Celdeling (mitose) Hoe cellen zich ‘voortplanten’ en DNA gelijk blijft Mitose Cellen • Bij geslachtelijke voortplanting ontstaat een nieuw organisme uit één cel (de zygote = versmelting eicel en zaadcel) • Uit deze ene cel ontstaan vele cellen door celdeling. • Celdeling van lichaamscellen noemen we mitose. Mitose DNA • Voordat een cel zich kan delen moet het erfelijk materiaal worden verdubbeld. • Het erfelijk materiaal in een cel bestaat uit DNA. • DNA is opgebouwd uit nucleotiden (ook wel stikstofbasen) Mitose DNA • Nucleotiden vormen lange ketens. • Deze ketens vormen paren, met de nucleotiden verbonden door waterstofbruggen. • In een menselijke cel vind je 46 van deze gepaarde DNA-ketens • DNA zit in niet-delende lichaamscellen in lange losliggende draden (als een kluwen wol). Mitose Mitose DNA • Nucleotiden zitten altijd in vaste paren: – Cytosine met Guanine (C + G) – Adenine met Thymine (A + T) • Als dus in de ene keten een Adenine nucleotide zit dan zit er tegenover een Thymine nucleotide. • Elk DNA molecuul heeft zo zijn eigen patroon van nucleotiden Mitose DNA replicatie (verdubbeling) • Als DNA zich verdubbeld dan laten de beide DNA ketens elkaar tijdelijk los. Ze vormen zo beiden een mal voor nieuwe DNA ketens. • Elke oude enkelstrengs keten vormt samen met een nieuwe nucleotidenketen een nieuw DNA molecuul. Mitose Condensatie van DNA • Als het DNA is verdubbeld kan er celdeling plaatsvinden. • Dit begint met het ‘oprollen’ van de lange losliggende DNA moleculen in korte compacte structuren chromosomen • De verdubbelde DNA moleculen zitten nog aan elkaar vast in het centromeer zusterchromatiden Mitose Mitose (Celdeling) • Verschillende fasen bij mitose: – Profase – metafase – Anafase – telofase Mitose profase • Het spoelfiguur van microtubuli vormt zich • Het kernmembraan verdwijnt. metafase • Chromosomen (bestaande uit de twee zusterchromatiden) verdelen zich op het equatoriale vlak (metafase plaat) • Spoeldraden hechten aan het centromeer van de chromosomen. Mitose Mitose Anafase • Spoeldraden verkorten zich en trekken de zusterchromatiden uit elkaar. • Beide zusterchromatiden gaan naar een zijde (pool) van de cel Telofase • • • • • • Chromosomen ontvouwen zich weer in lange draden. Spoelfiguren gaan weg Celmembraan vormt zich Organellen zijn verdubbeld Ontstaat een delingsgroeve Splitsing cel in twee nieuwe kleine cellen (cytokinese) • http://www.bioplek.org/animaties/cel/mitose.html Mitose Celcyclus • Interfase en delingsfase • Interfase bestaat uit G1, S-fase en G2 fase. • Delingsfase is de M-fase Mitose celcyclus • G1 fase = periode waarin de cel zijn normale functies uitvoert. • S-fase = DNA synthese • G2 fase = voorbereiden op celdeling • M-fase = celdeling (mitose) Mitose Controle • Verschillende controlepunten tijdens de celcyclus. • Bijvoorbeeld G2 controlepunt na de S-fase. – Controleert of DNA replicatie goed is gegaan. Pas dan zal de cyclus verder gaan. • Als er iets niet klopt bij het controlepunt stopt hier de celcyclus totdat het probleem verholpen is. • Kan het probleem niet worden verholpen dan vindt gecontroleerde celdood (apoptose) plaats. Mitose Apoptose • Cel gaat dood zonder daarbij zijn inhoud te verliezen . • De celdelen worden gefagocyteerd door een Macrofaag (type immuuncel). Mitose