Doelen les 1 In eigen, maar wetenschappelijk gepaste, woorden kunnen uitleggen wat een cathode ray tube is (“een met een weinig edelgas gevulde afgesloten buis waarin elektronen zich zeer snel verplaatsen onder invloed van een elektrisch veld”). In eigen, maar wetenschappelijk gepaste, woorden kunnen uitleggen wat de invloed van een magneet (of magnetische omgeving) is op de elektronen in die buis (“zie filmpje”). In eigen, maar wetenschappelijk gepaste, woorden kunnen uitleggen wat de invloed van een homogeen elektrisch veld is op de elektronen. In eigen, maar wetenschappelijk gepaste, woorden kunnen uitleggen hoe Rutherford er toe kwam het atoommodel van Thomson te verfijnen. De belangrijkste conclusies over de bouw van een atoom volgens Rutherford kunnen opsommen. De belangrijkste kenmerken van een atoom en zijn samenstellende deeltjes kunnen opsommen (volgens Bohr). In eigen, maar wetenschappelijk gepaste, woorden kunnen verduidelijken hoe je wit zonlicht kan ontbinden in zijn componenten. Daarbij de belangrijkste delen van het continue spectrum kunnen benoemen (UV, VIS, IR) en de overeenkomstige golflengtes kunnen aangeven. De begrippen golflengte, frequentie en snelheid van licht kunnen verduidelijken. Kunnen verduidelijken welk licht het meest energetisch is (UV, VIS of IR ?). De relatie tussen golflengte, frequentie en snelheid van licht kunnen aanwenden in oefeningen. In eigen, maar wetenschappelijk gepaste, woorden kunnen verduidelijken wat licht precies is. Met een eigen nieuw voorbeeld kunnen verduidelijken dat de verplaatsende, elektrische en magnetische omgeving in staat is ons voorwerpen te laten ‘zien’. Doelen les 2 Vanuit de formule voor potentiële energie voor een elektron in de buurt van een kern met lading Z, de grafiek (Epot,r) kunnen tekenen. A.d.h.v. die formule kunnen duiden waarom de grafiek dit typisch verloop heeft. De grafiek (Epot,r) kunnen verduidelijken en mogelijke energieveranderingen in woorden kunnen duiden. Daarbij kunnen duiden wat “stabielere toestand”, Epot, toename en afname van Epot, energieomzetting en het teken van Epot met elkaar te maken hebben. Kunnen verduidelijken hoe verhitten of aanbieden van elektrische energie op atomair niveau voor een aangeslagen toestand kunnen zorgen. Kunnen verduidelijken hoe en waarom, na verhitten of aanbieden van elektrische energie, emissie kan optreden. Dit duiden in termen van de potentiële energie van een verplaatsend elektron. Dit duiden adhv. de grafiek (Epot,r). In eigen woorden, maar wetenschappelijk correct kunnen duiden wat een lijnenspectrum, een continu spectrum, een spectroscoop, betekenen. De vrijgekomen (Epot<0) of gewenste energie (Epot>0) bij de verplaatsing van een elektron in de buurt van kern Z kunnen bereken. De begin- of eindafstand van een elektron bij de verplaatsing van een elektron in de buurt van kern Z kunnen bereken obv. de vrijgekomen (Epot<0) of gewenste energie (Epot>0). Adhv. de eigenschappen van elektromagnetische straling kunnen verduidelijken hoe een “blacklight” voor emissie van fluorescerende stoffen kan zorgen. Dit duiden in termen van de potentiële energie van een verplaatsend elektron. Dit duiden adhv. de grafiek (Epot,r). Doelen les 3 en taak Het verschil tussen energetisch en minder energetisch licht kunnen duiden. Het verband tussen de golflengte van het licht en de energie van dat licht kunnen duiden en bovendien kunnen toepassen in oefeningen. Daarbij de gepaste afkortingen, symbolen en hun eenheden kunnen duiden * : frequentie van het licht: aantal trillingen per seconde: uitspreken als “nu” SI-eenheid Hz of s-1 (of 1/s). * : golflengte van het licht: uitspreken als “lambda”, SI-eenheid m (of nm) * c: snelheid van het licht, eenheid m/s * h: constante van Plank: 6,6 . 10-34 J.s A.d.h.v. een figuur (Epot,r) kunnen verduidelijken wat het verband is tussen de de karakteristieken (,,Elicht) van het uitgezonden/geëmitteerde licht, de hoeveelheid verlies aan potentiële energie Epot, de absolute potentiële energie van elke positie r, en de positieverandering van het elektron. Op basis van de experimenteel vastgestelde spectraallijnen van een aangeslagen waterstofatoom kunnen verduidelijken waarom, in tegenstelling tot wat Rutherford dacht, niet alle absolute potentiële energie”niveaus” mogelijk zijn voor een elektron. Daarbij duidelijk onderscheid kunnen maken tussen Epot en Epot. Daarbij kunnen verduidelijken wat de relatie is tussen de welbepaalde energie van het uitgezonden licht en toegelaten “terugvalposities”. Kunnen verduidelijken dat Bohr “slechts” een model vooropstelde om de werkelijkheid te beschrijven. De weerlegbaarheid van modellen kunnen duiden adhv. nieuwe experimentele vaststellingen. Kunnen verduidelijken wat Balmer-, Paschen, Lymanlijnen precies inhouden. Daarbij kunnen verduidelijken waarom Lymanlijnen emissie van UV-licht vertonen, Balmerlijnen emissie van VIS-licht vertonen, Paschenlijnen emissie van IR-licht vertonen. De golflengten van de belangrijkste Balmerlijnen kunnen berekenen. Dwz. de formule kennen en kunnen gebruiken in oefeningen. Zelf een (potentieel)energieschema kunnen teken voor een willekeurig atoom t.e.m. atoomnummer 18. Dit systematisch kunnen opvullen met elektronen. Daarbij kunnen verduidelijken waarom men start met het opvullen van de K-schil (n=1) (zoals Wiete dat perfect duidde in de les). Zelf een schilvoorstelling kunnen teken voor een willekeurig atoom t.e.m. atoomnummer 18. Dit systematisch kunnen opvullen met elektronen (klokregel: 0uur, 3uur, 6uur, 9uur, 12uur, 15uur, 18uur, 21uur). Zelf de Lewisstructuur kunnen teken voor een willekeurig atoom t.e.m. atoomnummer 18. Vanuit vrijgekomen lichtenergie of de golflengte van het geëmitteerde licht kunnen berekenen welke schiltransities een waterstofatoom ondergaat (zie taak). Daarbij de mogelijke startschil kunnen aangeven wanneer lichtenergie (of golflengte of frequentie) en de potentiële energie (+nummer) van de terugvalschil gegeven zijn. Daarbij de mogelijke terugvalschil kunnen aangeven wanneer lichtenergie (of golflengte of frequentie) en de potentiële energie (+nummer) van de startschil gegeven zijn. Zelfde doel als voorgaande, maar dan elektronpositie (r) (ipv. Epot) gegeven voor ofwel startschil ofwel terugvalschil. Je moet dan de formule voor Epot kunnen hanteren en verduidelijken.