UMCG Centrum voor Revalidatie | Locatie Beatrixoord Decubitus Het voorkomen van doorligwonden en de behandeling hiervan voor patiënten met neurologische stoornissen. UMCG Centrum voor Revalidatie | Locatie Beatrixoord Inleiding Decubitus wordt in de volksmond ook wel ‘doorliggen’ of een ‘drukplek’ genoemd. Iedereen die veel in bed ligt of in een (rol)stoel zit, kan decubitus krijgen. De kans op decubitus wordt groter wanneer door uw ziekte of handicap, de zenuwen niet meer, of niet meer voldoende reageren op pijnprikkels. In deze folder staan adviezen waardoor u in veel gevallen het ontstaan van decubitus kunt voorkomen. Wanneer u al decubitus heeft, is het belangrijk dat de situatie niet verergert en de wond niet groter wordt. Hoe ontstaat decubitus? Wanneer u lange tijd in dezelfde houding zit of ligt vermindert de doorstroming van het bloed in het lichaam. Daardoor komt in sommige delen van de huid en het weefsel daaronder te weinig zuurstof. Dit gebeurt vooral op plaatsen waar de botten en gewrichten vlak onder de huid liggen zoals bij de stuit, zitbeen­ knobbels, heupen, hielen, enkels en ellebogen. Op deze manier kunnen oppervlakkige tot diepe wonden ontstaan. Ook door schuiven of glijden in bed of stoel kan de huid kapot gaan. Hoe herkent u decubitus? Roodheid is vaak het eerste teken van decubitus. Ook kunnen blaren of schaafplekken ontstaan. In het ergste geval worden dit diepe wonden die niet vanzelf genezen. Normaal gesproken voelt u pijn wanneer u lang op dezelfde manier zit of ligt. U gaat dan anders liggen of verzitten. Dit gebeurt vaak zonder dat u zich ervan bewust bent. Bij bepaalde aandoeningen 1 Decubitus waarbij de zenuwen niet meer, of niet meer voldoende reageren op pijnprikkels zoals bij een dwarlaesie, spina bifida of multiple sclerose is het belangrijk dat u weet dat door langdurige druk op één plaats decubitus kan ontstaan. Hoe kunt u de kans op decubitus verkleinen? Het voorkómen van decubitus is natuurlijk altijd beter dan het genezen. Daarom volgt hieronder een aantal maatregelen om de kans op decubitus te verkleinen. Als voorkomen niet meer mogelijk is, dan is het belangrijk de oorzaak van de decubitus op te sporen. Controle van de huid Het is belangrijk dat u dagelijks bij uzelf de decubitus-gevoelige plaatsen controleert. Dit is waar de botten onder de huid liggen zoals bij de stuit, zitbeenknobbels, heupen, hielen, enkels en ellebogen. Dit kan bijvoorbeeld met behulp van een spiegel. Als u dit niet zelf kunt doen, kunt u vragen of iemand anders (verpleging / mantelzorg) uw huid wil inspecteren. Het is belangrijk te letten op roodheid die zichtbaar blijft, ook al is de druk opgeheven. Zitkussen en matras Een zitkussen in de rolstoel en een drukverdelend matras zijn belangrijke onderdelen van de decubitus preventieve maatregelen. Er zijn verschillende matrassen en kussens. Welk kussen en matras voor u geschikt zijn, hangt af van meerdere factoren. Soms wordt er bij het adviseren van een zitkussen gebruik gemaakt van een zitdrukmeting; hierbij wordt bekeken of de druk over het zitoppervlak goed verdeeld is. Een ergotherapeut of decubitusconsulent kan u hierover adviseren. Daarnaast kan een kussen u in bed helpen om uw knieën, enkels uit elkaar te houden of uw hielen vrij te leggen. Hierdoor neemt de druk op die plaats af en heeft u minder kans op decubitus. 2 UMCG Centrum voor Revalidatie | Locatie Beatrixoord Wisselhouding in bed Als u veel in bed ligt probeer dan elke vier uur van houding te veranderen. Wissel op de rug liggen af met liggen op uw zij en buik indien mogelijk. Als u niet zelf kunt draaien, vraag dan iemand van de verpleging om u hierbij te helpen. Voorkomen van schuiven in bed Een manier van liggen op de rug is de zogenoemde ‘semifowler’houding. In deze houding wordt uw heel lichaam goed ondersteund en blijft u beter rechtop zitten. Met de bedbediening kunt u eerst een ‘knieknik’maken, zodat u niet meer naar beneden glijdt. Daarna kunt u de hoofdsteun zo hoog plaatsen als u prettig vindt. Onder de onderbenen wordt een kussen gelegd, zodat uw hielen niet meer op het matras drukken. 3 Decubitus Wisselhouding in de rolstoel Als u de hele dag in een (rol)stoel zit is het belangrijk om elk kwartier van houding te veranderen. Dit kunt u doen door naar voren te buigen of enkele minuten naar links of naar rechts te hangen. Ook door uw manier van zitten in de rolstoel kunt u decubitus voorkomen. Het is belangrijk dat u goed zit, en niet onderuit zakt in de rolstoel. Uw zithouding hangt samen met uw lichaamsverhouding, uw gewicht en uw functiebeperking. De verhouding tussen de diepte van de rolstoel en de lengte van uw bovenbenen is belangrijk. De rolstoel moet niet te smal zijn en de voetsteunen moeten op de juiste hoogte te staan. Een goede zithouding en het regelmatig veranderen van houding is belangrijk, ook al zit u op een speciaal anti-decubitus kussen. Transfers Een juiste en veilige techniek bij 'transfers' (een verplaatsing van bijvoorbeeld bed naar rolstoel) kan decubitus voorkomen. Schuiven over bijvoorbeeld de banden van de rolstoel of het verkeerd gebruik van een glijplank kan decubitus veroorzaken. Een ergotherapeut of fysiotherapeut kan u aanleren om 'tranfers' op een juiste en veilige manier te maken. Voeding Het is belangrijk dat u gezond eet, met voldoende calorieën, eiwitten en andere voedingstoffen. Goede voeding bevordert de conditie van uw huid en het onderliggend weefsel. Vooral eiwit is een belangrijke bouwstof voor het lichaam. Als uw huid beschadigt, verliest u eiwittenen andere voedingsstoffen via het weefselvocht van de wond. Met name door de inname van extra eiwitten zorgt u voor het herstel van de huid. Belangrijke eiwitbronnen zijn melk, melkproducten zoals kaas en vlees(waren). 4 UMCG Centrum voor Revalidatie | Locatie Beatrixoord Er is sprake van een verhoogde behoefte aan eiwit en energie als er een wond is. Een eiwit en energieverrijkt dieet wordt aanbevolen. Dit kan een diëtist voor u regelen. Tevens is een stabiel en goed gewicht van groot belang. Bij overgewicht kunnen uw heupen tegen de rolstoel drukken. Ook ontstaat er door overgewicht een grotere druk op het zitvlak. Daarnaast wordt het veranderen van houding moeilijker. Bij ondergewicht ligt het bot dicht onder het oppervlak waardoor de kans op hoge druk en daardoor op decubitus, groter is. Verder is een goede vochtbalans belangrijk. Een uitgedroogde huid verliest haar elasticiteit. Door een slechtere doorbloeding wordt de huid kwetsbaar en gevoeliger voor beschadigingen. Het is dan ook aan te raden per dag minimaal 2 tot 21/2 liter vocht in te nemen. Een diëtist kan u adviseren bij het samenstellen van een volwaardige voeding, afgestemd op uw voedingsbehoefte en uw situatie. Huidverzorging Het is belangrijk de huid in goede conditie te houden, zodat deze veerkrachtig is en tegen een stootje kan. Als u een droge huid heeft, vet deze dan in met een vette crème of zalf. Probeer te voorkomen dat uw huid vochtig wordt. Draag ondergoed en kleding wat goed aansluit op uw huid en wat vocht kan opnemen. Wat kunt u doen bij decubitus? Het is belangrijk om decubitus in een zo vroeg mogelijk stadium te herkennen. Hierdoor kunt u in veel gevallen voorkomen dat de decubituswond erger wordt. Als u een rode plek ontdekt die niet verdwijnt is het belangrijk om druk en schuifkrachten te vermijden. 5 Decubitus De rode plek moet vrij van druk komen. Het is belangrijk om na te gaan wat de oorzaak van de decubitus is en deze oorzaak op te heffen zodat u herhaling of verergering van de decubitus voorkomt. Is de decubitus al verder gevorderd en is er een oppervlakkige wond ontstaan, dan is het verstandig uw (huis)arts, de verpleeg­ kundige of de decubitusconsulent te raadplegen. Zij kunnen u als het nodig is doorverwijzen naar andere behandelaars zoals een ergotherapeut, diëtist of fysiotherapeut. Heeft u diepere wonden dan kunt u worden verwezen naar een plastisch chirurg om de wond operatief te behandelen. Het zal u duidelijk zijn dat decubitus een serieus probleem kan worden, het is daarom altijd beter te voorkomen dan te genezen. Wees er alert op dat veranderde omstandigheden zoals koorts, mentale vermoeidheid of een toename van spasmen, het risico op decubitus kunnen vergroten. Bij twijfel over drukplekken is het verstandig contact op te nemen met de decubitusconsulent, de verpleegkundige of uw (huis)arts. Meer informatie en vragen Als u na het lezen van deze brochure nog vragen heeft of als u meer informatie wilt, dan kunt u bellen met het UMCG Centrum voor Revalidatie. Universitair Medisch Centrum Groningen UMCG Centrum voor Revalidatie | locatie Beatrixoord Dilgtweg 5, 9751 ND Haren Postbus 30.002, 9750 RA Haren Telefoon (050) 361 79 99 6 UMCG Centrum voor Revalidatie | Locatie Beatrixoord www.revalidatie.umcg.nl Op onze website vindt u meer informatie over onze behandelingen, behandelwijze en behandelaars. Op de homepage staan links naar nieuws over ons centrum en naar onze social media YouTube, Facebook en Twitter. Ook vindt u er onder het kopje ‘Volwassenen’ en vervolgens ‘Interessante links’ handige links naar patiëntenverenigingen. 7 Decubitus Aantekeningen 8 Patiënteninformatie vlc 197/1504