Wisselwerkingen met reumamedicatie Soms leidt de contole op wisselwerkingen er toe dat de apotheker, samen met de arts, kiest voor een ander geneesmiddel. Het kan ook zijn dat je wordt geïnformeerd om extra alert te zijn op bepaalde bijwerkingen of dat wordt geadviseerd een geneesmiddel op andere tijdstippen in te nemen om wisselwerking te voorkomen. Drie wisselwerkingen Mensen met reuma krijgen vaak meerdere geneesmiddelen voorgeschreven. Het ene middel remt de pijn, het andere zorgt er voor dat de schade aan de gewrichten wordt beperkt en weer een ander geneesmiddel beschermt de maag. Al die geneesmiddelen kunnen elkaar beïnvloeden. Daardoor kan het ene geneesmiddel er voor zorgen dat het andere geneesmiddel minder goed werkt of juist net sterker werkt dan anders, waardoor de kans op bijwerkingen toeneemt. Wanneer alle geneesmiddelen bij dezelfde apotheek worden gehaald en die apotheker precies weet welke geneesmiddelen je gebruikt, controleert hij of zij deze wisselwerkingen. 34 De meeste wisselwerkingen ontstaan door (1) geneesmiddelen die samenklonteren in de darmen, (2) geneesmiddelen die de lever of de nieren beïnvloeden of (3) geneesmiddelen die aangrijpen op hetzelfde werkingsmechanisme. • Samenklonteren in de darmen; Een geneesmiddel komt via de maag in de darmen. Daar wordt het opgenomen in het bloed. Sommige geneesmiddelen hebben de neiging om met zouten die onder andere in ijzertabletten, kalktabletten en bepaalde maagtabletten zitten, samen te klonteren. Zo’n samengeklonterd geneesmiddel wordt niet opgenomen in het bloed en mist daardoor zijn werking. • Geneesmiddelen die de lever of de nieren beïnvloeden; Sommige geneesmiddelen worden door de lever afgebroken en daarna uitgescheiden in de vorm van gal. Weer andere middelen worden via de nieren uitgeplast. Ook kunnen geneesmiddelen de afbraak/uitscheiding via de lever en nieren versnellen of vertragen. Wanneer de afbraak door de lever wordt geremd of wanneer de nieren minder geneesmiddel uitplassen, krijg je meer van het geneesmiddel in je bloed dan normaal. Als de dosis niet wordt aangepast, kun je meer last krijgen van bijwerkin- geneesmiddelen gen. Wanneer een geneesmiddel via de lever of de nieren versneld het lichaam verlaat, krijg je daarentegen weer te weinig van dat middel in je bloed. • Geneesmiddelen die aangrijpen op hetzelfde werkingsmechanisme; Wanneer je twee geneesmiddelen slikt die allebei hetzelfde onderdeel van het lichaam activeren, kan het gebeuren dat het ene middel een activiteit van het lichaam remt en de andere het daarentegen stimuleert. De belangrijkste interacties De allerbelangrijkste interactie van methotrexaat bij reumatische indicaties is de wisselwerking tussen methotrexaat en het antibioticum trimethoprim/co-trimoxazol. Zowel methotrexaat als cotrimoxazol/trimethoprim verminderen de productie van foliumzuur. Zo kan er een tekort aan foliumzuur ontstaan. Ook wordt methotrexaat door trimethoprim minder uitgescheiden in de nieren. De eerste tekenen van deze interactie zijn pijnlijke plekken of zweren in de mond, diarree of bloed in de ontlasting. Zeker bij mensen met een verminderde nierfunctie zijn de gevolgen van deze interactie groot. Uiteindelijk kan deze interactie zelfs leiden tot levensgevaarlijke bloedbeeldafwijkingen. De combinatie trimethoprim en methotrexaat moet daarom alleen bij zeer dwingende medische noodzaak en onder goede begeleiding worden gebruikt. Omdat trimethoprim vaak bij een andere apotheek wordt gehaald dan de apotheek waar men doorgaans komt (bijvoorbeeld een dienstapotheek), is het een goed idee om altijd een (meertalig) kaartje mee te nemen waardoor je aan een arts kan laten zien dat je methotrexaat gebruikt. Een andere belangrijke interactie is die tussen methotrexaat en ciclosporine. De hoeveelheid methotrexaat in het bloed kan door deze combinatie toenemen en daarom is extra controle op bijwerkingen van methotrexaat belangrijk. Omgekeerd geldt dat ook voor de hoeveelheid ciclosporine in het bloed. De interactie tussen methotrexaat en ontstekingsremmende pijnstillers (NSAIDs zoals diclofenac, naproxen en celecoxib) is in de doseringen die aan mensen met reuma worden gegeven en die regelmatig door de specialist worden gecontroleerd, geen aanleiding voor extra maatregelen. Hoewel er al interactie (verminderde uitscheiding van methotrexaat in de nieren) vanaf 15 mg/week is, waardoor er mogelijk meer methotrexaat in het lichaam achterblijft, is dat doorgaans geen reden voor ongerustheid. Als je zowel sulfasalazine als het hartmiddel digoxine gebruikt, zorgt de digoxine er voor dat je meer digoxine uitplast. Wanneer je hydroxychloroquine gebruikt, is het effect net andersom. Dan neemt de hoeveelheid digoxine in het bloed toe. Wanneer iemand een van deze combinaties gebruikt, is het dan ook belangrijk dat de hoeveelheid digoxine in het bloed wordt gecontroleerd. Voor gebruikers van biologicals bij reuma is er goed nieuws: deze middelen hebben geen wisselwerking met andere geneesmiddelen! Leflunomide heeft met meerdere geneesmiddelen wisselwerkingen. De belangrijkste Bart van den Bemt is apotheker van de Sint Maartensapotheek in Nijmegen. De Sint Maartensapotheek is de enige openbare apotheek in Nederland, die in reumatologie, orthopedie en revalidatie is gespecialiseerd. Kijk voor meer informatie op www.maartenskliniek.nl. noemen we hier. Bloedverdunners bijvoorbeeld werken sterker bij mensen die ook leflunomide gebruiken. Het is dan ook verstandig in die gevallen de trombosedienst op de hoogte te stellen. De apotheker doet dit meestal. Het antibioticum rifampicine versnelt de afbraak van leflunomide. Daarom wordt langdurig gebruik van combinatie van deze geneesmiddelen vermeden. De combinatie van leflunomide en de cholesterolverlager rosuvastatine zorgt er voor dat rosuvastatine minder snel wordt afgebroken. Daardoor neemt de hoeveelheid rosuvastatine in het bloed toe en wordt de kans op bijwerkingen (aan de spieren) groter. Eigen medicatiepaspoort Ook middelen die je bij de drogist koopt zoals pijnstillers (ibuprofen en naproxen), maagtabletten, voedingssupplementen en kruidenpreparaten (Sint Janskruid) kunnen een wisselwerking met andere geneesmiddelen hebben. Vraag daarom altijd aan jouw apotheker of je deze (handverkoop) geneesmiddelen samen kunt gebruiken met jouw andere geneesmiddelen. Daarnaast is het altijd handig om een overzicht van jouw geneesmiddelen (een geneesmiddelenpaspoort) bij de hand te hebben. Wanneer je een nieuw geneesmiddel krijgt, kan aan de hand van dit paspoort gemakkelijk worden gecontroleerd of er onverwachte wisselwerkingen zijn. Een geneesmiddelenpaspoort is ook handig bij een acute opname, een bezoek aan de specialist of een reis naar het buitenland. De apotheker geeft zo’n paspoort gratis. Zo heb je altijd een actueel overzicht van de geneesmiddelen die je gebruikt. Bart van den Bemt 35