VVSG T.a.v. Piet Van Schuylenbergh Directeur afdeling OCMW's Heeft u vragen? Nood aan bijkomende info? Mail naar onze frontdesk via [email protected] Of bel naar 02 508 85 85 Dienst ESF/activering Betreft : Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk Datum Bijlage(n) RC 2011/06 Samenwerking OCMW’s/werkloosheidsbureaus van de RVA Geachte Heer Van Schuylenbergh, Beste Piet, In navolging van uw schrijven waarin VVSG melding maakt van een aantal knelpunten inzake de samenwerking tussen OCMW’s en de Werkloosheidsbureaus van de RVA, kan ik u de volgende informatie overmaken. De vraag van VVSG betreft het feit dat het voor de OCMW’s belangrijk is om voor de afloop van een arbeidsovereenkomst met toepassing van art.60§7 na te gaan of er voldoende dagen werden gepresteerd om het recht op werkloosheidsuitkeringen als volledig uitkeringsgerechtigd werkloze te openen. Hiervoor doen de OCMW’s een beroep op de lokale werkloosheidsbureaus van de RVA. Wanneer het OCMW de bedoelde berekening maakt en voor controle doorstuurt naar het lokaal werkloosheidsbureau van de RVA, krijgt het OCMW geen formele bevestiging. De RVA beroept zich hierbij telkens op een clausule die stelt dat de bevestiging die de RVA verstrekt slechts informatieve waarde heeft en de RVA niet bindt. Vanuit een bezorgdheid om de OCMW’s maximaal te ondersteunen bij het uitoefenen van hun opdrachten, heeft de POD MI een overleg gehad met de RVA hieromtrent. Uit dit overleg is gebleken dat de RVA zeker bereid is de nodige informatie te verstrekken zodat OCMW’s een antwoord krijgen op de vraag hoeveel dagen er nog moeten gepresteerd worden in het kader van een tewerkstelling met toepassing van art.60§7 om gerechtigd te worden op volledige sociale rechten.. Indien een OCMW geconfronteerd wordt met een weigering vanuit een lokaal werkloosheidsbureau van de RVA om in deze het OCMW bij te staan, vraagt de RVA aan de POD MI om dit aan het hoofdbestuur van de RVA over te maken, zodat stappen kunnen ondernomen worden om hieraan te verhelpen. Wij vragen dan ook om in voorkomend geval de POD MI te informeren zodat wij contact kunnen opnemen met de RVA. Uit dit overleg is verder ook gebleken dat de RVA bevestigt dat het aantal te presteren dagen enkel ‘onder voorbehoud’ kan geattesteerd worden. De reden hiervoor is dat de POD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding, Sociale Economie en Grootstedenbeleid Koning Albert II – laan 30 - B1000 Brussel – http://www.mi-is.be tel +32 2 508 85 85 – fax +32 2 508 85 10 – [email protected] 2. RVA niet over officiële bewijsstukken beschikt waaruit de periode blijkt gedurende dewelke de werknemer art. 60§7 reeds gewerkt heeft. Wanneer een OCMW de vraag stelt om de berekening van het aantal nog te presteren dagen te maken, dan ontvangt de RVA informatie aangaande prestaties uit het verleden enerzijds en aangaande toekomstige prestaties anderzijds. Wat de prestaties uit het verleden betreft, deze liggen vast. Hieruit zou kunnen afgeleid worden dat zich hier geen probleem stelt. Soms wordt evenwel een berekening gevraagd op basis van tewerkstellingen bij meerdere werkgevers waarbij het OCMW aangeeft dat de cliënt " gewerkt heeft van ... tot ...". In dit geval beschikt de RVA niet over officiële stukken en stelt zich de vraag of de data die worden meegedeeld (begin en einddatum, voltijds of deeltijds, onderbrekingen,...) werkelijk deze zoals zij voorkomen in de DIMONA/DMFA? Om een correcte berekening te kunnen maken, moet de RVA daarenboven elke onderbreking in de tewerkstelling kennen. Er dient hierbij een onderscheid gemaakt te worden tussen onderbrekingen die gelijkgesteld worden met arbeidsdagen (vb. vergoede ziektedagen), onderbrekingen die geen arbeidsdagen zijn (bvb afwezigheden op het werk zonder behoud van loon die meer dan 10 dagen per kalenderjaar betreffen) en onderbrekingen die de referteperiode om de benodigde arbeidsdagen te berekenen verlengen zonder zelf arbeidsdagen of gelijkgestelde dagen te zijn. Zonder officiële documenten kan de RVA hierover geen uitsluitsel geven. De RVA heeft geen toegang tot de databanken van de sociale zekerheid (DIMONA, DMFA,...) zolang er geen werkloosheidsuitkeringen worden aangevraagd, en dit omwille van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Dit is ook het geval als de RVA de vraag van een OCMW krijgt voor een toekomstig recht. Bijgevolg kan een berekening van het aantal nog te presteren dagen op basis van nietofficiële stukken enkel worden gemaakt 'onder voorbehoud', met name onder voorbehoud dat de vermelde gegevens werkelijk overeenstemmen met de officiële stukken waarover de RVA nog niet beschikt, maar zal beschikken op het moment van de uitkeringsaanvraag. Wat de prestaties voor de toekomst betreft met daaraan verbonden een mogelijke datum van toelaatbaarheid tot werkloosheidsuitkeringen,, ook daar moet de RVA "onder voorbehoud" attesteren, omdat het aantal nog te presteren dagen afhangt van deze die men in het verleden heeft gepresteerd (zie hierboven) maar ook van het feit of de toekomstige dagen zonder onderbreking zullen worden gepresteerd. Met vriendelijke groeten, Hoogachtend, Alexandre Lesiw Directeur-generaal