,3 Brussel, 26 Juni 2002 6WULMG WHJHQ NDQNHU (8 RQGHU]RHN RQWZLNNHOW LVRWRSHQGLHNDQNHUFHOOHQGRGHQ 8LW YHHOEHORYHQGH UHVXOWDWHQ YDQ NOLQLVFKH SURHYHQ ZRUGW GXLGHOLMN GDW DOIDVWUDOLQJ XLW]HQGHQGH UDGLRLVRWRSHQ NDQNHUFHOOHQ NXQQHQ GRGHQ +HW *HPHHQVFKDSSHOLMN 2QGHU]RHNFHQWUXP YDQ GH &RPPLVVLH *&2 HQ KHW 'HXWVFKH .UHEVIRUVFKXQJV]HQWUXP KHEEHQ GH]H LQQRYDWLHYH WKHUDSLH UHFHQWHOLMN WLMGHQV HHQ ZRUNVKRS LQ +HLGHOEHUJ YRRUJHVWHOG 'H DOID LPPXQRWKHUDSLH]DO]LFKQDDUYHUZDFKWLQJGHNRPHQGHMDUHQRQWZLNNHOHQWRW HHQ GRHOWUHIIHQGH EHKDQGHOLQJ HQ QLHXZHPHWKRGHQ ELHGHQ RP SDWLsQWHQ WH JHQH]HQ+RHZHUNWKHWPHFKDQLVPHGDWNDQNHUFHOOHQGRRGW"(HQNDQNHUFHO VHOHFWLHYH GUDJHU EY HHQ PRQRFORQDDO DQWLOLFKDDP RI HHQ SHSWLGH ZRUGW YHUERQGHQDDQHHQNUDFKWLJHUDGLRDFWLHYHLVRWRRS7HUZLMOGHLVRWRRSYHUYDOW ZRUGHQ HU GHHOWMHV XLWJH]RQGHQ GLH UHFKWVWUHHNV RI RQUHFKWVWUHHNV DOOH NDQNHUFHOOHQGLH]LMWHJHQNRPHQNXQQHQGRGHQ3KLOLSSH%XVTXLQ(XURSHHV FRPPLVVDULV YRRU RQGHU]RHN YHUNODDUW ³(ULV PHHU RQGHU]RHN QRGLJ PDDU YROJHQVGHGHVNXQGLJHQ]LMQGHUHVXOWDWHQYDQGHSUHNOLQLVFKHHQGHHHUVWH NOLQLVFKH SURHYHQ YHHOEHORYHQG ,VRWRSHQ GLH GH FHOOHQ RSVSRUHQ HQ YHUQLHWLJHQ NXQQHQ LQJH]HW ZRUGHQ WHJHQ HHQ JURRW DDQWDO NDQNHUVRRUWHQ ]RDOV OHXNHPLH O\PIRPHQ NZDDGDDUGLJH KHPDWRORJLVFKH DDQGRHQLQJHQ PLFURVFRSLVFKHLQWUDSHULWRQHDDOJURHLHQGHNDQNHUVEYLQGHHLHUVWRNNHQRI GH PDDJ JOLREODVWRPHQ HQ GH SRVWRSHUDWLHYH EHKDQGHOLQJ YDQ JOLRPHQ PHODQRPHQ GDUPWXPRUHQ P\HORPHQ HQ GH SDOOLDWLHYH EHKDQGHOLQJ YDQ NZDDGDDUGLJH DVFLWHV 2P GH]H LQQRYDWLHYH EHQDGHULQJ YHUGHU WH RQWZLNNHOHQPRHWHQGHEHVWH(XURSHVHWHDPVRSYHUVFKLOOHQGHYDNJHELHGHQ PHWHONDDUVDPHQZHUNHQ,QKHWYROJHQGHRQGHU]RHNSURJUDPPDZDDUPHHGH (8ODWHUGLWMDDUYDQVWDUWJDDWLVNDQNHURQGHU]RHNHHQHHUVWHSULRULWHLW´ Een van de kernactiviteiten van het zesde kaderprogramma van de Europese Commissie voor onderzoek en ontwikkeling (2003-2006) is "de kankerbestrijding". In totaal is circa 1 miljard ¼ XLWJHWURNNHQ YRRU GH EHVWULMGLQJ YDQ GH YRRUQDDPVWH ziekten. Daarvan gaat ten minste 400 miljoen ¼QDDUKHWNDQNHURQGHU]RHN+HWLVGH bedoeling betere strategieën voor kankerbestrijding te ontwikkelen die zowel preventie als diagnose en behandeling omvatten. Het onderzoek van de EU zal erop gericht zijn de nieuwe kennis op het gebied van genomica en andere gebieden van fundamenteel onderzoek om te zetten in toepassingen die de klinische praktijk en de volksgezondheid verbeteren. Wat het onderzoek op het gebied van kankerdodende isotopen betreft, zijn er momenteel in de hele wereld slechts twee organisaties die dergelijke isotopen kunnen produceren: Het Europees Transuranen Instituut ( dat deel uitmaakt van het GCO) en de Oak Ridge National Laboratories in the VS. Zowel de meest recente resultaten die zijn behaald in klinische studies, waarbij gebruik werd gemaakt van bismut-213 ter bestrijding van myeloïde leukemie, als de eerste evaluaties van het rechtstreekse gebruik van actinium-225 gaan in de goede richting. De eerstgenoemde isotoop geeft slechts één alfadeeltje af bij het vervallen, de tweede heeft een vervalketen van vier alfadeeltjes en kan veel doeltreffender zijn, wanneer tenminste zijn volledige potentieel kan worden benut. Bij de hoogste dosis die gebruikt werd (100 mCi bismut-213), is geen acute toxiciteit geconstateerd. Deze doorbraak baant de weg voor analyses van andere alfastralers in een klinisch kader. De Commissie heeft baanbrekend werk in het Deutsche Krebsforschungszentrum (DKFZ) en het Kantonspital van Bazel gesteund. Daar zijn de eerste patiënten behandeld voor respectievelijk non-Hodgkin lymfomen en glioblastomen. Tot dusver zijn 37 patiënten in the VS en 11 patiënten in Europa behandeld met bismut- 213 of met astatine- 211. Verder veelbelovend onderzoek naar de behandeling van melanomen met plaatselijke injecties van antilichamen gecombineerd met bismut-213 bevorderen de wetenschappelijke kennis zodat een aantal hypothesen over de werking van de alfastraling kunnen worden bevestigd. Aangezien het gebruik van uiterst radiotoxische, alfastraling uitzendende isotopen geen deel uitmaakt van de gewone praktijk in de ziekenhuizen, moeten strenge eisen worden nageleefd om deze technologie op grote schaal te kunnen toepassen. De beschikbare kennis van genomica and proteomica zullen naar verwachting een goed inzicht geven in de belangrijkste processen bij de toepassing van alfastralers en andere radioactieve isotopen. Dergelijke details zullen er niet alleen toe bijdragen kanker te bestrijden, maar ook om te begrijpen wat het effect is van blootstelling aan minder sterke straling voor de menselijke genen. Men hoopt in de toekomst, door de specifieke kenmerken van bepaalde ziekten en hun genetische expressie te onderzoeken, op de patiënt afgestemde geneesmiddelen en/of therapieën mogelijk te maken. Voor verdere informatie, bezoek http://itu.jrc.cec.eu.int/ 2