HOOFDSTUK 2: DEELSTATELIJKE ORGANISATIE Inleiding Federale staat: autonomie v/d deelentiteiten is constitutioneel gewaarborgd eenheidsstaat: bestuur vanuit centraal gezag Ook eenheidsstaat met territoriale (en functionele) decentralisering, waar er autonoom beheer is van plaatselijke aangelegenheden door plaatselijke overheden MAAR wel onder controle van centrale gezag. confederatie: internat. soevereine staten verenigen zich ter verwezenlijking van bepaalde doelstellingen (bv. EU) 1. Schets v/d staatshervormingen Begrip ‘federale staat’ 1831: België = territoriaal gedecentraliseerde eenheidsstaat (hoogste gezag/ soevereiniteit i/h hele grondgebied ligt enkel bij de centrale overheid Bepaalde vorm van zelfbestuur voor lokale overheden MAAR wel voortdurende controle 1970: federale staat of bondsstaat (realisatie door ≠ staatshervormingen) = staat waarin de soevereiniteit is verdeeld tss. 2 rechtsordeningen , federaal en deelstatelijk. Federale staat creatie van autonome deelstaten: staan niet onder controle van + geen hiërarchische band met centrale gezag; elke deelstaat heeft bevoegdheden en rechtsorde die zij zonder inmenging v/h centrale gezag kan uitoefenen; beschikt over alle functies waarover een staat kan beschikken + over financiële autonomie (obv. eigen fiscale bevoegdheid). Grondwettelijk hof behandeld bevoegdheidsconflicten tss. deelstaten onderling en tss. deelstaten en het centraal gezag. ‘Federalisme bij wijze van associatie’ ↔ ‘Federalisme bij wijze van dissociatie’ Federalisme bij wijze van associatie = centripetaal federalisme = factor van integratie vereniging van tot dan soevereine staten die samen een gemeenschappelijke Grondwet opstellen als basis voor een nieuwe gemeenschappelijke staat met federale structuur. Waarom? uit wil zich te beschermen tegen bedreigingen van buiten uit en/of voor gemeenschappelijke ontw. v/h welzijn. (bv. VSA) Federalisme bij wijze van dissociatie = centrifugaal federalisme = factor van desintegratie staat die tot dan toe eenheidsstaat was, verandert GW zijn administratieve delen om tot aparte entiteiten Waarom?:ndzk. Minderheden te beschermen, antwoorden op eisen naar regionale autonomie op soc., econ. of cultureel vlak. (bv. België) Tweeledig federalisme België bipolair (tweeledig) federalisme die tot uiting komt in federale structuren op vlak van federale besluitvorming is er een paritair beheer van centrale bevoegdheden. 2. Bevoegdheidsverdeling tss. de staat, de gemeenschappen en de gewesten Art 127-130 bevoegdheden gemeenschappen Art 134 bevoegdheden gewesten Algemene kenmerken v/d bevoegdheden v/d deelstaten Beschermde of verschanste bevoegdheden Bevoegdheden zijn gewaarborgd in de grondwet en in het feit dat de grondwet enkel kan worden gewijzigd bij bijzondere meerderheid in beide kamers (waarin alle deelstaten vertegenwoordigt zijn) Toegewezen en geen residuaire bevoegdheden geen lijst met alle toegewezen bevoegdheden voor deelstaten en centraal gezag = zeer moeilijk + te strak om alleen toegewezen bevoegdheden te hebben (want vereist telkens wijzigingen bij pol., econ. of maatschappelijke evoluties) België: deelstaten hebben enkel residuaire bevoegdheden: hebben enkel bevoegdheden die hen krachtens de grondwet zijn gegeven Federatie: toegewezen bevoegdheden door GW + residuaire bevoegdheden (= bevoegdheid om ook datgene te regelen wat niet uitdrukkelijk is toegewezen in de GW) Exclusieve bevoegdheden = bepaalde overheid heeft volledige bevoegdheid (om zo bevoegdheidsconflicten te vermijden) MAAR moeilijk om bevoegdheden perfect te scheiden + altijd uitz. op exclusieve karakter Uitz. wetenschappelijk onderzoek is bevoegdheid van 3 overheden, eigenlijk concurrerende regel (zolang er geen federale regel is zijn de gemeenschappen/gewesten bevoegd) en beperkt –oneigl.concurrerende regel (kader wordt gecreëerd door de federatie en invulling door de deelstaten). Impliciete bevoegdheden = bevoegdheidsoverschrijding, is mgl. als het ndzk. is voor een goede uitoef. van toegewezen bevoegdheden, als de gedifferentieerde opl. mgl. is of als het een marginale impact heeft op de geschonden instantie Accessoire bevoegdheden = hulpmiddel voor uitvoering v/e eigen bevoegdheid (bv. eigen gebouwen) Materiële bevoegdheid Materiële bevoegdheid v/d federale overheid Federatie = residuaire + toegewezen bevoegdheden Materiële bevoegdheid v/d gemeenschappen Art 127 GW Culturele aangelegenheden Onderwijsaangelegenheden Persoonsgebonden aangelegenheden Taalgebruikaangelegenheden MAAR beperking tot bestuurszaken, onderwijs, soc. betrekkingen tss. WN en WG en wettelijk voorgeschreven akten v/d ondernemingen. Materiële bevoegdheid v/d gewesten Art 6, lid 1, BWHI plaatsgebonden en econ. aangelegenheden Ruimtelijke ordening Leefmilieu, waterbeleid, landinrichting en natuurbehoud Huisvesting Landbouwbeleid Econ. beleid (MAAR uitz.), energiebeleid,… Territoriale bevoegdheid Territoriale bevoegdheid v/d gemeenschappen (Franse, Vlaamse en Duitse gemeenschap) territorialiteitsbeginsel = elke regel die een gemeenschapswetgever uitvaardigt moet kunnen worden gelokaliseerd binnen het gebied waarvoor hij bevoegd is (waardoor iedere concrete verhouding en situatie slechts door 1 wetgever kan worden geregeld) MAAR betekent niet dat geen enkele regel van de ene overheid geen gevolgen mag hebben op grondgebied andere overheid (extraterritoriale gevolgen) ter bevordering van cultuur wel mgl. ALS de gevolgen van dit cultureel beleid niet onverzoenbaar zijn met cultureel beleid andere gemeenschap. Territoriale bevoegdheid v. gemeenschappen wordt bepaald adhv. taalgebieden (wat onlogisch is want gemeenschappen ≠ taalgebieden) MAAR enkel Duitstalige gemeenschap is volledig bevoegd volgens haar grondgebied Vlaamse en Franse gemeenschap soms meer beperkte bevoegdheden (bv. inzake taalgebruik in faciliteitengemeenten) soms meer uitgebreide bevoegdheden (bv. over instellingen in 2-talig Brussel) = extra- territoriale bevoegdheid Territoriale bevoegdheid van Gewesten (Vlaams, Waals en Brussels-hoofdstedelijk gewest) bepaald adhv. taalgebieden: Vlaams gewest = Nederlandstalig taalgebied Waals gewest = Frans- en Duitstalig taalgebied Brussels gewest = tweetalig taalgebied Criterium territorialiteit = bevoegdheid obv. plaats (bv. bij taalgebruik ivm. taal bij soc. wetten: decreet waarbij soc. betrekkingen tss. WG en WN in het Frans worden behandel voor alle Franse WN’s wordt ongeldig verklaard (want gaat principe van territorialiteit voorbij) 3. Organisatieprincipe, opbouw en instellingen v/d gemeenschappen en gewesten organisatieprincipe = WM, UM maar geen rechtelijkemacht WM gezamenlijke uitoefening door Raad (=parlement )en Regering MAAR geen 2- kamerstelsel, maar 1 gemeenschaps- of gewestraad UM Regering die verordeningen maakt en besluiten neemt (die nodig zijn voor uitvoering decreten en ordonnanties MAAR geen schorsing of vrijstelling van decreten of ordonnanties) UM heeft enkel de macht die haar door de GW of door wetten, decreten of ordonnanties (krachtens de GW uitgevaardigd) is gegeven Opbouw Vlaamse gemeenschap, Vlaams gewest Gemeenschap + gewest = Vlaams Parlement en Vlaamse regering ≠ fusie, want onderscheiden rechtspersonen (bv. bij Brusselse raads- en regeringsleden die niet mogen meestemmen bij gewestmateries, want niet behorend tot Vlaams gewest) (Klemtoon op gemeenschap) Franse Gemeenschap, Waals gewest Wallonië: Waals gewest Waalse regering Franse gemeenschap Franse gemeenschapsregering Franse gemeenschapsbevoegdheden worden geheel of gedeeltelijk uitgeoefend door de organen v/h Waals gewest na aanname van gelijkluidende decreten(uitholling gemeenschapsbev. vinden hun oorsprong in financiële problemen van de Franse gemeenschap) (Klemtoon op gewest) Duitstalige gemeenschap, Waals gewest Organen Duitstalige gemeenschap kunnen geheel of gedeeltelijk de bevoegdheden v/h Waals gewest uitoefenen in het Duitse taalgebied, na aanname van gelijkluidende decreten Instellingen Raden (parlement) Samenstelling Gewestraden + raad Duitstalige gemeenschap rechtsreeks verkozen om de 5 jaar en kunnen nooit voortijdig worden ontbonden (zie schema p 159) Met uitzondering van Raad van Duitstalige gemeenschap gemeenschapsraden worden samengesteld obv. gewestraden (Vlaams parlement bestaat uit leden gekozen uit Vlaams gewest + 6 verkozen leden van Nederlandstalige taalgroep in Brussel; Franse gemeenschapsraad bestaat uit leden gekozen uit Waalse gewestraad + 19 …) Brusselse raad: Nederlandse en Franse taalgroep Lidmaatschap federaal parlement en lidmaatschap deelstatelijke wetgevende vergaderingen is onverenigbaar Bevoegdheden verrichten van wetgevend werk (onder de vorm van decreten) government makingpower uitoefenen van pol. controle op regering Regeringen Samenstelling Gemeenschaps- en gewestregeringen worden door overeenstemmende raden verkozen, leden regering kunnen MAAR moeten geen lid zijn v/d raad ( geen onverenigbaarheid tss. lidmaatschap raad en regering, wel tss. lidmaatschap gemeenschaps- gewestregering en federale regering) Regeringen duiden zelf hun voorzitter aan. Bevoegdheden Beleid voeren, zorgen voor uitvoering en toepassing van decreten, besturen en instaan voor buitenlandse betrekkingen over materies waarvoor deelstatelijk parlement bevoegd is. 4. Decreten en ordonnanties Decreet = beslissingen v/d Vlaamse, Franse en Duitstalige gemeenschappen en in de Vlaamse en Waalse gewesten, telkens door de betrokken raad en regering. Staan op hiërarchisch gezien op hetzelfde niveau als gewone wetten ( voor het grondgebied waarover zij gelden kunnen ze de bestaande wetten opheffen, aanvullen of wijzigen) Procedure? ≈ formele wetten MAAR rol van de koning wordt vervuld door betrokken gewest- of gemeenschapsreg. + rol Kamer/ Senaat wordt vervuld door gemeenschaps- of gewestraad. Decreetgevende macht = regering + raad Initiatiefrecht= regering + raad,naargelang initiatief nemer wetsvoorstellen of ontwerpen en kunnen of moeten ze worden voorgelegd a/d raad van State. Bekrachtiging en afkondiging gebeurt door betrokken regering. Ordonnantie = beslissingen v/d Brusselse wetgevende instellingen, zijn gelijkwaardig aan wet en decreet Procedure? ≈ formele wetten en kunnen bestaande bepalingen opheffen, aanvullen, wijzigen en vervangen