B en W nummer 11 - Gemeente Leiden

advertisement
RAADSVOORSTEL 12.0116
Rv. nr.: 12.0116
B en W-besluit d.d.: 13-11-2012
B en W-besluit nr.: 12.1068
Naam programma:
Werk en inkomen
Onderwerp:
Tegemoetkoming woonlasten kamerhuurders Leiden 2013
Aanleiding:
In 2011 heeft D66 een aantal vragen gesteld over gemeentelijke lasten van kamerbewoners.
Dit gebeurde naar aanleiding van een wetswijziging om de aanslag afvalstoffenheffing in
geval van onzelfstandige woonruimten aan de verhuurder op te leggen. In de beantwoording
heeft het college aangegeven dat het voorstel tot introductie van een mogelijkheid tot
individuele tegemoetkoming bij kamerbewoners vanuit een positieve grondhouding wordt
heroverwogen (zie B&W.nr. 11.0559).
Doel:
Vaststellen van de verordening tegemoetkoming woonlasten kamerhuurders Leiden 2013.
Kader:
Artikelen 108, 149 en 255 Gemeentewet, artikel 26 Invorderingswet, artikelen 11 eerste lid,
19 eerste lid, 21, 22, 23, 25 en 26 Wet werk en bijstand.
Overwegingen:
Vanaf het belastingjaar 2012 is het wettelijk verplicht om - in geval van onzelfstandige
woonruimten - de aanslag afvalstoffenheffing op te leggen aan de verhuurder en niet meer
aan de bewoner zelf. In Leiden wordt de aanslag rioolheffing eveneens aan de verhuurder
opgelegd. De bewoner zal de aanslag via de huur in rekening gebracht krijgen. Aangezien de
bewoner de aanslag niet meer zelf ontvangt, is hierdoor het recht op kwijtschelding vervallen.
Teneinde bewoners van onzelfstandige woonruimten toch een vorm van financiële
compensatie te kunnen bieden, kan de Tegemoetkoming woonlasten kamerhuurders Leiden
(TWK) een uitkomst bieden. De bedoeling van de regels van de TWK is vergelijkbaar met die
van de kwijtschelding. Kamerbewoners met een laag inkomen en vermogen kunnen hierdoor
onder voorwaarden in aanmerking komen voor ‘kwijtschelding’ van de gemeentelijke
belastingen. Een ongelijkheid tussen bewoners van onzelfstandige en van zelfstandige
woonruimten wordt hiermee opgeheven.
Financiën:
De invoering van de nieuwe verordening heeft diverse financiële, personele en
organisatieconsequenties. Op basis van de ervaringscijfers van gemeente Delft, waar deze
regeling al langer bekend is, wordt uitgegaan van circa 160 toekenningen. De kosten zullen,
naar huidige verwachting, circa € 28.000 bedragen. Dit bedrag bestaat uit de toegekende
bedragen en de personele kosten en ict-kosten. De dekking is gevonden binnen programma
10.
Evaluatie:
Niet van toepassing
Bijgevoegde informatie:
Niet van toepassing.
RAADSBESLUIT
De raad van de gemeente Leiden:
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders (raadsvoorstel 12.0116 van 2012),
mede gezien het advies van de commissie,
Gelet op de artikelen 108, 149 en 255 Gemeentewet, artikel 26 Invorderingswet, artikelen 11
eerste lid, 19 eerste lid, 21, 22, 23, 25 en 26 Wet werk en bijstand;
BESLUIT:
vast te stellen de navolgende Verordening Tegemoetkoming woonlasten kamerhuurders
Leiden 2013.
Verordening Tegemoetkoming woonlasten kamerhuurders Leiden 2013.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1
Deze verordening verstaat onder:
 a tegemoetkoming: een geldelijke tegemoetkoming aan kamerhuurders ter
compensatie van de gemeentelijke belastingen, die via de (servicekosten van de)
verhuurder aan de gemeente worden betaald.
 b gemeentelijke belastingen: de rioolheffing en de afvalstoffenheffing.
 c kamerhuurder: een natuurlijke persoon die als huurder onzelfstandige woonruimte
bewoont.
 d onzelfstandige woonruimte: een woning in Leiden waar sprake is van een
noodzakelijk gebruik van gemeenschappelijke voorzieningen (wasgelegenheid,
kookgelegenheid en/of toilet).
 e betalingscapaciteit: het positieve verschil van het in januari van het betreffende
belastingjaar genoten netto-besteedbare inkomen en de kosten van bestaan.
 f netto-besteedbaar inkomen: overeenkomstig artikelen 14 en 15 van de
uitvoeringsregeling invorderingswet 1990.
 g netto-besteedbaar inkomen en studiefinanciering: bij de berekening van het netto
besteedbare inkomen wordt overeenkomstig artikel 26.2.12 Leidraad Invordering
Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland rekening gehouden met inkomsten die
studenten ontvangen op grond van de WSF en de Wet tegemoetkoming
onderwijsbijdrage en schoolkosten 18+.
 h kosten van bestaan: de normen uit artikel 21, 22, 23, 25 en 26 van de WWB
(overeenkomstig artikel 16 van de uitvoeringsregeling invorderingswet 1990).
 i vermogen: overeenkomstig artikel 12 van de uitvoeringsregeling invorderingswet
1990.

j belastingjaar: kalenderjaar waarop de gemeentelijke belastingen betrekking hebben.
Hoofdstuk 2 De tegemoetkoming
Artikel 2.1
1. De afdelingsmanager Service & Informatie kent op aanvraag een tegemoetkoming toe aan
de kamerhuurder, die in de maand januari van het jaar van aanvraag geen betalingscapaciteit
en geen vermogen heeft.
2. De tegemoetkoming wordt verleend voor ten hoogste het betaalde bedrag van de
gemeentelijke belastingen via de servicekosten nadat ten minste 80% van de
betalingscapaciteit is aangewend.
Artikel 2.2
Geen tegemoetkoming wordt verleend in de gevallen genoemd in artikel 8 en 18 van de
Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.
Artikel 2.3
De aanvraag kan alleen worden ingediend door de kamerhuurder die -bij gebreke van een op
zijn naam gestelde aanslag gemeentelijke belastingen- geen beroep kan doen op het
gemeentelijk kwijtscheldingsbesluit.
Artikel 2.4
De tegemoetkoming bedraagt maximaal het bedrag aan gemeentelijke belastingen dat in het
betreffende belastingjaar door de kamerhuurder via de, servicekosten van de, verhuurder aan
de gemeente is betaald.
Artikel 2.5
Bij tussentijdse verhuizing van de aanvrager wordt de tegemoetkoming verstrekt, uitgaande
van de onzelfstandige woonruimte die de aanvrager in het betreffende belastingjaar als
eerste bewoonde.
Artikel 2.6
De tegemoetkoming wordt éénmalig uitbetaald voor het belastingjaar waarop de aanvraag
ziet.
Hoofdstuk 3 De aanvraag
Artikel 3.1
De aanvrager kan slechts éénmaal per jaar een aanvraag indienen. De aanvraag heeft
betrekking op het belastingjaar voorafgaande aan dat van de aanvraag.
Artikel 3.2
De periode waarin aanvragen in behandeling worden genomen, loopt van 1 januari tot en met
31 maart van het jaar na afloop van het belastingjaar zoals genoemd onder artikel 3.1.
Artikel 3.3
De aanvraag wordt ingediend door middel van het daartoe bestemde aanvraagformulier. Dit
formulier wordt volledig ingevuld en ondertekend en wordt vergezeld van bewijsstukken over
het inkomen en het vermogen en met een opgave van de verhuurder over het, via de
servicekosten, aan de huurder in rekening gebrachte deel gemeentelijke belastingen.
Artikel 3.4
Te laat ingediende aanvragen worden niet in behandeling genomen. Als de afdelingsmanager
Service & Informatie het aanvraagformulier onvolledig ingevuld terugontvangt, stelt hij de
aanvrager in de gelegenheid de ontbrekende gegevens alsnog binnen twee weken te
verstrekken.
Artikel 3.5
Op de aanvraag wordt door of namens de afdelingsmanager Service & Informatie bij voor
administratief beroep vatbare beschikking beslist. Het college van burgemeester en
wethouders beslist op het administratieve beroep.
Hoofdstuk 4 Citeertitel en inwerkingtreding
Artikel 4.1
Deze verordening kan worden aangehaald als de ‘Verordening Tegemoetkoming woonlasten
kamerhuurders 2013’.
Artikel 4.2
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de
bekendmaking.
2. De datum van ingang van de verordening is 1 januari 2013.
Gedaan in de openbare raadsvergadering van 18 december 2012,
de Griffier,
de Voorzitter,
Dit voorstel is op 18 december ongewijzigd vastgesteld.
Toelichting Verordening Tegemoetkoming woonlasten kamerhuurders 2013.
Inleiding
Vanaf het belastingjaar 2012 is het wettelijk verplicht om in geval van onzelfstandige
woonruimten de aanslag afvalstoffenheffing op te leggen aan de verhuurder en niet meer aan
de bewoner zelf. In Leiden wordt de aanslag rioolheffing eveneens aan de verhuurder
opgelegd. De bewoner zal de aanslag via de huur in rekening gebracht krijgen. Aangezien de
bewoner de aanslag niet meer zelf ontvangt, is hierdoor het recht op kwijtschelding vervallen.
Teneinde de bewoners van onzelfstandige woonruimten toch een vorm van compensatie te
kunnen bieden, kan de Tegemoetkoming woonlasten kamerhuurders een uitkomst bieden. De
bedoeling van de Tegemoetkoming is vergelijkbaar met die van de kwijtschelding.
Kamerbewoners met een laag inkomen en vermogen kunnen hierdoor onder voorwaarden in
aanmerking komen voor ‘kwijtschelding’ van de gemeentelijke belastingen. Een ongelijkheid
tussen bewoners van onzelfstandige en van zelfstandige woonruimten wordt hiermee
opgeheven.
Alleen huurders van een kamer in een (studenten)huis of een woonruimte in een
zorginstelling in Leiden kunnen in aanmerking komen voor een geldelijke tegemoetkoming.
De kamerhuurder moet, met behulp van een huurcontract, kunnen aantonen dat hij een
onzelfstandige wooneenheid bewoont. Bij een onzelfstandige woning moeten was- en
kookgelegenheid en het toilet gedeeld worden met andere bewoners van het gebouw.
De rioolheffing en de afvalstoffenheffing moeten via de huur of servicekosten worden
doorbetaald aan de gemeente, dus niet rechtstreeks via een belastingaanslag van
Belastingsamenwerking Gouwe Rijnland.
De hoogte van de betalingscapaciteit, inkomen en vermogen worden bepaald volgens de
regels van de kwijtschelding.
Hoofdstuk 2 De tegemoetkoming
De hoogte van inkomen en vermogen worden vastgesteld volgens de kwijtscheldingsregels.
Een inkomen kan onder meer bestaan uit uitkering, studiefinanciering, pensioen en inkomsten
uit bijbanen. Het vermogen kan onder meer bestaan uit banksaldo, spaarrekening of auto.
De artikelen 8 en 18 Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 bepalen wanneer
kwijtschelding niet wordt verleend.
In het geval de kamerhuurder zelf de belastingaanslag ontvangt van de
Belastingsamenwerking Gouwe Rijnland, kan hij een kwijtscheldingsverzoek indienen bij de
Belastingsamenwerking Gouwe Rijnland.
Het bedrag dat de kamerhuurder betaalt aan gemeentelijke belastingen via de verhuurder is
het maximale bedrag waar de kamerhuurder een tegemoetkoming voor kan aanvragen in het
onderhavige jaar. Uitgangspunt is hierbij de onzelfstandige woonruimte die de aanvrager als
eerste bewoonde in het onderhavige jaar.
Hoofdstuk 3 De aanvraag
Eenmaal per jaar kan een aanvraag door de kamerhuurder worden ingediend. Dit is in de
periode 1 januari tot en met 31 maart na afloop van het betreffende belastingjaar. De
aanvraag wordt slechts in behandeling genomen in het geval het aanvraagformulier volledig
wordt ingevuld en waarbij alle relevante informatie om de aanvraag te kunnen beoordelen,
wordt verstrekt.
TECHNISCHE INFORMATIE
Opsteller:
Organisatieonderdeel:
Telefoon:
E-mail:
A.P.G. Welters
Concernstaf
5155
[email protected]
Portefeuillehouder:
Bereikbaarheid, Financiën & Economie
B en W. nr. 12.1068 d.d. 13-11-2012
Onderwerp
Tegemoetkoming woonlasten kamerhuurders Leiden 2013
Besluiten:
de Raad voor te stellen de Verordening Tegemoetkoming woonlasten kamerhuurders Leiden
2012 vast te stellen.
Behoudens advies van de c ommissie
Perssamenvatting:
Vanaf het belastingjaar 2012 is het wettelijk verplicht om in geval van onzelfstandige
woonruimten de aanslag afvalstoffenheffing op te leggen aan de verhuurder en niet meer aan
de bewoner zelf. In Leiden wordt de aanslag rioolheffing eveneens aan de verhuurder
opgelegd. De bewoner zal de aanslag via de huur in rekening krijgen. Aangezien de bewoner
de aanslag niet meer zelf ontvangt, is hierdoor het recht op kwijtschelding vervallen. Teneinde
de bewoners van onzelfstandige woonruimten toch een vorm van compensatie te kunnen
bieden, kan de Tegemoetkoming woonlasten kamerhuurders Leiden een uitkomst bieden. De
bedoeling van de regels van de Tegemoetkoming is vergelijkbaar met die van de
kwijtschelding. Een ongelijkheid tussen bewoners van onzelfstandige en van zelfstandige
woonruimten wordt hiermee opgeheven.
Download