum van de door Participatiefonds Vlaanderen nv toegekende lening. Inbreng in natura kan aanvaard worden, mits de activa met eigen middelen verworven werden maximaal 6 maanden voor de ontvangst van de aanvraag bij Participatiefonds Vlaanderen nv. Deze investeringen dienen terdege gedocumenteerd te zijn (factuur, in voorkomend geval ook het betalingsbewijs). 1.2 Rechtspersoon De eigen inbreng voor een rechtspersoon kan gerealiseerd worden op volgende manieren : door de volstorting in geld van het geheel of een gedeelte van het onvolstorte deel van het geplaatst kapitaal door een kapitaalsverhoging volstort in geld door een achtergesteld voorschot in geld van de vennoten, te blokkeren voor de volledige duur van de lening die toegekend wordt door Participatiefonds Vlaanderen nv door de aanwending van de beschikbare autofinancieringsmarge op het ogenblik van de investering, rekening houdend met de na te komen vervaldagen van de langetermijnleningen en de te verwachten verhoging van de bedrijfskapitaalbehoeften, als gevolg van de investering inbreng in natura : investeringen van de aanvrager gerealiseerd met eigen middelen maximaal 6 maanden voor de datum van ontvangst van de leningsaanvraag bij Participatiefonds Vlaanderen nv. Deze investeringen dienen terdege gedocumenteerd te worden (factuur, in voorkomend geval ook het betalingsbewijs) (converteerbare) lening waarvan de eerste of enige vervaldag in kapitaal zich situeert na de eindvervaldag van de lening toegekend door Participatiefonds Vlaanderen nv. Deze lening dient achtergesteld te worden t.o.v. Participatiefonds Vlaanderen nv, tenzij ze algemeen achtergesteld zou zijn. De jaarlijkse intrestbetalingen dienen eveneens achtergesteld te worden ten opzichte van de intrestbetalingen aan Participatiefonds Vlaanderen nv in het 1 PARTICIPATIEFONDS VLAANDEREN NV - KMO-cofinanciering - handleiding – 09.07.2015 - betrokken kalenderjaar. Conversie in kapitaal van een converteerbare lening in kapitaal is toegelaten zonder voorafgaandelijke toelating van Participatiefonds Vlaanderen nv wanneer de bevoegde instanties van de ontlener daartoe zouden besluiten. WinWinlening 2. De eigen inbreng mag in hoofde van de inbrengers / verstrekkers van de middelen niet afkomstig zijn van een terugbetaalbare lening of krediet afkomstig van een derde, onder welke vorm dan ook. Het moet gaan om werkelijk vrij beschikbare liquiditeiten zonder enige terugbetalingsverplichting in hoofde van de inbrenger of verstrekker van de financiële middelen aan de natuurlijke persoon of rechtspersoon die een tussenkomst van Participatiefonds Vlaanderen nv wenst te bekomen. 1.3. Financiële onafhankelijkheidsgraad (solvabiliteit) De solvabiliteit na investering zal ten minste 10% moeten bedragen. Voor een reeds bestaande onderneming met minstens 1 afgesloten boekjaar, wordt de solvabiliteit na investering als volgt berekend : Eigen vermogen volgens laatste afgesloten jaarrekening - saldo r/c zaakvoerder/aandeelhouders op het actief + vers geld o.v.v. kapitaal + WinWinlening + achtergestelde leningen (VVD na eindvervaldag lening Participatiefonds Vlaanderen nv) = aangepast eigen vermogen Balanstotaal volgens laatste afgesloten jaarrekening - saldo r/c zaakvoerder/aandeelhouders op het actief + nieuwe investeringen - bedrag autofinanciering = aangepast balanstotaal De solvabiliteit is de deling van het aangepast eigen vermogen door het aangepast balanstotaal; in percentage uitgedrukt moet de solvabiliteit groter zijn dan 10 %. Voor een nieuw opgerichte rechtspersoon wordt rekening gehouden met het oprichtingskapitaal en eventuele aanvullende kapitaalsverhogingen, maximaal 6 maanden voor ontvangst van de aanvraag door Participatiefonds Vlaanderen nv. Rekeningen-courant passief, zelfs achtergesteld, worden beschouwd als schulden voor de berekening van de solvabiliteit. Indien de op deze wijze berekende solvabiliteit lager is dan 10 %, is de aanvraag in principe onontvankelijk. Participatiefonds Vlaanderen nv zal in dat geval contact opnemen met de aanbrenger om na te gaan of en hoe hieraan verholpen kan worden. Mogelijke oplossingen zijn de omvorming van rekening-courant op het passief in kapitaal (inbreng in natura, waarderingsverslag, notariële akte), bijkomende volstorting van het geplaatst kapitaal, aanvullende kapitaalsverhoging, aanzuivering rekening-courant op de actiefzijde ....). In voorkomend geval zal de beslissing van Participatiefonds Vlaanderen nv de met de aanbrenger en/of aanvrager afgesproken oplossing vermelden. 2 PARTICIPATIEFONDS VLAANDEREN NV - KMO-cofinanciering - handleiding – 09.07.2015 Aandachtspunten aanzuivering van een rekening-courant op het actief : Indien een bestaande rekening-courant op de actiefzijde aangezuiverd wordt, zijn dit verse gelden waarover de onderneming kan beschikken. Zij zouden dus dienstig kunnen zijn als eigen inbreng (autofinanciering). Indien deze situatie zich voordoet, zal Participatiefonds Vlaanderen nv uitdrukkelijk stelling nemen in verband hiermee. (converteerbare) lening die als eigen inbreng geldt, voorziet in een aflossingsschema dat zich geheel of gedeeltelijk situeert voor de eindvervaldag van de door Participatiefonds Vlaanderen nv toegekende lening : indien deze situatie zich voordoet, zal Participatiefonds Vlaanderen nv uitdrukkelijk hieromtrent stelling nemen en de voorwaarden opnemen in het leningsvoorstel en/of de leningsovereenkomst. 2. Aflossingsvrije periode voor terugbetaling van kapitaal De leningnemer kan een aflossingsvrije periode voor terugbetalingen van kapitaal vragen voor 1 of 2 jaar, in functie van de behoeften zoals die blijken uit de financiële planning / het thesaurieplan. In het kader van dossiers, ingeleid door Ban Vlaanderen waar business angels optreden als co-financier, kan ook 3 jaar aflossingsvrije periode voor terugbetaling van kapitaal voorzien worden. De duur van de aflossingsvrije periode voor terugbetalingen van kapitaal zit vervat in de looptijd van de lening. Het kapitaal van een lening op 7 jaar met een aflossingsvrije periode voor terugbetalingen van kapitaal van 1 jaar, zal derhalve terugbetaald moeten worden gespreid over de resterende 6 jaar. Intresten dienen steeds op vervaldag betaald te worden. 3. Cofinanciering door een bank De cofinanciering door een bank dient te gebeuren onder vorm van investeringskrediet ten belope van minstens 20 % van de globale investeringsbehoeften. De KMO-cofinanciering van Participatiefonds Vlaanderen is complementair aan dit investeringskrediet. Het gedeelte van de tussenkomst van de bank dat 20 % van de globale investeringsbehoeften te boven gaat mag gebeuren onder vorm van investeringskredieten of onder vorm van commerciële kredietlijnen (kaskrediet, straight loan …). De tussenkomst door Participatiefonds Vlaanderen nv onder vorm van een achtergestelde lening maakt dat de kredietinstelling deze lening zal kunnen beschouwen als quasi eigen vermogen en bovendien kan zij het eigen kredietrisico milderen. Participatiefonds Vlaanderen komt enkel tussen voor nieuwe beroepsmatige investeringen, waarvoor de terbeschikkingstelling van de fondsen voortvloeiend uit de co-financiering nog niet (zelfs niet gedeeltelijk) plaatsvond in die gevallen waar de co-financier een bankinstelling is (*) . Voorafgaandelijke goedkeuring door de bank van haar tussenkomst is niet langer een vereiste. (*) In concrete gevallen kan Participatiefonds Vlaanderen nv toestemming verlenen voor (gedeeltelijke) terbeschikkingstelling door de bank vooraleer Participatiefonds Vlaanderen nv zelf een beslissing genomen heeft. De bank kan een vraag in die zin richten aan Participatiefonds Vlaanderen nv. Een gunstig antwoord van Participatiefonds Vlaanderen nv verbindt Participatiefonds Vlaanderen nv niet voor wat betreft de toekenning van de gevraagde lening. 3 PARTICIPATIEFONDS VLAANDEREN NV - KMO-cofinanciering - handleiding – 09.07.2015 4. KMO-definitie De Europese KMO-definitie wordt hernomen als bijlage bij Verordening L187/70 van 26.06.14 : - minder dan 250 werknemers tewerkstellen, omgerekend in voltijdse equivalenten (VTE) jaaromzet maximum € 50 miljoen en/of balanstotaal van maximum € 43 miljoen geen deel uitmaken van een groep die geen KMO meer is op basis van de regels van de partner- en verbonden ondernemingen voor deelnemingen vanaf 25% (aanbeveling van de Europese Commissie van 6/5/2003). Aan deze criteria moet voldaan zijn op het moment van de aanvraag voor tussenkomst bij Participatiefonds Vlaanderen nv, dan wel bij de start van de activiteiten (starter). Opmerkingen : een vraag om tussenkomst bij de financiering van de overname van aandelen van een onderneming, die zelf geen KMO is, is niet-ontvankelijk Participatiefonds Vlaanderen nv behoudt zich het recht voor de criteria inzake partner- en verbonden ondernemingen toe te passen op de economische of juridische entiteit indien meerdere KMO’s economisch of juridisch verbonden zijn. II. Doelgroepen De KMO-cofinanciering is bedoeld voor zelfstandigen gevestigd of die zich zullen vestigen in hoofdberoep rechtspersonen beoefenaars van vrije beroepen (met inbegrip van stagiairs indien zij zich vestigen in hoofdberoep) voor zover zij beantwoorden aan de Europese KMO-definitie (zie onder I, 4 hierboven) en om het even of zij al dan niet nog als starter kunnen of moeten beschouwd worden. III. 1. Toegelaten investeringen Algemeen De KMO-cofinanciering is bedoeld voor de financiering van materiële, immateriële en financiële investeringen, evenals de behoefte aan bedrijfskapitaal bij de start van de activiteit of de realisatie van het betrokken investeringsproject. Zij is onderworpen aan de de-minimisregels inzake toelaatbare activiteiten (zie verder onder VI, overige ontvankelijkheidscriteria). Het investeringsplan wordt opgesteld inclusief BTW. Uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling komen in principe niet in aanmerking voor financiering door Participatiefonds Vlaanderen nv, maar een uitzondering is voorzien voor reeds gevestigde ondernemingen met bewezen winstgevendheid en een gezonde financiële structuur. Onder O&O / R&D verstaat Participatiefonds Vlaanderen nv die activiteiten die tot doel hebben een nieuw product of dienst op punt te stellen met het oog op een latere vermarkting ervan. Aanpassingen die gedaan moeten worden aan een (werkend) basisproduct / software in functie van de concrete noden van een kliënt worden niet als R&D beschouwd. Specifiek voor projecten waar de financiering deels gebeurt via de tussenkomst van een of meerdere business angels, zal ook het innovatief karakter van het project meegenomen worden bij de evaluatie van het dossier, zonder dat dit evenwel een vereiste is. 4 PARTICIPATIEFONDS VLAANDEREN NV - KMO-cofinanciering - handleiding – 09.07.2015 Onder "project met innovatief karakter" verstaat Participatiefonds Vlaanderen nv een project dat tot doel heeft het op de markt brengen van een nieuw product of een nieuwe service op de Belgische markt. Daarbij kan het gaan om een eigen ontwikkeling van een totaal nieuw product of een nieuwe methode van dienstverlening het aanbrengen van innoverende verbeteringen aan bestaande producten of diensten het introduceren op de Belgische markt van innoverende producten of diensten die in het buitenland reeds op de markt zijn nieuwe toepassingen voor bestaande technieken / producten / services nieuwe concepten. Participatiefonds Vlaanderen nv is steeds bereid om concrete dossiers te bespreken teneinde na te gaan of de commercialisatiefase bereikt is of op korte termijn kan worden, dan wel het innovatief karakter van het project af te toetsen. Investeringen in onroerende goederen komen enkel in aanmerking voor zover het vastgoed betreft voor eigen beroepsmatig en persoonlijk gebruik. In voorkomend geval kan aanvaard worden dat een klein gedeelte van een gebouw aan derden verhuurd wordt. Onroerend goed uitsluitend bestemd voor verhuring aan derden komt derhalve niet in aanmerking voor financiering door Participatiefonds Vlaanderen nv. Dit geldt ook voor projectonwikkeling. Bedrijvencentra komen wel in aanmerking, mits zij ook een aantal logistieke diensten (telefooncentrale, catering, onderhoud, administratieve ondersteuning .....) bieden aan de ondernemingen die er zich vestigen. Indien een gemengd onroerend goed verworven wordt (b.v. slagerij met winkel, atelier en bovenliggend appartement voor bewoning), dient een opsplitsing gemaakt te worden tussen het beroeps- en privé-gedeelte om de maximale tussenkomst van Participatiefonds Vlaanderen nv te kunnen berekenen. 5 PARTICIPATIEFONDS VLAANDEREN NV - KMO-cofinanciering - handleiding – 09.07.2015 Praktisch voorbeeld - 1 : Investeringsplan Aankoop onroerend (incl.kosten) Verbouwing winkelgedeelte Stock Bedrijfskapitaal Totaal 340.000 60.000 25.000 30.000 455.000 Eigen inbreng Bank – investeringskrediet (minimum) KMO-cofinanciering Aanvullende financiering Totaal 50.000 63.800 159.500 181.700 455.000 Onroerend : 60 % beroeps/40 % privé Investeringen die in aanmerking komen voor tussenkomst Participatiefonds Vlaanderen nv Onroerend - beroepsgedeelte Verbouwing winkelgedeelte Stock Bedrijfskapitaal Totaal Theoretisch benodigde eigen inbreng voor maximale tussenkomst Participatiefonds Vlaanderen nv : € 39.875 (1/4 van 159.500, zijnde 50 % van de globale voor tussenkomst PFV in aanmerking komende investeringen) Saldo te financieren KMO-cofinanciering : 4x eigen inbreng / 50 % investeringsbehoefte Bank : investeringskrediet (minimum 20 % van € 319.000 ) 204.000 60.000 25.000 30.000 319.000 279.125 159.500 63.800 De uitgangspunten voor deze berekening zijn : de in aanmerking komende investeringen worden afgezonderd de maximale tussenkomst van Participatiefonds Vlaanderen nv bedraagt 50 % van de in aanmerking komende investeringen hierop wordt de theoretisch benodigde eigen inbreng (1/4) berekend de minimale tussenkomst van de co-financier bedraagt 20 % van de in aanmerking komende investeringsbehoeften. 6 PARTICIPATIEFONDS VLAANDEREN NV - KMO-cofinanciering - handleiding – 09.07.2015 Praktisch voorbeeld - 2 Investeringen R&D Materieel Herfinanciering materieel Bedrijfskapitaal Totaal 420.000 330.000 100.000 270.000 1.120.000 Financieringsmiddelen Inbreng Business Angel Kapitaalsverhoging IWT-subsidie KMO-cofinanciering Bank : investeringskrediet Totaal 50.000 500.000 120.000 200.000 250.000 1.120.000 In aanmerking komend voor Participatiefonds Vlaanderen Materieel 330.000 Bedrijfskapitaal 270.000 Totaal 600.000 Productkenmerken KMO-cofinanciering : Max. 50 % van de investering voldaan 4x eigen inbreng Voldaan Co-financier 20 % voldaan (Business Angel + kapitaalsverhoging) 2. Overname handelsfonds Uitgangspunt is dat een handelsfonds als geheel overgenomen wordt. De overname van een verkooppunt van een vennootschap die meerdere uitbatingspunten heeft dan wel (een) bepaalde activiteit(en) uit een onderneminge die meerdere deelactiviteiten heeft, komt eveneens in aanmerking voor tussenkomst van Participatiefonds Vlaanderen nv, net . Dit geldt ook voor de overname van Bij aanvragen voor overname handelsfonds dienen gedetailleerde uitbatingscijfers van het over te nemen (gedeelte van het) handelsfonds bezorgd te worden. Verder zullen steeds de volgende documenten / gegevens opgevraagd worden : - - kopie van de kennisgeving van de overname van het handelsfonds per aangetekend schrijven aan de respectievelijke instanties, samen met het bewijs van verzending en vergezeld van een kopie van de definitieve ondertekende overname-overeenkomst van het handelsfonds, in het kader van (a) art. 93undecies b BTW-wetboek (b) art. 16ter KB nr. 38 dd. 27.07.1967 betreffende de sociale zekerheid van zelfstandigen (c) art. 442bis WIB (d) art. 41quinquies van de wet van 27.06.1969 betreffende de sociale zekerheid van de werknemers. hypotheekstaat met betrekking op het over te nemen handelsfonds, die geen nog bestaande en geldige inschrijvingen mag vermelden. Indien er nog geldige inschrijvingen zouden bestaan, 7 PARTICIPATIEFONDS VLAANDEREN NV - KMO-cofinanciering - handleiding – 09.07.2015 dienen de voorwaarden tot handlichting gesteld door de ingeschreven schuldeiser(s) aan Participatiefonds Vlaanderen meegedeeld te worden. Voor meer informatie hierover verwijzen wij naar de toelichting in bijlage. 3. Overname van aandelen De aanvrager dient de meerderheid van de aandelen over te nemen, dan wel met de over te nemen aandelen een meerderheid te verwerven. Bij aanvragen voor de financiering van de overname van aandelen, moet de gedetailleerde jaarrekening van de over te nemen onderneming gevoegd worden, evenals een financiële planning in hoofde van de overlater en in hoofde van de betrokken onderneming. De over te nemen onderneming dient immers over de financiële middelen te kunnen beschikken die toelaten een verloning, management fees of dividenden te laten opstromen, zonder de eigen terugbetalingscapaciteit in het gedrang te brengen. Er dient speciale aandacht geschonken te worden aan de eventuele toepasselijkheid van de bepalingen van art. 329 / 430 / 629 van het Wetboek van Vennootschappen (financiële assistentie bij overname van de aandelen van een onderneming). Indien Participatiefonds Vlaanderen nv van oordeel is, dat er sprake kan zijn of is van financiële bijstand zoals bedoeld door de wet, zal te allen tijde het bewijs gevraagd worden, dat de wetgeving terzake strikt nageleefd werd. De drager van het project zal in de overgenomen vennootschap zaakvoerder/gedelegeerd bestuurder moeten worden. Zie ook verder onder V, 1. IV. Intrestvoet De intrestvoet voor een KMO-cofinanciering is gelijk aan de IRS-intrestvoet voor de betrokken looptijd, verhoogd met 0,53 % , met een minimum van 3 %. Bij de vergelijking van de intrestvoet toegepast door Participatiefonds Vlaanderen nv dient er terdege rekening mee gehouden te worden dat Participatiefonds Vlaanderen nv achtergestelde leningen toekent, dit in tegenstelling tot de door de bank toegekende leningen of kredieten. In het leningsvoorstel wordt een indicatieve intrestvoet meegedeeld; deze indicatieve intrestvoet is tevens de maximale intrestvoet die van toepassing zal zijn. Bij opmaak van de leningsovereenkomst wordt de intrestvoet - die vast is voor de ganse duur van de lening - definitief vastgelegd. Deze intrestvoet wordt bekomen na vergelijking van de volgende 4 intrestvoeten en is de voor de aanvrager voordeligste intrestvoet : 1° de intrestvoet vermeld in het leningsvoorstel 2° de intrestvoet (IRS + 0,53 %) zoals Participatiefonds Vlaanderen nv die bepaalt bij het opstellen van de leningsovereenkomst 3° de intrestvoet van de bank, voor zover de periode van de vaste intrestvoet van het investeringskrediet ten minste gelijk is aan de looptijd van de lening van Participatiefonds Vlaanderen nv. 4° de minimaal toepasselijke intrestvoet van 3 %. Voorbeeld : indicatieve intrestvoet leningsvoorstel 3,5 % - looptijd 7 jaar IRS-intrestvoet + 0,53 % bij opmaak leningsovereenkomst 4 % intrestvoet toegepast door de bank 3,1 % - intrestvoet vast voor 7 jaar De toepasselijke intrestvoet zal 3,1 % zijn. 8 PARTICIPATIEFONDS VLAANDEREN NV - KMO-cofinanciering - handleiding – 09.07.2015 Indien gekozen wordt voor een aflossingsvrije periode voor terugbetalingen van kapitaal van 1 jaar, wordt geen toeslag op de van toepassing zijnde intrestvoet aangerekend. Indien gekozen wordt voor een aflossingsvrije periode voor terugbetalingen van kapitaal van 2 jaar (of 3 jaar bij tussenkomst van business angels en inleiding van het dossier via Ban Vlaanderen), wordt de normaal toepasselijke intrestvoet met 0,25 % verhoogd voor de ganse duur van de lening. Voorbeelden ter verduidelijking van de wijze waarop de toepasselijke intrestvoet bepaald wordt : Voorbeeld 1 indicatieve intrestvoet leningsvoorstel Participatiefonds Vlaanderen nv 4,60 % - looptijd 10 jaar intrestvoet bij het opstellen van de leningsovereenkomst : Intrestvoet van de bank = 5 % vast op 10 jaar IRS + 0,53 % = 5,20 % --> definitieve toepasselijke intrestvoet = 4,60 % Voorbeeld 2 indicatieve intrestvoet leningsvoorstel Participatiefonds Vlaanderen nv 4,60 % - looptijd 10 jaar intrestvoet bij het opstellen van de leningsovereenkomst : Intrestvoet van de bank = 4,50 % vast op 10 jaar IRS + 0,53 % = 4,80 % --> definitieve toepasselijke intrestvoet = 4,50 % Voorbeeld 3 indicatieve intrestvoet leningsvoorstel Participatiefonds Vlaanderen nv 4,60 % - looptijd 10 jaar intrestvoet bij het opstellen van de leningsovereenkomst : Intrestvoet van de bank = 4,50 % doch 5-jaarlijks herzienbaar IRS0,53 % = 5,20 % --> definitieve toepasselijke intrestvoet = 4,60 % V. 1. Productnormen KMO-cofinanciering Eigen inbreng - de eigen inbreng dient minimaal 10 % te bedragen van de globale investeringsbehoefte. Wij verwijzen naar I, 1 hierboven voor de bepalingen in verband met de herkomst van de eigen inbreng of de wijze waarop de eigen inbreng gerealiseerd kan worden. Kaskredieten en borgstellingskredieten (voorbeeld : huurgarantie) worden in principe niet meegenomen voor de berekening van de minimale eigen inbreng, tenzij het kaskrediet elementen andere dan behoefte bedrijfskapitaal financiert die strikt noodzakelijk zijn voor de opstart van de activiteit. 2. Minimum- en maximumbedrag Het minimumbedrag voor een KMO-cofinanciering is 7.500 €, het maximumbedrag 350.000 €. De tussenkomst van Participatiefonds Vlaanderen nv onder vorm van een KMO-cofinanciering wordt beperkt tot het kleinste van volgende bedragen : - maximumbedrag € 350.000 4x de eigen inbreng 50 % van de voor tussenkomst van Participatiefonds Vlaanderen nv in aanmerking komende investeringsbehoeften 9 PARTICIPATIEFONDS VLAANDEREN NV - KMO-cofinanciering - handleiding – 09.07.2015 3. Overname van aandelen In geval van overname van aandelen is de waarde van de transactie de volledige overnameprijs. Met de soms vooropgestelde redenering dat deze prijs verminderd wordt met de uitkering van een superdividend kan geen rekening gehouden worden. Een dividend kan immers uitsluitend aan aandeelhouders toegekend worden. Het verlenen van een voorschot vooraleer de eigendomsoverdracht van de aandelen plaats vond, zal in het toepassingsgebied van art. 329/430/629 Wetboek van Vennootschappen vallen. In dergelijke gevallen dient derhalve voorzien te worden in een financiering door de overlater (betalingsuitstel, zelfs indien van uiterst korte duur) en dit bedrag maakt integraal deel uit van de waarde van de transacties. Voorbeeld Overnameprijs : Te betalen bij ondertekening Superdividend Benodigde eigen inbreng Montage Eigen inbreng KMO-cofinanciering (maximaal) Vendor loan Bank 4. 2.000.000 1.000.000 1.000.000 200.000 200.000 350.000 1.000.000 450.000 Bepaling bedrag van de tussenkomst van de co-financier De tussenkomst van de co-financier bedraagt ten minste 20 % van de voor tussenkomst van Participatiefonds Vlaanderen nv in aanmerking komende investeringen. Het saldo na tussenkomst van Participatiefonds Vlaanderen nv, co-financier en minimale eigen inbreng mag gefinancierd worden op om het even welke wijze. 5. Looptijd van de KMO-cofinanciering De looptijd van een KMO-cofinanciering is minimaal 3 jaar en ten hoogste 10 jaar; de gekozen looptijd dient rekening te houden met de thesaurietabellen op basis van de prognose en de aard van de investeringen. De looptijd van de minimale tussenkomst van de co-financier onder vorm van leningen / investeringskredieten is ten minste gelijk aan de looptijd van de bij Participatiefonds Vlaanderen nv gevraagde KMO-cofinanciering, verminderd met 2 jaar. Voorbeeld : tussenkomst van de co-financier met looptijd 5 jaar kan gecombineerd worden met een KMO-cofinanciering met een looptijd van 5, 6 of 7 jaar tussenkomst van de co-financier met looptijd 8 jaar kan gecombineerd worden met een KMO-cofinanciering met een looptijd van 9 of 10 jaar 6. Aflossingsvrije periode voor aflossingen in kapitaal Een aflossingsvrije periode voor terugbetalingen van kapitaal kan gevraagd worden voor 1 of 2 jaar. Indien geopteerd wordt voor 2 jaar (of 3 jaar; zie hiervoor), dient dit terdege verantwoord te worden op basis van de prognose en de thesaurietabel. Participatiefonds Vlaanderen zal de toekenning van een aflossingsvrije periode voor terugbetalingen van kapitaal uitdrukkelijk opnemen in de beslissing. 10 PARTICIPATIEFONDS VLAANDEREN NV - KMO-cofinanciering - handleiding – 09.07.2015 Bij tussenkomst van een of meerdere business angels (dossier ingeleid via Ban Vlaanderen), kan eveneens een aflossingsvrije periode voor terugbetalingen van kapitaal gevraagd worden met een duurtijd van 3 jaar, mits dit onderbouwd wordt door de prognose en de thesaurietabel. Intrestbetalingen en terugbetalingen van kapitaal gebeuren in principe op maandelijkse basis. Mits terdege onderbouwde aanvraag, kan ook driemaandelijkse betaling toegestaan worden. Inzake terugbetaling van kapitaal is er keuze tussen een systeem van vaste mensualiteiten (bedragen in intrest en kapitaal elk variabel) of een systeem van vaste kapitaalsaflossingen. 7. Opnametermijn De opnametermijn bedraagt 1 jaar te rekenen vanaf de datum van goedkeuring van de leningsaanvraag door Participatiefonds Vlaanderen nv; dit kan op aanvraag verlengd worden met maximaal 6 maanden (12 maanden voor nieuwbouw). Participatiefonds Vlaanderen nv kan in concrete situaties uitzonderingen toestaan. VI. Overige Ontvankelijkheidscriteria Naast de productnormen - waaraan in alle omstandigheden voldaan dient te worden op het ogenblik van toekenning / terbeschikkingstelling van de lening door Participatiefonds Vlaanderen nv - gelden volgende ontvankelijkheidscriteria : - - - - de ondernemer of de achterstaande persoon van de vennootschap aan wie de lening van Participatiefonds Vlaanderen nv toegekend wordt, dient zich te vestigen als zelfstandige in hoofdberoep de aanvrager dient te beantwoorden aan de Europese KMO-definitie (zie onder I, 4 hiervoor). Indien de norm inzake aantal voltijdse equivalenten overschreden wordt, kan Participatiefonds Vlaanderen nv niet tussenkomen, ook al zijn de andere twee criteria gerespecteerd de aanvrager of de achterstaande persoon van de vennootschap aan wie de lening van Participatiefonds Vlaanderen nv toegekend wordt, dient ZELF te beschikken over de toegang tot het beroep indien de voorgenomen activiteit een gereglementeerd beroep behelst. Bij kredietverlening aan een vennootschap, zal de achterstaande persoon die de toegang tot het beroep aanbrengt, meerderheidsaandeelhouder moeten zijn (50-50 is eveneens aanvaardbaar) en (co-)zaakvoerder of (co-)gedelegeerd bestuurder terbeschikkingstelling door de kredietinstelling van de door haar toegekende investeringskredieten : zie onder I, 3 hierboven in het kader van de minimis is uitgesloten : tussenkomst voor financiering van landbouwactiviteiten tussenkomst voor de financiering van rollend materieel bestemd voor vervoer van goederen voor rekening van derden in de transportsector financieringsaanvragen gericht op export (voorbeeld : verkoopkantoor in het buitenland) financiering van tradingactiviteiten wordt uitgesloten van tussenkomst door Participatiefonds Vlaanderen nv Participatiefonds Vlaanderen nv komt niet tussen in verrichtingen waar dezelfde natuurlijke persoon / personen verschijnt / verschijnen aan beide uiteinden van de verrichting (ten titel van voorbeeld : natuurlijke persoon verkoopt het door hem uitgebate handelsfonds aan een nieuwe vennootschap, waar hij zelf de meerderheid van de aandelen in bezit). Wanneer een natuurlijke persoon zijn handelsfonds verkoopt aan een nieuwe vennootschap, waarin hijzelf voor 20 % deelneemt en de overnemer voor 80 %, dan zal tussenkomst mogelijk zijn, doch enkel op basis van 80 % van de overnameprijs. Terzake wordt dezelfde redenering gevolgd als onder III,1. de terugbetalingscapaciteit moet aangetoond zijn uiterlijk op het einde van het 2e jaar (in geval van co-financiering door business angels op het einde van het 3e jaar) waarin de activiteit wordt uitgeoefend. Zij wordt berekend op basis van de prognose en rekening houdend met alle terugbetalingsverplichtingen. Voor natuurlijke personen worden eveneens de voorzieningen voor levensonderhoud en betaling van privé-lasten (leningen, huur) in aanmerking genomen. 11 PARTICIPATIEFONDS VLAANDEREN NV - KMO-cofinanciering - handleiding – 09.07.2015 - het maximale risico op éénzelfde debiteur of groep van debiteuren bedraagt € 350.000 herfinanciering van bestaande schulden is uitgesloten. Schulden ouder dan 3 maanden op de dag van ontvangst van de leningsaanvraag door Participatiefonds Vlaanderen nv worden beschouwd als bestaande schulden. Participatiefonds Vlaanderen nv komt enkel tussen voor investeringen gedaan door hetzij een aanvrager die woont of zijn maatschappelijke zetel heeft in het Vlaamse Gewest wiens project gerealiseerd wordt op Belgisch grondgebied, hetzij een aanvrager die zijn woonplaats of maatschappelijke zetel heeft buiten het Vlaamse Gewest, doch wiens project gerealiseerd wordt op grondgebied van het Vlaamse Gewest. VII. Leningsaanvraag De leningsaanvraag kan als volgt ingeleid worden bij Participatiefonds Vlaanderen nv : door kredietinstelling, die optreedt als co-financier en tussenkomt met een investeringskrediet door BAN Vlaanderen in geval van co-financiering door een of meerdere business angels, van wie er minstens 1 lid dient te zijn van BAN Vlaanderen het investeringsfonds dat optreedt als co-financier en met wie Participatiefonds Vlaanderen nv een samenwerkingsovereenkomst heeft afgesloten rechtstreeks (behoudens bij tussenkomst van business angels, waar inleiding via BAN Vlaanderen verplicht is). Het aanvraagformulier (model in bijlage) bestaat uit 2 delen : een deel in te vullen en te ondertekenen door de aanvrager zelf een deel (3 bladzijden) in te vullen door de co-financier andere dan een business angel; dit formulier is de facto een schematisch overzicht van de gevraagde lening en tussenkomst van de co-financier enerzijds en het investerings- en financieringsplan anderzijds. Op dit formulier vermeldt de co-financier de in het kader van het dossier te contacteren persoon. Alle formulieren zijn beschikbaar op de website van Participatiefonds Vlaanderen nv. De co-financier voegt bij dit formulier alle relevante documenten en informatie (voor zover beschikbaar) teneinde Participatiefonds Vlaanderen nv toe te laten een beslissing te nemen, zoals : beslissing + analysenota financieel plan / business plan, inclusief prognose voor de eerstvolgende 3 jaar en adequate beschrijving/onderbouwing van de investeringsbehoefte gedetailleerde jaarrekeningen (3 jaar) leesbare kopie voor- en keerzijde van de identiteitskaart van de bij het project betrokken natuurlijke personen overname-overeenkomst handelsfonds, aandelen ontwerp-statuten .... waarderingsverslag onroerend goed, over te nemen handelsfonds of aandelen ... concessie-overeenkomst franchise-overeenkomst Het door de co-financier in te vullen formulier moet enkel de nieuwe financieringen / investeringen in het kader van het investeringsplan waarvoor tussenkomst van Participatiefonds Vlaanderen nv gevraagd wordt, vermelden. 12 PARTICIPATIEFONDS VLAANDEREN NV - KMO-cofinanciering - handleiding – 09.07.2015 VIII. Behandeling van een leningsaanvraag en administratieve afwerking van goedgekeurde leningsaanvragen 1. - Ontvangstmelding via mail aan de aanbrenger per post aan de aanvrager 2. - Analyse nagaan of de aanvraag ontvankelijk is indien info ontbreekt of verduidelijkingen nodig zijn, neemt Participatiefonds Vlaanderen nv contact op met de co-financier / aanbrenger of met de aanvrager (bij rechtstreekse indiening) Participatiefonds Vlaanderen nv neemt de eventuele waarborgpositie van de co-financier mee als element in de evaluatie, maar mengt zich geenszins in de souvereine beslissing van de cofinancier terzake - 3. - - Beslissing alle beslissingen worden genomen door het Kredietcomité, dat minstens 1x per week zitting heeft goedkeuring aanvraag : wordt meegedeeld aan de co-financier/aanbrenger (bij rechtstreekse indiening : de aanvrager) uiterlijk de 1e werkdag volgend op de beslissing van het Kredietcomité; het leningsvoorstel wordt via electronische weg overgemaakt aan de cofinancier / aanbrenger of de aanvrager (bij rechtstreekse indiening). Indien de aanvraag ingeleid werd door de co-financier, wordt de aanvrager per brief of electronisch verwittigd over het feit dat een beslissing genomen werd en dat deze overgemaakt is aan de co-financier / aanbrenger. weigering aanvraag : wordt meegedeeld aan de co-financier / aanbrenger (aanvrager bij rechtstreekse indiening) uiterlijk de 1e werkdag volgend op de beslissing van het Kredietcomité; de elementen van weigering worden via electronische weg overgemaakt aan de co-financier / aanbrenger of aanvrager (rechtstreekse indiening). De aanvrager wordt er per brief verwittigd over het feit, dat een beslissing genomen werd, en dat deze meegedeeld werd aan de co-financier / aanbrenger (behoudens bij rechtstreekse indiening). - aanvraag niet ontvankelijk : de reden van niet-ontvankelijkheid wordt meegedeeld aan de betrokken partijen zoals hierboven omschreven. 4. - Afhandeling van een goedgekeurde leningsaanvraag de co-financier / aanbrenger / aanvrager (bij rechtstreekse indiening) deelt het akkoord van de aanvrager met de voorwaarden en modaliteiten van het leningsvoorstel mee aan Participatiefonds Vlaanderen nv. de leningsovereenkomst wordt opgemaakt door Participatiefonds Vlaanderen nv en via electronische weg aan de co-financier / aanbrenger of aanvrager (bij rechtstreekse indiening) verzonden de co-financier / aanbrenger of aanvrager maakt een afdruk en bezorgt een door de aanvrager "voor akkoord" ondertekende versie terug aan Participatiefonds Vlaanderen nv nagaan of voorwaarden vervuld en waarborgen gevestigd zijn indien alle voorwaarden vervuld en alle waarborgen gevestigd zijn, kan overgegaan worden tot terbeschikkingstelling van de lening. - 5. Wedervoorlegging van een geweigerde leningsaanvraag Aanvrager en/of co-financier / aanbrenger kunnen aanvullende informatie in antwoord op de elementen van weigering bezorgen aan Participatiefonds Vlaanderen nv. Op basis van de nieuwe gegevens, zal Participatiefonds Vlaanderen nv het dossier opnieuw evalueren en een beslissing nemen (toekenning van de lening, dan wel bevestiging van de weigering, die daardoor definitief wordt). 13 PARTICIPATIEFONDS VLAANDEREN NV - KMO-cofinanciering - handleiding – 09.07.2015 6. Opvragen aanvullende informatie / documenten Participatiefonds Vlaanderen nv kan aan zijn beslissing voorwaarden koppelen, die kunnen slaan op het bezorgen ter evaluatie van bepaalde inlichtingen dan wel documenten (waarderingsverslagen, overeenkomsten .....). Participatiefonds Vlaanderen nv beslist souverein over de elementen waarover het geïnformeerd wenst te worden en of de verstrekte informatie aan zijn verwachtingen beantwoordt. Participatiefonds Vlaanderen nv zal hierover in voorkomend geval met de co-financier / aanbrenger (of aanvrager bij rechtstreekse indiening) overleggen vooraleer een beslissing te nemen, zonder dat een eventuele mening van de co-financier / aanbrenger bindend zal kunnen zijn voor Participatiefonds Vlaanderen nv. IX. Achtergesteld karakter van de leningen van Participatiefonds Vlaanderen nv De leningen toegekend door Participatiefonds Vlaanderen nv zijn achtergesteld. Dat betekent, dat zij ingeval van samenloop (de facto thans dus alleen bij faillissement) slechts zullen voldaan worden nadat alle andere schuldeisers (bevoorrechte, niet bevoorrechte) terugbetaald werden. Voor de analyse en beoordeling van een kredietaanvraag, zal de bank de achtergestelde lening beschouwen als een uitbreiding van het eigen vermogen, wat de toegang tot bankfinanciering gemakkelijker maakt. De enige uitzondering op deze achterstelling is de situatie waar Participatiefonds Vlaanderen nv de door hem toegekende lening opzegt vooraleer er samenloop tussen de schuldeisers zou bestaan, de facto thans alleen in geval van faillissement. X. Terbeschikkingstelling van de fondsen Principieel worden de financiële middelen voorzien in het investerings-en financieringsplan aangewend als volgt : vooreerst de eigen inbreng, vervolgens de door de co-financier toegezegde tussenkomst (met uitzondering van kaskrediet toegekend door een kredietinstelling) en tenslotte de lening(en) toegekend door Participatiefonds Vlaanderen nv. Participatiefonds Vlaanderen nv kan op deze principes uitzonderingen toestaan, mits een terdege gemotiveerde aanvraag in die zin (voorbeeld : 1e aanbetaling bij leasing). De co-financier waakt erover, dat het investeringsplan nageleefd wordt. De vraag om terbeschikkingstelling van de fondsen gebeurt door de co-financier aan de hand van het daartoe voorziene formulier (model in bijlage; beschikbaar op de website van Participatiefonds Vlaanderen nv). In principe betaalt Participatiefonds Vlaanderen nv leveranciers of andere schuldeisers van de begunstigde van de lening rechtstreeks, maar indien de begunstigde van de lening reeds zelf betalingen verrichtte, kunnen de gelden ook overgemaakt worden aan de begunstigde van de lening. Dit zal trouwens met de bedragen voorzien voor thesaurie steeds het geval zijn. Participatiefonds Vlaanderen nv heeft het recht bij de co-financier of de aanvrager de verrechtvaardigingsstukken in het kader van de aanwending van de financiële middelen te vragen. XI. Betalingsachterstallen bij de co-financier (indien van toepassing) De co-financier informeert Participatiefonds Vlaanderen nv over : betalingsachterstallen van 3 maanden of meer voor wat betreft de eventuele kredieten toegekend door de cofinancier op het moment van het aangaan van de KMO-cofinanciering het voornemen over te gaan tot omzetting van een hypothecair mandaat in het kader van de tussenkomst van de co-financier opzeg / beëindiging van de overeenkomst tussen de co-financier en de aanvrager / kredietnemer 14 PARTICIPATIEFONDS VLAANDEREN NV - KMO-cofinanciering - handleiding – 09.07.2015 XII. Contactgegevens Participatiefonds Vlaanderen nv Oude Graanmarkt 63 1000 Brussel Telefoon : Fax : 02.229.53.10 02.229.52.31 Website : www.participatiefonds.be e-mail : [email protected] Mailboxen enkel te gebruiken door kredietinstellingen : indienen van aanvragen (enkel door de tussenkomende bank) : [email protected] vragen in verband met concrete projecten : [email protected] 15 PARTICIPATIEFONDS VLAANDEREN NV - KMO-cofinanciering - handleiding – 09.07.2015 Bijlage 1 OVERNAME HANDELSFONDS : toelichting Deze toelichting heeft tot doel informatie te verstrekken met het oog op het vermijden van dubbele betaling van de overnameprijs van het handelsfonds en het bekomen van zekerheid dat de overnemer niet gestoord zal worden in het bezit van het overgenomen handelsfonds I. Fiscale en sociale schulden Bij overname van een handelsfonds is het noodzakelijk zekerheid te verwerven omtrent het feit of de overlater zijn fiscale en/of sociale schulden (BTW, directe belastingen, sociale bijdragen en RSZ) voldaan heeft en er m.a.w. geen openstaande vorderingen zijn bij de betrokken administraties. Indien de overlater nog fiscale en/of sociale schulden heeft op het moment van de overdracht, en indien de overnameprijs reeds geheel of gedeeltelijk aan hem betaald is, loopt de overnemer het risico deze fiscale en/of sociale schulden van de overlater te moeten betalen (met als maximum het bedrag dat reeds aan de overlater betaald werd in het kader van de overname van het handelsfonds). De overnemer loopt met andere woorden het risico de overnameprijs 2 maal te moeten betalen! Teneinde problemen op dit vlak te vermijden, moet volgende procedure gevolgd worden : De overlater moet - als enige daartoe gemachtigde - een certificaat aanvragen dat bevestigt dat hij geen enkele fiscale en/of sociale schuld heeft op het moment van de aanvraag van het certificaat. Dit certificaat dient aangevraagd te worden - in twee exemplaren - aan volgende instanties, bevoegd op het moment van de aanvraag voor de woonplaats of maatschappelijke zetel van de overlater : 1. de ontvanger der directe belastingen (art. 442bis WIB) 2. de ontvanger van de BTW (art. 93 undecies BTW-wetboek) 3. het Sociaal Verzekeringsfonds voor Zelfstandige Ondernemers (SVMB)(art. 16ter KB n° 38 van 27.07.1967) 4. de instantie belast met het innen van de RSZ-bijdragen (art. 41quinquies van de wet van 27.06.1969 op de maatschappelijke zekerheid der arbeiders). De respectievelijke ontvangers (BTW en directe belastingen), het sociaal verzekeringsfonds en de instantie belast met het innen van bijdragen voor sociale zekerheid, leveren het gevraagde certificaat af binnen 30 dagen, BEHALVE als er fiscale en/of sociale schulden zijn, als er een fiscale controle aan de gang of aangekondigd is dan wel indien er een vraag om inlichtingen gesteld werd door of aan de betrokken administratie. Deze certificaten zijn geldig gedurende 30 dagen vanaf de datum van afgifte. De overnemer kan dan de overnameovereenkomst van het handelsfonds ondertekenen. Aandacht : de overnemer dient een kopie van de elk van de certificaten, samen met een voor eensluidend verklaarde kopie van de overname-overeenkomst van het handelsfonds te sturen aan de respectievelijke ontvangers, bevoegd voor de woonplaats of de maatschappelijke zetel van de overlater, evenals aan het Sociaal Verzekeringsfonds en de instantie belast met het innen van de RSZ-bijdragen. Van zodra deze stappen binnen de geldigheidsduur van de certificaten uitgevoerd zijn, kan de overnemer de overnameprijs betalen zonder het risico te lopen door de betrokken administraties aangesproken te worden voor eventuele schulden van de overlater. De overdracht is onmiddellijk tegenstelbaar tegenover de betrokken administraties. 16 PARTICIPATIEFONDS VLAANDEREN NV - KMO-cofinanciering - handleiding – 09.07.2015 De overnemer dient een kopie van de verstuurde documenten en het bewijs van de aangetekende verzending te bewaren. Deze documenten zullen door Participatiefonds Vlaanderen nv en/of door de bank opgevraagd worden in het kader van de door hen toegekende kredieten of leningen. Indien één of meerdere certificaten niet meer geldig is of zijn, kan de overlater een nieuw certificaat of nieuwe /certificaten vragen; de geldigheidsduur zal opnieuw 30 dagen zijn. Indien de overlater weigert de certificaten aan te vragen, is het raadzaam niets aan de overlater te betalen (ook geen voorschot !) vooraleer de termijn binnen dewelke de administraties een vordering kunnen instellen, verstreken is. Om te vermijden dat de overnemer eventuele fiscale en/of sociale schulden van de overlater zou moeten betalen, dient de overnemer als volgt tewerk te gaan : de overnemer zendt per aangetekend schrijven een voor eensluidend verklaarde kopie van de overnameovereenkomst van het handelsfonds naar de ontvanger van de directe belastingen, de BTW-ontvanger, het sociaal verzekeringsfonds en de instantie belast met het innen van de bijdragen voor sociale zekerheid. De overnemer dient van deze zending een kopie bewaren, evenals het bewijs van aangetekende verzending. de overnemer moet wachten met betaling van de overnameprijs tot de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum van verzending omdat de ontvanger(s) over die termijn beschikt/beschikken om te reageren en een vordering in te stellen. De overnemer loopt het risico om ten belope van de door hem betaalde bedragen aan de overlater, diens fiscale of sociale schulden te moeten voldoen. De administratie beschikt daarbij over uitgebreide bevoegdheden om deze bedragen in te vorderen, met inbegrip van beslaglegging op het geheel of de bestanddelen van het overgenomen handelsfonds. De overlater kan vanzelfsprekend ook akkoord gaan met een rechtstreekse betaling door de overnemer aan de betrokken administratie, waarbij deze betalingen aangerekend worden op de verkoopprijs van het handelsfonds. Dit dient terdege vastgelegd te worden in de overnameovereenkomst dan wel een avenant bij die overeenkomst. Meer informatie hierover kan o.a. geraadpleegd worden op de website van FOD Financiën http://www.fiscus.fgov.be/interfainvnl/Vragen/Handelsfonds.htm II. Schuldvorderingen van kredietinstellingen op de overlater, gedekt door een inschrijving op het over te nemen handelsfonds Er dient eveneens zekerheid bekomen te worden dat geen enkele derde enig recht kan doen gelden op het geheel of bepaalde bestanddelen van het door de overnemer overgenomen handelsfonds. Het handelsfonds dat overgenomen wordt, kan mogelijkerwijze belast zijn met een inschrijving in het voordeel van een kredietinstelling (Wet 25.10.1919). Bovendien kunnen bepaalde bestanddelen (machines, uitrustingsgoederen, rollend materieel) bezwaard met het voorrecht van de onbetaalde verkoper (art. 20,5 Hypotheekwet van 16.12.1851). De overnemer loopt derhalve het risico dat het overgenomen handelsfonds of delen ervan, in beslag genomen wordt/worden of verkocht indien de overlater niet al zijn schulden betaald heeft aan de kredietinstelling, in wier voordeel de inschrijving genomen werd of die gesubrogeerd werd in het voorrecht van de onbetaalde verkoper. De inschrijving op het handelsfonds volgt het handelsfonds en niet de eigenaar. Enkel een hypothecair onderzoek op het adres en het ondernemingsnummer van het betrokken handelsfonds kan uitsluitsel brengen of er al dan niet een inschrijving genomen werd. De vraag daartoe moet gericht worden aan het hypotheekkantoor van het arrondissement waaronder het handelsfonds ressorteert. Iedere belanghebbende kan een staat van de inschrijvingen op een handelsfonds vragen. 17 PARTICIPATIEFONDS VLAANDEREN NV - KMO-cofinanciering - handleiding – 09.07.2015 Indien het handelsfonds vrij en onbelast is, is er in principe geen gevaar dat een kredietinstelling het overgenomen handelsfonds in beslag kan nemen en/of te gelde kan laten maken. Indien er evenwel inschrijvingen op het handelsfonds bestaan, dan moet de overnemer aan de overlater een document vragen, uitgaande van de kredietinstelling die pandhoudende schuldeiser is, met vermelding van de voorwaarden waaronder zij bereid is handlichting te geven van de inschrijving in haar voordeel. In de meeste gevallen zal de kredietinstelling de betaling van alle openstaande schulden gedekt door de inschrijving in haar voordeel, vragen. Teneinde de kosten van handlichting uit te sparen, kan Participatiefonds Vlaanderen nv genoegen nemen met een verklaring uitgaande van de pandhoudende kredietinstelling, ondertekend door de daartoe gerechtigde mandatarissen van de betrokken kredietinstelling, waarin verklaard wordt, dat de inschrijving op het over te nemen handelsfonds zonder voorwerp is. In dezelfde verklaring dient de betrokken kredietinstelling er zich toe te verbinden geen nieuwe kredieten toe te kennen die gedekt zouden zijn door de bestaande inschrijving op de handelszaak. Indien de procedure voor handlichting ingezet werd, kan ook genoegen genomen worden met een desbetreffende verklaring van de betrokken kredietinstelling. Indien de overlater in voorkomend geval niet over voldoende financiële middelen beschikt om de vordering van de kredietinstelling te voldoen, zal hij akkoord moeten gaan met betaling van (een gedeelte van) de overnameprijs aan de betrokken financiële instelling. De overnemer heeft er in ieder geval belang bij om in de overnameovereenkomst van het handelsfonds een verklaring van de overlater op te nemen, waarin hij verklaart en garandeert: dat het handelsfonds vrij en onbelast is, dat de samenstellende delen van het handelsfonds door geen enkel voorrecht bezwaard zijn of niet in pand gegeven werden onder welke vorm ook. In het tegenovergestelde geval, zal de overlater alle voorrechten / lasten vermelden en er zich toe verbinden de voorwaarden waaronder deze voorrechten en lasten gelicht kunnen worden te vragen, dan wel deze mee te delen. In dergelijke situaties is het aan te bevelen niet tot betaling in het kader van de overname over te gaan teneinde ook hier het risico niet te lopen een 2e maal te moeten betalen. Bovendien geldt hier de beperking tot de reeds aan de overlater betaalde bedragen, niet ! Belangrijke opmerking: indien een notaris schriftelijk bevestigt dat hij alle formaliteiten vervult voor de overname van het handelsfonds, volstaat het om een kopie van dit attest over te maken aan Participatiefonds Vlaanderen nv. 18 PARTICIPATIEFONDS VLAANDEREN NV - KMO-cofinanciering - handleiding – 09.07.2015 Bijlage II : aanvraagformulier - deel aanvrager Bijlage III : aanvraagformulier - deel co-financier Bijlage IV : vraag tot terbeschikkingstelling De bijlagen II - III en IV zullen de herwerkte versies van de thans nog te gebruiken formulieren beschikbaar op de website - zijn. Ten laatste in de loop van de maand juli worden zij ter beschikking gesteld. 19 PARTICIPATIEFONDS VLAANDEREN NV - KMO-cofinanciering - handleiding – 09.07.2015